DOSSIERS
Alle dossiers

Contracten  

IT 3484

E-mail staat schriftelijkheidsvereiste niet in de weg

Rechtbank 14 apr 2021, IT 3484; ECLI:NL:RBROT:2021:3429 (Mejoro tegen Aemstel), https://www.itenrecht.nl/artikelen/e-mail-staat-schriftelijkheidsvereiste-niet-in-de-weg

Rechtbank Rotterdam 14 april 2021, IT 3484, ECLI:NL:RBROT:2021:3429 (Mejoro tegen Aemstel) Aemstel heeft aan Mejoro een appartementsrecht verkocht. Al ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst rustten er op het verkochte meerdere beslagen. In de overeenkomst is daarom een ontbindingsbepaling opgenomen met als voorwaarde dat deze schriftelijk dient te geschieden. Aemstel heeft per e-mail laten weten aan Mejoro dat zij de koopovereenkomst wil ontbinden. Mejoro is echter van mening dat Aemstel hiermee niet aan het schriftelijkheidsvereiste heeft voldaan. De rechtbank oordeelt dat het voor deze kwestie doorslaggevend is dat vastgesteld moet kunnen worden of de mededeling de geadresseerde heeft bereikt. Of dit digitaal of fysiek gebeurt doet daar niets aan af. In casu is hieraan voldaan, de vorderingen worden dan ook afgewezen.

IT 3471

Nazorgverplichting na einde samenwerkingsovereenkomst

Hof 23 feb 2021, IT 3471; ECLI:NL:GHAMS:2021:534 (DataQuint tegen Antea), https://www.itenrecht.nl/artikelen/nazorgverplichting-na-einde-samenwerkingsovereenkomst

Hof Amsterdam 23 februari 2021, IT 3471, ECLI:NL:GHAMS:2021:534 (DataQuint tegen Antea) Softwareontwikkelaar DataQuint verleende licenties op softwareproducten aan ingenieursbureau Antea die deze omzette in haar eigen huisstijl en aanbood aan Nederlandse gemeenten, haar klanten. De samenwerkingsovereenkomst is per 31 december 2019 geëindigd maar partijen zijn verdeeld over diverse afwikkelingskwesties. Daarbij gaat het onder meer over de vraag of DataQuint gehouden is om gedurende vier jaar na het einde van de overeenkomst licenties en ondersteunende diensten te blijven verlenen. Verder strijden partijen over de vraag of DataQuint concurrerende diensten mag aanbieden na het einde van de samenwerking. De rechtbank kwam tot een gedeeltelijke voortzetting van de dienstverlening, waar DataQuint tegen in beroep is gegaan. Het hof verwerpt echter de grieven van DataQuint en bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. Zij gaat ook niet mee in de vordering van Antea om DataQuint te verbieden concurrerende diensten aan te bieden.

IT 3458

Tekortkoming in ICT-onderhoudscontract toegewezen

Hof 16 feb 2021, IT 3458; ECLI:NL:GHAMS:2021:508 (Appellante tegen geïntimeerde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/tekortkoming-in-ict-onderhoudscontract-toegewezen

Gerechtshof Amsterdam 16 februari 2021, IT 3458, ECLI:NL:GHAMS:2021:508 (Appellante tegen geïntimeerde) Appellante heeft voor haar onderneming een ICT-onderhoudscontract afgesloten met geïntimeerde. Nadat dit contract is beëindigd en appellante op het punt staat om een nieuw ICT-onderhoudscontract af te sluiten met een andere partij, wordt de onderneming van appellante gehackt. Appellante leidt hierdoor schade en die schade is met name het gevolg van een tekortkoming in de nakoming van de verplichting om naar behoren te zorgen voor adequate back ups. Geïntimeerde betoogt dat in ieder geval een groot deel van de schade niet aan haar kan worden toegerekend, maar juist aan appellante zelf. Het Hof stelt uiteindelijk geïntimeerde in het ongelijk omdat deze wel degelijk een causaal verband ziet tussen de tekortkoming en de geleden schade.

IT 3440

Onduidelijkheid over contractspartij bij online overeenkomst opgehelderd

Rechtbank 24 feb 2021, IT 3440; ECLI:NL:RBLIM:2021:1700 (Intrum tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/onduidelijkheid-over-contractspartij-bij-online-overeenkomst-opgehelderd

Rechtbank Limburg 24 februari 2021, IT 3440, ECLI:NL:RBLIM:2021:1700 (Intrum tegen gedaagde) Intrum stelt dat tussen Energiedirect en gedaagde een online overeenkomst is gesloten. Energiedirect heeft op grond van deze overeenkomst energie geleverd aan het adres van gedaagde. Gedaagde stelt daartegenover dat hij woonde in een bedrijfswoning op het desbetreffende adres en dat alle aansluitingen voor de energie zich bevonden in het bedrijfspand van een BV. Volgens hem is aan deze BV de energie geleverd en is daardoor niet hij, maar de BV contractspartij. De rechtbank wijst de vorderingen van Intrum af omdat deze niet genoeg is ingegaan op de verweren van gedaagde.

