Gepubliceerd op woensdag 14 mei 2025
IT 4859
Rechtbank Overijssel ||
2 mei 2025
Rechtbank Overijssel 2 mei 2025, IT 4859; ECLI:NL:RBOVE:2025:2742 (Eiser tegen het college), https://www.itenrecht.nl/artikelen/ook-subjectieve-persoonsgegevens-vallen-onder-de-avg-bij-riec-verwerking

Ook subjectieve persoonsgegevens vallen onder de AVG bij RIEC-verwerking

Rb. Overijssel 2 mei 2025, IT&R 4859; ECLI:NL:RBOVE:2025:2742 (eiser tegen het college). Eiser heeft op 13 januari 2023 op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) het college van burgemeester en wethouders van Enschede (hierna: het college) verzocht om inzage in de verwerking van zijn persoonsgegevens binnen het Regionale Informatie- en Expertisecentrum (hierna: RIEC). Eiser heeft gevraagd welke persoonsgegevens van hem zijn gebruikt, in welke context, wat de herkomst daarvan is, met wie deze zijn gedeeld en welke feiten eraan ten grondslag liggen om hem en/of zijn bedrijf Stichting Humaan Overijssel als RIEC-casus aan te merken. Op 12 mei 2023 heeft het college de persoonsgegevens verstrekt die in het kader van het RIEC zijn gedeeld. Eiser heeft vervolgens bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Tijdens deze procedure heeft het college, naar aanleiding van een Woo-verzoek van eiser, 42 documenten openbaar gemaakt. Het college verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiser heeft daarop 20 juni 2024 beroep ingesteld en dit aangevuld bij brieven van 9 en 13 maart 2025. Het college heeft op 17 maart 2025 een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft het beroep op 27 maart 2025 ter zitting behandeld.

Het RIEC is een samenwerkingsverband van verschillende overheidsorganisaties, waaronder het college, en is gericht op de bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit. Het college is convenantpartner van het RIEC Oost-Nederland. De 11 RIEC’s in Nederland worden ondersteund door het Landelijk Informatie- en Expertisecentrum (LIEC), dat onder het Ministerie van Justitie en Veiligheid valt. Het LIEC en de RIEC’s hanteren een gezamenlijk privacyprotocol, met als doel het waarborgen van zorgvuldig verwerking van persoonsgegevens en het vastleggen van de verantwoordelijkheden van de convenantpartners, als verwerkingsverantwoordelijken in de zin van artikel 26 AVG. Eiser stelt dat het college het begrip ‘persoonsgegevens’ te beperkt uitlegt en onderliggende documenten hadden moeten worden verstrekt, omdat deze noodzakelijk zouden zijn om zijn AVG-rechten te kunnen uitoefenen. De rechtbank overweegt dat het begrip ‘persoonsgegevens’ ruim moet worden opgevat en zowel objectieve als subjectieve informatie omvat, waaronder meningen en beoordelingen over een geïdentificeerde persoon. Ook het recht op inzage inhouden dat afschriften van documenten moeten worden verstrekt, indien dit noodzakelijk is voor de uitoefening van de rechten van betrokkene [zie IT 4273]. Volgens de rechtbank heeft het college het begrip ‘persoonsgegevens’ te beperkt opgevat en ten onrechte alleen objectieve gegevens heeft verstrekt. Ook heeft het college onvoldoende inzicht gegeven in de wijze waarop persoonsgegevens binnen het RIEC worden verwerkt en gedeeld, en of daarbij ook subjectieve gegevens van eiser betrokken zijn. Subjectieve persoonsgegevens omvatten, anders dan het college betoogt, niet alleen indirecte informatie, maar ook meningen en beoordelingen over een persoon. De stelling dat het RIEC slechts een documentendeelplatform zou zijn, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd. Het bestreden besluit is daarom in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel (artikel 3:2 Awb) genomen en het beroep wordt gegrond verklaard.

4. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit het voorgaande dat het college het begrip ‘persoonsgegevens’ te beperkt heeft opgevat. Het college heeft immers enkel gezocht naar objectieve persoonsgegevens en daar een overzicht van verstrekt aan eiser. Daarmee miskent het college dat ook subjectieve persoonsgegevens vallen onder het begrip ‘persoonsgegevens’ en op grond van de AVG verstrekt moeten worden aan de betrokkene. Onder subjectieve persoonsgegevens valt bovendien niet enkel – zoals het college betoogt – indirecte informatie die op een bepaalde persoon kunnen wijzen, maar ook meningen en beoordelingen over een persoon die reeds met naam en toenaam (objectieve persoonsgegevens) is benoemd. Het college heeft onvoldoende onderzocht of er naast de objectieve persoonsgegevens ook sprake is van subjectieve persoonsgegevens van eiser in de systemen die het college (intern en in RIEC-verband) heeft doorzocht.