DOSSIERS
Alle dossiers

Internet  

IT 4629

Twijfel of online reisbureaus zich schuldig maken aan oneerlijke handelspraktijken

Rechtbank Den Haag 29 sep 2024, IT 4629; ECLI:NL:RBROT:2024:9494 (Reisbureaus tegen de ACM), https://www.itenrecht.nl/artikelen/twijfel-of-online-reisbureaus-zich-schuldig-maken-aan-oneerlijke-handelspraktijken

Rb Den Haag 29 september 2024, IT 4629; ECLI:NL:RBROT:2024:9494 (Reisbureaus tegen de ACM). De ACM heeft drie online reisbureaus lasten onder dwangsom opgelegd en heeft besloten die lasten te publiceren. Volgens de ACM maken de reisbureaus zich schuldig aan oneerlijke handelspraktijken door bij pakketreizen op de startprijzen een vanafprijs te vermelden die nog tijdens het boekingsproces opwaarts of neerwaarts kan wijzigen. De voorzieningenrechter begrijpt de toelichting van verzoeksters zo dat het verschil tussen de eerst getoonde vanafprijs en de prijs die na de prijscheck wordt getoond, wordt veroorzaakt door wijzigingen in de beschikbaarheid of de prijzen van de reiselementen die door de leveranciers van verzoeksters worden aangeboden. De eerst getoonde vanafprijs was op het moment dat de pakketreis op de website werd geplaatst juist en actueel, maar door wijzigingen in beschikbaarheid en door dynamic of fluid pricing door de leveranciers van de reiselementen, is deze prijs achterhaald. 

IT 4618

HvJ EU bevestigt miljardenboete voor Google wegens oneerlijke voordeelpositie

HvJ EU 10 sep 2024, IT 4618; ECLI:EU:C:2024:726 (Google Shopping), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-bevestigt-miljardenboete-voor-google-wegens-oneerlijke-voordeelpositie

HvJ EU 10 september 2024, IT 4618; ECLI:EU:C:2024:726 (Google Shopping). Het Hof heeft de boete van 2,4 miljard euro voor Google bevestigd vanwege machtsmisbruik door het bevoordelen van zijn eigen productvergelijkingsdienst ten koste van concurrenten. Google en moederbedrijf Alphabet hadden hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van het Gerecht, maar het Hof wees dit af. De zaak begon in 2017, toen de Europese Commissie Google strafte voor het prominenter tonen van resultaten van zijn eigen dienst in zoekresultaten, terwijl die van concurrenten minder zichtbaar waren en konden worden weggedrukt door Google's algoritmen. Dit gebeurde op markten in dertien Europese landen. In 2021 bevestigde het Gerecht deze boete grotendeels, maar stelde dat Google’s gedrag op de algemene zoekmarkt geen mededingingsbeperkende gevolgen had. Desondanks oordeelde het Hof nu dat Google door zijn machtspositie te misbruiken, oneerlijke concurrentie bevorderde, wat tegen de Europese mededingingsregels ingaat.

IT 4617

HvJ EU: Ierland verleende onrechtmatige staatssteun; Apple moet 13 miljard euro terugbetalen

HvJ EU 10 sep 2024, IT 4617; ECLI:EU:C:2024:724 (Commissie t. Ierland e.a.), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-ierland-verleende-onrechtmatige-staatssteun-apple-moet-13-miljard-euro-terugbetalen

HvJ EU 10 september 2024, IT 4617; ECLI:EU:C:2024:724 (Europese Commissie tegen Ierland e.a.). Het Hof heeft definitief uitspraak gedaan en bevestigt het besluit van de Europese Commissie uit 2016 dat Ierland Apple onrechtmatige staatssteun heeft verleend. Tussen 1991 en 2014 genoten Apple-vennootschappen belastingvoordelen via twee fiscale rulings die de belastbare winst in Ierland beperkten. De Commissie oordeelde dat deze voordelen, die gebaseerd waren op de behandeling van winsten uit intellectuele-eigendomslicenties, in strijd waren met de Europese staatssteunregels. Ierland moet daarom €13 miljard aan belastingvoordelen van Apple terugvorderen. In 2020 vernietigde het Gerecht het besluit van de Commissie, omdat het vond dat de Commissie onvoldoende had bewezen dat er sprake was van een selectief belastingvoordeel. Het Hof heeft nu die uitspraak herzien en het oordeel van de Commissie hersteld. Het Hof stelt dat de winsten uit Apple’s activiteiten buiten de Verenigde Staten terecht aan Ierland hadden moeten worden toegerekend voor belastingdoeleinden, en steunt daarmee de oorspronkelijke bevindingen van de Commissie.

