Gepubliceerd op maandag 5 januari 2015
IT 1660
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Verzaken van stelplicht leidt tot integrale proceskostenvergoeding

Rechtbank Noord-Holland 29 oktober 2014, IT 1660 (Bureau Mercuur tegen Stored Data B.V.)
Procesrecht. Grafix en XS News B.V. hadden een overeenkomst, waarin over en weer diensten in rekening werden gebracht, bestaande uit dataverbindingen en het verhuren van rackspace. Eiser vordert betaling op grond van een overeenkomst die door verweerder wordt betwist. Eiser voldoet niet aan de stelplicht, want levert voor het bestaan van de verbintenis geen feitelijke onderbouwing. Hoewel bij het aannemen van misbruik terughoudendheid past, moet worden geacht dat eiser verweerder tegen beter weten in en geheel onnodig op kosten heeft gejaagd. De vorderingen worden afgewezen en Mercuur integraal wordt veroordeeld in de proceskosten.

4.3. (...) In het licht van de gemotiveerde betwisting van Stored Data had Mercuur meer feiten en omstandigheden moeten stellen, waaruit zou kunnen worden afgeleid dat er een overeenkomst van dienstverlening bestond tussen Datahouse Capelle en Stored Data. Mercuur heeft echter geen enkele feitelijke onderbouwing geleverd van haar stelling dat Stored Data diensten heeft afgenomen van Datahouse Capelle. Nu Mercuur niet aan haar stelplicht heeft voldaan, is voor het leveren van bewijs geen ruimte. Daar komt bij dat het aanbod om werknemers van Rijndata als getuigen te laten verklaren over het gebruik van de wavelength van Datahouse Capelle tussen Amsterdam en Capelle niet terzake dienend is, nu mogelijk gebruik van de wavelength door Rijndata op zichzelf niets zegt over de (betwiste) betrokkenheid van Stored Data daarbij. De vordering zal daarom worden afgewezen.

4.5. De rechtbank overweegt dat plaats kan zijn voor integrale vergoeding van proceskosten indien sprake is van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Daarvan is pas sprake als het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Hiervan kan eerst sprake zijn als eiser zijn vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door het aanspannen van een procedure past terughoudendheid, gelet op het recht op toegang tot de rechter dat mede gewaarborgd wordt door art. 6 EVRM (HR 6 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV7828).