IT 4538
2 mei 2024
Artikel

Seminar Uitingsvrijheid op donderdag 16 mei 2024

 
IT 4541
30 april 2024
Uitspraak

Belang verzoeker bij verwijdering BKR registratie weegt zwaarder

 
IT 4540
30 april 2024
Uitspraak

Eiser en gedaagde moeten beiden onnodig grievende uitlatingen verwijderen

 
IT 2666

In gebreke blijven Gorspaviljoen contract pinautomaten niet gerechtvaardigd door ondernemersrisico

Rechtbank 9 mrt 2018, IT 2666; ECLI:NL:RBROT:2018:8282 (CCV tegen Gorspaviljoen), https://www.itenrecht.nl/artikelen/in-gebreke-blijven-gorspaviljoen-contract-pinautomaten-niet-gerechtvaardigd-door-ondernemersrisico

Rechtbank Rotterdam 9 maart 2018, IT 2666; ECLI:NL:RBROT:2018:8282 (CCV tegen Gorspaviljoen) Contractrecht. CCV is leverancier en verhuurder van mobiele pinautomaten. Zij heeft met Gorspaviljoen een huurovereenkomst gesloten ter zake twee pinautomaten. Gorspaviljoen is in gebreke gebleven, ondanks een aanmaning. Zij stelt dat ze slechts drie weken gebruik heeft gemaakt van de automaten omdat haar restaurant niet goed liep. Dit hoort echter bij het ondernemersrisico. Het verweer van Gorspaviljoen wordt verworpen. 

IT 2665

Metro-columniste wederom onrechtmatig over seksueel wangedrag

Rechtbank 14 mrt 2018, IT 2665; ECLI:NL:RBAMS:2018:1555 (Eiser tegen TMG), https://www.itenrecht.nl/artikelen/metro-columniste-wederom-onrechtmatig-over-seksueel-wangedrag

Rechtbank Amsterdam 14 maart 2018, IEF 18072; IT 2665; ECLI:NL:RBAMS:2018:1555 (Eiser tegen TMG) Mediarecht. Privacy. Metro-columniste schreef meerdere columns over eiser, die haar aangerand zou hebben. Eiser treedt regelmatig op in de televisieprogramma's "Dit was het nieuws" en "De wereld draait door". De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de geuite beschuldigingen onvoldoende steun vinden in het thans beschikbare feitenmateriaal en gebood TMG de columns en reacties daarop te verwijderen. TMG heeft daaraan voldaan, maar later schreef de Metro-columniste weer een column over seksueel wangedrag door een man. Deze is herleidbaar tot eiser en om deze reden had TMG redactioneel moeten ingrijpen om te voorkomen dat de columniste wederom, en in versterkte mate, op onrechtmatige wijze eiser in slecht daglicht zou plaatsen. De media-uitingen zijn onrechtmatig tegenover eiser zodat het grondrecht van TMG op vrijheid van meningsuiting minder zwaar weegt dan het belang van eiser bij bescherming van zijn eer, goede naam en reputatie. Vorderingen toegewezen.

IT 2664

Artikel Parool over sluiting gokhallen van "stroman topcrimineel" rechtmatig: zocht zelf de media op

Hof 30 okt 2018, IT 2664; ECLI:NL:GHAMS:2018:3951 (Appellant tegen Het Parool c.s.), https://www.itenrecht.nl/artikelen/artikel-parool-over-sluiting-gokhallen-van-stroman-topcrimineel-rechtmatig-zocht-zelf-de-media-op

Hof Amsterdam 30 oktober 2018, IEF 18066; IT 2664; ECLI:NL:GHAMS:2018:3951 (Appellant tegen Het Parool c.s.) Mediarecht. Privacy. Appellant is verdachte in het strafproces tegen A en is eerder vrijgesproken van medeplegen van witwassen. Gemeente Amsterdam heeft een Bibob-besluit genomen waarbij de vergunningen voor de speelautomatenhallen van appellant zijn ingetrokken. Het Parool heeft hierover een artikel uitgegeven, mede inhoudende dat de overheid appellant als stroman van topcrimineel A ziet. Appellant acht deze berichtgeving onrechtmatig. De rechtbank heeft overwogen dat appellant zelf aandacht van de media heeft gezocht en mede daardoor een publiek figuur is geworden. De door Het Parool gehanteerde kwalificatie van appellant als stroman van A vindt voldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal. Het recht op vrijheid van meningsuiting van Het Parool c.s. prevaleert. Het hof voegt daar aan toe dat witwassen van crimineel geld op de Wallen een maatschappelijke misstand betreft die onderdeel is van het publieke debat. Het hof bekrachtigt het vonnis.

