DOSSIERS
Alle dossiers

Internet  

IT 4927

Geen de‑indexatie aangetoond: Dynamiet verliest kort geding tegen Google over zoekresultaten

Rechtbank Amsterdam 28 mei 2025, IT 4927; ECLI:NL:RBAMS:2025:4460 (Dynamiet tegen Google c.s.), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-de-indexatie-aangetoond-dynamiet-verliest-kort-geding-tegen-google-over-zoekresultaten

Vzr. Rb. Amsterdam 28 mei 2025, IT 4927; ECLI:NL:RBAMS:2025:4460 (Dynamiet tegen Google c.s.). Dynamiet Nederland B.V. merkte op dat haar website sinds februari 2025 aanzienlijk lager scoorde in de zoekresultaten van Google, met name op voor haar relevante zoektermen. Zij vermoedde dat Google haar website had gedeïndexeerd of op andere wijze had benadeeld, mogelijk door een foutieve classificatie als illegaal casino. Dynamiet vordert in dit kort geding dat Google haar website opnieuw in de reguliere zoekresultaten zou opnemen, informatie zou verschaffen over de vermeende de-indexatie en een bezwaar- of herstelmechanisme zou bieden. Google voert verweer en stelt dat er geen sprake was van de-indexatie of een andere gerichte maatregel tegen Dynamiet; de website was nog steeds geïndexeerd en zichtbaar. 

IT 4926

Uitspraak ingezonden door Marieke Westgeest.

Reseller van LOST MARY behoudt domeinnaam onder verruimde OkiData-criteria (‘Lost Mary-criteria’)

Overige instanties 3 jun 2025, IT 4926; CAC-UDRP-107605 (Dashing Joys en Imiracle tegen Zafar), https://www.itenrecht.nl/artikelen/reseller-van-lost-mary-behoudt-domeinnaam-onder-verruimde-okidata-criteria-lost-mary-criteria

UDRP Arbitrage 3 juni 2025, IEF 22827, IT 4926; CAC-UDRP-107605 (Dashing Joys en Imiracle tegen Zafar). In deze UDRP-zaak staat het domein lostmarydirect.com centraal. Deze website wordt sinds 2024 door Zafar (hierna: verweerder) geëxploiteerd. Hierop verkoopt hij authentieke producten van het populaire vape-merk LOST MARY. Dashing Joys en Imiracle (hierna: klagers) zijn de merkhouders van LOST MARY en klagen verweerder aan. Na de eerste klacht heeft verweerder een disclaimer aan zijn website toegevoegd. In deze zaak vorderen klagers overdracht van de domeinnaam en stellen zij dat het gebruik van de domeinnaam verwarring wekt, geen legitiem belang dient en te kwader trouw is. Volgens klagers handelt verweerder als een niet‑geautoriseerde wederverkoper die de indruk wekt verbonden te zijn met de merkhouder. Het Panel oordeelt dat het domein verwarringwekkend overeenstemt met het merk LOST MARY, maar dat verweerder een legitiem belang heeft. De reseller voldoet aan de belangrijkste criteria: hij biedt daadwerkelijk de originele producten aan, verkoopt geen andere merken en zijn website is voor de gemiddelde internetgebruiker duidelijk te onderscheiden van die van de merkhouder. Op dit laatste punt worden de OkiData-criteria verruimd.

IT 4923

Twitterbelediging leidt tot strafrechtelijke veroordeling en gedeeltelijke schadevergoeding

Gerechtshof Amsterdam 28 mei 2025, IT 4923; ECLI:NL:GHAMS:2025:1677 (Beledigende DM via Twitter), https://www.itenrecht.nl/artikelen/twitterbelediging-leidt-tot-strafrechtelijke-veroordeling-en-gedeeltelijke-schadevergoeding

Hof Amsterdam 28 mei 2025, IT 4923 ECLI:NL:GHAMS:2025:1677 (Beledigende DM via Twitter). Een verdachte heeft op 13 januari 2020 via Twitter een direct message gestuurd aan de benadeelde partij met beledigende teksten, waaronder “Vuile rat”, “kut wijf”, “kut hoer” en “het beste is dat jij gewoon lekker dood gaat”. De benadeelde partij heeft op 30 december 2020 aangifte gedaan van belediging. Zij stelde dat zij pas op 18 november 2020 kennis had genomen van het bericht, nadat een vriend haar een overzicht van berichten had gestuurd. De verdediging betwistte dat dit het moment van kennisname was en stelde dat de klacht te laat was ingediend. Het Openbaar Ministerie vorderde veroordeling van de verdachte wegens belediging. De benadeelde partij vorderde € 150,- aan immateriële schadevergoeding en € 478,- aan proceskosten. De verdediging verzocht het OM niet-ontvankelijk te verklaren wegens het te laat indienen van de klacht en betwistte het causaal verband tussen het bericht en de gestelde schade. 

