Gepubliceerd op maandag 23 september 2024
IT 4623
Rechtbank ||
16 dec 2024
Rechtbank 16 dec 2024, IT 4623; ECLI:NL:RBROT:2022:11808 (Eiseres tegen het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam), https://www.itenrecht.nl/artikelen/college-van-b-w-voldoet-aan-avg-inzageverzoek

College van B&W voldoet aan AVG-inzageverzoek

Rb. Rotterdam 16 december 2022, IT 4623; ECLI:NL:RBROT:2022:11808 (Eiseres tegen het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam). Eiseres bevindt zich in een re-integratietraject bij het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Zij verzoekt het college om inzage in of afschriften van documenten uit haar re-integratiedossier, voor zover die gaan over monitoring, logging, controle en opsporing. Het college geeft gehoor en verstrekt een aantal documenten aan eiseres. Het college meent volledig aan het inzageverzoek tegemoet te zijn gekomen, maar eiseres is het daar niet mee eens. Ook botsen partijen over het verzoek van eiseres tot rectificatie van haar persoonsgegevens. Volgens het college zijn de onjuistheden waar eiseres op doelt niet vatbaar voor het rectificatierecht: het gaat om professionele indrukken, meningen en conclusies. Het college wijst de verzoeken van eiseres af; het inzageverzoek voor zover hij daar niet aan kan voldoen. Dit zowel in eerste aanleg als na bezwaar van eiseres. Eiseres stapt naar de rechter.

De rechter stelt voorop dat de betrokkene wiens gegevens worden verwerkt recht heeft op inzage in die gegevens (art. 15 AVG). In dit geval oordeelt de rechter dat het college aan het inzageverzoek van eiseres is tegemoetgekomen. Het betoog van eiseres dat het ongeloofwaardig is dat er niet meer documenten over haar berusten onder het college, slaagt niet. De Afdeling Werk van het college heeft haar digitale systeem gescand op de door eiseres opgegeven termen en de daaruit verschenen stukken aan eiseres verstrekt. Bovendien heeft het college aan eiseres de mogelijkheid geboden om een afspraak te maken om samen haar dossier in te zien. Volgens vaste rechtspraak ligt de bewijslast ten aanzien van de stelling dat het college ongeloofwaardig voorkomt in een geval als deze bij eiseres, maar de overtuiging van eiseres berust alleen op een vermoeden. Wat betreft het rectificatieverzoek stelt de rechter voorop dat de betrokkene wiens gegevens worden verwerkt het recht heeft om die gegevens door de verwerkingsverantwoordelijke te laten rectificeren (art. 16 AVG). De rechter sluit zich bij het college aan dat professionele indrukken, meningen en conclusies niet onder het rectificatierecht vallen, wat ook door de hoogste bestuursrechter is bevestigd. Ook het argument van eiseres dat het college ten onrechte stelt dat de door haar beoogde rectificaties zien op professionele indrukken, meningen en conclusies slaagt niet.

De overige claims van eiseres, namelijk dat het college onzorgvuldig heeft gehandeld door de trage besluitvorming, dat het college zijn recht heeft misbruikt en dat aan eiseres een schadevergoeding verschuldigd is wegens overschrijding van de redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6 EVRM, worden tot slot ook afgewezen.

6.3.3. Het college heeft het verzoek van eiseres doorgezet naar de Afdeling Werk omdat deze afdeling gaat over (onder meer) re-integratieprocedures. De Afdeling Werk heeft een zoekslag verricht in het digitale systeem RAAK aan de hand van de zoekterm ‘re-integratie’ binnen het tijdvak van 6 januari 2017 tot 6 januari 2018. Deze zoekslag leverde de in 2 genoemde stukken op en hierin heeft eiseres door middel van de aan haar op 9 juli 2021 verstrekte afschriften inzage gekregen. Voor de afwezigheid van stukken over ‘controle’ en ‘opsporing’ heeft het college als verklaring gegeven dat er geen fraudeonderzoek naar eiseres is verricht. Gegeven de door het college verrichte inspanningen, vindt de rechtbank de mededeling van het college dat er niet meer documenten onder hem berusten niet ongeloofwaardig. De enkele overtuiging van eiseres dat het college wel meer documenten moet hebben is slechts een vermoeden en onvoldoende om aannemelijk te maken dat er toch meer documenten onder het college berusten.

8.3. Voor zover eiseres betoogt dat het college ten onrechte stelt dat de door haar beoogde rectificaties zien op professionele indrukken, meningen en conclusies, slaagt dit ook niet. Op pagina 8 van het klantenprofiel W&I merkt de desbetreffende medewerker van de gemeente op dat uit het cv van eiseres kan worden afgeleid dat zij in haar leven weinig betaalde arbeid heeft verricht. Deze opmerking ziet niet op een, in cijfers uitgedrukte, vaststelling van het betaalde arbeidsverleden maar op een subjectieve waardering daarvan, en dus op een professionele indruk, mening of conclusie. Datzelfde geldt voor de opmerking dat eiseres niet bereid is om te solliciteren op vacatures onder haar niveau op pagina 20 van het overzicht monitoring en logging. Dit is, gelet op de context waarin deze uitlating is gedaan, eveneens een professionele indruk, mening of conclusie en geen feit. Verder is van belang dat het college in de bezwaarfase heeft gemeld dat eiseres desgewenst haar schriftelijke mening kan laten toevoegen aan het re-integratiedossier. Als zij daarvan gebruik wil maken moet zij aangeven bij welk stuk de toevoeging gewenst is. Op deze mogelijkheid is zij nogmaals gewezen is in het advies van de Algemene Bezwaarschriftencommissie en ter zitting door de gemachtigde van het college. Dat eiseres hier het nut niet van inziet doet daaraan niet af.