DOSSIERS
Alle dossiers

Privacy  

IT 4099

HvJ EU: Vyriausioji tarnybinės etikos komisija

HvJ EU 1 aug 2022, IT 4099; ECLI:EU:C:2022:601 (Vyriausioji tarnybinės etikos komisija), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-vyriausioji-tarnybines-etikos-komisija

HvJ EU 1 augustus 2022, IT 4099, IEFbe 3550; ECLI:EU:C:2022:601 (OT tegen Hoge commissie) Beantwoording van de prejudiciële vragen. In Litouwen bestaat er wetgeving die vereist dat overheidsfunctionarissen én hun levenspartners verklaringen over hun private belangen overleggen aan een ethische commissie (de zgn. Hoge commissie). Deze commissie publiceert deze verklaringen online. Een directeur van een milieubeschermingsorganisatie weigert gegevens van zijn partner te overleggen en de zaak komt bij het Hof. Het Hof oordeelt dat in de betreffende wetgeving geen goed evenwicht is tussen de legitieme doelen en de bescherming van privacy. Verder zijn er onvoldoende waarborgen getroffen in de wetgeving. Een tweede interessant punt dat volgt uit het arrest is dat ook indirecte gevoelige informatie valt onder bijzondere persoonsgegevens in de zin van art. 9 AVG. Zo valt uit de publicatie van de naam van de levenspartner van de directeur af te leiden wat de seksuele oriëntatie is van beide personen. Het publiceren van informatie op een website die indirect de seksuele geaardheid kan onthullen vormt een verwerking van bijzondere persoonsgegevens.

IT 4092

HvJ EU Conclusie A-G: verwerking persoonsgegevens

HvJ EU 20 sep 2022, IT 4092; ECLI:EU:C:2022:7042 (Meta Platforms Inc. tegen Bundeskartellamt), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-conclusie-a-g-verwerking-persoonsgegevens

HvJ EU Conclusie A-G 20 september 2022, IT 4092; ECLI:EU:C:2022:704 (Meta Platforms Inc. tegen Bundeskartellamt) Het Oberlandesgericht Düsseldorf en het Bundeskartellamt hebben prejudiciële vragen die zien op de uitlegging van een aantal bepalingen van verordening (EU) 2016/679(4) met betrekking tot met name, de verwerking van gevoelige persoonsgegevens, de relevante voorwaarden voor de rechtmatigheid van de verwerking van persoonsgegevens en de uiting van vrije toestemming ten aanzien van een onderneming met een machtspositie. A-G Rantos concludeert dat artikel 9, lid 1, van verordening 2016/679 zo moet worden uitgelegd dat het verbod op verwerking van persoonsgegevens zich uit kan strekken tot de verwerking van gegevens door een exploitant van een sociaal netwerk.

IT 4090

Prejudiciële vragen over het bewaren van persoonsgegevens ter bestrijding van marktmisbruik

HvJ EU 20 sep 2022, IT 4090; ECLI:EU:C:2022:703 (Strafzaken tegen VD en SR), https://www.itenrecht.nl/artikelen/prejudiciele-vragen-over-het-bewaren-van-persoonsgegevens-ter-bestrijding-van-marktmisbruik

HvJ EU 20 september 2022, IT 4090; ECLI:EU:C:2022:703 (in de strafzaken tegen VD en SR) De Cour de cassation heeft het Hof drie prejudiciële vragen gesteld. De eerste vraag van de verwijzende rechter heeft betrekking op de artikelen artikel 12, lid 2, onder a) en d) van richtlijn 2003/6 en artikel 23 lid 2 onder g) en h) van verordening nr. 596/2014, gelezen in samenhang met artikel 15 lid 1 van richtlijn 2002/58 en tegen de achtergrond van de artikelen 7, 8 en 11 en artikel 52 lid 1 van het Handvest. De verwijzende rechter wenst te vernemen of de artikelen zo moeten worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen wettelijke maatregelen ter bestrijding van marktmisbruik die preventief voorzien in een algemene en ongedifferentieerde bewaring van verkeersgegevens gedurende een jaar te rekenen vanaf de datum van registratie. Het Hof oordeelt dat dit inderdaad het geval is.

