IT 4539
29 april 2024
Uitspraak

Conclusie A-G: Facebook mag openbare gegevens over seksuele geaardheid niet gebruiken voor persoonlijke advertenties

 
IT 4537
29 april 2024
Uitspraak

Eiseres en gedaagde beide slachtoffer van cryptofraude

 
IT 4538
25 april 2024
Artikel

Seminar Uitingsvrijheid op donderdag 16 mei 2024

 
IT 4510

Vlogger moet beschuldigende video's verwijderen van kanalen

Rechtbank Noord-Holland 22 mrt 2024, IT 4510; ECLI:NL:RBNNE:2024:1054 (eiser tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vlogger-moet-beschuldigende-video-s-verwijderen-van-kanalen

Rb. Noord-Nederland 22 maart 2024, IT 4508; ECLI:NL:RBNNE:2024:1054 (eiser tegen gedaagde) Eiser exploiteert een tattooshop en is daarnaast actief op YouTube. Gedaagde heeft ruim 61.000 abonnees op zijn YouTube-kanaal. Partijen kennen elkaar van een korte samenwerking medio 2023. Gedaagde heeft meerdere vlogs op zijn social media kanalen geplaatst waarin hij eiser beschuldigt van verkrachting en drogering van vrouwen, het misbruiken van zijn eigen dochter en chantage. Eiser heeft naar aanleiding daarvan op 2 februari 2024 aangifte gedaan vanwege smaad. Eiser vordert gedaagde alle video's te verwijderen waarin eiser wordt genoemd. Gedaagde is niet op zitting verschenen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vorderingen haar niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen. De vordering tot verwijdering van álle video’s is echter onvoldoende gespecificeerd, eiser heeft niet onderbouwd op welke wijze ‘alle andere video’s’ een inbreuk maken op zijn eer en goede naam en het recht op eerbiediging van de persoonlijk levenssfeer, waardoor toewijzing van de gehele vordering zou leiden tot een te grote beperking van de vrijheid van meningsuiting. 

IT 4508

SGOA over de levering van digitale marketingdiensten en het ontwikkelen van een offertetool

Stichting Geschillenoplossing automatisering 1 dec 2023, IT 4508; (Leverancier tegen Afnemer), https://www.itenrecht.nl/artikelen/sgoa-over-de-levering-van-digitale-marketingdiensten-en-het-ontwikkelen-van-een-offertetool

SGOA Amsterdam 2023, IT 4508; (Leverancier tegen Afnemer) Hier is een geanonimiseerd vonnis van een alleensprekend arbiter, afkomstig uit de koker van de Stichting Geschillenoplossing Automatisering (SGOA). De zaak die tot dit vonnis leidde betreft een geschil tussen een leverancier van digitale diensten (verzoekster) en een bedrijf dat op diverse locaties in Nederland opslagruimte verhuurt (verweerster).

IT 4506

Opinie: Amsterdamse Orde viel persvrijheid met gestrekt been aan

In NRC schreven Jens van den Brink en Lotte Oranje een opinieartikel over de handelwijze van de Amsterdamse Orde in de zaak die Royce de Vries aanspande tegen het AD. De Amsterdamse Orde probeerde de persvrijheid te kortwieken en daar maken Van den Brink en Oranje zich als Amsterdamse advocaten zorgen om.

IT 4505

Uitspraak ingezonden door Otto Volgenant, Boekx Advocaten.

Zwarte lijst artsen verboden

12 mrt 2024, IT 4505; ECLI:NL:GHARL:2024:1791 (SIN c.s. tegen SOS), https://www.itenrecht.nl/artikelen/zwarte-lijst-artsen-verboden

Hof Arnhem-Leeuwarden 12 maart 2024, IEF 21959, IT 4505; ECLI:NL:GHARL:2024:1791 (SIN c.s. tegen SOS) SIN c.s. hebben de websites zwartelijstartsen.com en zwartelijstartsen.nl samengesteld en online gezet waarop zowel artsen als zorgverleners worden vermeld en neergezet als plegers van 'medische misdrijven'. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van SOS, inhoudende dat de onrechtmatige uitingen worden verboden, de domeinnamen aan SOS worden overgedragen en aan Google wordt verzocht vermeldingen van deze websites uit de zoekresultaten te verwijderen, toegewezen [IEF 19694]. SIN c.s. heeft tegen dit vonnis beroep ingesteld. 

