DOSSIERS
Alle dossiers

Internet  

IT 4858

Voorzieningenrechter fluit Booking terug na voortijdige beëindiging samenwerking met Zwitserse verhuurder SHA

Rechtbank Amsterdam 18 apr 2025, IT 4858; ECLI:NL:RBAMS:2025:3035 (SHA tegen Booking), https://www.itenrecht.nl/artikelen/voorzieningenrechter-fluit-booking-terug-na-voortijdige-beeindiging-samenwerking-met-zwitserse-verhuurder-sha

Rb. Amsterdam 18 april 2025, IT 4858; ECLI:NL:RBAMS:2025:3035 (SHA tegen Booking). SHA exploiteert meer dan 70 appartementen in Zwitserland via het platform van Booking. In de samenwerkingsovereenkomst is opgenomen dat Booking bevoegd is de overeenkomst te beëindigen en de accommodaties van het platform te halen bij verdenking van fraude, met een opzegtermijn van 30 dagen. In maart 2025 heeft Booking de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd wegens schending van deze overeenkomst. SHA heeft geprobeerd opheldering te krijgen maar Booking heeft slechts een algemene toelichting per mail gegeven. Booking heeft de reserveringen voor appartementen van SHA geannuleerd en SHA de toegang ontzegd tot het Extranet, het online betaalsysteem waarin haar partners onder meer informatie over de accommodaties en reserveringen kunnen invoeren. In dit kort geding vordert SHA Booking onder meer nakoming van de overeenkomst, inzage in de informatie waarop de opzegging is gebaseerd, herstel van de geannuleerde reserveringen en hernieuwde toegang tot het Extranet. SHA onderbouwt haar vorderingen met de stelling dat er geen grond is voor beëindiging van de relatie.

IT 4857

Merkinbreuk door gebruik van "ICE" voor cryptovaluta door Ice Labs

Rechtbank Den Haag 6 mei 2025, IT 4857; ECLI:NL:RBDHA:2025:7975 (IEH tegen Ice Labs), https://www.itenrecht.nl/artikelen/merkinbreuk-door-gebruik-van-ice-voor-cryptovaluta-door-ice-labs

Vrz. Rb. Den Haag 6 mei 2025, IEF 22693; IT 4857; ECLI:NL:RBDHA:2025:7975 (IEH tegen Ice Labs). Intercontinental Exchange Holdings (hierna: IEH), een in de VS gevestigd internationaal dienstverlener in de financiële sector en houder van het Uniewoordmerk ‘ICE’ voor cryptovaluta en aanverwante diensten, stelt dat Ice Labs merkinbreuk maakt op haar merkrechten. Ice Labs biedt onder de naam “Ice Open Network” een gedecentraliseerd blockchain-netwerk aan. Daarnaast gebruikt ze het teken “ICE” onder meer als naam van een cryptomunt, en ook in aanduidingen als “Ice Labs” en “ice blockchain”. Op 26 januari 2024 sommeerde IEH Ice Labs het gebruik van deze tekens te staken en de domeinnaam over te dragen. Ice Labs betwist de merkinbreuk, maar heeft wel enkele aanpassingen doorgevoerd, waaronder het opnemen van een disclaimer op haar website en het vermelden dat zij onderdeel is van de “LeftClick Group”. In reactie op de procedure zegde Ice Labs toe de naam “ICE-Wallet” te veranderen naar “ION-Wallet” en de ticker van de munt aan te passen van “ICE” naar “ION”, uiterlijk per 31 juli 2025. IEH baseert de vordering op artikel 9 lid 2 sub a en/of b UMVo wegens het zonder toestemming gebruiken van de tekens “ICE” voor soortgelijke waren en diensten. De voorzieningenrechter acht zich bevoegd, nu IEH via haar dochteronderneming ICE Clear NL daadwerkelijk bedrijfsactiviteiten verricht in Nederland, namelijk het aanbieden van clearingdiensten voor Europese aandelenderivatenproducten. De stelling van Ice Labs dat deze entiteit geen vestiging van IEH zou zijn vanwege het ontbreken van een eigen website of telefonische bereikbaarheid, overtuigt de voorzieningenrechter niet.

