Gepubliceerd op maandag 23 juni 2025
IT 4891
Gerechtshof Amsterdam ||
10 jun 2025
Gerechtshof Amsterdam 10 jun 2025, IT 4891; ECLI:NL:GHAMS:2025:1532 (Certscanner tegen Mybit), https://www.itenrecht.nl/artikelen/te-weinig-inzicht-in-gefactureerde-uren-vordering-mybit-alsnog-afgewezen-broncode-blijft-bij-opdrachtnemer

Te weinig inzicht in gefactureerde uren: vordering MyBit alsnog afgewezen, broncode blijft bij opdrachtnemer

Hof Amsterdam 10 juni 2025, IT 4891; ECLI:NL:GHAMS:2025:1532 (Certscanner tegen MyBit). Partijen zijn een overeenkomst van opdracht aangegaan voor de duur van drie jaar. Voorafgaand daaraan zijn prijsafspraken gemaakt. Over die prijsafspraken, en met name over de werkzaamheden waarvoor is gefactureerd, is discussie ontstaan, die na ruim zes maanden heeft geleid tot het staken van de uitvoering van de opdracht. Certscanner heeft als opdrachtgever maar een deel van de door MyBit als opdrachtnemer gestuurde facturen voldaan. MyBit vordert betaling van het nog openstaande deel van twee van haar eerste vier maandfacturen. MyBit heeft bij de uitvoering van haar werkzaamheden de broncode van het systeem van Certscanner gewijzigd. Zij weigert de broncode af te geven zolang haar rekeningen niet zijn betaald. De voorzieningenrechter heeft de vordering van MyBit tot betaling van haar rekeningen toegewezen en de vordering van Certscanner tot afgifte van de gewijzigde broncode afgewezen. In hoger beroep is het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd voor zover de vordering van MyBit tot betaling van facturen was toegewezen.

Het hof oordeelt dat het bestaan en de omvang van de vordering onvoldoende aannemelijk zijn, mede omdat MyBit niet voldoende inzicht heeft gegeven in de werkzaamheden waarop de facturen betrekking hebben. Uit de overgelegde facturen en specificaties blijkt wel hoeveel uren zijn geschreven, maar niet waaraan die uren zijn besteed. Daarmee heeft MyBit haar verplichting om rekening en verantwoording af te leggen, zoals volgt uit artikel 7:403 BW, geschonden. Hoewel MyBit aanvoert dat zij op verzoek van Certscanner veel ad hoc-werkzaamheden heeft verricht, die ten koste gingen van de vooraf besproken projecten, had zij Certscanner daarover tijdig moeten informeren. Nu dit niet is gebeurd, kan niet worden vastgesteld of de gefactureerde werkzaamheden vallen binnen de gemaakte afspraken of rechtvaardigen dat het eerder afgesproken budget werd overschreden. Evenmin is gebleken van spoedeisend belang aan de zijde van MyBit dat een onmiddellijke betaling van de betwiste facturen vereist is. De geldvordering is daarom in kort geding alsnog afgewezen. De reconventionele vordering van Certscanner tot afgifte van de gewijzigde broncode is, net als in eerste aanleg, afgewezen. Volgens het hof heeft Certscanner onvoldoende onderbouwd dat zij zonder deze broncode haar platform niet kan gebruiken of ernstig wordt belemmerd in haar bedrijfsvoering. 

5.8. MyBit heeft daar tegen ingebracht dat Certscanner haar al vrijwel meteen heel andere werkzaamheden opdroeg, waardoor de drie projecten waar het bij het aangaan van de overeenkomst over is gegaan, zijn blijven liggen. Dit wordt door Certscanner betwist. Het hof overweegt dat het weliswaar aan Certscanner als opdrachtgever is om hierin de regie te houden, maar wanneer - zoals hier mogelijk is gebeurd - die vragen zodanig omvangrijk zijn dat onvoldoende wordt toegekomen aan de toegezegde werkzaamheden (waarvoor de budgetraming is gemaakt), is het ingevolge artikel 7:403 BW aan MyBit om daarop te wijzen. Dit kan immers tot gevolg hebben dat de door haar gemaakte tijdsinschatting niet meer klopt, terwijl Certscanner op basis van het contract op zijn minst mocht verwachten dat er wat betreft de drie projecten eind april 2024 enige voortgang zou zijn geboekt. Daar komt dan nog bij dat dit in wezen ook betekende dat de in het kader van het contract gemaakte budgetraming voor de periode tot eind april 2024 aan betekenis verloor, althans aan het verliezen was.

5.9. Feitelijk lijkt een en ander erop neer te komen dat MyBit haar eigen raming heeft losgelaten, zonder haar opdrachtgever hiervan voldoende op de hoogte te stellen. Het gegeven dat de tekst van het contract de ruimte lijkt te bieden extra werk op uurbasis te declareren en Certscanner haar vroeg ander werk te doen, brengt niet zonder meer mee dat de in het contract gegeven raming volledig zijn betekenis heeft verloren. Het had op de weg van MyBit gelegen Certscanner erop te wijzen dat de in het contract vastgelegde prijs- en tijdafspraken met betrekking tot het ontwikkelbudget aan betekenis aan het verliezen waren. Weliswaar laten de overgelegde producties zien dat partijen gaandeweg het zijn gaan hebben over de prijsafspraken en de facturen, maar daarmee heeft MyBit niet voldaan aan de op haar rustende informatieverplichting. Daarenboven heeft te gelden dat niet valt in te zien waarom MyBit haar rekeningen wat betreft het overeengekomen ontwikkelbudget niet heeft gespecificeerd. De door MyBit verstrekte specificaties van de facturen waarvan zij betaling vordert, geven op geen enkele wijze inzage in de werkzaamheden die zij daarbij in rekening heeft gebracht, ongeacht of het de aanvankelijk voorziene projecten betreft of mogelijk nadien opgedragen werkzaamheden.