IT 4538
25 april 2024
Artikel

Seminar Uitingsvrijheid op donderdag 16 mei 2024

 
IT 4536
25 april 2024
Uitspraak

Publicaties in krant over politicus zijn niet onrechtmatig

 
IT 4535
23 april 2024
Uitspraak

Aanhouding journalist bij Extinction Rebellion leidt tot schending 10 EVRM

 
IT 3322

Vermelding in het Incidentenregister is rechtmatig

Rechtbank 9 nov 2020, IT 3322; ECLI:NL:RBAMS:2020:5422 (Eiseres tegen ING), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vermelding-in-het-incidentenregister-is-rechtmatig

Vzr. Rechtbank Amsterdam 9 november 2020, IT 3322; ECLI:NL:RBAMS:2020:5422 (Eiseres tegen ING) Privacyrecht. Kort geding. ING heeft de bankrelatie met eiseres beëindigd, nadat ING vermoedde dat de bankrekening van eiseres werd gebruikt voor WhatsAppfraude. Vervolgens heeft ING de naam van eiseres opgenomen in het Incidentenregister en het EVR. Eiseres vordert ING te veroordelen haar personalia te verwijderen uit het Incidentenregister en het EVR en de blokkering van haar bankrekening ongedaan te maken. Eiseres heeft de stellingen van ING dat zij heeft meegewerkt aan de fraude onvoldoende gemotiveerd betwist. Voorshands wordt geoordeeld dat ING voldoende zorgvuldig heeft gehandeld. De verwerking van de gegevens ven eiseres in het Incidentenregister is in beginsel rechtmatig op grond van artikel 6 lid 1 aanhef en onder f AVG, omdat eiseres nauw betrokken moet zijn geweest bij de oplichting. Nu bovendien de informatie in het Incidentenregister uitsluitend toegankelijk is voor een beperkt aantal medewerkers van ING, voldoet de registratie ook aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. Eveneens is voldaan aan de toets van artikel 5.2.1. van het PIFI voor registratie in het EVR. De vorderingen van eiseres worden afgewezen.

IT 3321

Artikel ingezonden door Martin Senftleben (UvA) en Christina Angelopoulos (University of Cambridge).

Senftleben en Angelopoulos over art. 17 DSM-richtlijn

Martin Senftleben en Christina Angelopoulos hebben een lezenswaardige bijdrage gescheven over de nieuwe DSM-richtlijn: 'In het actuele debat over art. 17 van de nieuwe Richtlijn auteursrecht in de digital single market (DSM-richtlijn) wordt vaak een belangrijk aspect van de nieuwe regeling buiten beschouwing gelaten: de filterverplichting die uit deze bepaling volgt (art. 17 lid 4 sub (b)) mag niet zo ver strekken dat een algemene monitoringverplichting ontstaat. Art. 17 lid 8 bepaalt uitdrukkelijk dat content platform aanbieders niet verplicht mogen worden hun dienst op een algemene manier te controleren om de illegale activiteiten van hun gebruikers op te sporen en te voorkomen. De focus van art. 17 lid 4 sub (b) op "specifieke werken" maakt dat niet anders. In het licht van fundamentele rechten ontstaat een verboden algemene monitoringverplichting wanneer voor de opsporing van potentieel inbreukmakende content - hoe specifiek die ook is gedefinieerd - elke content upload of alle content op het online platform moet worden onderzocht. Op het moment dat de inhoud van het platform in zijn geheel moet worden gescreend, krijgt de monitoringverplichting een buitensporig algemeen karakter. Tegen deze achtergrond kan een filterverplichting alleen toelaatbaar worden geacht als deze specifiek is ten aanzien van zowel het beschermde werk alsook de groep van potentiële inbreukmakers.'

Lees de bredere analyse van deze aspecten hier.

