Overeenkomst mocht worden opgezegd

Hof Amsterdam 12 juli 2022, IT 4053; ECLI:NL:GHAMS:2022:2032 (appellante tegen T-Mobile) Appellante is een aanbieder van mobiele telefonie via het netwerk van een netwerkoperator. Appellante had met Tele2 een overeenkomst gesloten, maar nadat T-Mobile Tele2 had overgenomen, heeft T-Mobile de overeenkomst opgezegd. Appellante meent dat deze opzegging niet rechtsgeldig was omdat er een duurzame samenwerking was aangegaan. Zij vordert onder meer nakoming van de overeenkomst. Het hof oordeelt dat appellante een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening. Het hof is van oordeel dat appellante er niet op mocht vertrouwen dat T-Mobile alleen gebruik zou maken van de opzeggingsmogelijkheden wanneer er sprake zou zijn van een zwaarwichtige reden. Het hof meent verder dat de gebruikmaking van de opzeggingsmogelijkheid door T-Mobile naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is en dat er geen sprake is van een tekortkoming aan de kant van T-mobile. Het hof komt tot de conclusie dat alle grieven falen. Het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd.
Geen onrechtmatige daad dan wel tekortkoming

Rb. Rotterdam 31 augustus 2022, IT 4052; ECLI:NL:RBROT:2022:7377 (eiseres tegen Web-Company) Eiseres verkoopt via een webshop haar kleding en accessoires. Zij maakt hierbij gebruik van softwareapplicaties. Web-Company is een IT-dienstverlener en houdt zich bezig met het bouwen van websites, webwinkels, apps en Software. Op 10 maart 2020 hebben partijen een overeenkomst gesloten. In deze zaak vordert eiseres onder meer dat de rechtbank voor recht verklaart dat Web-Company een onrechtmatige daad heeft gepleegd, dan wel toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van een op haar rustende verbintenis. Daarnaast vordert eiseres een verklaring voor recht dat de algemene voorwaarden van Web-Company niet of niet meer op de overeenkomst van toepassing zijn, dan wel dat Web-Company geen beroep toekomt op de bedingen in de algemene voorwaarden.
Bestelknop met 'bevestig je aanvraag' voldoet niet aan 6:230v lid 3 BW

Ktr. Rb. Overijssel 19 juli 2022, IT 4051; ECLI:NL:RBOVE:2022:2471 (Innova tegen gedaagde) Innova heeft een vordering ingesteld die betrekking heeft op een overeenkomst die op afstand tot stand is gekomen tussen haar en gedaagde (consument). Bij dit soort overeenkomsten gelden er extra contractuele informatieplichten voor de handelaar, zoals die uit artikel 6:230v lid 3 BW. Op grond van dit artikel moet de handelaar het elektronische bestelproces zo vormgeven dat de consument een aanbod pas kan aanvaarden wanneer hem duidelijk is geworden dat zijn bestelling een betalingsverplichting inhoudt. Op de bestelknop staan de woorden ‘bevestig je aanvraag’. De kantonrechter oordeelt dat hiermee niet voldaan is aan de verplichting uit artikel 6:230v lid 3 BW. De kantonrechter zal daarom de gehele overeenkomst vernietigen.
Uitnodiging: symposium over content moderatie en de DSA

Op woensdagmiddag 21 september a.s. wordt de jaarlijkse Internetscriptieprijs uitgereikt op het kantoor van Brinkhof. Dit jaar zal de uitreiking, naast de scriptietoelichtingen van de finalisten, gepaard gaan met een symposium over content moderatie (denk bijvoorbeeld aan de Digital Services Act die in coulissen staat!). Tijdens het symposium laten een keynote spreker en panellisten zich vanuit verschillende expertises uit over dit onderwerp. Advocaten kunnen zich aanmelden voor het symposium en 2 PO-punten laten toekennen aan het bijwonen ervan. Toegang is gratis en aanmelden kan hier.
Het programma ziet er als volgt uit:
13.30 – Opening
13.35 – Keynote door Folkert Wilman (Juridische Dienst Europese Commissie)
14.15 – Interactieve workshop content moderatie met Anke Strijbos (Brinkhof)
15.00 – Pauze
15.30 – Presentaties drie finalisten scriptieprijs
16.00 – Panel met Naomi Appelman (IvIR), Inge van Kooten (Booking.com), mr. Dudok van Heel (rechtbank Amsterdam), Folkert Wilman (Juridische Dienst Europese Commissie), Remy Chavannes (moderator, Brinkhof)
17.00 – Juryverslag, prijsuitreiking, borrel
Uitspraak ingezonden door Lotte van Schuylenburch, Boekx Advocaten.
Onrechtmatige uitlatingen op blog leiden tot schade

