DOSSIERS
Alle dossiers

Contracten  

IT 3355

Uitspraak ingezonden door Wim Maas, Taylor Wessing.

Ondanks niet ondertekenen overeenkomst toch auteursrechthebbende

8 dec 2020, IT 3355; (Hage q.q. tegen Connect), https://www.itenrecht.nl/artikelen/ondanks-niet-ondertekenen-overeenkomst-toch-auteursrechthebbende

Vzr. Rechtbank Gelderland 8 december 2020, IEF 19641, IT 3355; C/05/378276 / KG ZA 20-400 (Hage q.q. tegen Connect) Kort geding. Connect ontwikkelde en vermarkte onder andere software, in het bijzonder 3D configuraties voor woningbouwprojecten. IBG ontwikkelt eveneens software. Connect heeft op enig moment IBG benaderd om een 3D tekenprogramma verder te bewerken en het programma te onderhouden. Zij laten hiervoor een overeenkomst opstellen. Op 14 januari 2020 wordt Connect failliet verklaard. Curator Hage q.q. vordert de producten die in de uitvoering van de overeenkomst door IBG zijn ontwikkeld en stelt zich op het standpunt dat Connect eigenaar is van de auteursrechten. IBG voert verweer en meent dat zij de IE-rechten met betrekking tot de producten bezit, nu de overeenkomst niet door haar is ondertekend. Geoordeeld wordt dat partijen kennelijk overeenstemming hadden over de essentiala van de overeenkomst en dat zij hieraan volledige uitvoering hebben gegeven. Verder blijkt uit de correspondentie dat zij uitgingen van een bindende overeenkomst, waardoor Connect er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat IBG de overeenkomst gestand zou doen. Dat IBG de overeenkomst niet heeft ondertekend, doet daar niet aan af. IBG wordt daarom bevolen de producten die zij nog onder zich heeft, waaronder de meest recente versie van de (bron)code, af te geven en ter beschikking te stellen op een draagbare gegevensdrager.

IT 3312

Elektronische handtekening niet voldoende betrouwbaar

Rechtbank 7 okt 2020, IT 3312; ECLI:NL:RBZWB:2020:4817 (Eiser tegen Swishfund), https://www.itenrecht.nl/artikelen/elektronische-handtekening-niet-voldoende-betrouwbaar

Ktr. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 7 oktober 2020, IT 3312; ECLI:NL:RBZWB:2020:4817 (Eiser tegen Swishfund) Contractenrecht. Verzet. Eiser komt in verzet tegen een verstekvonnis van 3 juli 2019. Swishfund grondt haar vordering op de overeenkomst van borgstelling die als bijlage aan de overeenkomst van geldlening is gehecht. Vaststaat dat de overeenkomst digitaal is ondertekend, maar eiser betwist dat hij dat heeft gedaan. Ingevolge artikel 3:15a BW heeft een gekwalificeerde elektronische handtekening als bedoeld in artikel 3, onderdeel 12, van verordening (EU) nr. 910/2014 (hierna: eidas-verordening) dezelfde rechtsgevolgen als een handgeschreven handtekening. Er is niet gesteld of gebleken dat het gebruikte programma een gekwalificeerde handtekening is in de zin van de eidas-verordening. Derhalve moet op grond van artikel 3:15a BW gekeken worden of de methode voor ondertekening voldoende betrouwbaar is. Gelet op het doel en de overige omstandigheden van het geval kan de ‘gewone’ elektronisch handtekening niet als voldoende betrouwbaar worden aangemerkt. De overeenkomst van borgtocht is niet voldoende komen vast te staan. Het vonnis wordt vernietigd en de vorderingen van Swishfund worden alsnog afgewezen.

