Gepubliceerd op maandag 11 december 2017
IT 2434
Autoriteit Persoonsgegevens ||
Autoriteit Persoonsgegevens , IT 2434; z201 7 - 02053 (Dutch Film Works), https://www.itenrecht.nl/artikelen/ap-geeft-groen-licht-voor-verwerking-persoonsgegevens-door-dutch-filmworks

AP geeft groen licht voor verwerking persoonsgegevens door Dutch FilmWorks

AP, 5 december 2017, IEF 17343, IT 2434, z2017 - 02053 (Definitief besluit Dutch FilmWorks) Uit het persbericht: De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft de voorgenomen verwerking van persoonsgegevens door Dutch FilmWorks B.V. (DFW) rechtmatig verklaard [zie eerder IEF 17003]. DFW heeft voldoende waarborgen getroffen voor een behoorlijke en zorgvuldige verwerking van deze persoonsgegevens. Dat betekent dat DFW groen licht heeft van de AP om persoonsgegevens, zoals IP-adressen, te verzamelen van mensen die downloaden uit illegale bronnen.

Op grond van het voorgaande concludeert de AP dat de door de melder beschreven werkwijze voor online handhaving van intellectuele eigendomsrechten voldoende waarborgen bevat zodat de AP besluit de voorgenomen verwerking rechtmatig te achten.

De AP is van oordeel dat de voorgenomen verwerking rechtmatig is wanneer de verwerking geschiedt op de wijze die beschreven is in het Protocol online handhaving auteursrechten en conform dit besluit.

DFW heeft haar belang bij deze verwerking voldoende duidelijk gemaakt en heeft zich voldoende rekenschap heeft gegeven van de belangenafweging tussen het belang van DFW en de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en de andere rechten en vrijheden van de betrokkenen. De grondslag voor de verwerking betreft een gerechtvaardigd belang zoals bedoeld in artikel 8 onder f Wbp. Op basis van de verklaringen van DFW stelt de AP vast dat er een adequate uitwerking is van de waarborgen die behoorlijke en zorgvuldige gegevensverwerkingen aannemelijk maken. Daarnaast voorziet de gedragsregeling en het informatiebeveiligingsbeleid in organisatorische waarborgen, die een juiste en zorgvuldige gegevensverwerking aannemelijk maken. De gedragsregeling kent verder een uitwerking van de rechten van betrokkenen die voor de noodzakelijke balans en correctiemogelijkheden zorgen. Een en ander met dien verstande dat DFW vanaf de datum van het definitieve besluit, moet voldoen aan de paragrafen 8.1 en 8.2. van het Protocol en de auditverplichtingen die deel uit maken van het beveiligingsbeleid. In het geval een wijziging van de verwerking van persoonsgegevens tot een andere of nieuwe werkwijze leidt dan waarop deze rechtmatigheidsverklaring ziet, dient DFW de gewijzigde, respectievelijk nieuwe, verwerking van persoonsgegevens bij de AP aan te melden. De AP zal dan opnieuw besluiten of sprake is van een rechtmatige verwerking. Deze verklaring in dit besluit laat onverlet dat klachten of andere informatie over de verwerking er alsnog toe kunnen leiden dat de AP nadere inlichtingen inwint of een onderzoek start.

Het definitieve besluit zal betrekking hebben op de beoordeling van de rechtmatigheid van de gegevensverwerking onder de Wbp. Met ingang van 25 mei 2018 gelden de bepalingen uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en kan dit anders zijn.