Masterstudent Robert Kreuger winnaar Considerati Privacy Scriptieprijs 2015
Robert Kreuger heeft de Considerati Privacy Scriptieprijs 2015 gewonnen met zijn masterscriptie ‘Your app signature is more distinctive than your DNA’. De scriptie gaat over de verbintenisrechtelijke status en de mogelijkheden van een privacyverklaring in een app. Specifieker was zijn vraag: in hoeverre is een privacyverklaring van een app een overeenkomst in de zin van het Burgerlijk Wetboek en welke voordelen brengt dit met zich mee? In deze winnende scriptie worden de juridische en commerciële belangen van gegevensverwerking door apps op smart devices grondig uiteengezet. Ook gaat Robert in op de verbintenisrechtelijke classificatie van een privacyverklaring. Daarmee voegt hij een originele invalshoek toe aan de bestaande literatuur. Robert Kreuger heeft met zijn masterscriptie de meeste indruk gemaakt op de jury. Robert, van harte gefeliciteerd!
‘Your app signature is more distinctive than your DNA’
Over de verbintenisrechtelijke status en de mogelijkheden van een privacyverklaring in een app.
In deze masterscriptie is onderzocht hoe het aanvaarden van een privacyverklaring van een app in een verbintenisrechtelijke sleutel kan worden geplaatst. Naast een grondige uiteenzetting van de juridische en commerciële belangen van gegevensverwerking door apps op smart devices en de verbintenisrechtelijke classificatie van een privacyverklaring, wordt een originele invalshoek toegevoegd aan de bestaande literatuur. In het eerste gedeelte wordt het maatschappelijk en economisch belang van apps op smart devices weergegeven en wordt het juridisch kader rondom apps, gegevensverwerking en de verbintenisrechtelijke status van een privacyverklaring beschreven. In het tweede gedeelte wordt een koppeling gemaakt naar het daarvoor uiteengezette economisch belang en juridisch kader. Voorts worden in het derde gedeelte enkele conclusies getrokken en wordt er een aanbeveling gedaan met betrekking tot de wenselijkheid van de verbintenisrechtelijke status van een privacyverklaring in een app en de mogelijkheden omtrent de verwerking van persoonsgegevens door apps op smart devices. De probleemstelling van deze masterscriptie luidt als volgt: ‘In hoeverre is een privacyverklaring van een app een overeenkomst in de zin van het BW en welke voordelen brengt dit met zich mee?’
Autonomie en zelfbeschikking
Privacy betreft het afschermen van het eigen leven tegen ongewenste inmenging van buitenaf met als onderliggend belang autonomie en zelfbeschikking. Een onderdeel van (informationele) privacy is het recht op bescherming van persoonsgegevens, waarbij het gaat om voorwaarden waaronder persoonsgegevens verwerkt mogen worden. Kernbegrippen zijn bewustzijn, transparantie en doelbinding. Het probleem bij de verwerking van persoonsgegevens door apps op smartphones ligt echter in het ontbreken van bewustzijn (de meeste apps maken enkel gebruik van het aanvinken van een verklaring zonder dat de gebruiker bewust is van de gevolgen), het ontbreken van transparantie (vanwege de onduidelijkheid en onoverzichtelijkheid van een privacyverklaring), en het ontbreken van doelbinding (een groot deel van de apps verzamelt gegevens met een onvoldoende duidelijk omschreven doel).
Waarborgen privacy
In dit onderzoek wordt een (mogelijke) oplossing voor dit probleem gegeven waarbij alle drie de kernbegrippen bij de verwerking van persoonsgegevens door apps gewaarborgd worden: het kwalificeren van de privacyverklaring als wederkerige overeenkomst, het koppelen van economische waarde aan persoonsgegevens en het creëren van een markt voor persoonsgegevens die via apps verwerkt worden. Door persoonsgegevens te kwalificeren als (economisch) ruilmiddel, waarbij de privacyverklaring als wederkerige overeenkomst wordt gehanteerd, wordt er meer bewustzijn gecreëerd. Daarnaast ontstaat er controle over de persoonsgegevens bij de consument, waardoor transparantie zal toenemen en zodoende het principe van doelbinding zal worden nageleefd. Om dit te kunnen bewerkstelligen dienen privacy by design-beginselen (lees: privacyenhancing technologies) omtrent gegevensverwerking door apps op smartphones te worden geïmplementeerd. Gevolg is een sterkere bescherming van de consument, meer rechtszekerheid voor alle partijen en meer mogelijkheden voor maatschappelijke en economische innovatie.
Masterscriptie Privaatrecht in combinatie met Internet, intellectuele eigendom en ICT, 17 juni 2015, Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Vrije Universiteit te Amsterdam.
Lees hier de gehele scriptie in R.J. Kreuger – Over de verbintenisrechtelijke status en de mogelijkheden van een privacyverklaring in een app.