IT 3309

Verzet in twaalf jaar oude zaak tegen Ziggo gegrond

Rechtbank 23 sep 2020, IT 3309; ECLI:NL:RBLIM:2020:7227 (Eiseres tegen Ziggo), https://www.itenrecht.nl/artikelen/verzet-in-twaalf-jaar-oude-zaak-tegen-ziggo-gegrond

Ktr. Rechtbank Limburg 23 september 2020, IT 3309; ECLI:NL:RBLIM:2020:7227 (Eiseres tegen Ziggo) Contractenrecht. Eiseres is in verzet gekomen van het tegen haar als gedaagde gewezen verstekvonnis van 2 juli 2008, waarbij zij is veroordeeld tot betaling van een bedrag aan @Home, de rechtsvoorganger van Ziggo. Allereerst rijst de vraag of eiseres tijdig in verzet is gekomen. Door de feiten en omstandigheden is de verzettermijn van vier weken pas gaan lopen op of na 3 maart 2020, waardoor eiseres ontvankelijk is in haar verzet. Eiseres betwist dat zij een overeenkomst met @Home heeft gesloten en dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn. Verder voert eiseres aan dat @Home heeft nagelaten relevante stukken, waaronder de overeenkomst, in het geding te brengen. Op grond van de door @Home bij dagvaarding aangehaalde feiten en omstandigheden is onvoldoende gebleken dat tussen partijen een overeenkomst is gesloten. Nu de aan de vordering ten grondslag gelegde overeenkomst in rechte niet is komen vast te staan, wordt de vordering van Ziggo afgewezen.

IT 3293

Deskundige vereist voor beoordeling gebrekkige broncode

Hof 20 okt 2020, IT 3293; ECLI:NL:GHAMS:2020:2749 (Appellant tegen Capgemini), https://www.itenrecht.nl/artikelen/deskundige-vereist-voor-beoordeling-gebrekkige-broncode

Hof Amsterdam 20 oktober 2020, IT 3293; ECLI:NL:GHAMS:2020:2749 (Appellant tegen Capgemini) Contractenrecht. Tussenarrest. Appellant houdt (indirect) ongeveer 80% van de (certificaten van) aandelen in Equihold. Equihold – inmiddels failliet verklaard – hield zich onder meer bezig met de exploitatie van softwareproducten, waaronder de sportapplicatie 1-2 Focus. Capgemini is softwareontwikkelaar. Na onderzoek naar de ICT-behoeften van FC Barcelona, besloot Equihold om 1-2 Focus om te werken van VB6 naar .NET. Equihold en Capgemini sloten in dat verband een raamovereenkomst. Equihold meent dat de door Capgemini geschreven broncode van slechte kwaliteit is. Appellant vordert onder meer restitutie van betaalde facturen en schadevergoeding. De rechtbank heeft in eerste aanleg de vorderingen van appellant afgewezen, omdat nakoming niet blijvend onmogelijk is en Capgemini evenmin in verzuim is. In hoger beroep brengen partijen over en weer rapporten in het geding over de kwaliteit van de broncode. Appellant stelt dat de broncode van een dermate lage kwaliteit is, dat de broncode opnieuw moest worden opgebouwd. In het geval dat de stellingen van appellant opgaan, is er in wezen sprake van een blijvende onmogelijkheid tot nakoming aan de zijde van Capgemini, waarmee de verzuimregels ex artikel 6:74 lid 2 BW buiten toepassing blijven. Er is daarmee voldoende aanleiding om appellant tot bewijslevering toe te laten. De zaak wordt naar de rol verwezen voor de benoeming van één of meerdere deskundigen.

IT 3284

Uitspraak ingezonden door Sandra Koloc, Koloc Advocatuur.

Dwaling bij koop tweedehands licenties

Rechtbank 7 okt 2020, IT 3284; (Willemsen ICT tegen Beat IT), https://www.itenrecht.nl/artikelen/dwaling-bij-koop-tweedehands-licenties

Ktr. Rechtbank Gelderland 7 oktober 2020, IT 3284; 8483730 CV 20-1529 (Willemsen ICT tegen Beat IT) Koop Licenties. Dwaling. Willemsen ICT houdt zich bezig met ICT-dienstverlening voor bedrijven. Beat It exploiteert een webshop waarop software wordt aangeboden. Willemsen ICT heeft bij Beat It 70 Microsoft licenties gekocht voor een totaalbedrag van € 19.940,80. Uiteindelijk blijkt dat Beat IT tweedehands softwarelicenties heeft geleverd. ­Willemsen ICT vordert vernietiging van de overeenkomst en terugbetaling van het door Willemsen ICT betaalde bedrag aan licenties. Aan de vorderingen legt Willemsen ICT ten grondslag dat zij heeft gedwaald bij het aangaan van de overeenkomst. Partijen twisten over de vraag of Willemsen ICT ten tijde van de koop van de licenties een onjuiste voorstelling van zaken had met betrekking tot de staat daarvan. Willemsen ICT mocht er in beginsel van uitgaan dat zij nieuwe licenties kreeg aangeboden. Anders dan Beat It betoogt, is het verschil van 10% tussen de verkoopprijs en de nieuwprijs van de licenties niet dusdanig dat Willemsen ICT daaruit moest afleiden dat het om gebruikte producten ging. De mededelingsplicht gaat boven een onderzoeksplicht. Het beroep op dwaling slaagt. De vordering tot vernietiging van de overeenkomst en tot terugbetaling van de koopsom wordt derhalve toegewezen. 

