DOSSIERS
Alle dossiers

Internet  

IT 4999

Rechtbank wijst verzoek tot verwijdering van URL over strafrechtelijk verleden af

Rechtbank Den Haag 28 aug 2025, IT 4999; ECLI:NL:RBDHA:2025:16243 ([verzoeker] tegen Google), https://www.itenrecht.nl/artikelen/rechtbank-wijst-verzoek-tot-verwijdering-van-url-over-strafrechtelijk-verleden-af

Rb. Den Haag 28 augustus 2025, IEF 23043; IT 4999; ECLI:NL:RBDHA:2025:16243 ([verzoeker] tegen Google). [verzoeker] is een Nederlandse vastgoedondernemer. [verzoeker] gebruikt als voornaam zowel “[voornaam verzoeker 1]” als “[voornaam verzoeker 2]”. [verzoeker] is een aantal keer strafrechtelijk veroordeeld. Google exploiteert de zoekmachine Google Search. Gebruikers kunnen één of meer zoektermen opgeven, waarna de zoekmachine zoekresultaten weergeeft. Als in de zoekmachine een zoekopdracht met een van de voornamen van [verzoeker] wordt ingevoerd, verschijnt bij de zoekresultaten onder meer de URL die naar een artikel van 16 september 2022 in Dagblad De Limburger, genaamd: “Topman miljoenenfonds provincie steekt eigen geld in omstreden vakantiepark [vakantiepark] in [plaats 1] : gouverneur start onderzoek”. De topman is [naam 1], niet [verzoeker]. Maar, [verzoeker] wordt wel genoemd in relatie tot de topman. De moeder van [naam 1] is eigenaresse en bestuurder van dat vakantiepark. [verzoeker] heeft Google herhaaldelijk verzocht de URL naar het artikel te verwijderen. Zo ook in deze procedure. [verzoeker] beroept zich op de AVG. 

IT 4998

Ontwikkeling toeristenapp Bonaire: comparitie gelast in zaak TCB tegen Dot1

Overige instanties 27 aug 2025, IT 4998; ECLI:NL:OGEAA:2025:256 (TCB tegen Dot1), https://www.itenrecht.nl/artikelen/ontwikkeling-toeristenapp-bonaire-comparitie-gelast-in-zaak-tcb-tegen-dot1

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba 27 augustus 2025, IT 4998; ECLI:NL:OGEAA:2025:256 (TCB tegen Dot1). TCB gaf Dot1 in oktober 2019 opdracht een toeristen-app voor Bonaire te ontwikkelen (fase 1 in circa 14 weken; totaal USD 34.980, volledig betaald). Omdat de app volgens TCB nooit ter beschikking is gesteld, ontbond zij de overeenkomst op 26 februari 2023 en vorderde terugbetaling; Dot1 stelde dat TCB steeds op de hoogte werd gehouden en (vervroegde) toegang had, terwijl de inschrijving als Apple-developer en publicatie via TCB’s eigen account cruciaal waren. De correspondentie laat langdurige vertraging zien, wél (gedeeltelijke) ontwikkeling en content-invoer in 2020, en contact tot april 2021; daarna volgden in 2022 mails en een meeting op 31 oktober 2022, maar nadien bleef een update uit. De door Dot1 genoemde e-mails van november 2022 zijn niet ontvangen vanwege een fout adres, zodat die buiten beschouwing blijven.

IT 4980

Uitspraak ingezonden door mr. X.W. Koehoorn, NietBezorgd.nl.

