20 aug 2025
Geen ontbinding blockchain-overeenkomst

Rb. Den Haag 20 augustus 2025, IT 4944, ECLI:NL:RBDHA:2025:15593 (DATS tegen Trio). DATS en Trio sloten een overeenkomst: DATS zou tegen betaling een blockchainproduct ontwikkelen. Volgens DATS bleven facturen aan Trio onbetaald, ze vordert betaling. Trio stelt op hun beurt dat DATS het afgesproken werk niet heeft geleverd. De rechtbank stelt voorop dat niet kan worden bepaald welke werkzaamheden DATS ter uitvoering van de overeenkomst exact heeft verricht. Dat er bepaalde werkzaamheden zijn verricht staat vast, maar ook staat vast dat werkzaamheden ter waarde van $ 56.000 dollar niet zijn verricht. Daarmee is een deel van de vordering van DATS ter hoogte van dat bedrag reeds niet voor toewijzing vatbaar. Verder staat vast dat de tokenisatie (het omzetten van de waarde van de energie van de zonnepanelen in digitale tokens), voor Trio een zeer belangrijk onderdeel van het project, evenmin is afgerond. Omdat niet is komen vast te staan dat tegenover de vordering van DATS door haar verrichte werkzaamheden staan, zal de vordering worden afgewezen. Daarmee is de vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten evenmin voor toewijzing vatbaar.
Trio vordert in reconventie een verklaring voor recht dat de overeenkomst is ontbonden op grond van 6:265 BW. Trio heeft twee tekortkomingen genoemd waar verzuim voor is vereist maar een ingebrekestelling ontbreekt, het verzuim is daardoor niet ingetreden. Ook stelt de rechtbank vast dat de overeengekomen termijn van acht maanden geen fatale termijn is. De rechtbank oordeelt dat er geen grond is voor ontbinding. Partijen zijn op verschillende punten in het ongelijk gesteld, hierdoor moet iedere partij zijn eigen proceskosten dragen.
5.14 In de appendix bij de overeenkomst staat vermeld dat “The project is expected to be delivered in 8 months”. Hieruit volgt dat het de verwachting is dat het project binnen acht maanden zal worden opgeleverd. Verderop is in de appendix opgenomen dat “The project’s cost and delivery timeline will depend on any adjustments to the project’s planning of requirements”. Ook hieruit kan niet worden afgeleid dat partijen een fatale termijn hebben willen afspreken. De oplevertermijn wordt in deze zinsnede immers afhankelijk gesteld van diverse factoren. Uit de in het geding gebrachte correspondentie tussen partijen blijkt evenmin dat zij bedoeld hebben om een fatale termijn voor oplevering af te spreken of dat Trio en [bedrijf] DATS aan een dergelijke termijn hebben willen houden.