HvJ EU: Nationale regelingen ter bescherming van werknemers moeten voldoen aan artikel 88 AVG

HvJ EU 30 maart 2023, IT 4246; ECLI:EU:C:2023:270 (Hauptpersonalrat der Lehrerinnen und Lehrer beim Hessischen Kultusministerium tegen Minister des Hessischen Kultusministeriums) De zaak gaat over het gebruik van videoconferenties voor onderwijs tijdens de COVID-19-pandemie in de deelstaat Hessen, Duitsland. Er was geen toestemming van leraren nodig voor het livestreamonderwijs via videoconferenties, wat een vakbond van leraren onterecht vond. De vraag was of de regels die dit mogelijk maakten (hierna: de nadere regels) voldeden aan de voorwaarden van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Artikel 88 van de AVG bepaalt dat lidstaten bevoegd zijn, maar niet verplicht, om dergelijke regels vast te stellen, maar deze moeten wel passende en specifieke maatregelen bevatten ter waarborging van de rechten van werknemers met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens. Als nationale regels in strijd zijn met de AVG, moeten ze buiten toepassing worden gelaten, omdat het beginsel van de voorrang van het Unierecht betekent dat EU-regelgeving voorrang heeft boven nationaal recht.