IT 4851

Negatieve reviews grotendeels onrechtmatig: onvoldoende onderbouwing voor beschuldigingen van oplichting

Rechtbank Rotterdam 16 apr 2025, IT 4851; ECLI:NL:RBROT:2025:4056 (Eiseressen tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/negatieve-reviews-grotendeels-onrechtmatig-onvoldoende-onderbouwing-voor-beschuldigingen-van-oplichting

Vzr. Rb. Rotterdam 16 april 2025, IEF 22678, IT 4851; ECLI:NL:RBROT:2025:4056 (Eiseressen tegen gedaagde). Eiseres 1 verkoopt en repareert auto’s; eiseres 2 biedt financieringen aan voor deze voertuigen. Gedaagde werkt als zelfstandig ondernemer en kocht drie keer een bedrijfsauto bij eiseres 1. De eerste auto is niet geleverd vanwege technische gebreken en de tweede auto vertoont na levering storingen. Daarom zijn eiseres 1 en gedaagde overeengekomen dat ter vervanging een geheel nieuwe bedrijfsauto zou worden geleverd. Deze blijkt echter vóór de aflevering al schade te hebben opgelopen die niet is medegedeeld. Uit onvrede heeft gedaagde vervolgens meerdere éénsterrenreviews geplaatst op Google en Trustpilot: twee over eiseres 1 en drie over eiseres 2. Hierin noemt hij hen oplichters, roept hij op aankopen bij eiseressen te controleren en spoort hij klanten aan om samen naar de rechter te stappen. Eiseressen vorderen het verwijderen van de reviews en een verbod op soortgelijke uitlatingen in de toekomst. Eiseres 1 stelt ook niets van de schade te hebben geweten. Gedaagde heeft inmiddels kosten gemaakt voor belettering en accessoires, en stelt dat de auto niet voldoet aan de afgesproken “full options” zoals bijvoorbeeld stoelverwarming. Hoewel hij dit niet heeft onderbouwd en er vooraf niet over heeft geklaagd, staat wel vast dat hij ondanks herhaalde verzoeken nooit een offerte of optielijst heeft ontvangen.

IT 4852

Review gebaseerd op ervaringen met opstellen algemene voorwaarden is niet onrechtmatig

Rechtbank Rotterdam 10 apr 2025, IT 4852; ECLI:NL:RBROT:2025:4473 (Debtt tegen Trading Company Zeeland), https://www.itenrecht.nl/artikelen/review-gebaseerd-op-ervaringen-met-opstellen-algemene-voorwaarden-is-niet-onrechtmatig

Rb. Rotterdam 10 april 2025, IT 4852; ECLI:NL:RBROT:2025:4473 (Debtt tegen Trading Company Zeeland).  Partijen hebben een overeenkomst gesloten en dit serviceabonnement houdt onder meer juridisch advies met betrekking tot het opstellen van algemene voorwaarden en het incasseren van vorderingen door Debtt voor Trading Company in. Debtt heeft Trading Company een factuur gestuurd, maar deze is niet betaald. Debtt eist betaling van het factuurbedrag en het verwijderen van een negatieve review en dat Trading Company zich niet meer negatief uitlaat over Debtt. Trading Company eist op haar beurt dat Debtt alsnog correcte algemene voorwaarden opstelt en dat de factuur over 2024 wordt gecrediteerd. Daarbij doet ze een beroep op opschorting, zolang Debtt geen correcte algemene voorwaarden voor haar opstelt, hoeft zij niet te betalen. De kantonrechter oordeelt dat Trading Company de factuur over 2024 moet betalen inclusief rente en kosten. Verder worden alle vorderingen van beide partijen afgewezen. Debtt heeft de algemene voorwaarden opgesteld en naar Trading Company opgestuurd. Hierbij geeft Debtt aan dat ze er teveel tijd voor hebben genomen, maar ze hebben uiteindelijk wel geleverd. De gevorderde hoofdsom in conventie wordt toegewezen en de in reconventie gevorderde creditering van de factuur wordt afgewezen.

IT 4841

Uitspraak ingezonden door Thomas Kriense, Guldemond Advocaten.

Hof bevestigt dat verzameling van productgegevens door Tracpartz geen databank vormt

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 22 apr 2025, IT 4841; ECLI:NL:GHARL:2025:2565 (Tracpartz tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hof-bevestigt-dat-verzameling-van-productgegevens-door-tracpartz-geen-databank-vormt