IT 4504

Minister heeft inzagerecht voldoende gewaarborgd

Rechtbank 8 mrt 2024, IT 4504; ECLI:NL:RBROT:2024:2310 (Eiser tegen de minister), https://www.itenrecht.nl/artikelen/minister-heeft-inzagerecht-voldoende-gewaarborgd

Rb. Rotterdam 8 maart 2024, IT 4504; ECLI:NL:RBROT:2024:2310 (Eiser tegen de minister). Eiser heeft bij de minister verzoek ingediend tot inzage van de door het ministerie verwerkte en hem betreffende persoonsgegevens in alle schriftelijke of elektronische vastleggingen, waaronder alle vastleggingen van alle communicatie. Het gaat om vastleggingen die betrekking hebben op zijn positie als ambtenaar, adviseur en medewerker bij Het Huis voor klokkenluiders. De minister heeft op het verstrekken van de persoonsgegevens een tweetal beperkingen van artikel 23 van de AVG toegepast. Voor wat betreft de correspondentie met de landsadvocaat heeft de minister gebruik gemaakt van de beperkingsgrond ‘de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van schendingen van de beroepscodes voor gereglementeerde beroepen’. Daarnaast heeft de minister meerdere malen gebruik gemaakt van de beperkingsgrond ‘de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen’. Eiser heeft hiertegen en tegen het niet tijdig beslissen op betreffend verzoek beroep ingesteld.

IT 4503

Toezichthoudende autoriteit is bevoegd verwijdering gegevens te bevelen

HvJ EU 14 mrt 2024, IT 4503; ECLI:EU:C:2024:239 (Újpest tegen toezichthoudende autoriteit), https://www.itenrecht.nl/artikelen/toezichthoudende-autoriteit-is-bevoegd-verwijdering-gegevens-te-bevelen

HvJ EU 14 maart 2024, IT 4503; ECLI:EU:C:2024:239 (Újpest tegen toezichthoudende autoriteit). Het gemeentebestuur van Újpest (Hongarije) heeft in 2020 besloten financiële steun te bieden aan inwoners die kwetsbaar waren geworden door de COVID-19-pandemie. Om het steunprogramma uit te kunnen voeren heeft het gemeentebestuur persoonsgegevens verzameld. De toezichthoudende autoriteit heeft naar aanleiding van een onderzoek geconstateerd dat hiermee bepalingen van de AVG waren geschonden en verplicht het gemeentebestuur de gegevens te wissen. Het ging met name om het nalaten van het gemeentebestuur de inwoners te informeren over de verwerking. Het gemeentebestuur stelt dat de toezichthoudende autoriteit niet bevoegd is te gelasten dat de persoonsgegevens gewist worden en dat dit recht slechts aan betrokkene zou toekomen. De verwijzende rechter legt de kwestie voor aan het HvJ EU.

IT 4502

HvJ EU over het mondeling verstrekken van (persoons)gegevens

HvJ EU 7 mrt 2024, IT 4502; ECLI:EU:C:2024:216 (Endemol Shine Finland), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-over-het-mondeling-verstrekken-van-persoons-gegevens

HvJ EU 7 maart 2024, IT 4502, ECLI:EU:C:2024:216 (Endemol Shine Finland). Endemol Shine Finland heeft de Finse bodemrechter verzocht om informatie over strafzaken tegen een natuurlijke persoon, teneinde de strafrechtelijke antecedenten van deze persoon na te gaan. In hoger beroep heeft de rechter aangevoerd dat de mondelinge verstrekking van de door haar gevraagde informatie geen verwerking van persoonsgegevens in de zin van artikel 4, punt 2, AVG vormt. De verwijzende rechter legt dit voor aan het Hof. Zij vraagt het Hof ook hoe de beperkingen op de verwerking van persoonsgegevens zich verhoudt ten opzichte van het recht van toegang van het publiek tot officiële documenten.

