IT 4849
2 mei 2025
Uitspraak

Verstrekking van vertegenwoordigersgegevens in officiële documenten valt onder de AVG, voorafgaande raadpleging toegestaan binnen grenzen

 
IT 4848
1 mei 2025
Uitspraak

MST krijgt slechts deel van de vooraf betaalde licentiekosten terug na opzegging contract met Solix

 
IT 4847
30 april 2025
Uitspraak

Rechter wijst vorderingen I&DT grotendeels af, NDC-IT krijgt betaling openstaande facturen toegekend

 
IT 4821

Uitspraak ingezonden door Lotte Oranje en Simon Niens, Kennedy Van der Laan.

Zembla uitzending over ontduiking van sancties tegen Iran heeft ondanks één onzorgvuldigheid een voldoende solide feitelijke basis en is niet onrechtmatig

Rechtbank Den Haag 19 mrt 2025, IT 4821; ECLI:NL:RBDHA:2025:4367 (O1 International tegen Zembla), https://www.itenrecht.nl/artikelen/zembla-uitzending-over-ontduiking-van-sancties-tegen-iran-heeft-ondanks-een-onzorgvuldigheid-een-voldoende-solide-feitelijke-basis-en-is-niet-onrechtmatig

Rb. Den Haag 19 maart 2025, IEF 22618, IT 4821; ECLI:NL:RBDHA:2025:4367 (O1 International tegen Zembla). Deze zaak gaat over een uitzending van Zembla over ‘Sluitroute Iran’. O1 International stelt dat zij in deze uitzending ten onrechte is beschuldigd van het werven van fondsen voor de Iraanse Islamitische Revolutionaire Garde en betrokken is bij mensenrechtenschendingen. Zij vordert in dit geding een verklaring van onrechtmatige publicatie, verwijdering van de publicatie, een verbod op soortgelijke beschuldigingen, het plaatsen van een rectificatie en vergoeding van de geleden schade. Volgens O1 vinden de beschuldigingen geen steun in de feiten. Zembla betwist de onrechtmatigheid van de uitingen en stelt dat er wel voldoende steun in het feitenmateriaal is. Voorafgaand aan de uitzending is immers voldoende uitgebreid en zorgvuldig onderzoek gedaan, met ruimte voor hoor en wederhoor. 

IT 4818

Incident tot voeging in collectieve WAMCA-procedure tegen Amazon afgewezen

Rechtbank Rotterdam 5 mrt 2025, IT 4818; ECLI:NL:RBROT:2025:2981 (Stichting Data Bescherming Nederland tegen Amazon en The Privacy Collective), https://www.itenrecht.nl/artikelen/incident-tot-voeging-in-collectieve-wamca-procedure-tegen-amazon-afgewezen

Rb. Rotterdam 5 maart 2025, IT 4818; ECLI:NL:RBROT:2025:2981 (Stichting Data Bescherming Nederland tegen Amazon en The Privacy Collective). Deze zaak gaat over een collectieve actie van Stichting Data Bescherming Nederland (SDBN), die opkomt voor de belangen van accounthouders van Amazon in Nederland. De vorderingen vallen onder de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA). SDBN stelt dat Amazon persoonsgegevens van accounthouders verwerkt in strijd met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). In een tussenvonnis van 13 november 2024 oordeelt de rechtbank dat het nodig is prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU), onder meer over de verhouding tussen de ontvankelijkheidseisen van de WAMCA en die van de AVG, en over de mogelijkheid voor een belangenorganisatie om schadevergoeding te vorderen op basis van de AVG. The Privacy Collective (TPC) vraagt in dit incident om zich te mogen voegen aan de zijde van SDBN, zodat zij zich kan uitlaten over de voorgenomen prejudiciële vragen. TPC voert aan dat zij zelf ook een vergelijkbare collectieve actie voert bij de rechtbank en het gerechtshof Amsterdam. De antwoorden van het HvJEU zouden volgens haar invloed kunnen hebben op haar ontvankelijkheid en de privacyrechten van haar achterban, met name als het gaat om het vorderen van schadevergoeding. Zowel Amazon als SDBN voeren gemotiveerd verweer en verzoeken de rechtbank de vordering af te wijzen.

