Geen recht op schadevergoeding op grond van de ongerechtvaardigde ontbindingsverklaringen (na wederzijdse opgeschorting)
Hof Amsterdam 19 juni 2018, IT ; ECLI:NL:GHAMS:2018:2044 (CGI tegen Staalbankiers) Overeenkomstenrecht. Afwikkeling mislukt ICT-project. Uitvoering werkzaamheden is met wederzijds goedvinden in afwachting van de uitkomst van nader overleg gestaakt. Ruim een jaar later volgt ingebrekestelling en ontbinding door opdrachtgever. Heeft ontbinding de daarmee beoogde werking gehad? Leidt ongerechtvaardigde ontbindingsverklaring door opdrachtgever in de gegeven omstandigheden tot verzuim? Artikel 6:83 BW. Is schade geleden als gevolg van ongerechtvaardigde ontbindingsverklaring? Als zij schade heeft geleden, dan is deze veeleer het gevolg van de wederzijdse opschorting waarmee zij zelf heeft ingestemd. CGI heeft derhalve geen recht op schadevergoeding op grond van de ongerechtvaardigde ontbindingsverklaringen. Het Hof wijst de vorderingen van CGI af en bekrachtigt het vonnis waarvan beroep [IT 2219].