IT 4922

Hof bevestigt toepasselijkheid AVMD-richtlijn op onlinekranten, maar stelt grenzen aan nationale sanctiebevoegdheid

HvJ EU 26 jun 2025, IT 4922; ECLI:EU:C:2025:484 (Makeleio en Zougla tegen ESR (Griekenland)), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hof-bevestigt-toepasselijkheid-avmd-richtlijn-op-onlinekranten-maar-stelt-grenzen-aan-nationale-sanctiebevoegdheid

HvJ EU 26 juni 2025, gevoegde zaken C-555/23 en C-556/23 (Makeleio en Zougla), ECLI:EU:C:2025:484. De Griekse online kranten Makeleio en Zougla bieden via hun websites audiovisuele programma’s aan die onder hun redactionele verantwoordelijkheid vallen. De Griekse nationale regulerende autoriteit voor de media (ESR) legt aan beide ondernemingen administratieve sancties op wegens uitzendingen die volgens haar de menselijke waardigheid schenden en “van inferieure kwaliteit” zijn. Makeleio heeft een programma uitgezonden waarin lhbti-personen grof worden beledigd en impliciet wordt aangezet tot geweld; Zougla heeft een uitzending uitgezonden waarin politici zonder feitelijke basis van pedofilie en medeplichtigheid worden beschuldigd. De betrokken ondernemingen voeren aan dat zij als persaanbieders niet onder de Griekse audiovisuele regelgeving vallen en dat het opleggen van sancties in strijd is met het legaliteitsbeginsel. De hoogste Griekse bestuursrechter (Symvoulio tis Epikrateias) stelt het Hof van Justitie vijf prejudiciële vragen over de uitlegging van de AVMD-richtlijn (Richtlijn 2010/13/EU) in samenhang met het EU-Handvest (artikelen 20, 21 en 49). Die vragen betreffen: (1) of audiovisuele programma’s op nieuwswebsites onder de werkingssfeer van de richtlijn vallen, (2) of artikel 6 AVMD-lidstaten toestaat om sancties op te leggen ter bescherming van de menselijke waardigheid, (3) of een nationaal verbod op uitzending van “inferieure kwaliteit” verenigbaar is met het Unierecht, (4) of nationale sancties mogelijk zijn zonder uitdrukkelijke wettelijke basis voor online aanbieders, en (5) of dergelijke sancties verenigbaar zijn met het rechtszekerheids- en gelijkheidsbeginsel.

IT 4919

Schending bestelknop- en informatievereisten leidt tot gedeeltelijke vernietiging consumentovereenkomst

Rechtbank Noord-Holland 6 jun 2025, IT 4919; ECLI:NL:RBNHO:2025:5962 (Vaanster tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/schending-bestelknop-en-informatievereisten-leidt-tot-gedeeltelijke-vernietiging-consumentovereenkomst

Rb. Noord-Holland 5 juni 2025, IT 4919; ECLI:NL:RBNHO:2025:5962 (Vaanster tegen gedaagde). In deze zaak heeft een consument een overeenkomst op afstand gesloten met een warmteleverancier, waarbij de consument achterstallig was in de betaling van de verschuldigde bedragen. De leverancier vordert ontbinding van de overeenkomst, betaling van openstaande en toekomstige voorschotbedragen, en toestemming om de warmtelevering te mogen onderbreken of afsluiten. De kantonrechter toetst ambtshalve of aan de (pre)contractuele informatieverplichtingen uit het Burgerlijk Wetboek was voldaan, waaronder de eisen aan de bestelknop, de vermelding van het herroepingsrecht, de prijsopbouw en de duur en opzegmogelijkheid van de overeenkomst. De rechter constateert meerdere schendingen van deze informatieplichten, waaronder het ontbreken van een duidelijke betalingsverplichting op de bestelknop en onvoldoende informatie over het herroepingsrecht en de prijs. Volgens de rechter moeten aan dergelijke schendingen doeltreffende, afschrikwekkende en evenredige sancties worden verbonden om effectieve consumentenbescherming te waarborgen. 