Misleiding met vervalste Trustpilot-sterrenscore en ongeverifieerde reviews

Rechtbank Noord-Holland 1 okt 2025, IT 4980; ECLI:NL:RBNHO:2025:11343 ([eiser 1] c.s. tegen [gedaagde]), https://www.itenrecht.nl/artikelen/misleiding-met-vervalste-trustpilot-sterrenscore-en-ongeverifieerde-reviews

Rb. Noord-Holland 1 oktober 2025, IT 4980; ECLI:NL:RBNHO:2025:11343 ([eiser 1] c.s. tegen  [gedaagde]). De kantonrechter Alkmaar verklaart het beroep van elf kopers tegen een webwinkel gegrond: alle koopovereenkomsten worden vernietigd wegens oneerlijke handelspraktijken en schending van informatieplichten. De rechter kwalificeert de kopers als consumenten en de verkoper als handelaar; ook voor de Belgische eiser is de Nederlandse rechter bevoegd en is Nederlands recht van toepassing. De site toont misleidende reviews (o.a. een vaste Trustpilot-grafiek van 4,5 ster en “recente” 5-sterrenbeoordelingen die maandenlang ongewijzigd blijven) zonder redelijke verificatiemaatregelen; dit valt onder de zwarte-lijst-verboden van art. 6:193g onder z en aa BW. Daarnaast ontbrak of klopte essentiële (pre)contractuele informatie niet in het bestelproces of de documentatie (identiteit/adres, herroepingsrecht, kosten van retour), in strijd met art. 6:230m lid 1 (b, c, h, i) en art. 6:230v lid 3 BW. Het verweer dat technische storingen in de Trustpilot-koppeling de oorzaak waren, vindt de rechtbank onvoldoende onderbouwd; de wijze van presenteren kon de gemiddelde consument tot een ander besluit brengen.

IT 4978

Uitspraak ingezonden door mr. X.W. Koehoorn, NietBezorgd.nl

Vernietiging wegens retouradres buiten Nederland en hoge retourkosten

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 8 okt 2025, IT 4978; ECLI:NL:RBZWB:2025:6826 (de consumenten tegen KPA), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vernietiging-wegens-retouradres-buiten-nederland-en-hoge-retourkosten

Rb. Zeeland-West-Brabant 8 oktober 2025, IT 4978; ECLI:NL:RBZWB:2025:6826 (de consumenten tegen KPA). De kantonrechter Breda (Rb Zeeland-West-Brabant) behandelt een geschil tussen negen consumenten en KPA E-Commerce B.V. over online aankopen bij KPA’s webshop, die werkte met internationale dropshipping vanuit China. De consumenten vorderen algehele vernietiging van hun overeenkomsten op afstand en terugbetaling van de betaalde prijzen, omdat KPA diverse essentiële (pre)contractuele informatieplichten uit art. 6:230m BW en art. 6:230v BW niet is nagekomen; KPA betwist dit en stelt dat eventuele tekortkomingen geen volledige vernietiging rechtvaardigen. De rechtbank staat een eisvermindering toe maar laat een laat overgelegde productie (nr. 15) buiten beschouwing. Inhoudelijk benadrukt de rechtbank dat de handelaar moet aantonen dat aan informatieplichten is voldaan en ziet zij ambtshalve toe op naleving [IT 4923]. Precontractuele informatie alléén in algemene voorwaarden volstaat niet als de consument die niet actief heeft aangevinkt (ECLI:EU:C:2022:112). KPA kon het bestelproces niet deugdelijk onderbouwen met printscreens en vermeldde op de site veelal geen juiste handelsnaam, volledig vestigingsadres, telefoonnummer of e-mail; de na latere aanpassing getoonde gegevens bleven onvolledig. Voor levering acht de rechtbank de melding “gratis verzending in heel Nederland” op zichzelf toereikend, maar bij herroeping was onduidelijk hoe en waar te retourneren en werd niet transparant gemaakt dat retour naar China hoge kosten meebracht; ook is geen modelformulier verstrekt en ontbrak bevestiging van de wettelijk vereiste informatie op een duurzame gegevensdrager. De bestelknop-teksten (“nu bestellen”, “order nu”, “plaats uw bestelling”) voldoen niet aan art. 6:230v lid 3 BW (ECLI:NL:HR:2024:1355).

