HvJ EU: RTL Television tegen Grupo Pestana en Salvor

HvJ EU 8 september 2022, IEF 20948, IT 4064, IEFbe 3539; C-716/20; ECLI:EU:C:2022:643 (RTL Television tegen Grupo Pestana en Salvor) Geding over het zonder voorafgaande toestemming van RTL ter beschikking stellen van de uitzendingen van een RTL-zender in de door Grupo Pestana en Salvor geëxploiteerde hotelkamers. Het Hof is verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen:
1) Moet het begrip ‚doorgifte via de kabel’ in artikel 1, lid 3, van [richtlijn 93/83] aldus worden uitgelegd dat het niet alleen betrekking heeft op de gelijktijdige uitzending door een omroeporganisatie van een uitzending van een andere omroeporganisatie, maar ook op de gelijktijdige, integrale doorgifte via de kabel aan het publiek (al dan niet door een omroeporganisatie) van een eerste uitzending van radio- of televisieprogramma’s die voor ontvangst door het publiek bestemd zijn?
2) Is de gelijktijdige doorgifte van satellietuitzendingen van een televisiezender, via de coaxkabel, door middel van in hotelkamers geïnstalleerde televisietoestellen, te kwalificeren als een ‚doorgifte’ van die uitzendingen in de zin van artikel 1, lid 3, van [richtlijn 93/83]?
Beantwoording van de prejudiciële vragen:
Verzetschrift te laat ingediend

Rb. Den Haag 13 juli 2022, IT 4063; ECLI:NL:RBDHA:2022:9134 (opposanten) Opposanten hebben beroep ingesteld tegen het besluit van de stichting om niet over te gaan tot vernietiging van (persoons)gegevens. De rechtbank heeft zichzelf in de uitspraak van 15 juli 2021 onbevoegd verklaard. Hiertegen hebben opposanten verzet ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het verzetschrift niet op tijd is ingediend door opposanten. Opposanten zijn door de griffier in de gelegenheid gesteld om deze termijnoverschrijding toe te lichten en dit hebben zij ook gedaan. Toch komt de rechtbank tot het oordeel dat het verzet niet-ontvankelijk is omdat het verzetschrift te laat is ingediend.
Actualiteiten Handels- en Domeinnaamrecht op 29 september

Schuif aan en laat u in korte tijd online bijpraten over Actualiteiten Handels- en Domeinnaamrecht op donderdag 29 september. Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht (AKD) geeft u dan een overzicht van actuele ontwikkelingen en rechtspraak in het Handelsnaamrecht.
Enkele onderwerpen die worden besproken:
- De handelsnaam als recht van plaatselijke betekenis (HvJ EU 2 juni 2022, IEF 20773 (Classic Coach Company))
- De vordering tot overdracht van de domeinnaam (o.a. Rb Midden-Nederland, IEF 20586 (RecruitingKantoor); Rb Amsterdam, IEF 20805 (Syndon)
- De gevolgen van de keuze voor een beschrijvende naam (Rb Rotterdam, IEF 20457 (Spido); Rb Gelderland, IEF 20596 (Trainingskamp) en andere)
Datum: 29 september, van 10.00 – 11.00 uur
Prijs: 75 euro (50 euro voor oud deelnemers)
Accreditatie: 1 opleidingspunt (NOvA, BMM, Vlaamse Orde)
Kijk en luister mee vanaf uw locatie en in één uur bent u weer op de hoogte! Aanmelden kan via deze link. Heeft u eerder deelgenomen aan onze jurisprudentielunches, webinars of congressen? Vul bij het aanmelden de categorie 'prijs anders' in.
We verwelkomen u graag weer dit najaar!
Aanspraak op migratie persoonsgegevens onwaarschijnlijk