IT 2663

Uitspraak en samenvatting ingezonden door Willeke Kemkers, Greenberg Traurig.

Uitzending Top 40 door Radio 538 via DAB+ niet toegestaan vanwege afhakende luisteraars

Rechtbank 26 okt 2018, IT 2663; ECLI:NL:RBAMS:2018:7644 (Top 40 tegen Radio 538), https://www.itenrecht.nl/artikelen/uitzending-top-40-door-radio-538-via-dab-niet-toegestaan-vanwege-afhakende-luisteraars

Vzr. Rechtbank Amsterdam, 26 oktober 2018, IEF 18064; IT 2663; ECLI:NL:RBAMS:2018:7644 (Top 40 tegen Radio 538) Contractenrecht. Mediarecht. Stichting de Nederlandse Top 40 (‘de Stichting’) en Radio 538 werken al meer dan 25 jaar samen ten behoeve van het radioprogramma Top 40. In dit verband zijn steeds licentieovereenkomsten gesloten. De laatste overeenkomst loopt af op 31 december 2018. Uitzending van de Top 40 vindt al gedurende 25 jaar plaats middels het landelijke FM zendernetwerk van Radio 538. Na diverse onderhandelingen tussen partijen over een mogelijke voortzetting van de licentieovereenkomst, publiceert Radio 538 op maandag 24 september 2018 een persbericht. Hierin kondigt zij aan met een eigen, vernieuwde hitlijst (de 538TOP50) te zullen komen, die vanaf november 2018 op het vertrouwde tijdstip van 14.00 tot 18.00 te horen zal zijn. Radio 538 kondigt aan de Top 40 te verplaatsen naar het DAB+ kanaal en het online kanaal van Radio 538. Daarnaast speelt ook de samenstelling van de Top 40 mee bij deze beslissing, zo stelt Radio 538 in het persbericht: “Door de veranderingen in de markt en de wijze waarop muziek wordt geconsumeerd, wil de zender de samenstelling van de lijst veranderen. De recente gesprekken met de Stichting Nederlandse Top 40 leidden niet tot een akkoord. De vernieuwing is nodig omdat streamingcijfers onnauwkeurig zijn als het gaat om de waardering”.

IT 2662

Bijdrage ingezonden door Jacqueline Seignette, Höcker advocaten.

Jacqueline Seignette - Duitse BGH stelt prejudiciële vragen over auteursrechtelijke verantwoordelijkheid YouTube

HvJ EU 13 sep 2018, IT 2662; ECLI:DE:BGH:2018:130918BIZR140.15.0 (YouTube), https://www.itenrecht.nl/artikelen/jacqueline-seignette-duitse-bgh-stelt-prejudici-le-vragen-over-auteursrechtelijke-verantwoordelijkhe

BGH 13 september 2018, ECLI:DE:BGH:2018:130918BIZR140.15.0 (YouTube) Op 12 september stemde het Europese Parlement in met een geamendeerd voorstel voor een richtlijn over auteursrecht in de digitale eengemaakte markt  (DSM richtlijn). Onderdeel van dit voorstel is een bepaling over de auteursrechtelijke verantwoordelijkheid van internet platforms als YouTube en Facebook. Deze platforms moeten ofwel licenties voor de content regelen, ofwel in samenspraak met de rechthebbenden maatregelen nemen om inbreukmakende content te weren. De Europese Commissie, de Raad van Ministers en het Europese Parlement zijn intussen in overleg getreden om op basis van de besluitvorming in het Europese Parlement tot een definitieve tekst te komen.

