Hof stelt prejudiciële vragen over persoonsgegevensverwerking

Hof Amsterdam 16 februari 2021, IT 3416, ECLI:NL:GHAMS:2021:499 (Eiser tegen Coöperatieve Rabobank) De Rabobank heeft in 2006 een zakelijk krediet verstrekt aan een verzoeker. Deze is vervolgens na meerdere betalingsregelingen en sommeringen niet in staat gebleken dit krediet terug te betalen. In januari 2017 heeft de Rabobank hierom de financiering opgezegd en het openstaande bedrag als schuld laten registreren in het CKI van het BKR. De verzoeker is het hier niet mee eens en verzocht de Rabobank tot doorhaling van de BKR-registratie. Deze is namelijk van mening dat dit een onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens betreft. Het hof Amsterdam vraagt zich af of de rechtbank in eerdere aanleg terecht heeft aangenomen dat de onderhavige persoonsgegevensverwerking er een is als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder f AVG. Door middel van het stellen van een of meer prejudiciële vragen aan de Hoge Raad hoopt het hof hier antwoord op te krijgen. Tot die tijd houdt zij de beslissing van de rechtbank aan.