IT 4500

HvJ EU: risico op identificatie natuurlijke persoon door persbericht

HvJ EU 7 mrt 2024, IT 4500; ECLI:EU:C:2024:215 (Rekwirante tegen de Europese Commissie), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-risico-op-identificatie-natuurlijke-persoon-door-persbericht

HvJ EU 7 maart 2024, IT 4500; ECLI:EU:C:2024:215 (Rekwirante tegen Europese Commissie). Rekwirante is een academisch onderzoekster en kreeg via de Europese Onderzoeksraad een subsidie voor haar project bij de Aristoteles-universiteit. De universiteit heeft na voltooiing van het project (onder meer) de personeelskosten gedeclareerd bij het ERCEA. Het ERCEA stelde dat het bedrag niet subsidiabel was en heeft het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) ingeschakeld. OLAF heeft onderzoek gedaan en een persbericht gepubliceerd over de fraudezaak. Rekwirante vordert aan de hand van dit persbericht immateriële schadevergoeding. Zij stelt dat OLAF de bepalingen van verordening 2018/1725 betreffende de bescherming van persoonsgegevens heeft geschonden.

IT 4501

Odido krijgt boete van € 175.000 wegens onrechtmatige gegevensverwerking

De Rijksinspectie Digitale infrastructuur (hierna: RDI) heeft in 2021 onderzoek gestart naar gegevenswerking door Odido (destijds T-Mobile) en heeft onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens geconstateerd. De verwerking vond plaats tussen 2018 en 2019 en heeft betrekking op 2,5 tot 4,5 miljoen klanten. Het heeft de provider een boete van 175.000 euro opgeleverd.

De gegevens werden gebruikt voor een samenwerkingsproject met het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS). Het doel van dit project was het ontwikkelen van een algoritme voor informatie over verplaatsingen en aanwezigheid van grote groepen mensen in bepaalde locaties. De gegevens waren privacygevoelig en bevatten locaties van bellers en tijdstippen van gesprekken. De wet staat Odido toe deze gegevens te gebruiken voor bepaalde doeleinden, bijvoorbeeld facturering, maar niet voor een dergelijk samenwerkingsproject. Odido heeft in strijd gehandeld met de in artikel 11.5 Telecommunicatiewet verankerde wettelijke verplichting gegevens te anonimiseren en/of te verwijderen na verwerking voor de toegestane doeleinden. De RDI heeft echter geen ernstige gevolgen of geëffectueerde risico’s geconstateerd, wat tot boeteverlaging heeft geleid. Het samenwerkingsproject is in 2020 beëindigd.

IT 4499

Rabobank verwijdert de terechte BKR-registratie te laat

Rechtbank 10 jan 2024, IT 4499; ECLI:NL:RBDHA:2024:282 (Eiser tegen Rabobank), https://www.itenrecht.nl/artikelen/rabobank-verwijdert-de-terechte-bkr-registratie-te-laat

Rb. Den Haag 10 januari 2024, IT 4499; ECLI:NL:RBDHA:2024:282 (Eiser tegen Rabobank). Eiser is enig aandeelhouder van twee vennootschappen en wilde met deze vennootschappen een onderneming opzetten die champagne verhandelt. Rabobank heeft in 2009 aan de vennootschappen een financiering van €110.000,- verstrekt en deze twee jaar later opgezegd. De Rabobank heeft vervolgens een negatieve BKR-registratie gedaan die ziet op de betalingsverplichting uit de borgstelling. In deze registratie werd onder meer opgenomen dat eiser onvindbaar en onbereikbaar bleek. Eiser vordert onder meer schadevergoeding en verklaring voor recht dat Rabobank onrechtmatig heeft gehandeld door eiser ten onrechte bij het BKR aan te melden en eiser zo machteloos heeft gelaten.