Gepubliceerd op maandag 19 mei 2025
IT 4864
Rechtbank Den Haag ||
1 mei 2025
Rechtbank Den Haag 1 mei 2025, IT 4864; ECLI:NL:RBDHA:2025:7175 (Eiser tegen de minister van Buitenlandse Zaken), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-avg-verzoek-minister-mocht-informatieverzoek-over-repatriering-als-niet-bezwaarlijk-afdoen

Geen AVG-verzoek: minister mocht informatieverzoek over repatriëring als niet-bezwaarlijk afdoen

Rb. Den Haag 1 mei 2025, IT 4864; ECLI:NL:RBDHA:2025:7175 (Eiser tegen de minister van Buitenlandse Zaken). Eiser verbleef onvrijwillig in Gaza en kon niet terugkeren naar Nederland. Zijn gemachtigde heeft de minister van Buitenlandse Zaken per brief verzocht om informatie over de inspanningen die zijn verricht om eiser te repatriëren. De minister heeft hierop gereageerd met een informatieve brief. Eiser stelt dat zijn verzoek een inzageverzoek op grond van de AVG was en dat de minister had moeten voldoen aan de eisen van artikel 15 AVG. In bezwaar en beroep voert eiser aan dat de minister zijn verzoek ten onrechte niet als AVG-verzoek heeft behandeld en dat de reactie van de minister een besluit is waartegen bezwaar openstaat. De rechtbank overweegt dat de brief van eiser niet expliciet een verzoek om inzage in persoonsgegevens op grond van de AVG bevatte. Hoewel de AVG in de brief werd genoemd, was het verzoek gericht op informatie over de repatriëringsinspanningen en niet op inzage in de verwerking van persoonsgegevens. De rechtbank stelt dat het doel van artikel 15 AVG is dat betrokkene de verwerking van zijn persoonsgegevens kan controleren, wat uit het verzoek niet blijkt. Er is dus geen AVG-verzoek gedaan en de reactie van de minister is geen besluit in de zin van de Awb. Het bezwaar is daarom terecht niet-ontvankelijk verklaard en het beroep wordt ongegrond verklaard.

5.2.De rechtbank stelt vast dat in de brief van 12 april 2024 wordt verzocht om informatie over de inspanningen die verweerder heeft verricht en gaat verrichtten met betrekking tot het repatriëren van eiser. In de brief staat niet dat om inzage in de door verweerder verwerkte persoonsgegevens van eiser wordt verzocht. Weliswaar wordt de AVG in de brief genoemd, maar dat is in een andere context. De minister kan in de Tweede Kamer niet alle informatie verstrekken over individuele zaken vanwege de AVG, maar kan die informatie mogelijk wel verstrekken aan de gemachtigde van de betrokkene. Dat betekent nog niet dat een verzoek om die informatie dan ook een verzoek is om inzage in de verwerkte persoonsgegevens op grond van artikel 15 van de AVG. Het doel van artikel 15 van de AVG is dat betrokkene zich van de verwerking van zijn persoonsgegevens op de hoogte kan stellen en de rechtmatigheid daarvan kan controleren.2 Dat de verzochte informatie persoonsgegevens bevat doet er niet aan af dat niet is verzocht om een overzicht van de van eiser verwerkte persoonsgegevens en dat uit de brief niet blijkt dat eiser inzage in zijn persoonsgegevens wil om de rechtmatigheid van de verwerking daarvan te controleren. Verweerder heeft de brief dus terecht alleen als een informatieverzoek gezien.