28 jan 2025
Kopieer citeerwijze ||
Eiser 1 tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam
Beroep gegrond wegens motiveringsgebrek bij inzageverzoek, rechtsgevolgen blijven in stand na toelichting
Rb. Amsterdam 28 januari 2025, IT 4861; ECLI:NL:RBAMS:2025:494 (Eiser 1 tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam). Eiser heeft bij het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een verzoek ingediend om inzage in alle persoonsgegevens die het Inlichtingenbureau over hem verwerkt op grond van de AVG. Na een aanvankelijk besluit en intrekking daarvan, heeft verweerder het verzoek op 7 september 2022 toegewezen en drie tabbladen met informatie verstrekt. In bezwaar is het verzoek van eiser gegrond verklaard en is aanvullende informatie verstrekt namens zowel het Inlichtingenbureau als het gemeentelijk loket persoonsgegevens. Eiser stelt in beroep dat het bestreden besluit onvoldoende is gemotiveerd, omdat niet is ingegaan op zijn gewijzigde bezwaargronden. Daarnaast voert hij aan dat ook na het verweerschrift en de overgelegde tabbladen niet duidelijk is welke persoonsgegevens precies zijn verwerkt en of dit alle gegevens betreft.
De rechtbank stelt vast dat verweerder in het bestreden besluit inderdaad niet inhoudelijk is ingegaan op de gewijzigde bezwaargronden van eiser, wat een motiveringsgebrek oplevert in strijd met artikel 7:12 Awb. Hoewel verweerder in het verweerschrift alsnog op deze gronden is ingegaan, is daarmee het gebrek in het bestreden besluit niet hersteld. Verder oordeelt de rechtbank dat de verstrekte informatie verwarring heeft veroorzaakt, doordat gegevens van verschillende afdelingen zijn samengevoegd, waardoor voor eiser niet duidelijk was welke persoonsgegevens door het Inlichtingenbureau zijn verwerkt. Pas op de zitting is hierover voldoende toelichting gegeven. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit wegens het motiveringsgebrek. De rechtsgevolgen van het bestreden besluit blijven echter in stand, omdat verweerder in het verweerschrift alsnog op de bezwaargronden is ingegaan en op de zitting voldoende toelichting is gegeven. Verweerder moet het door eiser betaalde griffierecht vergoeden. Er zijn geen proceskosten toegekend.
6.1. De rechtbank is van oordeel dat ook met het verweerschrift niet duidelijk volgt welke persoonsgegevens door het Inlichtingenbureau zijn verwerkt en of dat alle persoonsgegevens betreft. Verweerder heeft namelijk in het primaire en bestreden besluit ook informatie verstrekt over de verwerking van persoonsgegevens van eiser door verweerder zelf. Door, zoals op de zitting door verweerder gesteld vanuit goede bedoelingen, informatie te verstrekken vanuit de verschillende afdelingen heeft verweerder juist onduidelijkheid gecreëerd. Op de zitting heeft het Inlichtingenbureau toegelicht welke informatie afkomstig is van het Inlichtingenbureau, de gegevens op de overgelegde tabbladen toegelicht en verdere vragen van eiser beantwoord.