DOSSIERS
Alle dossiers

Telecomrecht  

IT 2676

Beroep pari delicto-regel KPN faalt: schending ene norm geeft nog steeds optie optreding schending andere norm

Hof 6 nov 2018, IT 2676; ECLI:NL:GHDHA:2018:2885 (KPN en Telfort tegen Belcentrale.nl), https://www.itenrecht.nl/artikelen/beroep-pari-delicto-regel-kpn-faalt-schending-ene-norm-geeft-nog-steeds-optie-optreding-schending-an

Hof Den Haag 6 november 2018, IT 2676; ECLI:NL:GHDHA:2018:2885 (KPN en Telfort tegen Belcentrale.nl) Telecomrecht. Door opmerkelijke  marktmacht van KPN is zij verplicht tot "Wholesale Line Rental": zij moet concurrenten op haar netwerk toelaten zodat afnemers voor vaste telefonie kunnen overstappen naar een alternatieve aanbieder. ACM heeft het proces van zelfregulering geleid en een definitief voorstel geformuleerd onder de naam "Totaalpakket maatregelen ter verbetering van WLR-proces". KPN en Telfort houden zich op vrijwillige basis aan deze regels. Belcentrale was door de voorzieningenrechter geboden om met onmiddellijke ingang uitsluitend klanten over te zetten indien klanten hun instemming hebben gegeven. Het gerechtshof heeft het vonnis vernietigd maar Belcentrale geboden maatregelen te nemen om te waarborgen dat zij niet onrechtmatig jegens KPN c.s. handelt bij een telefonische poging tot overname van een klant. KPN heeft per brief meegedeeld aan Belcentrale een neutrale afscheidsbrief te sturen naar klanten die op basis van WLR overstappen naar Belcentrale voordat de overstap heeft plaatsgevonden. KPN handelt in strijd met het Totaalpakket door de afscheidsbrief vóór de handover naar een andere provider te sturen. De door KPN aangevoerde pari delicto-regel geldt niet, omdat daaruit niet volgt dat schending van de ene norm uit een pakket van maatregelen meebrengt dat tegen schending van een andere norm niet kan worden opgetreden. KPN heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de omvang van de schending op dit moment nog dusdanig is dat die een voldoende rechtvaardiging vormt voor schending van de regels door KPN c.s. met betrekking tot alle eindgebruikers voor wie Belcentrale de omschakeling zorgt. Bestreden vonnis bekrachtigd.

IT 2661

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU over opslag van verkeers- en locatiegegevens voor meer dan enkel onderzoeken, opsporen en vervolgen van feiten van zware criminaliteit

HvJ EU 19 jul 2018, IT 2661; (Ordre des barreaux francophones et germanophone e.a.), https://www.itenrecht.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-aan-hvj-eu-over-opslag-van-verkeers-en-locatiegegevens-voor-meer-dan-en

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 19 juli 2018, IT 2661; IEFbe 2775; C-520/18 (Ordre des barreaux francophones et germanophone e.a.) Privacy. Beroepsgeheim advocaten. Locatiegegevens. Opsporing. Strafrecht. Via Minbuza: Verweerders hebben een beroep tot vernietiging van de wet van 29 mei 2016 betreffende het verzamelen en bewaren van gegevens in de sector van de elektronische communicatie (de bestreden wet) ingesteld. Deze wet wijzigt verschillende bepalingen van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, welke verschillende richtlijnen, waaronder richtlijn 2005/58 in Belgisch recht zijn omgezet. Bij wet van 30 juli 2013 welke een aantal bepalingen van de wet van 13 juni 2005 wijzigt, werd richtlijn 2006/24/EG gedeeltelijk in Belgisch recht omgezet, alsook artikel 15, lid 1, van richtlijn 2002/58/EG. Nadat richtlijn 2006/24 door het Hof ongeldig werd verklaard, heeft de verwijzende rechter artikel 126 van de wet van 13 juni 2005, zoals gewijzigd bij de wet van 30 juli 2013, vernietigd. Met de bestreden wet heeft de wetgever willen tegemoetkomen aan die vernietiging. De bestreden wet legt de operatoren van elektronische communicatiediensten een veralgemeende verplichting op om de verkeers- en locatiegegevens van gebruikers gedurende bepaalde periode te bewaren en regelt de toegang van de gerechtelijke autoriteiten en inlichtingen- en veiligheidsdiensten tot deze gegevens. De verzoekende partijen beroepen zich onder andere op schending van verschillende artikelen van de grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met verschillende artikelen van het VEU en het Handvest. Ten aanzien van de verplichting tot het verzamelen en bewaren van gegevens voeren zij aan dat de bestreden wet in strijd is met het beroepsgeheim waar bepaalde personen aan onderworpen zijn. Daarnaast stellen de zij dat de veralgemeende bewaring van gegevens een schending van het evenredigheidsbeginsel inhoudt en het een ernstige aantasting van het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens uitmaakt. Daarnaast wordt de duur van de bewaring, namelijk 12 maanden, buitensporig geacht. Ook wordt het feit dat er geen nauwkeurige beschrijving van de omstandigheden en voorwaarden inzake het verlenen van toegang tot de bevoegde autoriteiten bekritiseerd. De Belgische Staat daarentegen voert aan dat het beroepsgeheim niet absoluut is en dat de bestreden wet in voldoende grenzen voorziet wat betreft de toegang tot de gegevens. Verder wordt gesteld dat de termijn van twaalf maanden noodzakelijk is om terroristische misdrijven te bestrijden.

