Gepubliceerd op vrijdag 12 april 2019
IT 2742
Overige instanties ||
5 apr 2019
Overige instanties 5 apr 2019, IT 2742; ECLI:NL:OGEAC:2019:66 (DGC tegen GCB), https://www.itenrecht.nl/artikelen/toezichthouder-mag-bekend-maken-dat-loterij-cura-ao-illegaal-is

Toezichthouder mag bekend maken dat loterij Curaçao illegaal is

Ktr. Gerecht in eerste aanleg van Curaçao 5 april 2019 ECLI:NL:OGEAC:2019:66 (DGC tegen GCB). Eiseres is een stichting die volgens de statuten een bijdrage wil leveren aan de Curaçaose jeugd. Eiseres heeft een loterij georganiseerd waarbij een huis gewonnen kan worden. Gedaagde, stichting GCB, is toezichthouder gokwezen en stelt dat de loterij vergunningsplichtig is. Gedaagde heeft eiseres gevraagd alsnog een aanvraagformulier in te vullen voor het verkrijgen van een vergunning. Gedaagde heeft daarbij aangekondigd dat, indien eiseres daartoe niet overgaat en de loterij doorzet, gedaagde zal overgaan tot onder meer bekendmaking aan het publiek dat een vergunning voor de loterij ontbreekt.Toezichthouder GCB mag dit publiekelijk bekend maken.

3.8 De omstandigheid dat eiseres de loterij aldus heeft vormgegeven dat men bij de aanschaf voor 15 gulden van een e-boek een lot krijgt – of andersom – kan niet wegnemen dat het in de kern blijft gaan om een goederenloterij als bedoeld in artikel 3 Loterijverordening. Aannemelijk is, ook uit de reclame-uitingen van eiseres zelf (‘gana un kas, kumpra bo lot awor’ en ‘bo proprio kas na un prijs inkreibel, kumpra un e-boek i risibi un lot pa gana kas’) dat het eiseres en de deelnemers aan haar loterij in hoofdzaak te doen is om de verloting van het huis en niet om de verkoop respectievelijk aanschaf van een e-boek (volgens gedaagde bestaand uit acht pagina’s met ‘een samenraapsel van ditjes en datjes die al goed bekend zijn aan de yu di Korsou en aangeboden in een vreemde taal’). De loterij is geen bijkomstigheid bij de verkoop en koop van e-books, maar het omgekeerde is het geval.

3.9 De uitzondering van artikel 1a Loterijverordening geldt voor loterijen i) ‘door en ten behoeve van handelszaken of bedrijven’, ii) ‘ter stimulering van de verkoop of verhoging van de omzet’, waarbij iii) ‘als voorwaarde tot deelneming niet gevraagd wordt voldoening van een geldbedrag’. De door eiseres georganiseerde loterij voldoet niet aan deze voorwaarden.

3.12 Eiseres heeft nog gewezen op diverse volgens haar vergelijkbare loterijen die in het recente verleden zijn gehouden of binnenkort zullen worden gehouden. Volgens eiseres is niet aanvaardbaar dat gedaagde haar pijlen slechts op haar richt, en alleen bij haar dreigt met bekendmaking dat een vergunning ontbreekt. Gedaagde betwist dat zij eiseres anders behandelt dan andere loterijaanbieders. Gedaagde stelt dat zij ook de aanbieders van de door eiseres genoemde loterijen op de vergunningsplicht en de sinds december 2018 verscherpte handhaving heeft gewezen, maar dat die aanbieders - anders dan eiseres die geen vergunningsaanvraag heeft willen doen – zich bereid hebben getoond hun loterijen in overleg met gedaagde binnen de regulering te brengen. Gelet op die stellingen van gedaagde, kan in dit kort geding niet worden aangenomen dat gedaagde ten nadele van eiseres gelijke gevallen ongelijk gehandeld.

3.13    Op grond van het voorgaande zullen de vorderingen van eiseres worden afgewezen. Eiseres zal ingevolge artikel 60 Rv als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.