Eén dag (!) na de stemming in het Europese Parlement stelde het Duitse hoogste gerechtshof prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie over de auteursrechtelijke verantwoordelijkheid van YouTube. Het Bundesgerichtshof (BGH) vraagt of een video content platform een mededeling aan het publiek verricht en zo niet, wat dan de verantwoordelijkheid van het platform is in het licht van artikel 14 E-commerce richtlijn, artikel 8 lid 3 Auteursrechtrichtlijn en artikel 11 en 13 Handhavingsrichtlijn. Al deze bepalingen zeggen iets over de (grens aan de) maatregelen die rechthebbenden van Internet dienstverleners kunnen verlangen. Het toepassingsgebied en de reikwijdte van deze bepalingen en hun onderlinge verhouding zijn echter allesbehalve duidelijk. Een samenhangend regime voor indirecte aansprakelijkheid ontbreekt. Aan de rechter de taak om deze Europese regels te duiden en in te passen in de nationale regels over indirecte aansprakelijkheid.

IT 2660

Advertorial Wolters Kluwer

Due diligence onderzoek – claims, overeenkomsten en compliance – bent u er klaar voor?

Download Whitepaper, A Beginner's Guide to Due Diligence Preparedness, Wolters Kluwer. Of u nou bij een startup werkt of een multinational, er kan aan u gevraagd worden om een due diligence rapport vast te leggen voor een potentiele koper of investeerder. In elk geval moet u voorbereid zijn. Mocht de CEO, CFO of bedrijfsjurist verantwoordelijk zijn voor de voorbereidingen, is het handig om een lijst te hebben met de belangrijkste zaken die aan de orde komen. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste zaken om u op weg te helpen:

IT 2661

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU over opslag van verkeers- en locatiegegevens voor meer dan enkel onderzoeken, opsporen en vervolgen van feiten van zware criminaliteit

HvJ EU 19 jul 2018, IT 2661; (Ordre des barreaux francophones et germanophone e.a.), https://www.itenrecht.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-aan-hvj-eu-over-opslag-van-verkeers-en-locatiegegevens-voor-meer-dan-en

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 19 juli 2018, IT 2661; IEFbe 2775; C-520/18 (Ordre des barreaux francophones et germanophone e.a.) Privacy. Beroepsgeheim advocaten. Locatiegegevens. Opsporing. Strafrecht. Via Minbuza: Verweerders hebben een beroep tot vernietiging van de wet van 29 mei 2016 betreffende het verzamelen en bewaren van gegevens in de sector van de elektronische communicatie (de bestreden wet) ingesteld. Deze wet wijzigt verschillende bepalingen van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, welke verschillende richtlijnen, waaronder richtlijn 2005/58 in Belgisch recht zijn omgezet. Bij wet van 30 juli 2013 welke een aantal bepalingen van de wet van 13 juni 2005 wijzigt, werd richtlijn 2006/24/EG gedeeltelijk in Belgisch recht omgezet, alsook artikel 15, lid 1, van richtlijn 2002/58/EG. Nadat richtlijn 2006/24 door het Hof ongeldig werd verklaard, heeft de verwijzende rechter artikel 126 van de wet van 13 juni 2005, zoals gewijzigd bij de wet van 30 juli 2013, vernietigd. Met de bestreden wet heeft de wetgever willen tegemoetkomen aan die vernietiging. De bestreden wet legt de operatoren van elektronische communicatiediensten een veralgemeende verplichting op om de verkeers- en locatiegegevens van gebruikers gedurende bepaalde periode te bewaren en regelt de toegang van de gerechtelijke autoriteiten en inlichtingen- en veiligheidsdiensten tot deze gegevens. De verzoekende partijen beroepen zich onder andere op schending van verschillende artikelen van de grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met verschillende artikelen van het VEU en het Handvest. Ten aanzien van de verplichting tot het verzamelen en bewaren van gegevens voeren zij aan dat de bestreden wet in strijd is met het beroepsgeheim waar bepaalde personen aan onderworpen zijn. Daarnaast stellen de zij dat de veralgemeende bewaring van gegevens een schending van het evenredigheidsbeginsel inhoudt en het een ernstige aantasting van het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens uitmaakt. Daarnaast wordt de duur van de bewaring, namelijk 12 maanden, buitensporig geacht. Ook wordt het feit dat er geen nauwkeurige beschrijving van de omstandigheden en voorwaarden inzake het verlenen van toegang tot de bevoegde autoriteiten bekritiseerd. De Belgische Staat daarentegen voert aan dat het beroepsgeheim niet absoluut is en dat de bestreden wet in voldoende grenzen voorziet wat betreft de toegang tot de gegevens. Verder wordt gesteld dat de termijn van twaalf maanden noodzakelijk is om terroristische misdrijven te bestrijden.