IT 2656

Prejudicieel gestelde vragen over locatiegegevens in geval van oproepen toestellen zonder simkaart

HvJ EU 21 jun 2018, IT 2656; (Locatiegegevens toestellen zonder simkaart), https://www.itenrecht.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-over-locatiegegevens-in-geval-van-oproepen-toestellen-zonder-simkaart

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 21 juni 2018, IT 2656; C-417/18 (Locatiegegevens toestellen zonder simkaart) Telecom. Via Minbuza. Verzoekers vorderen bij de verwijzende rechter de veroordeling van de Litouwse Staat tot betaling van o.a. €4.000.000,- aan de erfgenamen van slachtoffer ES. Toen het slachtoffer “112” belde vanuit haar mobiele telefoon, gaven de exploitanten geen precieze informatie over haar locatie door aan het BPC (centrum voor respons in noodsituaties), omdat het onmogelijk was het telefoonnummer van het slachtoffer te identificeren. Verzoekers voeren in hun vordering aan dat Litouwen, vertegenwoordigd door het Ministerie (Binnenlandse Zaken), het BPC en de RRT (controleautoriteit voor communicatie), niet heeft gezorgd voor de uitvoering van artikel 26(5) van de richtlijn op grond waarvan exploitanten van communicatiediensten locatiegegevens moeten doorgeven aan noodhulpdiensten met betrekking tot personen die “112” bellen en daarmee haar verplichtingen krachtens de richtlijn en tegelijkertijd krachtens artikel 288(3) VWEU schendt. De verwijzende rechter concludeert dat het Hof om richtsnoeren moet worden gevraagd over de uitlegging van verplichte verstrekking van locatiegegevens in het geval van oproepen vanuit toestellen zonder simkaart.

IT 2639

ACM hoeft documenten die Daisycon heeft opgevraagd via de Wob niet te verstrekken

Rechtbank 6 sep 2018, IT 2639; ECLI:NL:RBROT:2018:7319 (Daisycon tegen ACM), https://www.itenrecht.nl/artikelen/acm-hoeft-documenten-die-daisycon-heeft-opgevraagd-via-de-wob-niet-te-verstrekken

Rechtbank Rotterdam 6 september 2018, IT 2639; ECLI:NL:RBROT:2018:7319 (Daisycon tegen ACM) De Rechtbank Rotterdam heeft bevestigd dat de ACM de documenten niet hoefde te verstrekken die Daisycon met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) had opgevraagd. Dit heeft de rechtbank op 26 april en 6 september 2018 bepaald. Daisycon heeft de ACM verzocht om documenten te verstrekken over onderzoek naar (mogelijke) overtredingen van het spamverbod bij twee concurrenten.

IT 2613

Uitspraak ingezonden door Benjamin Niemeijer en Nathalie van der Zande, La Gro Advocaten

MTTM veroordeelt tot betaling van € 5.696,13 wegens onterecht geïnde contractkosten

Rechtbank 27 jul 2018, IT 2613; ECLI:NL:RBAMS:2018:5438 (Club Mediterranee Holland tegen MTTM), https://www.itenrecht.nl/artikelen/mttm-veroordeelt-tot-betaling-van-5-696-13-wegens-onterecht-ge-nde-contractkosten

Rechtbank Amsterdam 27 juli 2018, IT 2613; ECLI:NL:RBAMS:2018:5438 (Club Mediterranee Holland tegen MTTM) MTTM is een bedrijf voor zakelijke telefonie- en internetoplossingen. Club Med en MTTM hebben een overeenkomst waarin is bepaald dat MTTM telefoondiensten verleend. In de overeenkomst is een opzeggingsbeding opgenomen. Club Med heeft de overeenkomst per 31 januari 2017 opgezegd. MTTM heeft na de opzegging een aantal slotnota's van een bedrag van € 5.696,13 gestuurd. Club Med vordert dat MTTM het bedrag moet terug betalen. Club Med mocht de overeenkomst dan ook met inachtneming van één maand opzegtermijn opzeggen. Of de overeenkomst voor bepaalde of onbepaalde duur is aangegaan kan in het midden blijven, want in beide gevallen was Club Med op grond van artikel 7.2a TCW gerechtigd om de overeenkomst kosteloos tegen 31 januari 2017 op te zeggen. MTTM is niet gerechtigd om de slotnota's te incasseren. De vordering wordt toegewezen.