IT 4820

Geen tekortkoming IT-leverancier bij cloudmigratie

Stichting Geschillenoplossing automatisering 10 okt 2022, IT 4820; (Leverancier tegen afnemer), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-tekortkoming-it-leverancier-bij-cloudmigratie

SGOA 10 oktober 2022, IT 4820 (Leverancier tegen afnemer). Een IT-leverancier sluit een overeenkomst met een bedrijf op grond waarvan een specifieke persoon als interim IT-manager werkzaamheden zal verrichten in het kader van een migratie naar de cloud. Bij de migratie treden problemen op. Het bedrijf vordert betaling voor haar werkzaamheden, de IT- leverancier vergoeding van de schade die zij door de problemen heeft geleden. Het scheidsgerecht stelt vast dat op de IT-leverancier slechts inspanningsverbintenissen rustten, en dat de IT-Leverancier in de nakoming daarvan niet is tekortgeschoten. De IT-leverancier heeft volgens het scheidsgerecht ook de zorgplicht niet geschonden. De betalingsvordering wordt daarom toegewezen, de schadevergoedingsvordering afgewezen.

IT 4819

Onrechtmatige uitlatingen op sociale media: verboden en schadevergoeding wegens reputatieschade

22 jan 2025, IT 4819; ECLI:NL:RBNHO:2025:502 (Stichting Linh Son Tempel, eiser sub 2, eiser sub 3 tegen gedaagde sub 1, gedaagde sub 2, gedaagde sub 3), https://www.itenrecht.nl/artikelen/onrechtmatige-uitlatingen-op-sociale-media-verboden-en-schadevergoeding-wegens-reputatieschade

Rb. Noord-Holland 22 januari 2025, IEF 22614, IT 4819; ECLI:NL:RBNHO:2025:502 (Stichting c.s. tegen gedaagden). In deze zaak vordert de Stichting Linh Son Tempel samen met eiser sub 2 en eiser sub 3 verboden, een rectificatie en schadevergoeding wegens uitlatingen die volgens hen onrechtmatig zijn en die gedaagde sub 1 heeft gepubliceerd op haar sociale media. Volgens de Stichting c.s. zijn ernstige, lasterlijke uitlatingen gedaan, waarbij eiser sub 2 (een monnik) en eiser sub 3 zonder geldige reden worden beschuldigd van diefstal en seksueel misbruik. Hun eer, goede naam en reputatie worden hierdoor ernstig aangetast. De rechtbank heeft eerder in het tussenvonnis van 4 september 2024 vastgesteld dat een vertaling door een beëdigd vertaler van de uitlatingen van gedaagde sub 1 ontbreekt en heeft de Stichting c.s. de gelegenheid gegeven zo’n vertaling alsnog in te dienen. De Stichting c.s. heeft daarna vertalingen van de gestelde lasterlijke uitlatingen ingediend. Wegens de omvang van de teksten zijn alleen de lasterlijke gedeelten vertaald. Volgens de Stichting c.s. tonen deze vertalingen aan dat de beschuldigingen in hun dagvaarding juist zijn. Zij verwijzen hierbij naar de notitie van vertaler Vu over bepaalde woorden in het Vietnamees die als respectloos en beledigend worden ervaren. De Stichting c.s. vindt dat de kosten voor deze vertalingen onderdeel zijn van de proceskosten en vraagt de rechtbank daarom gedaagde sub 1 ook hierin te veroordelen.

IT 4817

Geen sprake van een onrechtmatige inbreuk op de privacy door gebruik camera's

12 feb 2025, IT 4817; ECLI:NL:RBMNE:2025:987 (Eiseres tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-sprake-van-een-onrechtmatige-inbreuk-op-de-privacy-door-gebruik-camera-s

Rb. Midden Nederland, IT 4817; ECLI:NL:RBMNE:2025:987 (Eiseres tegen gedaagde). De gebruikers van de panden van eiseres maken op grond van een erfdienstbaarheid gebruik van een doorgang van VvE straat 1 (hierna: de VvE). Deze doorgang is ontsloten met een poort en een deur. De VvE is van plan om de sloten van deze poort en deur te wijzigen en het sleutelbeheer uit te voeren. Volgens eiseres is dit in strijd met de erfdienstbaarheid en de kwalitatieve verplichting, omdat de gebruikers van de panden van eiseres dan niet ongestoord gebruik kunnen maken van de doorgang. Daarbij heeft de VvE camera’s geplaatst in de doorgang. Eiseres stelt dat dit een inbreuk vormt op de privacy van de gebruikers van haar panden. eiseres vordert daarom, op straffe van een dwangsom, een verbod voor de VvE om het slot van de poort te veranderen zonder voldoende sleutels aan eiseres af te geven en dat de VvE de camera’s verwijdert. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van eiseres af, omdat de VvE geen inbreuk maakt op de erfdienstbaarheid en de kwalitatieve verplichting. Ook is er geen sprake van een onrechtmatige inbreuk op de privacy van de gebruikers van de panden van eiseres. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft eiseres onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de camera’s een ongerechtvaardigde inbreuk maken op de privacy van de gebruikers van haar panden.