IT 3283

Levering tweedehands laptop met illegale software

Hof 6 okt 2020, IT 3283; ECLI:NL:GHSHE:2020:3075 (Illegale software), https://www.itenrecht.nl/artikelen/levering-tweedehands-laptop-met-illegale-software

Hof ’s-Hertogenbosch 6 oktober 2020, IEF 19512, IT 3283; ECLI:NL:GHSHE:2020:3075 (Illegale software) Conformiteit. Tussenarrest. Geïntimeerde heeft appellant gevraagd om aan hem een tweedehands laptop te leveren met een bepaald softwareprogramma. Appellant heeft de laptop met het softwareprogramma geleverd. Op enig moment ontvangt geïntimeerde de mededeling van de advocaat van het softwarebedrijf dat hij niet de benodigde licentie heeft en daarmee inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van het softwarebedrijf. Volgens geïntimeerde is appellant tekortgeschoten in de nakoming de verbintenis uit de overeenkomst om een laptop te leveren met een legale versie van het softwareprogramma, met schade tot gevolg. In het bestreden vonnis heeft de kantonrechter de vorderingen van geïntimeerde grotendeels toegewezen. Appellant gaat in hoger beroep. Als de levering van een legale versie van het softwareprogramma niet is overeengekomen, komt het gebruik van de illegale versie van het softwareprogramma voor risico van geïntimeerde zelf. Er is namelijk geen goede reden om aan te nemen dat geïntimeerde redelijkerwijs mocht verwachten dat het een legale versie van een dergelijk kostbaar programma betrof, als dat niet was overeengekomen. Geïntimeerde wordt toegelaten tot het leveren van bewijs. Elke verdere beslissing wordt aangehouden.

IT 3279

Microsoft mag toegang tot OneDrive-account weigeren

Rechtbank 8 okt 2020, IT 3279; ECLI:NL:RBMNE:2020:4348 (Eiser tegen Microsoft), https://www.itenrecht.nl/artikelen/microsoft-mag-toegang-tot-onedrive-account-weigeren

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 8 oktober 2020, IT 3279; ECLI:NL:RBMNE:2020:4348 (Eiser tegen Microsoft) Kort geding. Serviceovereenkomst. Microsoft biedt de opslagdienst OneDrive aan. Met OneDrive kan automatisch of handmatig een back-up worden gemaakt van bestanden van gebruikers. Begin april 2020 krijgt eiser geen toegang meer tot zijn OneDrive-account, vanwege een ‘ernstige schending’ van de servicevoorwaarden. Op het OneDrive-account van eiser is een foto opgeslagen waarop twee blote kinderen staan afgebeeld in een pose die suggereert dat ze geslachtsgemeenschap hebben. Eiser vordert Microsoft te veroordelen hem weer toegang te verlenen tot zijn OneDrive-account en Microsoft te verbieden de bestanden van eiser te verwijderen. Volgens eiser is deze foto, die hij in een groepsapp toegezonden heeft gekregen, grappig bedoeld.

