DOSSIERS
Alle dossiers

Onrechtmatige uitingen  

IT 4980

Uitspraak ingezonden door mr. X.W. Koehoorn, NietBezorgd.nl.

Misleiding met vervalste Trustpilot-sterrenscore en ongeverifieerde reviews

Rechtbank Noord-Holland 1 okt 2025, IT 4980; ECLI:NL:RBNHO:2025:11343 ([eiser 1] c.s. tegen [gedaagde]), https://www.itenrecht.nl/artikelen/misleiding-met-vervalste-trustpilot-sterrenscore-en-ongeverifieerde-reviews

Rb. Noord-Holland 1 oktober 2025, IT 4980; ECLI:NL:RBNHO:2025:11343 ([eiser 1] c.s. tegen  [gedaagde]). De kantonrechter Alkmaar verklaart het beroep van elf kopers tegen een webwinkel gegrond: alle koopovereenkomsten worden vernietigd wegens oneerlijke handelspraktijken en schending van informatieplichten. De rechter kwalificeert de kopers als consumenten en de verkoper als handelaar; ook voor de Belgische eiser is de Nederlandse rechter bevoegd en is Nederlands recht van toepassing. De site toont misleidende reviews (o.a. een vaste Trustpilot-grafiek van 4,5 ster en “recente” 5-sterrenbeoordelingen die maandenlang ongewijzigd blijven) zonder redelijke verificatiemaatregelen; dit valt onder de zwarte-lijst-verboden van art. 6:193g onder z en aa BW. Daarnaast ontbrak of klopte essentiële (pre)contractuele informatie niet in het bestelproces of de documentatie (identiteit/adres, herroepingsrecht, kosten van retour), in strijd met art. 6:230m lid 1 (b, c, h, i) en art. 6:230v lid 3 BW. Het verweer dat technische storingen in de Trustpilot-koppeling de oorzaak waren, vindt de rechtbank onvoldoende onderbouwd; de wijze van presenteren kon de gemiddelde consument tot een ander besluit brengen.

IT 4985

P-G Hartlief: Google Shopping-vermelding niet misleidend

Hoge Raad 12 sep 2025, IT 4985; ECLI:NL:PHR:2025:986 (Digital Revolution tegen Google), https://www.itenrecht.nl/artikelen/p-g-hartlief-google-shopping-vermelding-niet-misleidend

Parket bij de Hoge Raad 12 september 2025, IT 4985; RB 3933; ECLI:NL:PHR:2025:986 (Digital Revolution tegen Google). De Procureur-Generaal Hartlief concludeert tot verwerping van het cassatieberoep van Digital Revolution (123inkt) tegen Google. De zaak gaat over Google Shopping-vermeldingen voor printercartridges van Prindo/Media Concept: in Google Shopping verschijnt een prijs met de knop “Site bezoeken”; wie doorklikt, komt op een Prindo-landingspagina waar die prijs geldt, maar met de beperking “maximaal 1 per bestelling per klant”; bij een rechtstreeks bezoek aan prindo.nl is de prijs hoger en ontbreekt die restrictie. Het hof oordeelt, en de P-G volgt dat oordeel , dat de in Google Shopping getoonde prijs op zichzelf niet misleidt, omdat de consument via de doorklik die prijs daadwerkelijk kan betalen en de essentiële beperking direct vóór het bestelbesluit zichtbaar is. Dat Google Shopping als medium geen plaats biedt voor alle details weegt mee; essentiële informatie mag op de landingspagina worden gegeven, mits tijdig vóór het besluit tot kopen. Klachten over misleidende handelspraktijken (art. 6:193a e.v. BW), misleidende reclame (art. 6:194 BW) en ongeoorloofde vergelijkende reclame (art. 6:194a BW) falen daarom. Volgens de P-G ondersteunt het dossier bovendien dat hier feitelijk sprake is van toegestane prijsdifferentiatie en dat de consument, desgewenst, meerdere stuks kan afnemen door de handeling te herhalen, zodat geen “prijslokker” ontstaat die het economische gedrag onrechtmatig beïnvloedt.

