AVG-verzoek rond jeugdzorgdossier grotendeels afgewezen, geen aanwijzingen voor achtergehouden stukken
Rb. Gelderland 19 mei 2025, IT 4918; ECLI:NL:RBGEL:2025:5218 (Verzoekster tegen Leger Des Heils). De zaak betreft een verzoek van een moeder om inzage in haar persoonsgegevens die zijn verwerkt door het Leger des Heils in het kader van de ondertoezichtstelling van haar kinderen. Zij vordert onder meer een volledig overzicht van haar persoonsgegevens uit het dossier van haar kind, informatie over verstrekking aan derden, benoeming van een onafhankelijke deskundige en proceskostenveroordeling. De moeder stelt dat niet volledig aan haar inzageverzoek is voldaan, dat documenten zijn achtergehouden en dat er mogelijk een schaduwdossier bestaat. Het Leger des Heils voert aan dat vrijwel volledig aan het verzoek is voldaan, dat sommige gevraagde documenten niet bestaan of reeds zijn verstrekt, en dat geen sprake is van misbruik van het inzagerecht. De rechtbank overweegt dat het inzagerecht uit de AVG ruim is, maar dat de verzoeker moet onderbouwen dat bepaalde documenten bestaan als de verwerkingsverantwoordelijke betwist dat deze er zijn. De rechter oordeelt dat het Leger des Heils grotendeels aan het verzoek heeft voldaan en dat er geen aanwijzingen zijn voor het bestaan van achtergehouden documenten of schaduwdossiers. Wel moet het Leger des Heils nog het voorblad van een specifiek verzoek en het overgedragen dossier van de voorganger verstrekken, voor zover daar persoonsgegevens van verzoekster in staan. De overige verzoeken, waaronder het benoemen van een deskundige en het opleggen van een dwangsom, worden afgewezen. De rechtbank verklaart de moeder deels niet-ontvankelijk en wijst haar grotendeels in het ongelijk. Tot slot wordt de moeder veroordeeld in de proceskosten.