IT 3417

Aansprakelijkheid Aircommerce wegens afbreken project

Rechtbank 17 feb 2021, IT 3417; ECLI:NL:RBROT:2021:1379 (blndr tegen Aircommerce ), https://www.itenrecht.nl/artikelen/aansprakelijkheid-aircommerce-wegens-afbreken-project

Rechtbank Rotterdam 17 februari 2021, IT 3417; ECLI:NL:RBROT:2021:1379 (blndr tegen Aircommerce) blndr is een specialist op het gebied van greenscreen fotomarketing. Aircommerce (AC) is een onderneming die zich bezighoudt met het bedenken van reclamecampagnes en zich met name richt op de luchtvaart. In 2017 heeft AC in opdracht van Schiphol een concept ontwikkeld. Het betreft, kort gezegd, een interactieve photo booth in de vorm van een kubus. De installatie van de twee kubussen op Schiphol verliep niet probleemloos. Een derde kubus is gebruikt voor een presentatie op een beurs in Cannes. Over het af te sluiten contract hebben partijen vanaf medio 2017 overleg gevoerd. Het overleg over het contract en de uitvoering van het project vielen deels samen. Begin april 2018 is de samenwerking tot een einde gekomen. De vraag is of er tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen en zo ja, of AC die overeenkomst rechtsgeldig heeft beëindigd. Geoordeeld wordt dat partijen aan de schriftelijkheidseis zijn voorbijgegaan door uitvoering te geven aan het project, waardoor een overeenkomst tot stand is gekomen. AC had daarom de overeenkomst niet eenzijdig mogen ontbinden zonder alvorens blndr in gebreke te stellen.

IT 3373

Opzegging opdrachtovereenkomst IT-consultancy

Hof 22 dec 2020, IT 3373; ECLI:NL:GHAMS:2020:3573 (X tegen Your Test Professionals ), https://www.itenrecht.nl/artikelen/opzegging-opdrachtovereenkomst-it-consultancy

Hof Amsterdam 22 december 2020, IT 3373; ECLI:NL:GHAMS:2020:3573 (X tegen Your Test Professionals)  Appellant drijft een eenmanszaak die zich bezighoudt met advisering op het gebied van informatietechnologie. Your Test Professionals (YTP) drijft een detacheringsbureau. Op 7 juli 2017 hebben partijen een inkoopovereenkomst gesloten op basis waarvan appellant wordt gedetacheerd. Op 3 september 2017 heeft appellant een bericht gestuurd aan de teamleider met de mededeling dat zijn broer is overleden en dat hij daarom op 4 september niet aanwezig zal zijn. In daaropvolgend bericht van 15 september heeft appellant medegedeeld dat hij vanaf die maandag weer beschikbaar zou zijn.

IT 3355

Uitspraak ingezonden door Wim Maas, Taylor Wessing.

Ondanks niet ondertekenen overeenkomst toch auteursrechthebbende

8 dec 2020, IT 3355; (Hage q.q. tegen Connect), https://www.itenrecht.nl/artikelen/ondanks-niet-ondertekenen-overeenkomst-toch-auteursrechthebbende

Vzr. Rechtbank Gelderland 8 december 2020, IEF 19641, IT 3355; C/05/378276 / KG ZA 20-400 (Hage q.q. tegen Connect) Kort geding. Connect ontwikkelde en vermarkte onder andere software, in het bijzonder 3D configuraties voor woningbouwprojecten. IBG ontwikkelt eveneens software. Connect heeft op enig moment IBG benaderd om een 3D tekenprogramma verder te bewerken en het programma te onderhouden. Zij laten hiervoor een overeenkomst opstellen. Op 14 januari 2020 wordt Connect failliet verklaard. Curator Hage q.q. vordert de producten die in de uitvoering van de overeenkomst door IBG zijn ontwikkeld en stelt zich op het standpunt dat Connect eigenaar is van de auteursrechten. IBG voert verweer en meent dat zij de IE-rechten met betrekking tot de producten bezit, nu de overeenkomst niet door haar is ondertekend. Geoordeeld wordt dat partijen kennelijk overeenstemming hadden over de essentiala van de overeenkomst en dat zij hieraan volledige uitvoering hebben gegeven. Verder blijkt uit de correspondentie dat zij uitgingen van een bindende overeenkomst, waardoor Connect er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat IBG de overeenkomst gestand zou doen. Dat IBG de overeenkomst niet heeft ondertekend, doet daar niet aan af. IBG wordt daarom bevolen de producten die zij nog onder zich heeft, waaronder de meest recente versie van de (bron)code, af te geven en ter beschikking te stellen op een draagbare gegevensdrager.

