Gepubliceerd op woensdag 21 februari 2024
IT 4481
Rechtbank ||
20 dec 2023
Rechtbank 20 dec 2023, IT 4481; ECLI:NL:RBROT:2023:12763 (Eiser tegen Villasa), https://www.itenrecht.nl/artikelen/tonen-van-foto-en-ter-beschikking-stellen-van-camerabeelden-geen-inbreuk-op-avg

Tonen van foto en ter beschikking stellen van camerabeelden geen inbreuk op AVG

Rb. Rotterdam 20 december 2023, IT 4481; ECLI:NL:RBROT:2023:12763 (Eiser tegen Villasa) Op 29 januari 2023 heeft eiser, samen met een vriend, een club bezocht. De club wordt geëxploiteerd door Villasa. De aanwezigheid van eiser werd vastgelegd op camerabeelden. Op 30 januari 2023 toonde Villasa een foto van eiser aan zijn werkgever vanwege incidenten op die avond. Zijn werkgever vroeg aan Villasa om de camerabeelden te bekijken, wat werd toegestaan.

Vervolgens gaf de werkgever de beelden aan hun bedrijfsjurist. De arbeidsovereenkomst tussen eiser en zijn werkgever werd later beëindigd via een vaststellingsovereenkomst. Eiser vordert in conventie een verklaring voor recht dat Villasa jegens eiser Inbreuk heeft gemaakt op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG). Villasa betwist dat zij inbreuk heeft gemaakt. De verwerking van persoonsgegevens door Villasa, zoals het tonen van de foto van eiser aan zijn werkgever en het delen van camerabeelden, voldoet aan de AVG. Villasa had gerechtvaardigde belangen, zoals het handhaven van veiligheid, en de verwerking was noodzakelijk. De belangen van eiser wogen niet zwaarder. Hierdoor worden zijn vorderingen afgewezen. Het causale verband tussen de verwerking en zijn schade is ook niet aangetoond, gezien de wankelende positie van eiser bij zijn werkgever voorafgaand aan de verwerking.

In reconventie vordert Villasa dat de rechtbank eiser veroordeelt tot vergoeding aan Villasa van de door haar geleden schade ten bedrage van €10.000,-. In reconventie is vastgesteld dat eiser zich onbehoorlijk heeft gedragen in de club, wat als onrechtmatig wordt beschouwd. Hij is hoofdelijk aansprakelijk voor eventuele schade aan Villasa. Er is echter niet bewezen dat eiser of zijn vriend een valse melding van een vuurwapen hebben gedaan. Hoewel eiser hoofdelijk aansprakelijk is, kan de vordering van Villasa niet worden toegewezen omdat de gestelde schade onvoldoende is onderbouwd, vooral omdat de reputatie- en omzetschade moeilijk meetbaar is. Op grond van het voorgaande wijst de rechtbank het gevorderde in conventie en in reconventie af. Villasa wordt veroordeeld in de proceskosten.

4.5 Ook voor wat betreft het aan [bedrijf01] op haar verzoek tonen van (een deel van) de camerabeelden van de bewuste avond, en het aan [bedrijf01] ter beschikking stellen van die beelden door toe te staan dat zij daarvan video-opnames maakte, geldt dat aan de voorwaarden is voldaan. Hier gaat het om het gerechtvaardigd belang van een derde, te weten [bedrijf01] . Dat [bedrijf01] , nadat Villasa bij haar op kantoor was langsgekomen, meer wilde weten over het gedrag van [eiser01] op de avond dat hij stand-by dienst had, is alleszins begrijpelijk. [eiser01] reed in de bedrijfsbus van [bedrijf01] waarin (zoals door Villasa gesteld en door [eiser01] niet betwist) gevaarlijke stoffen lagen en [bedrijf01] had er, met het oog op de veiligheid, een gerechtvaardigd belang bij inzicht te krijgen in de hoeveelheid alcohol die [eiser01] die avond had genuttigd. Daarnaast is aannemelijk geworden dat het tonen van (een deel van) de beelden noodzakelijk was om het gerechtvaardigd belang van [bedrijf01] te behartigen. Het is begrijpelijk dat [bedrijf01] , om een inschatting te kunnen maken van de ernst van de situatie en eventuele (arbeidsrechtelijke) consequenties te kunnen verbinden aan het gedrag van [eiser01] , de beelden met eigen ogen wilde zien (en bijvoorbeeld niet af wilde gaan op alleen de woorden van Villasa). Ook het ter beschikking stellen van deze beelden wordt geacht noodzakelijk te zijn geweest: [bedrijf01] wilde (zoals Villasa heeft gesteld en [eiser01] niet gemotiveerd heeft betwist) de beelden aan haar jurist laten zien om eventuele vervolgstappen te laten onderzoeken. Tot slot prevaleren de belangen van [eiser01] niet boven de belangen van [bedrijf01] , die gelegen zijn in het onderzoeken van een onveilige situatie, gecreëerd door een van haar werknemers. Ook hier is de context waarin een en ander zich heeft afgespeeld een belangrijke factor. Dat [eiser01] stand-by dienst had en in een bedrijfsbus van [bedrijf01] reed met daarin gevaarlijke stoffen brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Toch heeft hij alcohol genuttigd. Dat leidt tot de conclusie dat [eiser01] de consequenties van zijn gedrag zelf heeft bewerkstelligd of deze in ieder geval kon verwachten.