IT 4541
30 april 2024
Uitspraak

Belang verzoeker bij verwijdering BKR registratie weegt zwaarder

 
IT 4540
30 april 2024
Uitspraak

Eiser en gedaagde moeten beiden onnodig grievende uitlatingen verwijderen

 
IT 4539
29 april 2024
Uitspraak

Conclusie A-G: Facebook mag openbare gegevens over seksuele geaardheid niet gebruiken voor persoonlijke advertenties

 
IT 4541

Belang verzoeker bij verwijdering BKR registratie weegt zwaarder

Rechtbank 29 mrt 2024, IT 4541; ECLI:NL:RBDHA:2024:4473 (Verzoeker tegen Aegon), https://www.itenrecht.nl/artikelen/belang-verzoeker-bij-verwijdering-bkr-registratie-weegt-zwaarder

Rb. Den Haag 29 maart 2024, IT 4541; ECLI:NL:RBDHA:2024:4473 (Verzoeker tegen Aegon). Aegon is een financiële dienstverlener op het gebied van woningfinancieringen. In 2011 heeft zij aan verzoeker een hypothecaire lening verstrekt van €1.093.750 ten behoeve van de aankoop van een woning. Verzoeker is vervolgens zijn baan verloren, waarna betalingsachterstanden zijn ontstaan. Uit de slotuitdelingslijst bleek uiteindelijk dat Aegon €16.356,36 zal worden uitbetaald, op een totale vordering van €251.196,63. Aegon heeft vervolgens verzoeker als gevolg van deze betalingsachterstanden in het BKR geregistreerd. Op 22 augustus 2019 heeft verzoeker Aegon verzocht de BKR-registraties te doen verwijderen. Dit verzoek heeft Aegon afgewezen. In deze procedure verzoekt verzoeker een bevel tot verwijdering van de bijzonderheidsregistraties van verzoeker in het CKI van het BKR. Hij beroept zicht onder meer op artikel 17 lid 1 sub c en artikel 21 lid 1 AVG. Aegon stelt dat verzoeker niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in zijn verzoek.

IT 4540

Eiser en gedaagde moeten beiden onnodig grievende uitlatingen verwijderen

Rechtbank 23 apr 2024, IT 4540; ECLI:NL:RBAMS:2024:2295 (Eiser tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/eiser-en-gedaagde-moeten-beiden-onnodig-grievende-uitlatingen-verwijderen

Rb. Amsterdam 23 april 2024, IT 4540; ECLI:NL:RBAMS:2024:2295 (Eiser tegen gedaagde). Eiser is journalist, auteur en royaltydeskundige en -verslaggever. Gedaagde is eveneens journalist en royaltydeskundig en tot 2023 hoofdredacteur van het tijdschrift Royalty. Op 2 december 2023 heeft gedaagde op de Facebookpagina van Royalty een artikel van roddelpraat.nl gedeeld, waarin staat dat gedaagde geen tweede maagverkleining zou hebben gekregen. Daarbij heeft gedaagde het volgende geschreven: "Wat eeb een onzin weer. Geen tweede want nooit een eerste gehad". Op 3 december 2023 heeft eiser op deze post van gedaagde gereageerd. Gedaagde en eiser hebben vervolgens meerdere berichten geplaatst op X. De berichten zijn wegens privacyredenen niet opgenomen in de uitspraak. Bij brief van 19 december 2023 heeft eiser gedaagde gesommeerd om zijn berichten te verwijderen en om een rectificatie op X te plaatsen. Eiser vordert bij de rechtbank – kortgezegd – veroordeling van gedaagde om de uitingen te verwijderen en verwijderd te houden en zich daarnaast ook te onthouden van iedere andere jegens eiser onrechtmatige uiting, op straffe van een dwangsom. Bovendien vordert eiser gedaagden te veroordelen om een rectificatie te plaatsen. De vorderingen van gedaagde in reconventie zijn soortgelijk.