IT 3312

Elektronische handtekening niet voldoende betrouwbaar

Rechtbank 7 okt 2020, IT 3312; ECLI:NL:RBZWB:2020:4817 (Eiser tegen Swishfund), https://www.itenrecht.nl/artikelen/elektronische-handtekening-niet-voldoende-betrouwbaar

Ktr. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 7 oktober 2020, IT 3312; ECLI:NL:RBZWB:2020:4817 (Eiser tegen Swishfund) Contractenrecht. Verzet. Eiser komt in verzet tegen een verstekvonnis van 3 juli 2019. Swishfund grondt haar vordering op de overeenkomst van borgstelling die als bijlage aan de overeenkomst van geldlening is gehecht. Vaststaat dat de overeenkomst digitaal is ondertekend, maar eiser betwist dat hij dat heeft gedaan. Ingevolge artikel 3:15a BW heeft een gekwalificeerde elektronische handtekening als bedoeld in artikel 3, onderdeel 12, van verordening (EU) nr. 910/2014 (hierna: eidas-verordening) dezelfde rechtsgevolgen als een handgeschreven handtekening. Er is niet gesteld of gebleken dat het gebruikte programma een gekwalificeerde handtekening is in de zin van de eidas-verordening. Derhalve moet op grond van artikel 3:15a BW gekeken worden of de methode voor ondertekening voldoende betrouwbaar is. Gelet op het doel en de overige omstandigheden van het geval kan de ‘gewone’ elektronisch handtekening niet als voldoende betrouwbaar worden aangemerkt. De overeenkomst van borgtocht is niet voldoende komen vast te staan. Het vonnis wordt vernietigd en de vorderingen van Swishfund worden alsnog afgewezen.

IT 3309

Verzet in twaalf jaar oude zaak tegen Ziggo gegrond

Rechtbank 23 sep 2020, IT 3309; ECLI:NL:RBLIM:2020:7227 (Eiseres tegen Ziggo), https://www.itenrecht.nl/artikelen/verzet-in-twaalf-jaar-oude-zaak-tegen-ziggo-gegrond

Ktr. Rechtbank Limburg 23 september 2020, IT 3309; ECLI:NL:RBLIM:2020:7227 (Eiseres tegen Ziggo) Contractenrecht. Eiseres is in verzet gekomen van het tegen haar als gedaagde gewezen verstekvonnis van 2 juli 2008, waarbij zij is veroordeeld tot betaling van een bedrag aan @Home, de rechtsvoorganger van Ziggo. Allereerst rijst de vraag of eiseres tijdig in verzet is gekomen. Door de feiten en omstandigheden is de verzettermijn van vier weken pas gaan lopen op of na 3 maart 2020, waardoor eiseres ontvankelijk is in haar verzet. Eiseres betwist dat zij een overeenkomst met @Home heeft gesloten en dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn. Verder voert eiseres aan dat @Home heeft nagelaten relevante stukken, waaronder de overeenkomst, in het geding te brengen. Op grond van de door @Home bij dagvaarding aangehaalde feiten en omstandigheden is onvoldoende gebleken dat tussen partijen een overeenkomst is gesloten. Nu de aan de vordering ten grondslag gelegde overeenkomst in rechte niet is komen vast te staan, wordt de vordering van Ziggo afgewezen.

IT 3293

Deskundige vereist voor beoordeling gebrekkige broncode

Hof 20 okt 2020, IT 3293; ECLI:NL:GHAMS:2020:2749 (Appellant tegen Capgemini), https://www.itenrecht.nl/artikelen/deskundige-vereist-voor-beoordeling-gebrekkige-broncode

Hof Amsterdam 20 oktober 2020, IT 3293; ECLI:NL:GHAMS:2020:2749 (Appellant tegen Capgemini) Contractenrecht. Tussenarrest. Appellant houdt (indirect) ongeveer 80% van de (certificaten van) aandelen in Equihold. Equihold – inmiddels failliet verklaard – hield zich onder meer bezig met de exploitatie van softwareproducten, waaronder de sportapplicatie 1-2 Focus. Capgemini is softwareontwikkelaar. Na onderzoek naar de ICT-behoeften van FC Barcelona, besloot Equihold om 1-2 Focus om te werken van VB6 naar .NET. Equihold en Capgemini sloten in dat verband een raamovereenkomst. Equihold meent dat de door Capgemini geschreven broncode van slechte kwaliteit is. Appellant vordert onder meer restitutie van betaalde facturen en schadevergoeding. De rechtbank heeft in eerste aanleg de vorderingen van appellant afgewezen, omdat nakoming niet blijvend onmogelijk is en Capgemini evenmin in verzuim is. In hoger beroep brengen partijen over en weer rapporten in het geding over de kwaliteit van de broncode. Appellant stelt dat de broncode van een dermate lage kwaliteit is, dat de broncode opnieuw moest worden opgebouwd. In het geval dat de stellingen van appellant opgaan, is er in wezen sprake van een blijvende onmogelijkheid tot nakoming aan de zijde van Capgemini, waarmee de verzuimregels ex artikel 6:74 lid 2 BW buiten toepassing blijven. Er is daarmee voldoende aanleiding om appellant tot bewijslevering toe te laten. De zaak wordt naar de rol verwezen voor de benoeming van één of meerdere deskundigen.