IT 4967

De Hoge Raad verwerpt cassatieberoep in Zembla-zaak over granuliet

Hoge Raad 10 okt 2025, IT 4967; ECLI:NL:HR:2025:1524 (GIB tegen BNNVARA), https://www.itenrecht.nl/artikelen/de-hoge-raad-verwerpt-cassatieberoep-in-zembla-zaak-over-granuliet

HR 10 oktober 2025, IEF 22990; IT 4967; ECLI:NL:HR:2025:1524 (GIB tegen BNNVARA). In 2020 heeft Zembla zich in een tv-uitzending kritisch uitgelaten over het storten van granuliet in natuurplassen. GIB is de producent van granuliet en meent dat haar reputatie door de uitzending is geschaad. Bij de rechtbank kreeg GIB gelijk [IEF 20936]. Maar in hoger beroep oordeelde het hof dat de uitingen niet onrechtmatig waren [IEF 22061]. A-G Hartlief concludeerde dat de cassatieklachten falen en adviseerde tot verwerping. Hij benadrukt dat er geen sprake is van rechtseenheidsproblemen omdat in deze civiele procedure niet de vraag centraal staat of granuliet als grond moet worden aangemerkt, maar of de uitlatingen van Zembla destijds voldoende feitelijke steun hadden. Ook tegen de uitspraken van de deskundige in de uitzending werd geprocedeerd [IEF 22900]. Ook deze werden in hoger beroep als niet onrechtmatig bestempeld [IEF 22067]. Hier heeft de A-G zich ook over uitgesproken (ECLI:NL:PHR:2025:912). 

IT 4929

Geen rectificatie na e-mail over grensoverschrijdend gedrag presentatrice: uitlatingen producent vinden voldoende feitelijke grondslag

Rechtbank Amsterdam 30 mei 2025, IT 4929; ECLI:NL:RBAMS:2025:4462 (Eiseres tegen Gedaagden), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-rectificatie-na-e-mail-over-grensoverschrijdend-gedrag-presentatrice-uitlatingen-producent-vinden-voldoende-feitelijke-grondslag

Rb. Amsterdam 30 mei 2025, IEF 22833, IT 4929; ECLI:NL:RBAMS:2025:4462 (eiseres tegen gedaagde). Sinds 2018 presenteert eiseres een kinderprogramma voor AVROTROS. In 2023 krijgt ze de hoofdrol in de theaterversie van het programma, geproduceerd door gedaagde 1, waarvan gedaagde 2 bestuurder is. In augustus 2024 beëindigt gedaagde 2, namens gedaagde 1, de samenwerking met eiseres per e-mail aan AVROTROS. In die e-mail beschuldigt hij haar van grensoverschrijdend gedrag, het niet nakomen van afspraken, intimidatie, onprofessioneel gedrag en het creëren van een angstcultuur. Deze uitlatingen zijn volgens gedaagden gebaseerd op meldingen van medewerkers, klachten van theaters en eigen ervaringen van de producent. AVROTROS confronteert eiseres vervolgens met de inhoud van de e-mail, waarna haar contract wordt aangepast en onzekerheid ontstaat over verdere samenwerking. Eiseres stelt dat de beschuldigingen feitelijk onjuist zijn, dat haar reputatie is geschaad en dat zij vooraf niet is gehoord. Zij vordert onder meer een rectificatie aan AVROTROS en andere (eventuele) ontvangers van de e-mail, alsook inzage in wie de mail heeft ontvangen en afgifte van soortgelijke communicatie. Ook dagvaardt zij gedaagde 2 persoonlijk.

IT 4923

Twitterbelediging leidt tot strafrechtelijke veroordeling en gedeeltelijke schadevergoeding

Gerechtshof Amsterdam 28 mei 2025, IT 4923; ECLI:NL:GHAMS:2025:1677 (Beledigende DM via Twitter), https://www.itenrecht.nl/artikelen/twitterbelediging-leidt-tot-strafrechtelijke-veroordeling-en-gedeeltelijke-schadevergoeding

Hof Amsterdam 28 mei 2025, IT 4923 ECLI:NL:GHAMS:2025:1677 (Beledigende DM via Twitter). Een verdachte heeft op 13 januari 2020 via Twitter een direct message gestuurd aan de benadeelde partij met beledigende teksten, waaronder “Vuile rat”, “kut wijf”, “kut hoer” en “het beste is dat jij gewoon lekker dood gaat”. De benadeelde partij heeft op 30 december 2020 aangifte gedaan van belediging. Zij stelde dat zij pas op 18 november 2020 kennis had genomen van het bericht, nadat een vriend haar een overzicht van berichten had gestuurd. De verdediging betwistte dat dit het moment van kennisname was en stelde dat de klacht te laat was ingediend. Het Openbaar Ministerie vorderde veroordeling van de verdachte wegens belediging. De benadeelde partij vorderde € 150,- aan immateriële schadevergoeding en € 478,- aan proceskosten. De verdediging verzocht het OM niet-ontvankelijk te verklaren wegens het te laat indienen van de klacht en betwistte het causaal verband tussen het bericht en de gestelde schade. 