IT 3320

Aangepast programma Nationaal Reclamerechtcongres 2020

Zoals eerder aangekondigd gaat het Nationaal Reclamerechtcongres 2020 gewoon door.
We zijn ook deze keer enorm trots op het programma en het aanbod van sprekers dat dagvoorzitters Ebba Hoogenraad en Willem Leppink hebben georganiseerd, en kiezen voor een online versie. De onderwerpen blijven hetzelfde, maar we verdelen het programma over twee dagen.

Op de agenda
Inspiratie genoeg voor een volle agenda! Zo buigen de sprekers zich over stereotyping, en passeren vrijheid van meningsuiting, e-commerce en muziek in reclame de revue. Natuurlijk ontbreekt het jaarlijkse overzicht van hits and misses in de rechtspraak niet, evenals een terugblik op het beleid en de handhaving door de ACM.

Programma donderdag 10 december*

IT 3318

Consument heeft oplichter zelf toegang gegeven tot computer

Overige instanties 26 okt 2020, IT 3318; (Consument tegen ING Bank), https://www.itenrecht.nl/artikelen/consument-heeft-oplichter-zelf-toegang-gegeven-tot-computer

KiFiD Geschillencommissie Financiële Dienstverlening 26 oktober 2020, IT 3318, 2020-871(Consument tegen ING Bank) Internetfraude. Consument heeft een betaalrekening bij ING. Omdat zij een beperking ervaarde in haar account, zocht ze op internet naar het telefoonnummer van de helpdesk van LinkedIn. De man, die zij aan de lijn kreeg, bleek achteraf gezien een oplichter te zijn en heeft haar 600 euro afhandig gemaakt. Consument stelt dat zij geen toestemming heeft gegeven voor de transacties, maar slachtoffer is geworden van cybercrime. Zij verzoekt ING de door haar geleden schade te vergoeden. De Commissie oordeelt dat de klacht ongegrond is en dat de vordering wordt afgewezen, nu consument zelf de transacties heeft verricht en een onbevoegde derde toegang tot haar computer heeft gegeven.

IT 3316

Verzoek om inzage in persoonsgegevens bij gemeente

Rechtbank 13 aug 2020, IT 3316; ECLI:NL:RBZWB:2020:3789 (Eiser tegen gemeente Bergen op Zoom), https://www.itenrecht.nl/artikelen/verzoek-om-inzage-in-persoonsgegevens-bij-gemeente

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 13 augustus 2020, IT 3316; ECLI:NL:RBZWB:2020:3789 (Eiser tegen gemeente Bergen op Zoom) Bestuursrecht. AVG. De heffingsambtenaar van de gemeente Bergen op Zoom heeft besloten op een verzoek van eiser tot inzage in persoonsgegevens op grond van de AVG. Eiser heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Op dat bezwaarschrift is niet tijdig beslist. Vervolgens heeft eiser digitaal beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van de beslissing. Op grond van artikel 12 lid 3 AVG moet de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene onverwijld en in ieder geval binnen een maand na ontvangst van het verzoek tot inzage informatie over het gevolg van dat verzoek gegeven. In artikel 34 van de UAVG is bepaald dat een schriftelijke beslissing op het verzoek geldt als een besluit in de zin van de Awb. Het beroep is kennelijk gegrond. Het niet tijdig nemen van een beslissing op bezwaar, dat met een besluit gelijk is te stellen, wordt vernietigd. Gezien de corona-maatregelen, is er sprake van een bijzondere omstandigheid als bedoeld in artikel 8:55d lid 3 Awb. De heffingsambtenaar moet derhalve binnen vier weken alsnog een beslissing op het bezwaar maken.