IT 4973

Besluit vergunning voor de concentratie tussen KPN en Youfone blijft in stand

Rechtbank Rotterdam 14 okt 2025, IT 4973; ECLI:NL:RBROT:2025:11743 (L-mobi tegen ACM), https://www.itenrecht.nl/artikelen/besluit-vergunning-voor-de-concentratie-tussen-kpn-en-youfone-blijft-in-stand

Rb. Rotterdam 14 oktober 2025, IT 4973; ECLI:NL:RBROT:2025:11743 (L-mobi tegen ACM). De Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van L-mobi (Ruban Holding B.V. en L-mobi Mobile B.V.) tegen het ACM-besluit dat vergunning verleent voor de overname van Youfone door KPN ongegrond; het besluit blijft in stand. De rechtbank stelt voorop dat de ACM de markten en effecten prospectief heeft onderzocht en acht die analyse overtuigend. Op de retailmarkt gaat de ACM uit van één nationale markt; Youfone heeft daar een beperkte positie en het gezamenlijke aandeel van KPN/Youfone in het no-frills-segment ligt rond [20–30]%. Youfone hanteert geen bijzondere prijsstelling en kent geen zeer sterke naamsbekendheid; recente toetreding/verbeterde wholesalecontracten bij andere MVNO’s (o.a. 50+Mobiel, Lebara, BudgetMobiel) ondersteunen dat geen belangrijke concurrentiekracht wegvalt. Het fusiesimulatiemodel bevestigt dat de prijseffecten van de overname gering zijn. Deze bevindingen neemt de rechtbank over.

IT 4985

P-G Hartlief: Google Shopping-vermelding niet misleidend

Hoge Raad 12 sep 2025, IT 4985; ECLI:NL:PHR:2025:986 (Digital Revolution tegen Google), https://www.itenrecht.nl/artikelen/p-g-hartlief-google-shopping-vermelding-niet-misleidend

Parket bij de Hoge Raad 12 september 2025, IT 4985; RB 3933; ECLI:NL:PHR:2025:986 (Digital Revolution tegen Google). De Procureur-Generaal Hartlief concludeert tot verwerping van het cassatieberoep van Digital Revolution (123inkt) tegen Google. De zaak gaat over Google Shopping-vermeldingen voor printercartridges van Prindo/Media Concept: in Google Shopping verschijnt een prijs met de knop “Site bezoeken”; wie doorklikt, komt op een Prindo-landingspagina waar die prijs geldt, maar met de beperking “maximaal 1 per bestelling per klant”; bij een rechtstreeks bezoek aan prindo.nl is de prijs hoger en ontbreekt die restrictie. Het hof oordeelt, en de P-G volgt dat oordeel , dat de in Google Shopping getoonde prijs op zichzelf niet misleidt, omdat de consument via de doorklik die prijs daadwerkelijk kan betalen en de essentiële beperking direct vóór het bestelbesluit zichtbaar is. Dat Google Shopping als medium geen plaats biedt voor alle details weegt mee; essentiële informatie mag op de landingspagina worden gegeven, mits tijdig vóór het besluit tot kopen. Klachten over misleidende handelspraktijken (art. 6:193a e.v. BW), misleidende reclame (art. 6:194 BW) en ongeoorloofde vergelijkende reclame (art. 6:194a BW) falen daarom. Volgens de P-G ondersteunt het dossier bovendien dat hier feitelijk sprake is van toegestane prijsdifferentiatie en dat de consument, desgewenst, meerdere stuks kan afnemen door de handeling te herhalen, zodat geen “prijslokker” ontstaat die het economische gedrag onrechtmatig beïnvloedt.