IT 4922

Hof bevestigt toepasselijkheid AVMD-richtlijn op onlinekranten, maar stelt grenzen aan nationale sanctiebevoegdheid

HvJ EU 26 jun 2025, IT 4922; ECLI:EU:C:2025:484 (Makeleio en Zougla tegen ESR (Griekenland)), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hof-bevestigt-toepasselijkheid-avmd-richtlijn-op-onlinekranten-maar-stelt-grenzen-aan-nationale-sanctiebevoegdheid

HvJ EU 26 juni 2025, gevoegde zaken C-555/23 en C-556/23 (Makeleio en Zougla), ECLI:EU:C:2025:484. De Griekse online kranten Makeleio en Zougla bieden via hun websites audiovisuele programma’s aan die onder hun redactionele verantwoordelijkheid vallen. De Griekse nationale regulerende autoriteit voor de media (ESR) legt aan beide ondernemingen administratieve sancties op wegens uitzendingen die volgens haar de menselijke waardigheid schenden en “van inferieure kwaliteit” zijn. Makeleio heeft een programma uitgezonden waarin lhbti-personen grof worden beledigd en impliciet wordt aangezet tot geweld; Zougla heeft een uitzending uitgezonden waarin politici zonder feitelijke basis van pedofilie en medeplichtigheid worden beschuldigd. De betrokken ondernemingen voeren aan dat zij als persaanbieders niet onder de Griekse audiovisuele regelgeving vallen en dat het opleggen van sancties in strijd is met het legaliteitsbeginsel. De hoogste Griekse bestuursrechter (Symvoulio tis Epikrateias) stelt het Hof van Justitie vijf prejudiciële vragen over de uitlegging van de AVMD-richtlijn (Richtlijn 2010/13/EU) in samenhang met het EU-Handvest (artikelen 20, 21 en 49). Die vragen betreffen: (1) of audiovisuele programma’s op nieuwswebsites onder de werkingssfeer van de richtlijn vallen, (2) of artikel 6 AVMD-lidstaten toestaat om sancties op te leggen ter bescherming van de menselijke waardigheid, (3) of een nationaal verbod op uitzending van “inferieure kwaliteit” verenigbaar is met het Unierecht, (4) of nationale sancties mogelijk zijn zonder uitdrukkelijke wettelijke basis voor online aanbieders, en (5) of dergelijke sancties verenigbaar zijn met het rechtszekerheids- en gelijkheidsbeginsel.

IT 4920

Scherpe woorden toegestaan in publiek debat op social media over transgenderzorg

Rechtbank Amsterdam 3 jul 2025, IT 4920; ECLI:NL:RBAMS:2025:4628 (Eiseres tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/scherpe-woorden-toegestaan-in-publiek-debat-op-social-media-over-transgenderzorg

Rb. Amsterdam 3 juli 2025, IT 4920; ECLI:NL:RBAMS:2025:4628 (Eiseres tegen gedaagde). Eiseres is coach, therapeut en opiniemaker en voert op sociale media het publieke debat over transgenderpersonen, waarbij zij kritische uitlatingen doet over transzorg en genderdiversiteit. Gedaagde, een transman en eveneens actief in het debat, reageert op deze uitlatingen met berichten waarin hij eiseres onder meer beschuldigt van het verspreiden van desinformatie, transfobie, racisme en het dehumaniseren van trans personen. Eiseres vordert in kort geding verwijdering van deze uitlatingen van gedaagde op sociale media, een verbod op soortgelijke toekomstige uitlatingen, een rectificatie en vergoeding van proceskosten. Zij stelt dat de uitlatingen van gedaagde onrechtmatig zijn, haar reputatie schaden en de grenzen van het maatschappelijk aanvaardbare overschrijden. 

IT 4909

Uitspraak ingezonden door Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger.

Voorzieningenrechter wijst vordering tot preventief uitzendverbod voor programma 'Bureau Onterecht' af

Rechtbank Noord-Holland 26 jul 2025, IT 4909; C/15/366577 (Long Island Yachts B.V. tegen AoC en Talpa Network), https://www.itenrecht.nl/artikelen/voorzieningenrechter-wijst-vordering-tot-preventief-uitzendverbod-voor-programma-bureau-onterecht-af

Vzr. Rb. Noord-Holland 26 juni 2025 (kop-staart), 10 juli 2025 (uitwerking), IEF 22799, IT 4909; C/15/366577 (Long Island Yachts B.V. tegen AoC en Talpa Network). De voorzieningenrechter beslist in dit kort geding onder andere over de vordering van Long Island Yachts B.V. (hierna: LIY c.s.) tot het verbieden van de uitzending van een item over dit bedrijf in het tv-programma Bureau Onterecht op 26 juni 2025. Dit is een programma van Talpa, geproduceerd door Acts of Crime (hierna: AoC). LIY c.s. hebben hun vorderingen tegen AoC onder meer gebaseerd op de stelling dat AoC de uitzending heeft geproduceerd en dat LIY c.s. daarin ten onrechte worden beschuldigd van (onder meer) oplichting van schuldeisers van de failliete vennootschap Lobsterboats Holding B.V. (hierna: Lobsterboats). AoC heeft in reactie daarop aangevoerd dat in de uitzending aan de orde zal komen dat zij onderzoek heeft gedaan op basis van onder meer gesprekken met zeven schuldeisers van Lobsterboats. Vanwege het spoedeisende karakter van de vordering van LIY c.s. werd op 26 juni 2025 een kop-staartvonnis gepubliceerd, waarna de uitwerking hiervan volgde. 

