DOSSIERS
Alle dossiers

Persoonsgegevens  

IT 4407

Afwijzing verzoek verwijdering BKR-registratie op grond van de AVG

Rechtbank Amsterdam 6 sep 2023, IT 4407; ECLI:NL:RBAMS:2023:5743 (Verzoeker tegen ING), https://www.itenrecht.nl/artikelen/afwijzing-verzoek-verwijdering-bkr-registratie-op-grond-van-de-avg

Rb. Amsterdam 6 september 2023, IT 4407; ECLI:NL:RBAMS:2023:5743 (Verzoeker tegen ING). Verzoeker had krediet afgesloten bij ING voor zijn eenmanszaak. Op een bepaald moment kon verzoeker het krediet niet meer terugbetalen en is hij failliet verklaard. ING heeft meerdere malen verzocht om het betaalde bedrag terug te betalen, maar verzoeker was hiertoe niet in staat en is toegelaten tot de schuldsanering. Toen verzoeker de schuldsanering had afgerond met een schone lei, heeft ING de bijzonderheidscode 3 toegevoegd in het BKR-systeem aan de kredietverlening van verzoeker. Verzoeker heeft ING tweemaal verzocht om de bijzonderheidscode bij de BKR-registratie te verwijderen, maar kreeg tweemaal nul op rekest. Verzoeker verzoekt nu de rechtbank om ING te veroordelen de codering van de BKR-registratie te verwijderen. Partijen zijn het erover eens dat de BKR-registratie juist is. De einddatum van bijzonderheidscodering 3 aan de BKR-registratie is 2025, maar verzoeker is van mening dat deze eerder verwijderd dient te worden. Een BKR-registratie is aan te merken als het verwerken van persoonsgegevens waarop de AVG van toepassing is.

IT 4398

Gedupeerde datalek UWV krijgt schadevergoeding

Rechtbank Den Haag 21 sep 2023, IT 4398; ECLI:NL:RBDHA:2023:14359 (Eiseres tegen UWV), https://www.itenrecht.nl/artikelen/gedupeerde-datalek-uwv-krijgt-schadevergoeding

Rb. Den Haag 21 september 2023, IT 4398; ECLI:NL:RBDHA:2023:14359 (Eiseres tegen UWV). Verweerder heeft eiseres in kennis gesteld van een datalek, waarbij vijf brieven bestemd voor eiseres naar een verkeerd adres zijn gestuurd. Eiseres heeft verweerder daarna aansprakelijk gesteld op grond van dit datalek en verzocht om immateriële schadevergoeding. Haar is daarop een vergoeding aangeboden van €250,-. Eiseres vond deze vergoeding onvoldoende en eiste een hoger bedrag en inzage in haar persoonsgegevens bij UWV ten aanzien van het datalek. Het UWV heeft dit verzoek afgewezen, waartegen eiseres beroep heeft ingesteld.

IT 4396

Beantwoording Kamervragen Risico Analyse Model

Beantwoording kamervragen RAM 2022-2023, IT 4396; 2023-0000229107. In deze stukken worden Kamervragen beantwoord naar aanleiding het bericht dat een grote hoeveelheid gegevens verzameld zou worden door de Belastingdienst. De staatssecretaris van Financiën heeft beloofd een extern onderzoek laten doen naar het Risico Analyse Model (hierna: RAM). Wegens bepaalde ontwikkelingen zijn deze onderzoeken echter niet gestart. De Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: AP) heeft aangegeven ook een onderzoek te willen starten en de staatssecretaris wil afwachten of de aankondiging door de AP nog gevolgen heeft voor de vraagstelling en reikwijdte van het externe onderzoek. De staatssecretaris is van plan om de vragen van Kamerleden en het onderzoek van de AP te betrekken bij het onderzoek en blijft van mening dat dit externe onderzoek noodzakelijk is om helderheid te krijgen over de informatievoorziening rondom RAM, zoals data, analyses en het gebruik van die analyses. In alle waarschijnlijkheid gaat het onderzoek in november beginnen. De staatssecretaris beantwoordt Kamervragen, maar benadrukt dat pas na het externe onderzoek en het onderzoek van de AP definitieve antwoorden gegeven kunnen worden.