IT 3973

Ondanks vermoeden fraude, doorhaling BKR-registratie

Rechtbank Amsterdam 20 apr 2022, IT 3973; ECLI:NL:RBAMS:2022:2345 (Eiser tegen Rabobank), https://www.itenrecht.nl/artikelen/ondanks-vermoeden-fraude-doorhaling-bkr-registratie

Vzr. Rb. Amsterdam 20 april 2022, IT 3973; ECLI:NL:RBAMS:2022:2345 (Eiser tegen Rabobank) Eiser heeft in 2005 een eenmanszaak opgericht in de groothandel van parfums en cosmetica. De Rabobank heeft daarbij een zakelijk krediet verleend aan eiser. De eenmanszaak is vervolgens failliet verklaard tien jaar na oprichting, waarna eiser in het WSNP-traject kwam, dat hij vervolgens met succes heeft voltooid. Het faillissement had tevens tot gevolg, dat eiser werd geregistreerd binnen het CKI van het BKR. Eiser vordert nu een aantal jaar na faillissement van de eenmanszaak doorhaling van de BKR-registratie. De rechter is het eens met eiser. Dat de eerdere registratie het gevolg was van een zakelijke transactie en dat eiser heeft aangetoond in de afgelopen jaren goed met geld om te kunnen gaan, lagen als primaire argumenten hieraan ten grondslag. Een louter vermoeden van fraude ten tijde van het WSNP-traject is volgens de rechter onvoldoende om te stellen dat dit anders is in het onderhavige geval.

IT 3968

Uitspraak ingezonden door Lotte van Schuylenburch en Otto Volgenant, Boekx Advocaten en Moo Miero, Turing Advocaten.

Hof oordeelt dat website toch niet aansprakelijk is voor plaatsen recensie

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 14 jun 2022, IT 3968; ECLI:NL:GHARL:2022:4856 (ZorgkaartNederland tegen Geïntimeerde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hof-oordeelt-dat-website-toch-niet-aansprakelijk-is-voor-plaatsen-recensie

Hof Arnhem-Leeuwarden 14 juni 2022, IEF 20784, IT 3968, LS&R 2077; ECLI:NL:GHARL:2022:4856 (ZorgkaartNederland tegen Geïntimeerde) Zie [IT 2913]. ZorgkaartNederland heeft een website waarop gebruikers recensies kunnen achterlaten over medische behandelaars, waaronder over geïntimeerde. Geïntimeerde is een medisch specialist die een waardering heeft ontvangen op de website van ZorgkaartNederland, waarna geïntimeerde heeft verzocht deze waardering te laten verwijderen. De rechtbank oordeelde in eerste aanleg dat ZorgkaartNederland onrechtmatig heeft gehandeld jegens geïntimeerde door het plaatsen en het geplaatst houden van de waardering, waardoor ZorgkaartNederland de schade die geïntimeerde heeft geleden moest vergoeden. Het hof oordeelt daarentegen dat ZorgkaartNederland niet aansprakelijk is voor het plaatsen van de waardering zelf, maar louter voor het geplaatst houden ervan. Overige vorderingen betreffende het verstrekken van de gegevens van de inzender worden afgewezen.

IT 3935

Ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.

Geen rectificatie uitzending Marktplaatsoplichter

Rechtbank Noord-Holland 3 mei 2022, IT 3935; (Eiser tegen NoordKaap TV Producties), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-rectificatie-uitzending-marktplaatsoplichter

Ktr. Rb. Noord-Nederland 3 mei 2022, IEF 20720, IT 3935; zaaknr.: 9372487 CV EXPL 21-6048 (Eiser tegen NoordKaap TV Producties) In het TV-programma "Stegeman op de Bres" uit 2020, dat geproduceerd wordt door Noordkaap TV Producties, staat het onderwerp oplichting op Marktplaats centraal. In deze uitzending kwamen diverse gedupeerden van een bepaalde 'Marktplaatsoplichter' aan het woord die hun verhaal deden over de misstanden van de gekochte producten. Eiser vordert onder meer rectificatie van de beschuldigingen binnen de aflevering en een schadevergoeding. Voor aanvang van de civielrechtelijke zitting wordt de betreffende eiser veroordeeld voor oplichting van een groot aantal mensen, waaronder gedupeerden die in de aflevering te zien zijn. Volgens de kantonrechter heeft de uitzending een maatschappelijk belang, waarbij de inbreuk in de privacy van eiser beperkt blijft. Immers is het gezicht van eiser geblurd en is zijn achternaam niet genoemd. Dat zijn woonplaats is genoemd is functioneel, net als de opnamen die zijn gemaakt in de woning van eiser. De kantonrechter concludeert tot slot, dat het uiten van de mening van Noordkaap, art. 10 EVRM,  prevaleert boven het recht van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van eiser, art. 8 EVRM.  De rechtbank wijst de vorderingen van eiser vervolgens af, waaronder de schadevergoeding.