IT 4895

Negatieve online reviews over energiebemiddelaar niet onrechtmatig

Rechtbank Den Haag 28 mei 2025, IT 4895; ECLI:NL:RBDHA:2025:9458 (Fluent Energy tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/negatieve-online-reviews-over-energiebemiddelaar-niet-onrechtmatig

Rb. Den Haag 28 mei 2025, IEF 22765, IT 4895; ECLI:NL:RBDHA:2025:9458 (Fluent Energy tegen gedaagde). Fluent Energy bemiddelt bij de totstandkoming van energieleveringscontracten. Zij sluit namens haar klanten energiecontracten af met energieleveranciers, waaronder de energieleverancier Gulf Gas and Power B.V. (hierna: Gulf). Gedaagde sloot in 2023 via bemiddeling van Fluent Energy een energiecontract af met Gulf. Kort daarna zegde hij dit contract op, waarna zowel Gulf als Fluent Energy hem aanspraken op betaling van een opzegvergoeding. Naar aanleiding hiervan heeft gedaagde tussen 2023 en 2024 meerdere reviews geplaatst op Trustpilot over beide bedrijven. In mei 2023 werd hij door Fluent Energy gesommeerd om de online-reviews te verwijderen, waaraan hij gehoor gaf. In oktober 2024 nam gedaagde deel aan een uitzending van Radar waarin de dienstverlening van Fluent Energy aan de orde kwam. In februari 2005 wees de kantonrechter in Den Haag in een aparte procedure de vordering van Gulf tot betaling van de opzegvergoeding af. De rechtbank stelt voorop dat consumenten op grond van de vrijheid van meningsuiting hun ervaringen met bedrijven, positief of negatief, publiek mogen delen, bijvoorbeeld in online reviews. Daarbij is enige overdrijving of stevige bewoording geoorloofd, met name bij kritiek op zakelijk handelen. De uitlatingen van gedaagde op Trustpilot, waaronder termen als ‘oplichters’, ‘boeven’ en ‘WURGCONTRACT’, worden geplaatst binnen de context van zijn negatieve ervaring met Fluent Energy. Gedaagde heeft zijn bezwaren toegelicht: hij is het niet eens met de handelswijze waarbij namens hem een contract van vijf jaar werd afgesloten met een hoge opzegvergoeding. Omdat deze ervaring feitelijk is onderbouwd, acht de rechtbank de uitlatingen niet onrechtmatig.

IT 4890

Gedaagde moet rectificatie op LinkedIn plaatsen na onrechtmatige uiting over zijn ex-advocaten

Rechtbank Limburg 12 jun 2025, IT 4890; ECLI:NL:RBLIM:2025:5620 (Eisers tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/gedaagde-moet-rectificatie-op-linkedin-plaatsen-na-onrechtmatige-uiting-over-zijn-ex-advocaten

Vzr. Rb. Limburg 12 juni 2025, IT 4890; ECLI:NL:RBLIM:2025:5620 (Eisers tegen gedaagde). Kort geding. Eisers in conventie (verweerders in reconventie) zijn  een man en een vrouw, beiden advocaat. Gedaagde in conventie (eiser in reconventie) is een particulier. Eisers traden in de eerdere procedure op als advocaten van een partij die betrokken was bij een juridisch geschil met gedaagde. In deze eerdere kortgedingprocedure waren dezelfde partijen al betrokken bij een geschil over uitlatingen die de gedaagde op LinkedIn had gedaan. Die zaak eindigde in een regeling tijdens de zitting, waarin afspraken werden gemaakt over wat de gedaagde wel en niet mocht publiceren. In de huidige procedure stellen eisers dat gedaagde die afspraken heeft geschonden door opnieuw berichten op LinkedIn te plaatsen waarin de eisers, als advocaten, ernstig worden beschuldigd van onder andere misleiding, liegen tegen de rechter en samenspannen met tegenpartijen. Eisers vorderen onder andere onmiddellijke verwijdering van de berichten, publicatie van een rectificatie (zowel online als in een landelijk dagblad), een verbod van herhaling onder dwangsom. Gedaagde voert hiertegen verweer en stelt dat er sprake is van misbruik van het procesrecht en dat de eerdere overeenkomst onterecht en gebrekkig tot stand is gekomen. Hij vordert dan ook in reconventie dat het eisers wordt verboden om over te gaan tot executie van de boete.