IT 4395

Prejudiciële vragen gesteld over geïmiteerde autojournalist in het kader van de AVG

De verweerder PTAC heeft een informatiecampagne gevoerd waarbij een video op verschillende websites werd verspreid. De hoofdrolspeler in de video waarschuwt consumenten voor belangrijke risico’s die ze kunnen lopen bij de aankoop van een tweedehandsauto. In de video imiteerde de hoofdrolspeler de stem en het uiterlijk van een bekende Letse autojournalist en -deskundige. De geïmiteerde journalist (verzoeker) was ontevreden over de manier waarop hij in de video werd afgebeeld en verzocht PTAC om de vertoning te stoppen, openbare excuses aan te bieden en een vergoeding te betalen voor geleden immateriële schade. PTAC weigerde dit verzoek, waarna verzoeker een rechtszaak aanspande om de handeling van PTAC onwettig te verklaren en compensatie te eisen voor immateriële schade. Het beroep werd gedeeltelijk toegewezen, maar verzoeker ging in cassatieberoep. Het Letse hof heeft hierop prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie in het kader van de AVG gesteld. Lees hier de verwijzingsuitspraak.

IT 4386

Uitspraak ingezonden door Jurre Reus, Houthoff.

RDW handelt niet in strijd met de AVG

Overige instanties 20 sep 2023, IT 4386; ECLI:NL:RVS:2023:3557 (Appellante tegen Autoriteit Persoonsgegevens), https://www.itenrecht.nl/artikelen/rdw-handelt-niet-in-strijd-met-de-avg

ABRvS 20 september 2023, IT 4386; ECLI:NL:RVS:2023:3557 (Appellante tegen Autoriteit Persoonsgegevens) De Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: AP) heeft in 2018 het verzoek van appellant afgewezen om op te treden tegen schendingen van de AVG door de Dienst Wegverkeer (hierna: RDW). Appellant heeft klachten ingediend bij de AP om de manier waarop de RDW registervergelijkingen uitvoert ter bepaling van een overtreding van de keuringsplicht en verzekerplicht van rijtuigen. Op basis hiervan stelt de RDW boetes vast indien mensen niet voldoen aan de genoemde verplichtingen. Appellant heeft deze boetes ook opgelegd gekregen, terwijl zij geen houder is van een voertuig. Hierdoor vindt zij de werkwijze van RDW in strijd met privacywetgeving en heeft zij een verzoek gedaan tot handhaving bij de AP. De AP heeft dit verzoek niet-ontvankelijk verklaard, omdat RDW adequaat heeft gereageerd op de klachten door de gegevens meteen te verwijderen of corrigeren. De Afdeling oordeelt dat appellante geen belang meer heeft bij het veroordelen van de RDW, omdat geen onjuiste persoonsgegevens meer worden verwerkt door de RDW. Het bezwaar is daarom terecht niet-ontvankelijk verklaard door de AP.

IT 4377

Termijnverstrijking AVG, nog steeds ontvankelijk in kort geding

Hoge Raad 15 sep 2023, IT 4377; ECLI:NL:HR:2023:1216 https://www.itenrecht.nl/artikelen/termijnverstrijking-avg-nog-steeds-ontvankelijk-in-kort-geding

HR 15 September 2023, IT 4377, ECLI:NL:HR:2023:1216 Het gaat in deze cassatieprocedure over de vraag of het mogelijk is in kort geding een vordering tot verwijdering van persoonsgegevens in te stellen nadat de termijn van zes weken is verstreken. Normaliter betekent het overschrijden van de termijn van zes weken, die volgt uit uit art. 35 lid 2 Uitvoeringswet Algemene verordening persoonsgegevens (hierna: UAVG), dat betrokkene niet-ontvankelijk zal zijn in zijn vordering. De vraag is of betrokkene wel ontvankelijk is in een vordering in kort geding na het verstrijken van de termijn.

IT 4369

Belangenafweging bij BKR-registratie valt uit in nadeel van verzoeker

Rechtbank Amsterdam 25 mei 2023, IT 4369; ECLI:NL:RBAMS:2023:5510 (Verzoeker/Rabobank), https://www.itenrecht.nl/artikelen/belangenafweging-bij-bkr-registratie-valt-uit-in-nadeel-van-verzoeker

Rechtbank Amsterdam 25 mei 2023, IT 4369; ECLI:NL:RBAMS:2023:5510 (Verzoeker/Rabobank) In dit geschil oordeelt de rechtbank Amsterdam over het verzoek van verzoeker omtrent zijn registratie in de BKR-registratie. Rabobank heeft een lening verstrekt ter financiering van de VOF van verzoeker. Deze VOF is failliet gegaan. Hoewel de schuld van verzoeker door Rabobank is kwijtgescholden, blijft de registratie in het register nog vijf jaar staan. Verzoeker stelt dat deze registratie niet langer proportioneel is en vraagt om doorhaling van de registratie. 

