Gepubliceerd op vrijdag 3 mei 2019
IT 2764
Rechtbank ||
24 apr 2019
Rechtbank 24 apr 2019, IT 2764; ECLI:RBAMS:2019:2979 (SHM tegen Vivat schadeverzekeringen), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vanwege-ernstige-consequenties-nog-geen-registratie-in-frauderegister

Vanwege ernstige consequenties nog geen registratie in frauderegister

Vzr. Rechtbank Amsterdam 23 april 2019, IT 2764; ECLI:RBAMS:2019:2979 (SHM tegen Vivat Schadeverzekeringen) Privacyrecht. Onterechte opname in registers. SHM heeft een bedrijf in transportdiensten. In deze hoedanigheid heeft zij elf voertuigen tot haar beschikking, die waren verzekerd bij Vivat Schadeverzekeringen. Vivat heeft deze verzekering opgezegd, en melding gedaan in het Incidentenregister, het Extern Verwijzingsregister en in het register van het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit nadat zij vermoedde dat SHM fraude had gepleegd bij het opgeven van schade. SHM stelt geen fraude te hebben gepleegd, en vordert voor de rechter een gebod de verzekering te continueren, registraties ongedaan te maken, geleden schade te vergoeden en proceskosten te betalen. De rechter oordeelt dat niet aannemelijk is dat de bodemrechter tot het oordeel zal komen dat SHM opzettelijk valse informatie over de schade door de aanrijding heeft verstrekt. Daarom is nog niet vast te stellen of Vivat terecht heeft gehandeld. Zij moet, gelet op de ernstige consequenties van haar handelen, dit handelen ongedaan maken.

4.5. Vooralsnog is niet aannemelijk dat de bodemrechter tot het oordeel zal komen dat SHM opzettelijk valse informatie over de schade door de aanrijding heeft verstrekt. Aan de rechterzijde van de Vito is aanzienlijke schade ontstaan door de aanrijding. Gelet op het aantal auto’s dat in het bedrijf van SHM omgaat en de relatief geringe en minder opvallende schade aan de sidebar, tezamen met de taalbarrière van [directeur] en het feit dat hij de verklaring niet zelf heeft opgeschreven, is niet aannemelijk dat hij opzettelijk foutief heeft verklaard met betrekking tot de sidebar. Over de spiegel heeft hij verklaard dat de achterzijde van de spiegel na de aanrijding op de grond lag en hij deze weer heeft bevestigd. Dekra is er in haar onderzoek van uitgegaan dat de Sprinter in één beweging naar achter is gereden, maar [naam] heeft verklaard dat hij achteruitrijdend ergens tegenaan kwam, hij dacht een stoeprand, dat de Sprinter vervolgens naar voren kwam en dat hij extra gas gaf, opnieuw naar achter reed en ergens tegenaan botste. Toen hij uitstapte bleek hij tegen de Vito aan te staan. 

4.6. Het voorgaande brengt mee dat nog niet is vast te stellen of Vivat Schadeverzekeringen de verzekeringen terecht heeft opgezegd en de registraties terecht heeft verricht. Gelet op de ernstige consequenties van een en ander voor SHM, dient Vivat Schadeverzekeringen de verzekeringen te hervatten en de registraties vooralsnog ongedaan te maken. De onderzoekskosten van Vivat Schadeverzekeringen behoeft SHM in afwachting van de bodemprocedure nog niet te voldoen. De vorderingen van SHM zullen dan ook worden toegewezen als hierna te melden. De bodemrechter zal te zijner tijd – na nader onderzoek, waarvoor het kort geding zich niet leent – zijn oordeel hierover moeten geven. Op verzoek van Vivat Schadeverzekeringen zal aan [directeur] de voorwaarde worden opgelegd om binnen zes weken de bodemprocedure aanhangig te maken. De contra-expertise zal tegen die tijd gereed moeten zijn. De gevorderde schade-uitkering zal Vivat Schadeverzekeringen niet hoeven te doen, zolang [directeur] deze voorwaarde niet is nagekomen.