Gepubliceerd op dinsdag 26 juli 2022
IT 4003
Rechtbank Gelderland ||
22 jun 2022
Rechtbank Gelderland 22 jun 2022, IT 4003; ECLI:NL:RBGEL:2022:3893 (Eiseres tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vordering-tot-betaling-factuur-toegewezen

Vordering tot betaling factuur toegewezen

Rb. Gelderland 22 juni 2022, IT 4003; ECLI:NL:RBGEL:2022:3893 (eiseres tegen gedaagde) Eiseres en gedaagde hebben in 2013 een overeenkomst gesloten op basis waarvan eiseres softwarepakketten aan gedaagde in licentie verstrekt. In de overeenkomst staat dat jaarlijks kosten in rekening worden gebracht voor ‘support and maintenance’. Deze kosten bedragen 20% van de licentievergoeding. Eiseres heeft 3 januari 2020 gedaagde een factuur voor een bedrag van € 33.486,75 gestuurd voor ‘support en maintenance’ voor 2020. Deze factuur is door gedaagde niet betaald. Eiseres vordert betaling van een bedrag van € 33.486,75. De rechter oordeelt dat gedaagde moet worden aangemerkt als partij bij de overeenkomst omdat hij zich jegens eiseres heeft gedragen als contractspartij. De bedragen uit de factuur van 3 januari 2020 zijn gebaseerd op 20% van de overeengekomen kosten. Aangezien de overeenkomst niet was opgezegd mocht eiseres deze kosten factureren. De gedaagde wordt door de rechtbank veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 33.486,75 aan eiseres.

4.4. Onder deze omstandigheden heeft [gedaagde] zich jegens [eiseres] als contractspartij gedragen en moet zij worden aangemerkt als partij bij de overeenkomst. Aan dit oordeel doet niet af dat de software zou hebben gedraaid op een server in de Verenigde Staten, zoals [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling heeft aangevoerd. Deze omstandigheid sluit, indien juist, niet zonder meer uit dat [gedaagde] (ook) partij is bij de overeenkomst. Het is immers mogelijk dat een gebruiker van software is gevestigd in een andere plaats dan die waar de server van die software staat. [gedaagde] heeft dit betoog bovendien niet nader onderbouwd. Ditzelfde geldt voor haar betoog tijdens de mondelinge behandeling dat [naam vennootschap gedaagde] zou hebben gecorrespondeerd over de uitvoering van technische ondersteuning bij de software. In het licht van hetgeen hiervoor onder 4.3 is overwogen had het op de weg van [gedaagde] gelegen dit betoog nader te motiveren.

4.6. Met de factuur van 3 januari 2020 heeft [eiseres] drie bedragen in rekening gebracht voor ‘support and maintenance’ van de softwaremodules [softwarepakket] , [softwarepakket] en [softwarepakket] . Deze bedragen zijn gebaseerd op 20% van de overeengekomen (en geïndexeerde) kosten van de desbetreffende softwarelicenties en moeten jaarlijks bij vooruitbetaling worden voldaan. Nu de overeenkomst niet is opgezegd geldt dat [eiseres] deze kosten ook voor 2020 mocht factureren.