IT 4906

Google hoeft persoonsgegevens niet te delen, ondanks herhaaldelijke negatieve reviews

Rechtbank Rotterdam 30 jun 2025, IT 4906; ECLI:NL:RBROT:2025:7729 (eiser tegen Google), https://www.itenrecht.nl/artikelen/google-hoeft-persoonsgegevens-niet-te-delen-ondanks-herhaaldelijke-negatieve-reviews

Vzr. Rb. Rotterdam 30 juni 2025, IT 4906; ECLI:NL:RBROT:2025:7729 (eiser tegen Google). Eiser runt een juridisch advieskantoor. Het kantoor staat vermeld op Google Maps, waar ingelogde gebruikers recensies kunnen achterlaten. Recensies (en andere Google-bijdragen) mogen van het Maps-contentbeleid geen verboden en beperkte content bevatten. Hieronder verstaat Google onder andere recensies op basis van “valse betrokkenheid” en recensies met “aanstootgevende content”. Eiser stelt dat er twee recensies zijn achtergelaten die onrechtmatig zijn en schadelijk voor de reputatie. Google heeft beide recensies op verzoek van eiser verwijderd. De eerste recensie is twee keer opnieuw geplaatst en beide keren opnieuw verwijderd. Eiser vordert in kort geding dat Google verplicht wordt om de persoonsgegevens te verstrekken van de twee gebruikers die de negatieve recensies hebben geplaatst, zodat eiser hen kan aanspreken voor schadevergoeding. Bovendien moeten de recensies verwijderd blijven, op straffe van een dwangsom. Google beargumenteert dat het belang van de gebruikers om anoniem te blijven in dit geval zwaarder weegt.

IT 4905

Uitspraak ingezonden door Jurre Reus, Diederik van der Kooij, Frank van Es en Marco Moeskops, Houthoff.

Commanditaire vennootschap Gokverliesterug valt buiten reikwijdte artikel 80 AVG

Rechtbank Amsterdam 7 jul 2025, IT 4905; ECLI:NL:RBAMS:2025:4721 (Gokverliesterug tegen Kindred Groep en Risepoint), https://www.itenrecht.nl/artikelen/commanditaire-vennootschap-gokverliesterug-valt-buiten-reikwijdte-artikel-80-avg

Vzr. Rb. Amsterdam 7 juli 2025, IT 4905; ECLI:NL:RBAMS:2025:4721 (Gokverliesterug tegen Kindred Groep en Risepoint). Kindred Groep biedt wereldwijd online kansspelen aan. Dit doet zij onder meer onder het merk Unibet. Risepoint behoorde tot 31 december 2024 tot Kindred en is sindsdien verkocht. Om online bij de gedaagden te kunnen gokken, moet een speler zich registreren via een of meerdere websites van gedaagden en akkoord gaan met de algemene voorwaarden, waardoor een kansspelovereenkomst tot stand komt. Gokverliesterug stelt vorderingen tegen casino-exploitanten in namens spelers die verliezen hebben geleden. Gokverliesterug vordert gedaagden te bevelen aan iedere speler inzage te geven in de persoonsgegevens die ze van die speler hebben verwerkt. Ten tweede vragen ze informatie over wie de verwerkingsverantwoordelijke is per website, de onderlinge verstrekking van persoonsgegevens voor iedere website, en de doeleinden van de verwerkingen voor iedere website. Tot slot vordert Gokverliesterug gedaagden te verbieden om persoonsgegevens van spelers te wissen.

IT 4903

Uitspraak ingezonden door mr. X.W. Koehoorn, Dillinger Law (voorheen SNB-REACT).

Hof van beroep Estland: bruto winstmarge merkhouder meest relevant bij begroting schadevergoeding door nalatigheid ISP bij takedown van namaakwebwinkels

Overige instanties 24 jan 2025, IT 4903; (Eiser tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hof-van-beroep-estland-bruto-winstmarge-merkhouder-meest-relevant-bij-begroting-schadevergoeding-door-nalatigheid-isp-bij-takedown-van-namaakwebwinkels

Tallinn Circuit Court 24 januari 2025, IEF 22779, IT 4903, IEFbe 3931; 2-14-6942 (Eiser tegen verweerder). De verweerder bezit verschillende IP-adresreeksen. Deze IP-adressen werden vervolgens gekoppeld aan inbreukmakende domeinnamen en webshops. De verweerder handelde in wezen als een proxy door zijn klanten toe te staan domeinnamen en websites anoniem te gebruiken. Het Hof van Justitie had in de prejudiciële beslissing van 2018 (HvJ zaak C-521/17 (SNB-REACT/Deepak Mehta)) geoordeeld dat er ook geen beperking van aansprakelijkheid ('safe harbor') is als aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij (ISPs) een actieve rol spelen door het hun klanten 'mogelijk te maken' hun online verkoopactiviteit te optimaliseren. Hiermee had het Hof het ‘actieve rol’-criterium uit L’Oréal/eBay, als dienstverleners de presentatie van verkoopaanbiedingen (zelf) optimaliseren of bevorderen, uitgebreid.