Vzr. Hof Den Haag 30 augustus 2022, IT 4062; ECLI:NL:GHDHA:2022:1552 (Foreburgh tegen geïntimeerde) Foreburgh en geïntimeerde zijn allebei financieel dienstverlener. Zij zijn een overeenkomst aangegaan op grond waarvan de klantgegevens van zijn bij de nationale Hypotheekbond account heeft overgezet op het account van Foreburgh. De voorzieningenrechter had Foreburgh bij vonnis van 18 januari 2021 bevolen om aan geïntimeerde onmiddellijk toegang te verlenen tot de database van de Nationale Hypotheekbond om hem in staat te stellen klantinformatie te raadplegen.
Kamerbrief bij rapport Bescherming gegeven? Evaluatie UAVG

Minister Weerwind (Rechtsbescherming) stuurde afgelopen week de Tweede Kamer het onderzoeksrapport 'Bescherming gegeven? Evaluatie UAVG, meldplicht datalekken en de boetebevoegdheid'. Het rapport evalueert de Uitvoeringswet AVG (UAVG) van 16 mei 2018. AVG staat voor Algemene Verordening Persoonsgegevens.
Download hier de kamerbrief bij het rapport.
Bron: Rijksoverheid.nl
Geen doorzendplicht, dus geen recht op schadevergoeding

Rb. Rotterdam 8 oktober 2021, IT 4060; ECLI:NL:RBROT:2021:13605 (eiser tegen Directie van de RDW) Eiser heeft de Directie van de RDW (hierna: Directie) verzocht om - indien verweerder persoonsgegevens van eiser verwerkt – inzage te geven. De Directie heeft het inzageverzoek van eiser gedeeltelijk afgewezen. Bij besluit van 24 december 2019 heeft de Directie het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard. Hiertegen heeft eiser beroep ingesteld. De rechtbank stelt vast dat de Directie de gegevens wel heeft verstrekt, maar dat zij heeft geweigerd of er gegevens met de politie of opsporingsdiensten zijn gedeeld en om welke gegevens het dan zou gaan. De rechtbank oordeelt dat het niet in strijd met de wet of kennelijk onredelijk is dat de Directie geen nadere informatie verstrekt wanneer er nog strafrechtelijke procedures lopen. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat er geen doorzendplicht bestaat. Hierdoor heeft eiser ook geen recht op een schadevergoeding wegens het niet doorsturen van het verzoek om gegevensverstrekking aan de politie. Het beroep wordt ongegrond verklaard.
VU Leergang intellectueel eigendom start 1 november

Op 1 november start de Leergang intellectueel eigendomsrecht aan de VU. Tijdens de verschillende colleges wordt systematisch het juridisch kader voor individuele vormen van de verschillende intellectuele eigendomsrechten besproken: de basiseisen voor rechtsverkrijging, de ter beschikking staande exclusieve rechten, ruimte voor vrij gebruik op basis van beperkingen van de rechten en de exploitatie op basis van overdracht en licenties, handhavingsmogelijkheden.
Werkwijze
Tijdens de leergang wisselt u actief uw ervaring met de wet- en regelgeving en bijbehorende jurisprudentie uit met de andere deelnemers. Zo vergroot u uw netwerk met vakgenoten en past u de opgedane kennis direct toe in diverse praktijksituaties.
Lees verder >>
Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Hanneke van Lith, Van Kaam Advocaten.
Uitlatingen in tv-programma zijn niet onrechtmatig