IT 3315

Identiteitsfraude niet voldoende onderbouwd

Rechtbank 28 okt 2020, IT 3315; ECLI:NL:RBLIM:2020:8299 (T-Mobile tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/identiteitsfraude-niet-voldoende-onderbouwd

Ktr. Rechtbank Limburg 28 oktober 2020, IT 3315; ECLI:NL:RBLIM:2020:8299 (T-Mobile tegen gedaagde) Telecomrecht. T-Mobile vordert betaling van de openstaande facturen en de schade als gevolg van beëindiging van de overeenkomst door gedaagde. Gedaagde stelt dat sprake is van identiteitsfraude en dat zij de overeenkomst niet is aangegaan. Op basis van de door T-Mobile genoemde feiten ten aanzien van de stappen in het bestelproces, is de totstandkoming van de overeenkomst voldoende gewaarborgd. Het is aan gedaagde om tegen deze stellingen voldoende onderbouwd verweer te voeren. Dat heeft zij niet gedaan. Zij geeft aan dat zij haar portemonnee enige tijd kwijt is geweest en dat zij aangifte heeft gedaan bij de gemeente. Gedaagde had de aangifte van vermissing en de gestelde identiteitsfraude echter bij de politie moeten doen. Bij gebrek aan een deugdelijke onderbouwing van het verweer, wordt van de juistheid van de stellingen van T-Mobile uitgegaan. De vordering van T-Mobile wordt toegewezen.

IT 3313

Perspublicaties over vastgoedondernemer niet onrechtmatig

Rechtbank 28 okt 2020, IT 3313; ECLI:NL:RBNNE:2020:3814 (Eiser tegen NDC Mediagroep), https://www.itenrecht.nl/artikelen/perspublicaties-over-vastgoedondernemer-niet-onrechtmatig

Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 28 oktober 2020, IEF 19563, IT 3313; ECLI:NL:RBNNE:2020:3814 (Eiser tegen NDC Mediagroep) Onrechtmatige uiting. Eiser is een vastgoedondernemer. NDC is een uitgeverij van kranten en exploiteert te website Sikkom, een zogenaamde stadsblog gericht op Groningse studenten. Tussen partijen is in geschil of NDC onrechtmatig jegens eiser heeft gehandeld door de publicatie op de website Sikkom van het artikel: "Groninger verhuurder [eiser] zit vast op verdenking van fraude", alsmede door de publicatie van de column: "Column | Peter R. de Vries strijdt in de media tegen criminelen, zijn zoon strijdt namens [eiser] tegen ons".

IT 3312

Elektronische handtekening niet voldoende betrouwbaar

Rechtbank 7 okt 2020, IT 3312; ECLI:NL:RBZWB:2020:4817 (Eiser tegen Swishfund), https://www.itenrecht.nl/artikelen/elektronische-handtekening-niet-voldoende-betrouwbaar

Ktr. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 7 oktober 2020, IT 3312; ECLI:NL:RBZWB:2020:4817 (Eiser tegen Swishfund) Contractenrecht. Verzet. Eiser komt in verzet tegen een verstekvonnis van 3 juli 2019. Swishfund grondt haar vordering op de overeenkomst van borgstelling die als bijlage aan de overeenkomst van geldlening is gehecht. Vaststaat dat de overeenkomst digitaal is ondertekend, maar eiser betwist dat hij dat heeft gedaan. Ingevolge artikel 3:15a BW heeft een gekwalificeerde elektronische handtekening als bedoeld in artikel 3, onderdeel 12, van verordening (EU) nr. 910/2014 (hierna: eidas-verordening) dezelfde rechtsgevolgen als een handgeschreven handtekening. Er is niet gesteld of gebleken dat het gebruikte programma een gekwalificeerde handtekening is in de zin van de eidas-verordening. Derhalve moet op grond van artikel 3:15a BW gekeken worden of de methode voor ondertekening voldoende betrouwbaar is. Gelet op het doel en de overige omstandigheden van het geval kan de ‘gewone’ elektronisch handtekening niet als voldoende betrouwbaar worden aangemerkt. De overeenkomst van borgtocht is niet voldoende komen vast te staan. Het vonnis wordt vernietigd en de vorderingen van Swishfund worden alsnog afgewezen.