Rechtbank Amsterdam 31 augustus 2022, IEF 20927, IT 4049; C/13/712719 / HA ZA 22-64 (Bosma tegen gedaagde) Bosma werkt als sales director in de visbranche. Bosma en zijn familie worden al enkele jaren bedreigd. Sinds januari 2021 worden ernstige beschuldigingen en bedreigende uitlatingen jegens hem gedaan op een website. Eerder werd bevolen dat de hostingprovider de gegevens van de persoon die eigenaar is van de domeinnaam en blog zou bekendmaken [IEF 20664]. In dit geschil stelt Bosma onder meer dat deze persoon, gedaagde, onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door ernstige en onjuiste beschuldigingen jegens hem en smadelijke en lasterlijke uitingen over hem publiekelijk te uiten en hem en zijn familie te bedreigen. De vordering wordt toegewezen. Gedaagde is aansprakelijk voor de schade die is geleden.
Mogelijke fout in formulering memorie van grieven

Hof Den Bosch 8 februari 2022, IT 4045; ECLI:NL:GHSHE:2022:321 (Keytech tegen Btech) Keytech is een bedrijf dat zich bezighoudt met het aanleggen en onderhouden van mobiele telecomnetwerken en -installaties. Btech is en bedrijf dat zich bezighoudt met het aanleggen, vervangen en testen van telecominstallaties en GSM-masten. In 2018 heeft Keytech Btech verschillende opdrachten gegeven voor het uitvoeren van werkzaamheden aan telecominstallaties. Juli 2018 is er discussie ontstaan over de hoogte van door Btech gestuurde facturen. Keytech startte onderhavige procedure omdat zij meende dat Btech ten onrechte beslagen had gelegd ten laste van Keytech. Keytech vorderde daarom een aantal bedragen die Btech volgens haar verschuldigd waren. Door de rechtbank werden, bij vonnis van 11 september 2019, de vorderingen van Keytech afgewezen. Het hof stelt vast dat er wellicht sprake is van een fout in de formulering van de memorie van grieven en geeft Keytech daarom de mogelijkheid hierover bij akte uitsluitsel te bieden. Het hof verwijst de zaak naar de rol van 8 maart 2022 en houdt iedere verdere beslissing aan.
Vita Zwaan is benoemd tot partner bij bureau Brandeis

Per 1 september 2022 benoemt bureau Brandeis Vita Zwaan tot partner. Vita’s praktijk richt zich op privacy- en gegevensbeschermingsrecht. Zij adviseert over compliancevragen in diverse sectoren, staat cliënten bij in onderzoeken van de Autoriteit Persoonsgegevens en procedeert in collectieve acties met betrekking tot privacy.
Vita Zwaan is advocaat sinds 2005 en al sinds de oprichting werkzaam als advocaat bij bureau Brandeis, de afgelopen jaren als senior counsel.
Kosta Hinzen is advocaat geworden bij Van Kaam Advocaten

Kosta Hinzen is op 24 augustus jl. beëdigd als advocaat. Vanaf dat moment maakt hij deel uit van het team van advocaten bij Van Kaam IP, Media & Privacy en zal hij zich onder het toeziend oog van zijn patroon Remco Klöters ontwikkelen tot expert op het gebied van het IE-, privacy-, media- en entertainmentrecht.
Kosta is al meer dan een jaar werkzaam in de advocatuur en heeft daarvoor al een specialisatiemaster IE-recht afgerond. Daarnaast zal de ruime ervaring die hij heeft opgedaan als tech-ondernemer en DJ in het Amsterdamse nachtleven de advies- en procespraktijk bij Van Kaam Advocaten ten goede komen.
Geen bijzondere persoonlijke omstandigheden

Vzr. Rb. Breda 7 mei 2010, IT 4044; ECLI:NL:RBBRE:2010:1901 (verzoeker tegen het College) Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het College van B&W van de gemeente Tilburg van 2 maart 2010. In dit besluit heeft het College het verzoek van verzoeker om zijn persoonsgegevens preventief af te schermen voor externe partners en netwerkcontacten afgewezen. De voorzieningenrechter meent dat het College terecht heeft aangevoerd dat de gegevensverwerking noodzakelijk is voor een goede vervulling van zijn publiekrechtelijke taak. De voorzieningenrechter oordeelt verder dat het College zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat in de woonomstandigheden van verzoeker geen bijzondere persoonlijke omstandigheden gelegen zijn (zoals bedoeld in artikel 40 Wbp) waardoor de gegevensverwerking niet gerechtvaardigd zou zijn. Het beroep van verzoeker wordt dan ook ongegrond verklaard en het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening wordt afgewezen.
Call for Papers voor eerste studentenuitgave Mediaforum

Ben je een gevorderde student aan een Nederlandse universiteit (master of eind bachelor) en ben je geïnteresseerd in het media- en informatierecht? Dan nodigen wij je hierbij uit om een bijdrage te leveren aan de eerste studentenuitgave van het tijdschrift Mediaforum.
Het doel van deze studenteneditie is om studenten die gefascineerd zijn door juridische vraagstukken op het snijvlak van media en recht de kans te bieden daarover te publiceren. Tijdens het schrijfproces word je begeleid en krijg je gerichte feedback van academici en/of juristen uit de praktijk, die je helpen je paper, scriptie of voorstel te bewerken tot een wetenschappelijk artikel van formaat.