Hof Arnhem-Leeuwarden 22 april 2025, IEF 22663, IT 4841; ECLI:NL:GHARL:2025:2565 (Tracpartz tegen Snel Parts). Beide partijen zijn actief op de onderdelen markt voor mini-tractoren en verkopen hun goederen online via een webwinkel. Tracpartz trachtte het haar concurrent ervan te weerhouden zogenaamde technische compatibiliteitsinformatie over onderdelen van minitractoren te gebruiken. Tracpartz stelde dat zij exclusieve rechten had op deze gegevens, omdat ze naar eigen zeggen aanzienlijke investeringen had gedaan om ze te verzamelen. Ze noemde deze gegevens haar "bijzondere productinformatie" en was van mening dat dit databankrechtelijke bescherming geniet. Volgens Snel Parts draaide het hier niet om een beschermde databank, maar simpelweg om informatie die vrij beschikbaar is en waar elke concurrent gebruik van mag maken om klanten beter te bedienen. Het hof gaf Snel Parts gelijk. Belangrijk is de constatering dat databankbescherming alleen geldt als de investering specifiek gericht is op het creëren van een databank—dus op de opslag, controle en verwerking van gegevens—en niet op commerciële activiteiten zoals het verzamelen van productkennis voor verkoopdoeleinden. Het feit dat Tracpartz veel tijd en moeite besteedde aan het verkrijgen van technische informatie betekende nog niet dat zij een juridisch beschermde databank had. Daarnaast benadrukte het hof dat het overnemen van vrij beschikbare, feitelijke informatie door concurrenten in beginsel geoorloofd is, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden zoals het omzeilen van technische beveiligingen, iets wat hier niet aan de orde was. De rechtbank had dit in eerste aanleg al helder vastgesteld en het hof bevestigde deze uitspraak [zie IEF 21882].

IT 4835

Ondanks dat hyperlink achteraf niet meer werkte, zijn de algemene voorwaarden van toepassing

Rechtbank Amsterdam 15 jan 2025, IT 4835; ECLI:NL:RBAMS:2025:197 (Fish on Fire tegen Provast c.s.), https://www.itenrecht.nl/artikelen/ondanks-dat-hyperlink-achteraf-niet-meer-werkte-zijn-de-algemene-voorwaarden-van-toepassing

Rb. Amsterdam 15 januari 2025, IT 4835; ECLI:NL:RBAMS:2025:197 (Fish on Fire tegen Provast c.s.). Fish on Fire ontwikkelt digitale producten zoals apps en webplatforms. Gedaagde 4 is bestuurder en enig aandeelhouder van gedaagde 3, die op haar beurt bestuurder en aandeelhouder is van Provast en indirect ook van Rentbay. Deze vennootschappen zijn actief in vastgoedmanagement. In 2021 heeft gedaagde 4 Fish on Fire benaderd voor de ontwikkeling van een webplatform voor het verhuren van vastgoed zonder tussenkomst van makelaars. Fish on Fire heeft offertes uitgebracht, die gedaagde 4 digitaal ondertekende namens Provast. In deze zaak draait het om het uitblijven van betaling van openstaande facturen voor de ontwikkeling van het platform. Hierbij is het onduidelijk wie er contractspartijen zijn, en of de algemene voorwaarden van Fish on Fire geldig van toepassing zijn. Provast voert aan dat zij deze voorwaarden bij het sluiten van de overeenkomst niet op een geldige manier ter hand gesteld had gekregen, omdat de hyperlink naar de algemene voorwaarden niet zou werken. Volgens Provast kon zij daardoor geen kennis nemen van de inhoud van de voorwaarden. 

IT 4832

Vordering tot rectificatie van uitspraak over schaatsmessen deels toegewezen

Rechtbank Noord-Holland 19 feb 2025, IT 4832; ECLI:NL:RBNHO:2025:3395 (Eiser tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vordering-tot-rectificatie-van-uitspraak-over-schaatsmessen-deels-toegewezen

Rb. Noord-Holland 19 februari 2025, IT 4832; ECLI:NL:RBNHO:2025:3395 (Eiser tegen gedaagde). In opdracht van gedaagde, een schaatsproducent, sleep eiser schaatsmessen. De samenwerking tussen eiser en gedaagde is inmiddels geëindigd, maar twee facturen van eiser zijn niet betaald. In deze zaak stelt eiser dat gedaagde zijn goede naam heeft misbruikt door op haar website te vermelden dat al haar schaatsen zijn voorzien van door eiser geslepen schaatsen, terwijl dat in werkelijkheid niet het geval was. Hij vordert onder meer schadevergoeding en rectificatie van deze uitlatingen op de website. Deze vordering wordt toegewezen. De rechtbank oordeelt dat gedaagde onrechtmatig handelde door op haar website te vermelden dat de messen afkomstig waren van eiser, terwijl dat niet altijd zo was. Dit kwalificeert als misleiding in de zin van art. 6:194 BW. Dit geldt overigens alleen voor de ‘Superior’-schaat. Voor de ‘Synergy’-schaats is niet bewezen dat het staal van eiser nooit is gebruikt. De rectificatie wordt dus gedeeltelijk toegewezen.