IT 4539

Conclusie A-G: Facebook mag openbare gegevens over seksuele geaardheid niet gebruiken voor persoonlijke advertenties

HvJ EU 25 apr 2024, IT 4539; ECLI:EU:C:2024:366 (Schrems tegen Meta), https://www.itenrecht.nl/artikelen/conclusie-a-g-facebook-mag-openbare-gegevens-over-seksuele-geaardheid-niet-gebruiken-voor-persoonlijke-advertenties

Conclusie A-G HvJ EU 25 april 2024, IT 4539; ECLI:EU:C:2024:366 (Schrems tegen Meta). In 2018 presenteerde Meta Platforms Ireland nieuwe Facebook-servicevoorwaarden aan zijn gebruikers in de Europese Unie. Het geven van toestemming voor deze voorwaarden is vereist om aan te melden voor of toegang te krijgen tot de accounts en diensten die door Facebook worden aangeboden. De heer Maximilian Schrems, een Facebook-gebruiker en activist op het gebied van gegevensbescherming, heeft deze voorwaarden aanvaard. Hij beweert regelmatig op homoseksuelen gerichte advertenties en uitnodigingen voor overeenkomstige evenementen te hebben ontvangen. Hij stelt dat die advertenties niet rechtstreeks op zijn seksuele geaardheid zijn gebaseerd, maar op een analyse van zijn specifieke interesses. Schrems acht de verwerking van zijn gegevens onrechtmatig en heeft een zaak aanhangig gemaakt bij de Oostenrijkse rechtbank. Het Oostenrijkse Hooggerechtshof vraagt het Hof van Justitie of Facebook alle beschikbare persoonsgegevens zonder tijdsbeperking mag analyseren en verwerken met het oog op gerichte reclame. Bovendien vraagt de verwijzende rechter het Hof of een verklaring van een persoon over zijn of haar seksuele geaardheid in het kader van een paneldiscussie de verwerking van andere gegevens over dat onderwerp toelaat met het oog op het aanbieden van gerichte reclame aan hem of haar. De advocaat-generaal licht in zijn conclusie toe dat het gebruik van gegevens voor reclame moet worden beperkt in tijd, type en bron.

IT 4537

Eiseres en gedaagde beide slachtoffer van cryptofraude

Rechtbank 15 feb 2024, IT 4537; ECLI:NL:RBAMS:2024:2212 (Eiseres tegen gedaagden), https://www.itenrecht.nl/artikelen/eiseres-en-gedaagde-beide-slachtoffer-van-cryptofraude

Rb. Amsterdam 15 februari 2024, IT 4537; ECLI:NL:RBAMS:2024:2212 (Eiseres tegen gedaagden). Op 27 maart 2023 heeft eiseres bij de politie aangifte gedaan van fraude. In het proces-verbaal geeft zij aan een gefalsificeerde factuur te hebben ontvangen van Biltz BV met het verzoek dezelfde dag het bedrag over te maken naar de rekening van gedaagde. Op 30 juni 2023 heeft gedaagde bij de politie aangifte gedaan van fraude met betaalproducten. Gedaagde stelt dat een vriend van haar misbruik heeft gemaakt van haar bankrekening en zij er verder niets mee te maken heeft. Eiseres vordert gedaagde te veroordelen tot betaling van €85.887,75 en Bitvavo (de cryptodienst) te veroordelen om de activa in de digitale bewaarportemonnee te liquideren. Gedaagde voert aan dat zij misleid is door haar vriend en dat eiseres verweten kan worden dat zij niet alert is geweest en de betaling heeft doorgezet. Bitvavo voert aan dat het bevriezingsbevel dat haar is opgelegd bij tussenvonnis van 14 december 2023 achterwege had moeten blijven. De rechtbank oordeelt als volgt. 

IT 4538

Seminar Uitingsvrijheid op donderdag 16 mei 2024

Bent u geïnteresseerd in de complexe wereld van uitingsvrijheid? Dan mag u het seminar Uitingsvrijheid op donderdag 16 mei 2024 niet missen! Dit unieke seminar, dat voor het eerst georganiseerd wordt, duikt diep in de essentiële vraagstukken van wat men mag publiceren in de krant, uiten via sociale media of bespreken op televisie. 

Tijdens deze interactieve middag krijgt u de kans om rechtstreeks in gesprek te gaan met enkele van de meest vooraanstaande advocaten en journalisten op het gebied van uitingsvrijheid. Met sprekers zoals Jens van den Brink en Lotte Oranje van Kennedy Van der Laan, Matthijs Kaaks en Lotte van Schuylenburch van Boekx, en de gerenommeerde misdaadjournalisten Saskia Belleman van De Telegraaf en Wouter Laumans van Het Parool, belooft het een middag vol inzicht en discussie te worden.