IT 4603

Foto’s en video moeten van social media verwijderd worden

Rechtbank Rotterdam 8 aug 2024, IT 4603; ECLI:NL:RBROT:2024:7395 (Persoon A tegen persoon B), https://www.itenrecht.nl/artikelen/foto-s-en-video-moeten-van-social-media-verwijderd-worden

Vzr. Rb. Rotterdam 8 augustus 2024, IT 4603; ECLI:NL:RBROT:2024:7395 ([persoon A] tegen [persoon B]). Vonnis in verzet in kort geding. De zaak gaat over beschuldigingen op sociale media platform door persoon B over persoon A. Persoon A heeft een Stichting waar persoon B een tijd als vrijwilliger voor heeft gewerkt. Na een geschil waar de politie bij betrokken was legde persoon B deze werkzaamheden neer en heeft hierna persoon A op sociale media ervan beschuldigd dat zij de AVG zou schenden, haar aanstaande ex-man wil omleggen, een prostituee is en harddrugs en drank gebruikt. Hiertegen is persoon A een kort geding procedure begonnen waarin verstekvonnis is gewezen. Hierin is bepaald dat persoon B alle uitingen diende te verwijderen en een rectificatie moet plaatsen. Tegen dit vonnis komt persoon B in verzet.

IT 4598

Procureur-generaal Hoge Raad over de gevolgen van vernietiging op verbeurde dwangsommen in IT-zaak

Hoge Raad 5 jul 2024, IT 4598; ECLI:NL:PHR:2024:731 (DME tegen Inc), https://www.itenrecht.nl/artikelen/procureur-generaal-hoge-raad-over-de-gevolgen-van-vernietiging-op-verbeurde-dwangsommen-in-it-zaak

Hoge Raad 5 juli 2024, IEF 22179, IT 4598; ECLI:NL:PHR:2024:731 (DME tegen Inc). Eiser in deze zaak is DME en verweerder is Inc. Beide bedrijven houden zich bezig met het leveren van producten en diensten op het gebied van identiteitsbeveiliging van e-mailadressen. In januari 2016 hebben DME en Inc een overeenkomst gesloten met betrekking tot het gebruik en de distributie van de door Inc ontwikkelde software (hierna: de Inc-software). Op grond hiervan kreeg DME een eeuwigdurende licentie om de Inc-software te gebruiken en deze te verkopen, in ruil tegen toekenning van een optierecht aan Inc voor een meerderheidsbelang in DME. Op 13 juli 2018 heeft Inc toepassing gegeven aan haar optierecht en 50,01% van de aandelen in DME verkregen. Vanaf dat moment buigen DME en Inc zich samen over de ontwikkeling van de Inc-software, waarbij onder meer een uitgebreide versie van de Inc-software wordt ontwikkeld. Aanleiding tot het onderhavige geschil is de vraag bij wie het auteursrecht berust van deze uitgebreide versie. Het geschil heeft ertoe geleid dat Inc de samenwerking heeft stopgezet en DME de toegang tot haar systemen heeft ontnomen.

