Gepubliceerd op dinsdag 2 december 2025
IT 5031
Rechtbank Rotterdam ||
29 okt 2025
Rechtbank Rotterdam 29 okt 2025, IT 5031; ECLI:NL:RBROT:2025:13090 (officier van justitie tegen [verdachte]), https://www.itenrecht.nl/artikelen/cyberfraude-met-robeco-accounts-en-aankoop-van-genesis-market-bots

Cyberfraude met Robeco-accounts en aankoop van Genesis Market-bots

Rb. Rotterdam 29 oktober 2025, IT 5031; ECLI:NL:RBROT:2025:13090 (officier van justitie tegen [verdachte]). De Rechtbank Rotterdam veroordeelt verdachte voor grootschalige cyberfraude tegen klanten van vermogensbeheerder Robeco en voor het kopen en voorhanden hebben van zogenoemde “bots” via Genesis Market. In de Robeco-zaak (2019–2021) logden verdachte en mededaders met gestolen inloggegevens in op MijnRobeco-accounts, wijzigden contact- en rekeninggegevens, deden zich telefonisch en per e-mail voor als klanten, lieten beleggingen verkopen en saldo’s overboeken naar rekeningen van fraudeurs, waardoor circa € 230.000 verdween. De rechtbank acht daarmee computervredebreuk, oplichting en diefstal met valse sleutel bewezen. Op telefoons en laptops die aan verdachte worden toegerekend stonden inloggegevens, persoonsgegevens en chats over de fraude; verweren over een vormverzuim bij de doorzoeking en dat vooral de ex-partner verantwoordelijk zou zijn, worden verworpen. Eén tenlastegelegd feit (feit 3, art. 231b Sr) leidt echter tot ontslag van alle rechtsvervolging omdat de tenlastelegging niet alle wettelijke bestanddelen bevat. Daarnaast acht de rechtbank bewezen dat verdachte tussen 2018 en 2022 via drie Genesis-accounts in totaal 377 bots kocht en de daarop aanwezige inloggegevens en cookies van derden verwierf en voorhanden had met het oogmerk daarmee computervredebreuk en verwante cyberdelicten te plegen.

Bij de strafoplegging weegt de rechtbank zwaar dat verdachte geraffineerd en uit financieel gewin handelde, aanzienlijke schade veroorzaakte en vooral oudere, kwetsbare slachtoffers trof, maar ook dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld, zich tijdens schorsing aan voorwaarden hield en inmiddels studie en werk heeft. De redelijke termijn is met circa veertien maanden overschreden, wat tot beperkte strafkorting leidt; uiteindelijk acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden passend, met aftrek van voorarrest en opheffing van de voorlopige hechtenis. De meeste in beslag genomen goederen worden teruggegeven. De vordering van Robeco wordt toegewezen tot € 191.946,67 (vergoede klantschade) plus wettelijke rente en € 5.428 aan advocaatkosten; andere posten worden afgewezen. Een gedupeerde klant krijgt € 74,75 (paspoortkosten) plus rente en daarvoor wordt een schadevergoedingsmaatregel opgelegd; overige vorderingen van benadeelde partijen worden (deels) niet-ontvankelijk verklaard of afgewezen.

Uit onderzoek naar de website ‘Genesis Market’ is gebleken dat via deze website bots zijn verkocht. Een bot is, kort en simpel gezegd, een (kopie van een) computer die is overgenomen door een hacker zonder dat de gebruiker dit (doorgaans) merkt. Eén van de bots/gehackte computers die op dit platform is verkocht (bot-ID [nummer 1]) gebruikt een vorm van de naam van de verdachte als inlognaam van de gekoppelde accounts. De conclusie van de politie is dat een computer die bij de verdachte in gebruik was, geïnfecteerd moet zijn geraakt met malware en vervolgens als bot is verkocht op Genesis Market. Opvallend is hierbij dat de gegevens van deze bot op meerdere punten overeen komen met drie Client-IDs van Genesis Market (Client-IDs [nummer 2], [nummer 3] en [nummer 4]), die tezamen via het platform 377 bots hebben gekocht. Gelet op de overeenkomsten tussen deze bot en de Client-IDs enerzijds en de overeenkomsten tussen deze Client-IDs onderling anderzijds, is de eindconclusie van de politie dat de gebruiker van deze Client-IDs één en dezelfde persoon is, namelijk de verdachte, en dat hij tussen 2018 en 2022 dus 377 bots heeft gekocht op Genesis Market.

De rechtbank ziet geen reden om deze conclusies van dit onderzoek in twijfel te trekken. Dat iemand anders, bijvoorbeeld [medeverdachte], mogelijk achter de Client-IDs zat maar hiervoor de gegevens van de verdachte heeft gebruikt, zoals door de verdediging is aangevoerd, is geenszins aannemelijk geworden. De verdachte heeft hierover, ondanks herhaalde vragen, ook niet willen verklaren. Dit verweer wordt dan ook verworpen. Het verweer dat het enkele aankopen van dergelijke bots niet behoeft te betekenen dat dit ook met het ten laste gelegde oogmerk is gebeurd, wordt eveneens verworpen. Het aankopen en voorhanden hebben van dergelijke bots heeft naar de uiterlijke verschijningsvorm als doel het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, 138b of 139c van het Wetboek van strafrecht. Als de verdachte deze bots heeft gekocht met een ander doel, had het voor de hand gelegen dat hij hierover een verklaring had afgelegd. Nu er ook overigens geen aanleiding is om te oordelen dat de uiterlijke verschijningsvorm niet de werkelijkheid dekt, kan worden bewezen dat de verdachte deze bots heeft gekocht met het bedoelde oogmerk.