IT 4536

Publicaties in krant over politicus zijn niet onrechtmatig

Hof 23 apr 2024, IT 4536; ECLI:NL:GHAMS:2024:1036 (NRC c.s. tegen geïntimeerde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/publicaties-in-krant-over-politicus-zijn-niet-onrechtmatig

Hof Amsterdam 23 april 2024, IT 4536, IEF 22008; ECLI:NL:GHAMS:2024:1036 (NRC c.s. tegen geïntimeerde). Geïntimeerde was in de periode van 1999 tot 2005 werkzaam als wethouder en van 2005 tot 2023 Tweede Kamerlid. NRC en De Limburger hebben in hun krant en op hun website artikelen geplaatst over een grondtransactie en een vergunning voor het bouwen van een woning, waarbij geïntimeerde zou zijn bevoordeeld. Geïntimeerde bestrijdt dat hij is bevoordeeld en vraagt een verklaring voor recht dat de beschuldiging onrechtmatig is, een bevel de beschuldiging niet meer te uiten, rectificatie en een schadevergoeding. NRC c.s. betwist dit en stelt dat zij zeer zorgvuldig onderzoek gedaan heeft en dat de uitingen die voorliggen voldoende steun in de feiten vinden. Zij voert aan dat er sprake is van belangenverstrengeling van overheidsfunctionarissen en dat nu juist een actueel onderwerp van het publieke debat is.

IT 4535

Aanhouding journalist bij Extinction Rebellion leidt tot schending 10 EVRM

Hof 23 apr 2024, IT 4535; ECLI:NL:GHDHA:2024:559 (Appellant tegen de Staat en de Politie), https://www.itenrecht.nl/artikelen/aanhouding-journalist-bij-extinction-rebellion-leidt-tot-schending-10-evrm

Hof Den Haag 23 april 2024, IT 4535; ECLI:NL:GHDHA:2024:559 (Appellant tegen de Staat en de Politie). Appellant is fotojournalist. Hij bevond zich op 13 oktober 2021 in een busje met actievoerders van Extinction Rebellion. De actievoerders waren van plan om als protestactie de A12 te blokkeren. Appellant wilde van binnenuit verslag doen van deze actie (‘embedded journalism’). De Politie heeft het busje staande gehouden en alle inzittenden, inclusief appellant, aangehouden op verdenking van voorbereidingshandelingen van het, kort gezegd, versperren van een weg met gevaar voor de verkeersveiligheid. Kort nadat zijn hoedanigheid als journalist was vastgesteld, is hij vrijgelaten. Volgens appellant was die hoedanigheid al veel eerder duidelijk, onder meer omdat hij een officieel persherkenningsteken droeg in de vorm van een zogenaamde ‘rellenkaart’ en hij zijn politieperskaart kon tonen. Volgens hem was de handelwijze in elk geval onrechtmatig vanwege strijd met zijn recht op vrije nieuwsgaring, zoals beschermd door artikel 10 EVRM. Hij wil dat de rechter dit vaststelt, hem een schadevergoeding toekent en de Politie en de Staat opdraagt een rectificatie te plaatsen. De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen. Het hof komt tot een ander oordeel.

IT 4534

Tussenbeschikking inzake AVG controlerecht

Hof 11 apr 2024, IT 4534; ECLI:NL:GHSHE:2024:1239 (Appellante tegen verweerster), https://www.itenrecht.nl/artikelen/tussenbeschikking-inzake-avg-controlerecht

