Gepubliceerd op maandag 20 april 2020
IT 3108
Overige instanties ||
6 apr 2020
Overige instanties 6 apr 2020, IT 3108; ECLI:NL:TADRSGR:2020:79 (De frauderende deurwaarder), https://www.itenrecht.nl/artikelen/titel-de-frauderende-deurwaarder-heeft-onvoldoende-feitelijke-grondslag

Titel 'De frauderende deurwaarder' heeft onvoldoende feitelijke grondslag

Raad van Discipline Den Haag 6 april 2020, IT 3108; ECLI:NL:TADRSGR:2020:79 (De frauderende deurwaarder) Verweerster heeft op haar website negatieve uitlatingen gedaan over de klager, een deurwaarder, op een wijze waardoor de identiteit van klager achterhaald kon worden. Het onderwerp van de uitlatingen was ook onderwerp van een tuchtklacht tegen klager. Verweerster heeft nagelaten om de uitspraak van de tuchtrechter bij de uitlating op haar website te voegen. De raad legt een voorwaardelijke schorsing op met de bijzondere voorwaarde van het plaatsen van een door de raad voorgeschreven rectificatie gedurende een jaar.

5.5    De raad is evenals de deken van oordeel dat de weergave van de beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam van 22 januari 2019 in het weblog waarop dit klachtonderdeel betrekking heeft weliswaar correct is, maar dat de titel van dat weblog (“De frauderende deurwaarder”) onvoldoende feitelijke grondslag heeft. De kamer voor gerechtsdeurwaarders heeft de gewraakte handelwijze van klager immers niet als fraude betiteld. Verweerster laat in haar blog na aan te geven waarom zij wel meent dat die handelwijze als fraude moet worden beschouwd. Nu de uitspraak van de tuchtrechter niet bij het weblog in kwestie is gevoegd en een link naar die uitspraak ontbreekt, heeft de lezer niet de mogelijkheid zich zelfstandig een oordeel over de handelwijze van klager te vormen. De lezer zal dan al snel afgaan op hetgeen door verweerster in haar webblog is gesteld. Onder deze omstandigheden rustte ook naar het oordeel van de raad op verweerster een bijzondere verplichting haar woorden zorgvuldig te kiezen. Door dit in de titel niet te doen heeft zij onvoldoende rekening gehouden met de gerechtvaardigde belangen van klager. Dit klachtonderdeel is dan ook gegrond.

5.6    De raad rekent het verweerster bovendien zwaar aan dat zij ondanks de visie van de deken hierover in zijn visie d.d. 8 november 2019 en de daarvoor al bij haar bekend zijnde beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer bij het Gerechtshof te Amsterdam d.d. 30 juli 2019, het blog in kwestie ongewijzigd heeft gehandhaafd. Daarmee heeft zij klager onnodig beschadigd.