IT 4816

Uitspraak ingezonden door Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger.

Artikel over MH17-desinformatie door burgerjournalist feitelijk onderbouwd

Rechtbank Amsterdam 20 mrt 2025, IT 4816; ECLI:NL:RBAMS:2025:1678 (Eiser tegen de Groene Amsterdammer), https://www.itenrecht.nl/artikelen/artikel-over-mh17-desinformatie-door-burgerjournalist-feitelijk-onderbouwd

Rb. Amsterdam 20 maart 2025, IEF 22612, IT 4816; ECLI:NL:RBAMS:2025:1678 (Eiser tegen de Groene Amsterdammer). Eiser heeft op zijn eigen website artikelen geplaatst waarin hij de resultaten van de officiële onderzoeken naar het neerstorten van vlucht MH17 in twijfel trekt. De Groene Amsterdammer (hierna: DGA) publiceerde in 2020 op haar website een artikel met als titel: ‘Nederlandse MH17-activist blijkt schaakstuk voor Russische inlichtingendienst’. In dit artikel wordt gesuggereerd dat eiser desinformatie verspreidt over de MH17-ramp en nauw samenwerkt met een Russische inlichtingendienst. Er wordt verwezen naar een rapport van het internationale collectief van onderzoeksjournalisten Bellingcat (hierna: het Bellingcat-rapport). Eiser vordert in deze procedure een rectificatie en schadevergoeding, stellende dat de beschuldigingen van DGA feitelijk onjuist zijn. DGA voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.

IT 4815

Hof van Justitie: Geen verplichte verlenging van radiospectrumrechten uit oude vergunningen

HvJ EU 27 feb 2025, IT 4815; ECLI:EU:C:2025:126 (T-2 tegen Sloveense telecomautoriteit), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hof-van-justitie-geen-verplichte-verlenging-van-radiospectrumrechten-uit-oude-vergunningen

HvJEU 27 februari 2025, IT 4815; ECLI:EU:C:2025:126 (T-2 tegen Sloveense telecomautoriteit). Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft geoordeeld dat artikel 49, leden 1 en 2, van richtlijn 2018/1972 (Europees wetboek voor elektronische communicatie) niet van toepassing is op individuele gebruiksrechten voor radiospectrum die vóór de inwerkingtreding van deze richtlijn zijn verleend, maar na die datum verstrijken. Het geschil draaide om het Sloveense telecombedrijf T-2, dat in 2006 een vergunning kreeg voor het gebruik van radiospectrum voor een periode van 15 jaar. In 2021 vroeg T-2 een verlenging van deze vergunning met vijf jaar, maar de Sloveense telecomautoriteit wees dit verzoek af. Volgens de nationale regelgeving kon een dergelijke vergunning niet worden verlengd tot meer dan 15 jaar. T-2 betoogde dat de weigering in strijd was met artikel 49 van richtlijn 2018/1972, dat een minimale looptijd van 15 jaar en een mogelijke verlenging voorschrijft om investeringszekerheid te bieden. De Sloveense rechter stelde prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie over de reikwijdte en rechtstreekse werking van deze bepaling.

IT 4814

Hof bevestigt afwijzing auteurs- en databankenrechtclaims door opdrachtnemer op resultaten onderzoek

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 11 mrt 2025, IT 4814; ECLI:NL:GHARL:2025:1410 (Appellante tegen Universiteit Utrecht), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hof-bevestigt-afwijzing-auteurs-en-databankenrechtclaims-door-opdrachtnemer-op-resultaten-onderzoek