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 6 september 2022, IEF 20939, IT 4058; ECLI:NL:RBMNE:2022:3558 (Eiseres tegen AVROTROS) Kort geding. In het tv-programma Radar is aandacht besteed aan een klacht rondom eiseres, een schildersbedrijf. Volgens eiseres heeft AVROTROS door in de reportage bepaalde onjuiste uitlatingen te doen en een eenzijdig en tendentieus beeld te schetsen onrechtmatig jegens haar gehandeld en zij vordert verwijdering en een rectificatie. De voorzieningenrechter is van oordeel dat AVROTROS aandacht heeft mogen besteden aan een klacht van een consument over eiseres. Dit mag zij op kritische en opiniërende wijze aan de kaak stellen. De grenzen van de journalistieke vrijheid zijn in dit concrete geval niet overschreden. Er is van tevoren contact geweest met eiseres over de klachten en er is voldoende wederhoor geboden, hetgeen ook terugkomt in de reportage. Voor de belangenafweging weegt (zwaar) mee dat alle uitlatingen voldoende steun vinden in het ten tijde van de uitzending van de reportage beschikbare feitenmateriaal. Overige relevante omstandigheden leggen onvoldoende gewicht in de schaal voor het belang van eiser. De vorderingen worden afgewezen.
Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam, Van Kaam Advocaten.
Zembla moet uitspraken over granuliet rectificeren

Rechtbank Den Haag 31 augustus 2022, IEF 20936, IT 4057; ECLI:NL:RBDHA:2022:8625 (GIB tegen Zembla) Zie ook [IEF 20387]. Op 6 februari 2020 heeft het programma Zembla in een tv-uitzending aandacht besteed aan het verondiepingsproject Over de Maas, waarvoor granuliet van het bedrijf Graniet Import Benelux B.V. is gebruikt. De uitzending heeft aandacht gekregen in landelijke en regionale media en tot onrust geleid. Door Zembla is na de uitzending in 2020 op verschillende manieren nadien veelvuldig gepubliceerd over de toepassing van granuliet. Op 7 december 2020 heeft de RvdJ een conclusie genomen in een klachtprocedure aangespannen door GIB en diens klacht gegrond verklaard. BNNVARA heeft daarop aangegeven zich niet te kunnen vinden in de conclusie en heeft besloten de RvdJ niet langer te erkennen. Tevens heeft Zembla aangegeven dat zij geen gehoor zal geven aan het verzoek van GIB over te gaan tot rectificatie. In deze civiele procedure vordert GIB een verklaring voor recht en rectificatie. Zij stelt zich in de eerste plaats op het standpunt dat Zembla door in de televisie-uitzendingen en in andere publicaties meerdere beschuldigingen te uiten die geen steun vinden in het feitenmateriaal onrechtmatig handelt. In de tweede plaats stelt GIB dat Zembla onrechtmatig heeft gehandeld door los van specifieke ongefundeerde beschuldigingen, sinds de uitzending, onvolledig, eenzijdig en tendentieus te berichten over granuliet.
Verzoek toewijsbaar t.a.v. verwerkte persoonsgegevens

Hof Amsterdam 26 juli 2022, IT 4056; ECLI:NL:GHAMS:2022:2192 (appellant tegen Travelex) Appellant wilde in april 2018 geld omwisselen voor dollars bij Travelex, maar deze transactie werd geweigerd. Appellant verzocht om mededeling van de belastende gegevens op grond waarvan de transactie geweigerd werd. Travelex heeft dit niet gedaan omdat zij meent deze gegevens niet te mogen mededelen op grond van wetgeving betreffende het voorkomen van witwassen en het financieren van terrorisme (Wwft). De vordering van appellant wordt door de rechtbank Amsterdam afgewezen. Appellant vordert in hoger beroep dat Travelex meedeelt wat de belastende gegevens zijn op grond waarvan de transactie geweigerd werd. Het hof stelt vast dat als Travelex de gevraagde gegevens aan appellant had verstrekt, Travelex haar geheimhoudingsplicht zou hebben geschonden. Het hof begrijpt echter niet waarom er door Travelex geen kopie van de verwerkte gegevens als bedoeld in artikel 15 lid 3 AVG is verstrekt. Het hof komt tot het oordeel dat het verzoek zal worden afgewezen met betrekking tot de gevraagde belastende gegevens. Het verzoek zal echter worden toegewezen voor zover het ziet op de verwerkte persoonsgegevens. Het vonnis van de rechtbank wordt vernietigd voor zover het gaat over de persoonsgegevens als bedoeld in artikel 15 lid 3 AVG.