Lees hier het artikel 'Privacy app dat kan en moet veel beter geregeld' op Netkwesties.nl
Lees hier het artikel 'Masterstudent Robert Kreuger winnaar Considerati Privacy Scriptieprijs 2015' op rechten.vu.nl
Privacy. Negentien toonaangevende privacyexperts uit de VS en Europa hebben tien praktische voorstellen ontwikkeld om trans-Atlantisch het niveau van bescherming persoonsgegevens te verhogen. De meeste voorstellen kunnen binnen de bestaande wetgeving ter hand genomen worden en wereldwijd worden geïmplementeerd. Het gaat om pragmatische bruggen waar mensen, bedrijven, overheden en toezichthouders voordeel van gaan hebben.
Zie eerder IT 1782
Bijdrage ingezonden door Gerrit-Jan Zwenne,
Privacy. Camerasysteem. De verhouding tussen eiser en Familie B is niet goed. Eiser wil dat Waterweg Wonen het camerasysteem van Familie B verplaatst zodat de voordeur van eiser niet via het camerasysteem kan worden bekeken en de persoonlijke gegevens van eiser uit het camerasysteem verwijdert. Er is geen sprake van ongeoorloofde inbreuk op de privacy van eiser. Als daarvan al sprake zou zijn, dan gaat het om een zodanig beperkte inbreuk dat het belang van het plaatsen van het camerasysteem (vergroten van veiligheid), moet prevaleren boven het belang van eiser. Er kan namelijk niet worden gezegd dat Familie B daadwerkelijk de voordeur van eiser in de gaten houdt. Als daarvan wel sprake zou zijn, dan hoeft dat niet te betekenen dat het via het camerasysteem gaat. Eiser heeft immers ook aangegeven dat de buurvrouw het dichtdoen van zijn voordeur kan horen. Eiser kan daarnaast zelf eenvoudig gegevens uit het camerasysteem verwijderen.
Rechtspraak.nl: Nakoming overeenkomst (SLA). Gedaagde (ontwikkelaar van app) heeft aan eiseres (een au pair bemiddelingsbureau) de toegang tot de beheersfunctionaliteiten van de app ontzegd, waardoor eiseres haar community van au pairs niet meer kan bereiken. Geschil tussen partijen over het ondertekenen van een Service Level Agreement waarin gedaagde aanspraak maakt op eigenaarschap van de gebruikersdata en aan eiseres beperkingen oplegt in het gebruik van gebruikersdata. Ordemaatregelen getroffen. Vordering tot het verlenen van toegang aan eiseres tot het dashboard toegewezen, alsmede om eiseres in staat te stellen oneigenlijk gebruik van de app te bestrijden, alsmede een verbod aan gedaagde om berichten naar de gebruikers van de app te sturen die niet tevoren met eiseres zijn afgestemd, een en ander op straffe van een dwangsom.
Uit het persbericht: De richtlijn betreffende de verwerking van persoonsgegevens (red. Richtlijn 95/46/EG) regelt de verwerking van persoonsgegevens wanneer deze zich in een gegevensbestand bevinden of zullen bevinden. Smaranda Bara en verschillende andere Roemeense burgers zijn zelfstandigen. De Roemeense belastingdienst heeft de gegevens betreffende hun aangegeven inkomsten overgedragen aan het nationale socialezekerheidsfonds, dat vervolgens betaling heeft gevorderd van achterstallige bijdragen aan het ziekteverzekeringsstelsel. De betrokkenen betwisten voor het Curtea de Apel Cluj (hof van beroep te Cluj, Roemenië) dat deze overdracht wettig is uit het oogpunt van de richtlijn. Zij zijn van mening dat hun gegevens zijn gebruikt voor andere doeleinden dan die waarvoor ze oorspronkelijk zijn meegedeeld aan de belastingdienst, zonder daarover op voorhand te zijn geïnformeerd. Het Hof oordeelt dat het recht van de Unie in de weg staat aan de overdracht en verwerking van persoonsgegevens tussen twee overheidsinstanties van een lidstaat zonder dat de betrokken en daarover op voorhand werden geïnformeerd.
Safe harbour. Uit het
Prejudiciële verwijzing. Verwerking persoonsgegevens. De prejudiciële beslissing betreft de uitleg van art. 124 VWEU en art. 10,11 en 13 van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens. Het Hof verklaart voor recht: Dat de artikelen 10,11 en 13 van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer moeten worden uitgelegd dat nationale maatregelen, zoals die welke in het hoofdgeding, een overheidsinstantie van een lidstaat toestaan om persoonlijke gegevens door te geven aan een andere overheidsdienst en daaropvolgende behandeling, zonder dat de betrokkenen op de hoogte zijn van deze transmissie of behandeling.