IT 4971

ACM-invordering dwangsommen gematigd wegens onzorgvuldige controle

Overige instanties 9 sep 2025, IT 4971; ECLI:NL:CBB:2025:475 (([naam 1] tegen ACM)), https://www.itenrecht.nl/artikelen/acm-invordering-dwangsommen-gematigd-wegens-onzorgvuldige-controle

CBB 16 september 2025, IT 4971; ECLI:NL:CBB:2025:475 ([naam 1] tegen ACM). Het College bevestigt dat ACM het bezwaar tegen het dwangsombesluit terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard: de e-mails van 2 en 9 augustus 2021 gingen (alleen) over het persbericht en boden geen aanknopingspunt dat [naam 1] bezwaar maakte tegen de last onder dwangsom; ACM hoefde daarover ook geen verduidelijking te vragen. Het op 22 november 2021 ingediende bezwaar was dus te laat. Voor de invordering passeert het College, net als de rechtbank, het gebrek dat ACM vooraf niet heeft gehoord met art. 6:22 Awb, omdat [naam 1] in beroep en hoger beroep alsnog haar standpunten volledig heeft kunnen toelichten en niet is benadeeld. Inhoudelijk staat vast dat de last gold voor alle lead-genererende websites en dat gedurende tien weken (5 november 2021 t/m 4 januari 2022) overtredingen zijn geconstateerd (o.a. misleidende lokale presentatie en ontbrekende bedrijfsgegevens), waarbij ACM haar bevindingen voldoende heeft onderbouwd met een Verslag van Ambtshandelingen en screenshots; aan bevindingen van de bevoegde toezichthouder mag in beginsel zwaar gewicht worden toegekend. Het hoger beroep faalt dus voor zover gericht tegen de last en de vaststelling dat dwangsommen zijn verbeurd.

IT 4961

Bestuurders niet aansprakelijk voor onbetaalde facturen na algoritmewijziging

Rechtbank Rotterdam 24 sep 2025, IT 4961; ECLI:NL:RBROT:2025:11408 (Import4You tegen [gedaagden]), https://www.itenrecht.nl/artikelen/bestuurders-niet-aansprakelijk-voor-onbetaalde-facturen-na-algoritmewijziging

Rb. Rotterdam 24 september 2025, IT 4961; ECLI:NL:RBROT:2025:11408 (Import4You tegen [gedaagden]). Import4You verrichtte transportdiensten voor Lideka, die via een online platform een webwinkel in huis- en tuinartikelen en andere consumentenproducten exploiteerde. [gedaagde 1] is enig bestuurder en aandeelhouder van Lideka. [gedaagde 2] is enig bestuurder en aandeelhouder van [gedaagde 1]. In 2024 heeft Lideka opdrachten geplaatst bij Import4You. Hiervoor zijn facturen gestuurd. Lideka heeft deze facturen niet betaald. Eind 2024 is Lideka op eigen verzoek failliet verklaard. De rechtbank moet beslissen of [gedaagde 1] en [gedaagde 2] de facturen alsnog moeten betalen omdat zij bestuurder waren. [gedaagden] stellen dat zij niet onrechtmatig hebben gehandeld. Op 2 september 2024 vond er een algoritmewijziging plaats op Bol.com. Hierdoor werden de producten van Lideka hier niet langer zichtbaar voor consumenten. Dit leidde tot een omzetdaling van 70% en uiteindelijk tot het faillissement van Lideka. In de dagen nadat de algoritmewijziging bekend werd, heeft Lideka er alles aan gedaan om haar zichtbaarheid te verbeteren. Op 10 september 2024 werd duidelijk dat dit niet mogelijk was. Toen heeft Lideka alle externe partijen zo snel mogelijk geïnformeerd. 

IT 4949

Besluit over vaststelling toezichtsvergoeding TikTok nietig

HvJ EU 10 sep 2025, IT 4949; ECLI:EU:T:2025:843 (TikTok Technology Ltd tegen Europese Commissie ), https://www.itenrecht.nl/artikelen/besluit-over-vaststelling-toezichtsvergoeding-tiktok-nietig