IT 4900

Hongaarse rechter vraagt HvJEU om duidelijkheid over gebruik van perspublicaties door AI-chatbots

HvJ EU 10 mrt 2025, IT 4900; C-250/25 (Like Company tegen Google Ireland Limited), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hongaarse-rechter-vraagt-hvjeu-om-duidelijkheid-over-gebruik-van-perspublicaties-door-ai-chatbots

Budapest Környéki Törvényszék 10 maart 2025, IEF 22771, IT 4900; C-250/25 (Like Company tegen Google Ireland Limited). Like Company is een Hongaars persuitgever die online nieuwsartikelen publiceert. De artikelen worden beschermd door het auteursrecht en genereren advertentie-inkomsten. Google Ireland Limited exploiteert onder meer de generatieve AI-chatbot Gemini (voorheen Bard), die gebaseerd is op een groot taalmodel (LLM). Deze chatbot is interconnecteerbaar met de zoekmachine Google Search en geeft gebruikers tekstuele antwoorden, waaronder samenvattingen van nieuwsartikelen. Like Company stelt dat de chatbot van Google op verzoek een samenvatting gaf van een van haar artikelen over een bekende Hongaarse zanger. Volgens Like Company citeerde de chatbot uit haar beschermde content en maakte deze beschikbaar voor het publiek zonder toestemming of vergoeding. De centrale vraag is of de wijze waarop Gemini (Bard) perspublicaties verwerkt, samenvat en weergeeft, in strijd is met de auteursrechten en naburige rechten van persuitgevers zoals neergelegd in artikel 15 van de DSM-richtlijn en artikelen 2 en 3 lid 2 van de Infosamenlevingrichtlijn. Like Company stelt dat Google hiermee zonder toestemming gebruikmaakt van haar perspublicaties door reproductie en mededeling aan het publiek. Google betwist dat er sprake is van auteursrechtinbreuk. De Hongaarse rechter stelt prejudiciële vragen aan het HvJEU. Deze zijn, samengevat en vertaald, als volgt:

IT 4895

Negatieve online reviews over energiebemiddelaar niet onrechtmatig

Rechtbank Den Haag 28 mei 2025, IT 4895; ECLI:NL:RBDHA:2025:9458 (Fluent Energy tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/negatieve-online-reviews-over-energiebemiddelaar-niet-onrechtmatig

Rb. Den Haag 28 mei 2025, IEF 22765, IT 4895; ECLI:NL:RBDHA:2025:9458 (Fluent Energy tegen gedaagde). Fluent Energy bemiddelt bij de totstandkoming van energieleveringscontracten. Zij sluit namens haar klanten energiecontracten af met energieleveranciers, waaronder de energieleverancier Gulf Gas and Power B.V. (hierna: Gulf). Gedaagde sloot in 2023 via bemiddeling van Fluent Energy een energiecontract af met Gulf. Kort daarna zegde hij dit contract op, waarna zowel Gulf als Fluent Energy hem aanspraken op betaling van een opzegvergoeding. Naar aanleiding hiervan heeft gedaagde tussen 2023 en 2024 meerdere reviews geplaatst op Trustpilot over beide bedrijven. In mei 2023 werd hij door Fluent Energy gesommeerd om de online-reviews te verwijderen, waaraan hij gehoor gaf. In oktober 2024 nam gedaagde deel aan een uitzending van Radar waarin de dienstverlening van Fluent Energy aan de orde kwam. In februari 2005 wees de kantonrechter in Den Haag in een aparte procedure de vordering van Gulf tot betaling van de opzegvergoeding af. De rechtbank stelt voorop dat consumenten op grond van de vrijheid van meningsuiting hun ervaringen met bedrijven, positief of negatief, publiek mogen delen, bijvoorbeeld in online reviews. Daarbij is enige overdrijving of stevige bewoording geoorloofd, met name bij kritiek op zakelijk handelen. De uitlatingen van gedaagde op Trustpilot, waaronder termen als ‘oplichters’, ‘boeven’ en ‘WURGCONTRACT’, worden geplaatst binnen de context van zijn negatieve ervaring met Fluent Energy. Gedaagde heeft zijn bezwaren toegelicht: hij is het niet eens met de handelswijze waarbij namens hem een contract van vijf jaar werd afgesloten met een hoge opzegvergoeding. Omdat deze ervaring feitelijk is onderbouwd, acht de rechtbank de uitlatingen niet onrechtmatig.