Hof Arnhem-Leeuwarden 11 maart 2025, IEF 22605, IT 4814; ECLI:NL:GHARL:2025:1410 (Appellante tegen Universiteit Utrecht). De appellant (hierna: opdrachtnemer) heeft met de Universiteit Utrecht (hierna: de Universiteit) een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor twee onderzoeksprojecten: "Ontwikkeling Voorop!" (OV) en "Samen Laten Opgroeien" (SLO). Deze projecten richten zich op het volgen van de ontwikkeling van kinderen in kwetsbare gezinnen met behulp van de ASQ4-vragenlijst. In een juridisch geschil vordert de opdrachtnemer dat de Universiteit de afspraken uit de samenwerkingsovereenkomst naleeft en stelt zij dat zij mede-auteursrechthebbende is op de door de projecten gecreëerde werken. In hoger beroep, specifiek in grief 3, voert de opdrachtnemer aan dat zij als samenwerkingspartner van de Universiteit mede-auteursrechthebbende is op alle auteursrechtelijk beschermde werken die binnen de projecten zijn ontwikkeld. Dit zou onder meer volgen uit haar bijdrage aan het project, zoals het meedenken en meeschrijven aan de projectvoorstellen. De Universiteit betwist dit en stelt dat de auteursrechten op grond van artikel 7 Auteurswet aan haar toekomen. De opdrachtnemer betwist dit en stelt dat het auteursrecht op alles wat haar directrice als bestuurder van de opdrachtnemer heeft (mede)gecreëerd – naast haar parttime-aanstelling bij de Universiteit – en op wat zij vóór die periode heeft (mee)ontwikkeld, aan de opdrachtnemer toekomt.  

IT 4813

Conclusie A-G: Bewaring van kopie paspoort door creditcardmaatschappij is geen verwerking van biometrische gegevens

Hoge Raad 21 feb 2025, IT 4813; ECLI:NL:PHR:2025:260 (Eiser tegen ICS), https://www.itenrecht.nl/artikelen/conclusie-a-g-bewaring-van-kopie-paspoort-door-creditcardmaatschappij-is-geen-verwerking-van-biometrische-gegevens

Conclusie A-G HR 21 februari 2025, IT 4813, LSR 2282; ECLI:NL:PHR:2025:260 (Eiser tegen ICS). Deze zaak draait om een natuurlijk persoon om principiele redenen weigert om in te gaan op een verzoek op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (hierna: Wwft). Het verzoek kwam van creditcardmaatschappij International Card Services (hierna: ICS), die in het kader van hernieuwd cliëntenonderzoek eiser heeft gevraagd om een kopie van haar paspoort met foto. ICS bewaart ontvangen kopieën, maar eiser wil hier niet aan meewerken. ICS heeft de overeenkomst met eiser daarom opgezegd. Dit leidde tot een procedure waarin het hof uiteindelijk heeft geoordeeld dat ICS de creditcardovereenkomst mocht opzeggen [zie IT 4806]. In cassatie betoogt eiser dat het door ICS toegepaste (her)identificatieproces, een verwerking van biometrische gegevens is. Ook meent eiser dat artikel 33 van de Wwft aan financiële ondernemingen geen wettelijke grondslag biedt voor het bewaren van een kopie van een identiteitsbewijs met pasfoto. ICS voert verweer en stelt dat eiser geen belang heeft bij haar rechtsklachten. De A-G concludeert tot verwerping van het beroep en ziet geen aanleiding voor het stellen van prejudiciële vragen. 

IT 4812

Vordering Bol.com afgewezen wegens ontbrekende algemene voorwaarden en onduidelijke rol

Rechtbank Amsterdam 14 feb 2025, IT 4812; ECLI:NL:RBAMS:2025:1361 (Bol.com tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vordering-bol-com-afgewezen-wegens-ontbrekende-algemene-voorwaarden-en-onduidelijke-rol

Rb. Amsterdam 14 februari 2025, IT 4812; ECLI:NL:RBAMS:2025:1361 (Bol.com tegen gedaagde). Deze zaak betreft een vordering van BOL.COM tegen een consument voor de betaling van een bedrag van € 243,80, vermeerderd met incassokosten, rente en proceskosten. De consument is niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De rechtbank toetst ambtshalve of BOL.COM haar informatieverplichtingen heeft nageleefd en of de algemene voorwaarden eerlijk waren volgens Richtlijn 93/13/EG. BOL.COM heeft echter niet alle relevante algemene voorwaarden overgelegd, waardoor de toetsing niet mogelijk is. De dagvaarding is opgesteld om standaard voor meerdere zaken te gebruiken, maar specificeert niet duidelijk in welke hoedanigheid BOL.COM B.V. optreedt. Dit moet wel, omdat BOL.COM B.V. zowel als verkopende partij als lasthebber van andere verkopers kan optreden. De rechtbank gaat ervan uit dat de koopovereenkomst in deze zaak met een andere verkoper is gesloten. Omdat niet alle toepasselijke algemene voorwaarden zijn overgelegd, kan de kantonrechter het ambtshalve onderzoek niet goed uitvoeren. Hierdoor voldoet BOL.COM B.V. niet aan haar stelplicht. Op grond van artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt de vordering afgewezen.