Gerecht EU 10 september 2025, IT 4949; ECLI:EU:T:2025:843 (TikTok Technology Ltd tegen Europese Commissie). TikTok Technology Ltd (hierna: TikTok) vordert door haar beroep op artikel 263 VWEU een nietigverklaring van uitvoeringsbesluit C92023) 8173 final van de Europese Commissie van 27 november 2023 tot vaststelling van de toezichtsvergoeding die voor TikTok geldt krachtens artikel 43, lid 3, van verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad (hierna: het bestreden besluit). Overeenkomstig artikel 43 van de digitaledienstenverordening brengt de Commissie aanbieders van zeer grote onlineplatforms (hierna: „ZGOP’s”) en van zeer grote onlinezoekmachines (hierna: „ZGOZ’s”) een jaarlijkse toezichtsvergoeding in rekening voor elke dienst waarvoor zij zijn aangewezen krachtens artikel 33. Die vergoeding wordt vastgesteld middels een uitvoeringshandeling en is bestemd om de geraamde kosten te dekken die de Commissie maakt in verband met haar toezichtstaken uit hoofde van de digitaledienstenverordening. Overeenkomstig artikel 43, lid 4, van deze verordening stelt de Commissie die vergoeding vast volgens de methode die zij heeft vastgesteld in een gedelegeerde handeling, met inachtneming van de beginselen die zijn neergelegd in artikel 43, lid 5, van die verordening. TikTok voert vijf middelen aan, waarvan de eerste is ontleend aan een schending van artikel 43, lid 5, onder b), van de digitaledienstenverordening en, bij wege van exceptie, aan de onwettigheid van artikel 4, lid 2, van gedelegeerde verordening 2023/1127. Dit valt uiteen in vijf onderdelen. Ten eerste, het gebruik van de gemeenschappelijke methode is niet rechtmatig, ten tweede, schending van artikel 43, lid 5, onder b), van de digitaledienstenverordening, gelezen in samenhang met artikel 3, eerste alinea, onder p), van de digitaledienstenverordening, betreffende de wettelijke definitie van het GAMAA, ten derde, de methode die in het bestreden besluit is gebruikt om het GAMAA te ramen behandelt de platforms discriminatoir, ten vierde, noch artikel 43 van de digitaledienstenverordening noch artikel 4, lid 2, van gedelegeerde verordening 2023/1127 vormt een rechtsgrondslag voor de vaststelling van een methode voor de berekening van het GAMAA in een uitvoeringshandeling, en ten vijfde, aanvoering van een exceptie van onwettigheid met betrekking tot artikel 4, lid 2, van gedelegeerde verordening 2023/1127. 

IT 4944

Geen ontbinding blockchain-overeenkomst

Rechtbank Den Haag 20 aug 2025, IT 4944; ECLI:NL:RBDHA:2025:15593 (DATS tegen Trio), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-ontbinding-blockchain-overeenkomst

Rb. Den Haag 20 augustus 2025, IT 4944, ECLI:NL:RBDHA:2025:15593 (DATS tegen Trio). DATS en Trio sloten een overeenkomst: DATS zou tegen betaling een blockchainproduct ontwikkelen. Volgens DATS bleven facturen aan Trio onbetaald, ze vordert betaling. Trio stelt op hun beurt dat DATS het afgesproken werk niet heeft geleverd. De rechtbank stelt voorop dat niet kan worden bepaald welke werkzaamheden DATS ter uitvoering van de overeenkomst exact heeft verricht. Dat er bepaalde werkzaamheden zijn verricht staat vast, maar ook staat vast dat werkzaamheden ter waarde van $ 56.000 dollar niet zijn verricht. Daarmee is een deel van de vordering van DATS ter hoogte van dat bedrag reeds niet voor toewijzing vatbaar. Verder staat vast dat de tokenisatie (het omzetten van de waarde van de energie van de zonnepanelen in digitale tokens), voor Trio een zeer belangrijk onderdeel van het project, evenmin is afgerond. Omdat niet is komen vast te staan dat tegenover de vordering van DATS door haar verrichte werkzaamheden staan, zal de vordering worden afgewezen. Daarmee is de vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten evenmin voor toewijzing vatbaar.