IT 4593

TPC wordt ontvankelijk verklaard in massaschadeclaims tegen Oracle en Salesforce voor privacyschendingen

Hof 18 jun 2024, IT 4593; ECLI:NL:GHAMS:2024:1651 (TPC tegen Oracle en Salesforce), https://www.itenrecht.nl/artikelen/tpc-wordt-ontvankelijk-verklaard-in-massaschadeclaims-tegen-oracle-en-salesforce-voor-privacyschendingen

Hof Amsterdam 18 juni 2024, IT 4593; ECLI:NL:GHAMS:2024:1651 (TPC tegen Oracle en Salesforce). In deze zaak heeft TPC massaschadeclaims ingediend tegen Oracle en Salesforce wegens privacyschendingen, gerelateerd aan het plaatsen van cookies en het opstellen en gebruiken van gebruikersprofielen voor onder meer gerichte reclame. Omdat de wet specifieke eisen stelt aan stichtingen die dergelijke claims willen indienen (art. 3:305a BW - hierna: WAMCA), moet eerst worden vastgesteld of TPC wel aan deze eisen voldoet. De rechtbank oordeelde van niet en verklaarde TPC daarom niet-ontvankelijk. Het hof komt tot een ander besluit.

IT 4592

Schending van informatieverplichtingen van de AVG biedt grond voor een collectieve verbodsactie

HvJ EU 11 jul 2024, IT 4592; ECLI:EU:C:2024:598 (Meta tegen Bundesverband), https://www.itenrecht.nl/artikelen/schending-van-informatieverplichtingen-van-de-avg-biedt-grond-voor-een-collectieve-verbodsactie

HvJ EU 11 juli 2024, IT 4592; ECLI:EU:C:2024:598 (Meta tegen Bundesverband). Meta bood via het “App-Zentrum” haar gebruikers gratis spelapplicaties van derden aan. Bij het bezoeken van dit centrum kreeg de gebruiker de melding dat hij de betrokken applicaties toestond een aantal persoonsgegevens te verzamelen en tevens het recht verleende om namens hem bepaalde van die gegevens te delen. Ook werd de gebruiker ervan op de hoogte gebracht dat hij akkoord ging met de algemene voorwaarden van de applicaties. Volgens het Bundesverband is de door Meta verstrekte informatie oneerlijk geweest, met name omdat die informatie niet voldeed aan de relevante wetgeving. In eerste aanleg is het Bundesverband door de Duitse rechter in het gelijk gesteld, evenals in het door Meta ingestelde hoger beroep. Hoewel de hoogste Duitse rechter (Bundesgerichtshof) de uitspraken bekrachtigt, betwijfelt hij de ontvankelijkheid van het Bundesverband, wiens procesbevoegdheid mogelijk verloren zou zijn gegaan als gevolg van de inwerkingtreding van de AVG. Het Hof EU geeft daarover uitsluiting, door te stellen dat iedere vereniging die consumentenbelangen behartigt in rechte kan optreden tegen de vermeende dader van een inbreuk op de bescherming van persoonsgegevens, ook wanneer zij daartoe geen opdracht heeft gekregen en los van de vraag of er sprake is van enige schending van concrete rechten van de betrokkenen. Het Bundesgerichtshof vraagt zich echter nog steeds af of het niet-naleven van de informatieverplichtingen van de AVG een inbreuk “ten gevolge van de verwerking” in de zin van artikel 80 lid 2 AVG oplevert op grond waarvan het Bundesverband een verbodsactie zou kunnen instellen. In dat kader stelt hij een prejudiciële vraag aan het Hof.

IT 4588

Gebruik IGLOO-merken door oud-distributeur is toegestaan voor de verkoop van opgebouwde voorraad

Rechtbank 18 jul 2024, IT 4588; ECLI:NL:RBDHA:2024:11317 (IPC tegen Coolers), https://www.itenrecht.nl/artikelen/gebruik-igloo-merken-door-oud-distributeur-is-toegestaan-voor-de-verkoop-van-opgebouwde-voorraad