IT 4831

Gerecht verwerpt beroep van Nederlandse telecombedrijven tegen verspreidingsverbod Russische media

Overige instanties 26 mrt 2025, IT 4831; ECLI:EU:T:2025:331 (A2B Connect e.a. tegen Raad van de EU), https://www.itenrecht.nl/artikelen/gerecht-verwerpt-beroep-van-nederlandse-telecombedrijven-tegen-verspreidingsverbod-russische-media

GvEU 26 maart 2025, IEF 22642, IT 4831; ECLI:EU:T:2025:331 (A2B Connect e.a. tegen Raad van de EU). De verzoeksters in deze zaak bij het Gerecht zijn drie Nederlandse telecombedrijven. Zij stellen beroep in op grond van artikel 263 VWEU en vragen om nietigverklaring van bepaalde handelingen van de Raad van de Europese Unie die beperkende maatregelen vaststellen tegen Rusland naar aanleiding van de situatie in Oekraïne. De bestreden handelingen maken deel uit van het sanctieregime van de EU tegen Rusland vanwege diens destabiliserende acties in Oekraïne. Hieronder valt het verspreidingsverbod: een maatregel waarbij exploitanten zoals internetproviders wordt verboden bepaalde inhoud van gesanctioneerde Russische media te verspreiden of de verspreiding daarvan mogelijk te maken. Hoewel verzoeksters niet zelf op de sanctielijsten staan, zijn zij als internetproviders onderworpen aan de uitvoering van het verspreidingsverbod dat door de Raad is opgelegd. Tegen deze maatregel stellen zij beroep in bij het Gerecht van de EU, stellende dat de maatregelen onrechtmatig op hen van toepassing zijn.

IT 4824

Twitter heeft geen belang bij schorsing executie dwangsommen, ook geen opheffing, matiging of verhoging

Rechtbank 26 mrt 2025, IT 4824; ECLI:NL:RBAMS:2025:1943 (Twitter tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/twitter-heeft-geen-belang-bij-schorsing-executie-dwangsommen-ook-geen-opheffing-matiging-of-verhoging

Vzr. Rb. Amsterdam 26 maart 2025, IT 4824; ECLI:NL:RBAMS:2025:1943 (Twitter tegen gedaagde). Het Twitter-account van gedaagde is opgeschort nadat hij een tweet plaatste waarin het woord kinderporno stond. Dit bericht ging over de Europese plannen tegen kinderporno en linkte naar een artikel van de NOS. Om erachter te komen waarom deze beperking was opgelegd heeft gedaagde een inzageverzoek in de zin van artikel 15 AVG ingediend. Nadat Twitter hier niet op reageerde heeft de rechter bepaald dat zij dit alsnog moet doen [zie IT 4602]. Twitter vordert in kort geding opschorting of beperking van de executie van een eerdere rechterlijke beschikking waarin dwangsommen zijn opgelegd. Twitter stelt onder meer dat de executie onrechtmatig is of moet worden gestaakt, of in afwachting van hoger beroep moet worden opgeschort. Gedaagde vordert in reconventie vaststelling dat Twitter dwangsommen heeft verbeurd en verzoekt de eerder opgelegde dwangsom te handhaven of te verhogen.

IT 4812

Vordering Bol.com afgewezen wegens ontbrekende algemene voorwaarden en onduidelijke rol

Rechtbank Amsterdam 14 feb 2025, IT 4812; ECLI:NL:RBAMS:2025:1361 (Bol.com tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vordering-bol-com-afgewezen-wegens-ontbrekende-algemene-voorwaarden-en-onduidelijke-rol

Rb. Amsterdam 14 februari 2025, IT 4812; ECLI:NL:RBAMS:2025:1361 (Bol.com tegen gedaagde). Deze zaak betreft een vordering van BOL.COM tegen een consument voor de betaling van een bedrag van € 243,80, vermeerderd met incassokosten, rente en proceskosten. De consument is niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De rechtbank toetst ambtshalve of BOL.COM haar informatieverplichtingen heeft nageleefd en of de algemene voorwaarden eerlijk waren volgens Richtlijn 93/13/EG. BOL.COM heeft echter niet alle relevante algemene voorwaarden overgelegd, waardoor de toetsing niet mogelijk is. De dagvaarding is opgesteld om standaard voor meerdere zaken te gebruiken, maar specificeert niet duidelijk in welke hoedanigheid BOL.COM B.V. optreedt. Dit moet wel, omdat BOL.COM B.V. zowel als verkopende partij als lasthebber van andere verkopers kan optreden. De rechtbank gaat ervan uit dat de koopovereenkomst in deze zaak met een andere verkoper is gesloten. Omdat niet alle toepasselijke algemene voorwaarden zijn overgelegd, kan de kantonrechter het ambtshalve onderzoek niet goed uitvoeren. Hierdoor voldoet BOL.COM B.V. niet aan haar stelplicht. Op grond van artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt de vordering afgewezen.