Hof 's-Hertogenbosch 11 april 2024, IT 4534; ECLI:NL:GHSHE:2024:1239 (Appellante tegen verweerster). Appellante huurt sinds 21 september 1987 een woning van verweerster. Appellante heeft verweerster verzocht om haar een overzicht en kopieën te verstrekken van de persoonsgegevens die verweerster van haar (heeft) verwerkt op grond van artikel 12 en 15 lid 1 AVG. De vraag die in deze zaak voorligt is of het door verweerster verstrekte overzicht op 20 juli 2022 voldoet aan het artikel 15 AVG-verzoek van appellante. Daarnaast ligt de vraag voor of verweerster verplicht is om kopieën van documenten te verstrekken op grond van voormeld artikel, zoals door appellante is verzocht. Bij tussenbeschikking van 23 november 2023 heeft het gerechtshof ten aanzien van het verzoek tot afgifte van kopieën overwogen dat verweerster niet zonder meer kopieën behoeft te overleggen als de met het recht op inzage nagestreefde doelstelling – recht op controle – volledig kan worden voldaan door een andere vorm van verstrekking, maar dan verwacht het hof wel dat dit helder en begrijpelijk aan appellante wordt toegelicht. Appellante heeft echter onderbouwd aangegeven dat zij nog diverse stukken mist in het overzicht.

IT 4533

HvJ EU over de vaststelling van immateriële schade(vergoeding) bij schending AVG

HvJ EU 11 apr 2024, IT 4533; ECLI:EU:C:2024:288 (GP tegen juris), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-over-de-vaststelling-van-immateriele-schade-vergoeding-bij-schending-avg

HvJ EU 11 april 2024, IT 4533; ECLI:EU:C:2024:288 (GP tegen juris). Verzoeker is een natuurlijke persoon die zelfstandig advocaat is en klant was bij juris, een vennootschap die een juridische databank exploiteert. Nadat hij in het hoofdgeding had vernomen dat juris zijn persoonsgegevens ook voor direct marketing gebruikte, heeft hij op 6 november 2018 al zijn toestemmingen om van dit bedrijf informatie te ontvangen per e-mail of telefoon schriftelijk ingetrokken en zich verzet tegen elke verwerking van die gegevens. Desondanks heeft verzoeker in het hoofdgeding in januari 2019 op zijn kantooradres twee reclamebrieven ontvangen die op zijn naam stonden. De eerste prejudiciële vraag gaat over artikel 82, lid 1, AVG en of schending van de AVG volstaat om van immateriële schade te spreken, ongeacht of de door deze persoon geleden schade enige ernst vertoont. Het Hof beantwoordt deze vraag ontkennend. Betrokkene moet namelijk niet alleen aantonen dat er bepalingen van de verordening zijn geschonden, maar ook dat hij dergelijke schade heeft geleden ten gevolge van deze schending.

IT 4532

Deskundige bepaalt welke medische gegevens verstrekt moeten worden

Rechtbank 9 apr 2024, IT 4532; ECLI:NL:RBOBR:2024:1569 (Verzoekster tegen NN), https://www.itenrecht.nl/artikelen/deskundige-bepaalt-welke-medische-gegevens-verstrekt-moeten-worden

Rb. Oost-Brabant 9 april 2024, IT 4532, LSR 2237; ECLI:NL:RBOBR:2024:1569 (Verzoekster tegen NN). Verzoekster is in 2011 een ongeval overkomen. Zij is toen aangereden door een verzekerde van Nationale Nederlanden Schadeverzekering N.V. (hierna NN). Tussen partijen is een discussie ontstaan over de precieze aard en ernst van het letsel en het causale verband tussen het ongeval en het gestelde letsel. Partijen zijn het erover eens dat er in ieder geval een psychiatrisch onderzoek moet plaatsvinden, maar zijn daarbij wel verdeeld over de vraag welke medische informatie verzoekster nog moet verstrekken. Het verzoek strekt ertoe dat de rechtbank voor het onderzoek een psychiater, een verzekeringsgeneeskundige en een arbeidsdeskundige inschakelt en de kosten door NN betaald moeten worden. Verzoekster stelt dat zij hierbij niet gehouden is om meer medische gegevens te stellen dan zij al heeft gedaan, omdat NN al beschikt over het huisartsenjournaal met betrekking tot de periode vanaf 5 jaar voor het ongeval. NN stelt dat de verzoeken om benoeming van een verzekeringsgeneeskundige en een arbeidsdeskundige prematuur zijn. Eerst moet namelijk worden vastgesteld of de gestelde medische klachten van verzoekster in medisch causaal verband staan tot het ongeval. De rechtbank oordeelt in deze tussenbeschikking als volgt.