Vzr. Rb. Den Haag 18 juli 2024, IEF 22162, IT 4588; ECLI:NL:RBDHA:2024:11317 (IPC tegen Coolers). IPC is een Amerikaanse fabrikant en houdster van onder meer de Benelux- en Uniemerken ´IGLOO´. Coolers is lange tijd distributeur geweest van IGLOO-producten, waarbij met toestemming veelvuldig gebruik werd gemaakt van de merken van ICP. Op 31 maart 2023 heeft IPC de distributieovereenkomst opgezegd. Hierna verkoopt Coolers nog steeds haar overige voorraad IGLOO-producten. In dat kader adverteert zij ook nog steeds met de IGLOO-merken via tal van online kanalen. IPC vordert dat Coolers wordt geboden om iedere inbreuk op de IGLOO-merken en handelsnaamrechten van IPC te staken en gestaakt te houden. Daaraan ten grondslag legt zij dat door het gebruik van de IGLOO-merken door Coolers het bestaan van een economische band tussen IPC en Coolers wordt gesuggereerd, terwijl die band niet meer bestaat. Coolers stelt daarentegen dat de opzegging van de distributieovereenkomst door IPC onrechtmatig is omdat de opzegtermijn onvoldoende redelijk zou zijn. Bovendien zou Coolers nog steeds gerechtigd zijn gebruik te maken van de IGLOO-merken, zolang zij producten verkoopt uit de voorraad die zij heeft opgebouwd en ingekocht bij IPC op grond van de overeenkomst.

IT 4590

Uitspraak ingezonden door Dirk Visser en Bram Bogaerts, Visser Schaap & Kreijger.

Vorderingen EUR tegen platform Studeersnel afgewezen

Rechtbank Amsterdam 24 jul 2024, IT 4590; (Erasmus tegen Studeersnel c.s.), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vorderingen-eur-tegen-platform-studeersnel-afgewezen

Rb. Amsterdam 24 juli 2024, IEF 22153, IT 4590; ECLI:NL:RBAMS:2024:4425 (Erasmus tegen Studeersnel c.s.). De rechtbank heeft de vorderingen van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) tegen het platform Studeersnel dat zij inbreuk maakt op het auteursrecht van de EUR en meer moet doen om inbreuken op haar platform tegen te gaan afgewezen. De conclusie van de rechtbank is “dat Studeersnel geen weloverwogen interventie verricht op haar platform, geen concrete kennis heeft van informatie op haar platform, geen bedrijfsmodel heeft dat gericht is op het maken van inbreuken en voldoende passende technische maatregelen neemt” (ov. 5.28). Daarom hoeft Studeersnel niet meer te doen dan ze nu doet om de inbreuken op het auteursrecht van de EUR tegen te gaan. De EUR heeft volgens de rechtbank niet bewezen dat de door haar gevorderde filter- ander andere maatregelen effectief en proportioneel zijn. De rechtbank bevestigt wel dat de onderwijsmaterialen van de EUR auteursrechtelijk beschermd zijn en dat de EUR daarop de auteursrechthebbende is. Ook wordt het eveneens bij de procedure betrokken bedrijf Tentamentrainingen veroordeeld wegens auteursrechtinbreuk voor het overnemen van tentamens van de EUR in tentamenbundels die te koop werden aangeboden. De EUR bestudeert het vonnis en overweegt hoger beroep.

IT 4586

Kruidvat cookies zijn in strijd met de AVG, aldus de AP - € 600.000,- boete

Autoriteit Persoonsgegevens 2 mei 2024, IT 4586; (AP tegen A.S. Watson), https://www.itenrecht.nl/artikelen/kruidvat-cookies-zijn-in-strijd-met-de-avg-aldus-de-ap-600-000-boete

AP 2 mei 2024, IT 4586 (AP tegen A.S. Watson). De Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: AP) heeft besloten om aan A.S. Watson Health & Beauty Continental Europe B.V. (hierna: A.S. Watson), het moederbedrijf van onder meer Kruidvat, een bestuurlijke boete van € 600.000,- op te leggen voor de overtreding van artikel 6, eerste lid, in samenhang met artikel 5, eerste lid, onder a, van de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG). Dit omdat A.S. Watson geen rechtmatige grondslag heeft voor het verwerken van persoonsgegevens door middel van (tracking) cookies bij het bezoeken van de website kruidvat.nl, terwijl zij wel verwerkingsverantwoordelijke is in de zin van de AVG.