IT 3229

Geen aanwijzing dat IT-dienstverlener mailbox heeft geopend

Rechtbank 29 jul 2020, IT 3229; ECLI:NL:RBMNE:2020:3239 (Stichting tegen bv), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-aanwijzing-dat-it-dienstverlener-mailbox-heeft-geopend

Rechtbank Midden-Nederland 29 juli 2020, IT 3229; ECLI:NL:RBMNE:2020:3239 (Stichting tegen bv) Eiseres is een culturele instelling. Gedaagde is een IT-beheerder. Vanaf 2014 werkte gedaagde onder meer samen met de heer A, de systeembeheerder van eiseres. Partijen hebben hun afspraken vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst. De centrale vraag in deze zaak is of gedaagde onrechtmatig en/of in strijd met artikel VIII van de overeenkomst heeft gehandeld. Heeft de IT-dienstverlener een mailbox geopend en gekopieerd? Eiseres komt niet met feitelijke en concrete aanwijzingen. Er is geen sprake van een onrechtmatige gedraging of schending van de overeenkomst. De vorderingen afgewezen.

IT 3228

Geen vergoeding voor gemaakte kosten distributie Turkse tv-kanalen

Rechtbank 8 jul 2020, IT 3228; ECLI:NL:RBROT:2020:6771 (Local Insert tegen Samanyolu c.s.), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-vergoeding-voor-gemaakte-kosten-distributie-turkse-tv-kanalen

Rechtbank Rotterdam 8 juli 2020, IT 3228; ECLI:NL:RBROT:2020:6771 (Local Insert tegen Samanyolu c.s.) Telecommunicatierecht. Contractenrecht. Local Insert distribueert buitenlandse tv-kanalen aan uitzendorganisaties. Samanyolu c.s. zijn eigenaren van Turkse tv-kanalen. Partijen komen een ‘Memorandum of Understanding’ (MOU) overeen, waarin zij afspreken dat Local Insert investeringen gaat doen in Australië, zodat de kanalen van Samanyolu c.s. daar gedistribueerd kunnen worden. In de MOU zijn partijen de ontbindende voorwaarde overeengekomen dat Local Insert de kanalen zo snel mogelijk uitzendt na ondertekening van de overeenkomst. Volgens Samanyolu c.s. laat deze zogenaamde ‘Launch date’ te lang op zich wachten en zij beëindigen de samenwerking. Local Insert vordert een verklaring voor recht dat Samanyolu c.s. de samenwerking niet rechtsgeldig heeft beëindigd en vergoeding van de gemaakte kosten.

IT 3224

Geen vergaande verplichting de verhuizing op ICT-gebied voor te bereiden

Hof 7 jul 2020, IT 3224; ECLI:NL:GHAMS:2020:1987 (Verhuizing ICT-gebied), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-vergaande-verplichting-de-verhuizing-op-ict-gebied-voor-te-bereiden

Hof Amsterdam 7 juli 2020, IT 3224; ECLI:NL:GHAMS:2020:1987 (Appellante tegen Geïntimeerde) Civiel recht. Verbintenissenrecht. Geïntimeerde heeft een ICT-bedrijf. Appellante is strafrechtadvocate en neemt sinds 2011 telefoon-, internetdiensten en een domeinnaam af van geïntimeerde. In 2016 verhuist het advocatenkantoor van appellante en wil zij vanaf verschillende locaties kunnen werken. Zij wil geen gebruik meer maken van de server, waarna geïntimeerde een NAS-box bij haar installeert. Daarna treden diverse problemen op en klaagt appellante meermaals bij geïntimeerde over de werking van de diensten. Uiteindelijk trekt zij de opdracht in en weigert een deel van de facturen te betalen, waarop geïntimeerde een bodemprocedure aanspant. De kantonrechter veroordeelt appellante tot betaling van het volledige factuurbedrag. Appellante grieft in hoger beroep onder andere dat geïntimeerde tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen. Het hof oordeelt dat geïntimeerde uit hoofde van de overeenkomst van opdracht geen vergaande verplichting heeft de verhuizing op ICT-gebied voor te bereiden en daarin (vergaand) te begeleiden of te adviseren. Ook heeft appellante onvoldoende gesteld waaruit volgt dat de relatie tussen partijen meer inhield dan dat geïntimeerde incidenteel diensten aan appellante leverde. Daarnaast stelt appellante dat de bewijslast kan worden omgedraaid, omdat geïntimeerde deskundig is op ICT-gebied. Hier wordt niet in meegegaan. Er wordt geoordeeld dat deze deskundigheid onvoldoende rechtvaardiging is voor afwijking van de hoofdregel ex art. 150 Rv. De grieven falen. Het vonnis wordt bekrachtigd en appelante wordt veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.