Gepubliceerd op woensdag 23 mei 2018
IT 2567
Rechtbank ||
22 mrt 2018
Rechtbank 22 mrt 2018, IT 2567; ECLI:NL:RBAMS:2018:3357 (AirBnB heimelijke filmer), https://www.itenrecht.nl/artikelen/verwijdering-zoekresultaat-belang-van-het-publiek-om-kennis-te-nemen-van-de-veroordeling-is-gering

Verwijdering zoekresultaat: belang van het publiek om kennis te nemen van de veroordeling is gering

Rechtbank Amsterdam 22 maart 2018, IT 2567; ECLI:NL:RBAMS:2018:3357 (AirBnB heimelijke filmer) Rechtsoverweging 4.18: In deze zaak bevat het zoekresultaat een link naar een artikel op de website van [plaats] News waarin wordt vermeld dat verzoeker, genoemd met voor- en achternaam, leeftijd en adres, twee jonge vrouwen met een in de badkamer verborgen camera heimelijk heeft gefilmd tijdens het douchen. In het artikel op de website wordt vermeld dat verzoeker schuld heeft bekend en op last van de Sheriff voor een jaar onder supervisie is geplaatst. Aangenomen mag worden dat deze voor iedere internetgebruiker toegankelijke informatie schadelijk is voor de reputatie van verzoeker en van directe invloed op zijn privéleven kan zijn. Dat verzoeker als professionele partij is opgetreden is niet komen vast te staan. De verzoeker heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zijn voormalige eigen woning slechts incidenteel via Airbnb werd verhuurd en dat verhuur van zijn huidige woning niet aan de orde is. Bovendien staat het heimelijk filmen van huursters in geen enkel verband met zijn functie als verhuurder. Van belang is verder dat verzoeker geen publiek figuur is en geen bijzondere rol speelt in het maatschappelijke leven. Het belang van het publiek om kennis te nemen van de veroordeling is gering. Van een ‘bijzonder geval’ dat de privacybelangen van verzoeker opzij zet is al met al geen sprake. Het verwijderingsverzoek zal dus worden toegewezen.

De rechtbank veroordeelt Google om de koppeling uit het zoekresultaat van de in de zoekmachine ingevoerde zoekopdracht ‘voor- en achternaam van verzoeker’, te verwijderen op de overeenkomstig het vaste beleid van Google.

4.6. Een letterlijke lezing van artikel 16 in verbinding met 22 Wbp kan tot de slotsom leiden dat het verzoek tot verwijdering reeds op deze grond toewijsbaar is. Echter, de vraag rijst of artikel 16 Wbp wel onverkort van toepassing is op (exploitanten van) zoekmachines. Een bevestigend antwoord op deze vraag heeft verstrekkende gevolgen voor Google en de door haar geëxploiteerde zoekmachine. Hierdoor zou Google zonder meer gehouden zijn tot inwilliging van verwijderingsverzoeken als het onderhavige. Daarmee zou afbreuk worden gedaan aan de belangrijke maatschappelijke functie van zoekmachine(s) om de internetgebruiker behulpzaam te zijn bij het vinden van de informatie waarnaar hij/zij op zoek is. De vervulling van deze functie van een zoekmachine zou categorisch onmogelijk worden gemaakt voor zover het gaat om het vinden van publicaties waarin het publiek wordt ingelicht over strafrechtelijke persoonsgegevens betreffende medeburgers. Een absoluut verbod is niet goed te verenigen met het algemene belang.

4.7. In dit verband heeft Google zich beroepen op de zogenoemde journalistieke exceptie. Hoewel het gerechtshof Den Haag in zijn arrest van 23 mei 2017 ECLI:NL:GHDHA:2017:1360 in een vergelijkbare context een zodanig beroep van Google heeft gehonoreerd, wordt dit verweer niet gevolgd.