IT 3908

Journalisten met gerechtelijke stukken informeren is rechterlijke taak

HvJ EU 24 mrt 2022, IT 3908; ECLI:EU:C:2022:216 (Verhouding journalist en rechterlijke taken), https://www.itenrecht.nl/artikelen/journalisten-met-gerechtelijke-stukken-informeren-is-rechterlijke-taak

HvJ EU 24 maart 2022, IT 3908, IEFbe 3428; ECLI:EU:C:2022:216 (Verhouding journalist en rechtelijke taken) Naar aanleiding van het verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de rechtbank Midden-Nederland bij beslissing van 29 mei 2020 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie de vragen beantwoord omtrent de verhouding tussen art. 55 lid 3 van de verordening 2016/679 en de Autoriteit Persoonsgegevens. Onder de gerechtelijke taken in de zin van het hierboven genoemde artikel valt het tijdelijk ter beschikking stellen van processtukken waarin persoonsgegevens zijn opgenomen aan journalisten. Dit heeft het Hof van Justitie besloten in een zaak waarbij de Autoriteit Persoonsgegevens zich niet bevoegd achtte om kennis te nemen van de omstandigheid dat de journalist beschikking had over processtukken verkregen door de Raad van State. Het toezicht op het ter beschikking stellen van deze processtukken aan journalisten door een externe autoriteit zal volgens het Hof van Justitie de onafhankelijkheid van de gerechtelijke macht in gevaar kunnen brengen. Het doel van deze bepaling is dan ook om journalisten in staat te stellen beter verslag te doen over het verloop van de procedure. 

IT 3907

Doelen BKR-registratie behartigd door systeem Volksbank

Rechtbank Noord-Nederland 18 jan 2022, IT 3907; ECLI:NL:RBNNE:2022:1231 (Verzoekster tegen De Volksbank), https://www.itenrecht.nl/artikelen/doelen-bkr-registratie-behartigd-door-systeem-volksbank

Rb. Noord-Nederland 18 januari 2022, IT 3907; ECLI:NL:RBNNE:2022:1231(Verzoekster tegen De Volksbank) Het interne systeem van de Volksbank maakt geen onevenredige inbreuk op de belangen van verzoekster in verhouding met het verwerking te dienen doel. Het doel van de BKR-registratie wordt gezien als een proportioneel doel, waarbij ook aan de eis van subsidiariteit is voldaan. Verzoekster kan daarom niet gevolgd worden in diens vorderingen om de registratie te verwijderen.

IT 3843

Schadevergoeding wegens gelekte persoonsgegevens

Rechtbank 25 feb 2022, IT 3843; ECLI:NL:RBROT:2022:1420 (Excelbestand met persoonsgegevens), https://www.itenrecht.nl/artikelen/schadevergoeding-wegens-gelekte-persoonsgegevens

Ktr. Rotterdam 25 februari 2022, IT 3843; ECLI:NL:RBROT:2022:1420 (Excelbestand met persoonsgegevens) Gedaagde voert een nieuwbouwproject uit waarbij personen die belangstelling hebben voor de eventuele koop van een nieuwbouwwoning zich via een website kunnen inschrijven als kandidaat-koper. Eiseres is een van de kandidaat-kopers. Gedaagde heeft een e-mail verzonden aan alle personen die zich hebben ingeschreven. Bij deze e-mail heeft gedaagde een onbeveiligd Excelbestand gevoegd met daarin de persoonsgegevens van alle kandidaat-kopers. Het lukte gedaagde niet de verzonden e-mail in te trekken. Gedaagde heeft vervolgens een e-mail gestuurd met de vraag aan alle kandidaat-kopers om het Excelbestand direct te verwijderen.