IT 2659

De EU herziet haar regels voor de governance van het .eu-TLD

Ontwerpverordening voor .eu-TLD naam, 2018/0110 (COD) De EU herziet haar regels voor de governance van het topniveaudomein .eu, de internet­domeinnaam voor de Europese Unie en haar burgers. De ambassadeurs van de lidstaten zijn het vandaag in het Comité van permanente vertegenwoordigers eens geworden over het standpunt van de Raad over de voorgestelde herziening, die rekening houdt met de aanzienlijke veranderingen in de internet­omgeving sinds de aanneming van de eerste .eu-verordening 16 jaar geleden, zoals de hardere concurrentie voor domeinnamen en de grotere rol voor de multistakeholder­gemeenschap bij internet­governance. De overeengekomen tekst maakt de governance van het .eu-domein transparanter door een multistakeholder­groep in te stellen die de Commissie moet adviseren over de toepassing van de regels. Ook wordt het recht om een .eu-domein te registreren uitgebreid naar EU-burgers met een verblijfplaats buiten de EU. Daarnaast heeft de Raad de tekst afgestemd op de bepalingen van de algemene verordening gegevens­bescherming.

IT 2703

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg en Daan Frowijn, KLOS c.s.

Hof bekrachtigt in turbo spoed appel dat Undercover in Nederland uitgezonden mag worden (uitgewerkt)

27 sep 2018, IT 2703; ECLI:NL:GHAMS:2018:3546 (X tegen Noordkaap), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hof-bekrachtigt-in-turbo-spoed-appel-dat-undercover-in-nederland-uitgezonden-mag-worden-uitgewerkt

Hof Amsterdam 27 september 2018, IEF 17999 (X tegen Noordkaap) Eiser biedt diensten aan via sexjobs.nl, onder de schuilnaam Taliesha. De J heeft op verzoek van Taliesha twee telefoonabonnementen afgesloten en diverse keren geld uitgeleend. In totaal gaat het om ongeveer 13.000 euro. De J heeft Alberto Stegeman van Undercover in Nederland benaderd. (...) Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep en veroordeelt X in de kosten van het geding in hoger beroep (€726 aan verschotten en €3.222 voor salaris).

IT 2658

Tuchtrechter: Dreiging met aangifte van laster door advocaat niet onbegrijpelijk na "onnozele onzin"

Overige instanties 3 okt 2018, IT 2658; (Beloning juridisch medewerker), https://www.itenrecht.nl/artikelen/tuchtrechter-dreiging-met-aangifte-van-laster-door-advocaat-niet-onbegrijpelijk-na-onnozele-onzin

Vz. Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 3 oktober 2018, IEF 18042; IT 2658; zaak 18-577 (Beloning juridisch medewerker) Tuchtrecht. Mediarecht. Na enkele weken werken als juridisch medewerker bij verweerder, heeft klager van hem te horen gekregen dat hij niet meer op het kantoor van verweerder hoefde te komen. Klager heeft voor de door hem verrichte werkzaamheden geen beloning ontvangen. Verweerder heeft in kort geding over een negatieve uitlating op social media door klager aangegeven bereid te zijn alsnog een vergoeding te geven aan klager. Dit staat niet in het dictum en dit is hij niet nagekomen. Klager heeft meerdere malen per e-mail verzocht dit alsnog te doen, maar verweerder heeft gedreigd aangifte te doen van laster indien klager hem alsnog met  "deze onnozele onzin" benadert. De klacht houdt in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in art. 46 Advocatenwet door het niet nakomen van de rechterlijke uitspraak en het op onnodig grievende wijze dreigen met het doen van aangifte tot laster. Of er sprake is van een onvoorwaardelijke toezegging van de verweerder, is een vraag waarover de civiele rechter oordeelt. Het is niet onbegrijpelijk dat verweerder na het zoveelste verzoek op voornoemde wijze reageert. Het verwijt dat verweerder in zijn e-mail heeft gedreigd met het doen van aangifte is evenmin (onnodig) grievend. Klager heeft zich in de tussentijd kennelijk niet willen wenden tot de civiele rechter voor nakoming. De klachten zijn ongegrond.