IT 4363

Eiser had moeten weten dat betaalinstructie vals was

Rechtbank Gelderland 23 aug 2023, IT 4363; ECLI:NL:RBGEL:2023:4848 (Eiser/Gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/eiser-had-moeten-weten-dat-betaalinstructie-vals-was

Rechtbank Gelderland 22 augustus 2023, IT 4363; ECLI:NL:RBGEL:2023:4848 (Eiser/Gedaagde) In deze zaak oordeelt de rechtbank over de gevolgen van factuurfraude door een hacker bij het kopen van een auto. Eiser heeft een auto van gedaagde gekocht. Gedaagde heeft een deel van de verkoopprijs aan een derde gegeven, die via een hack aan het e-mailadres van gedaagde is gekomen en een valse betaalinstructie aan eiser heeft gestuurd. De hacker heeft ook mogelijk toegang gekregen tot de kopieën van het paspoort van eiser. Eiser vordert een materiële en immateriële schadevergoeding op grond van de AVG, nu gedaagde onvoldoende heeft gedaan om zijn persoonsgegevens te beschermen.

IT 4368

Hof van Justitie: opsporing corruptiemisdrijven staat geen doorspelen persoonsgegevens toe

HvJ EU 7 sep 2023, IT 4368; (Lietuvos Respublikos generaliné prokuratūra), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hof-van-justitie-opsporing-corruptiemisdrijven-staat-geen-doorspelen-persoonsgegevens-toe

HvJ EU 7 september 2023, IT 4368; ECLI:EU:C:2023:631 (Lietuvos Respublikos generalinė prokuratūra) In deze prejudiciële beslissing geeft het Hof van Justitie van de Europese Unie antwoord op de vraag of de richtlijn 2002/58, in samenhang met de rechten toegekend in het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (hierna: het Handvest) verbiedt om in onderzoeken naar ambtsmisdrijven die verband houden met corruptie gebruik te maken van persoonsgegevens die worden bewaard door aanbieders van elektronische-communicatiediensten en die informatie kunnen verschaffen over de gegevens en communicaties van een gebruiker van een elektronisch communicatiemiddel, ongeacht of in het concrete geval toegang tot deze gegevens is verleend met het oog op de bestrijding van zware criminaliteit en de voorkoming van ernstige bedreigingen van de openbare veiligheid. Het geschil is ontstaan hangende de strafrechtelijke procedure tegen een openbare aanklager. Deze aanklager is uit zijn ambt gezet omdat hij verdacht werd van het doorspelen van informatie aan criminelen. Hij stelt dat de informatie die voor deze veroordeling is gebruikt, niet rechtmatig is verzameld en inbreuk maakt op de rechten die hem uit hoofde van het Handvest zijn toegekend. 

IT 4361

ING niet gehouden om registratie in BKR te verwijderen

Rechtbank Rotterdam 4 apr 2023, IT 4361; ECLI:NL:RBROT:2023:7438 (Verzoekster/ING), https://www.itenrecht.nl/artikelen/ing-niet-gehouden-om-registratie-in-bkr-te-verwijderen

Rechtbank Rotterdam 5 april 2023, IT 4361; ECLI:NL:RBROT:2023:7438 (Verzoekster/ING) In deze zaak oordeelt de rechtbank over de vraag of ING gehouden is om de registratie van verzoekster bij het Bureau Krediet Registratie (hierna: BKR) te verwijderen. Verzoekster heeft eind 2017 een creditcard aangevraagd bij ING. Zij heeft een tijd lang ongeoorloofd rood gestaan, waarna zij in het BKR is ingeschreven. In 2018 en 2019 hebben ING en verzoekster betalingsregelingen getroffen, waar verzoekster zich niet aan heeft gehouden. In 2022 betaalt verzoekster haar schuld aan de ING in één keer af en verzoekt zij verwijdering uit het BKR. ING wijst dit verzoek af. Verzoekster vraagt de rechter om ING op te dragen haar registratie uit het BKR te verwijderen.