IT 2541

Vragen aan HvJ EU over jaarlijkse financiële bijdrage om bij te dragen tot financiering rekening houdend met positieve effect van nieuwe regelgeving

HvJ EU , IT 2541; (Telefónica Móviles España e.a.), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-over-jaarlijkse-financi-le-bijdrage-om-bij-te-dragen-tot-financiering-rekening-hou

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 14 en 20 december 2017, IT 2541; IEFbe 2547; C-119/18 – C-121/18 (Telefónica Móviles España e.a.) Telecom. Gevoegde zaken C-119/18, C-120/18 en C-121/18. De feiten en rechtsoverwegingen van zaken C-120/18 en C-121/18 komen in wezen overeen met, en de prejudiciële vragen zijn dezelfde als die van het verzoek om een prejudiciële beslissing in zaak C-119/18. Zaak C-119/18 kent de volgende feiten. Telefónica Móviles España is een onderneming die actief is in de telecommunicatiesector. RTVE, de publieke omroep van Spanje, wordt op grond van artikel 5 van wet nr. 8/2009 (onder meer) gefinancierd door een jaarlijkse financiële bijdrage verschuldigd door de exploitanten van telecommunicatiediensten die op het hele Spaanse grondgebied of in meer dan één autonome regio werkzaam zijn. Deze bijdrage wordt berekend op basis van het totale gefactureerde volume en moet volgens artikel 5 worden geleverd gelet op het positieve effect op de telecommunicatiesector van de nieuwe regelgeving voor de televisie- en audiovisuele sector en, meer in het bijzonder, gelet op de uitbreiding van de vaste en mobiele breedbanddiensten en op het feit dat RTVE niet langer reclame uitzendt en afziet van betaalde content en voorwaardelijke toegang.

IT 2545

Vragen aan HvJ EU over VoIP-dienst als elektronische-communicatiedienst via vast of mobiel nummer

HvJ EU 7 feb 2018, IT 2545; (Skype Communications), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-over-voip-dienst-als-elektronische-communicatiedienst-via-vast-of-mobiel-nummer

Prejudicieel vragen gesteld aan HvJ EU 7 februari 2018, IEFbe 2549; IT 2545; C-142/18 (Skype Communications) Telecom. Skype Communications (hierna: Skype), een vennootschap naar Luxemburgs recht, verstrekt met haar software haar gebruikers een spraaktelefonie- en teleconferentiedienst op internet. Met de betaaloptie SkypeOut kan de gebruiker van Skype bovendien naar vaste of mobiele nummers van het openbare geschakelde telefonienetwerk (hierna: PSTN) bellen. Het ontvangen van oproepen met SkypeOUt is niet mogelijk. De oproep via SkypeOut is eerst een overbrenging van signalen via het openbare internet (eerste segment) en vervolgens een overbrenging van signalen via het PSTN (tweede segment). De gebruiker van SkypeOut staat niet in een contractuele verhouding tot de exploitanten van PSTN. Skype heeft met deze exploitanten voorafgaande overeenkomsten gesloten en zij worden voor hun diensten door Skype vergoed. Het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (hierna: BIPT) heeft Skype gevraagd een kennisgeving van haar dienst SkypeOut in te dienen. Skype heeft hieraan geen gevolg gegeven omdat zij in België geen activiteit uitoefent en meent geen enkele elektronische-communicatiedienst (hierna: ECD) aan te bieden. Naar Belgisch recht mag het aanbieden of het doorverkopen van ECD’s pas aanvangen na een kennisgeving aan het BIPT (artikel 9, §1 WEC). Skype en het BIPT zijn het niet eens over de vraag of de dienst SkypeOut als ECD moet worden gekwalificeerd en dus of voor die dienst een voorafgaande kennisgeving verplicht is.

IT 2498

Geen tweede overeenkomst met Youfone tot stand is gekomen, nu direct aan de bel is getrokken

Rechtbank 1 feb 2018, IT 2498; ECLI:NL:RBROT:2018:835 (Direct Pay tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-tweede-overeenkomst-met-youfone-tot-stand-is-gekomen-nu-direct-aan-de-bel-is-getrokken

Ktr. Rechtbank Rotterdam 1 februari 2018, IT 2498; ECLI:NL:RBROT:2018:835 (Direct Pay tegen gedaagde) Telecomrecht. Gedaagde heeft een overeenkomst gesloten met Youfone. Youfone heeft de overeenkomst ontbonden vanwege een toerekenbare tekortkoming. Volgens Youfone heeft gedaagde een tweede overeenkomst met haar gesloten. Gedaagde is de resterende maandtermijnen verschuldigd.  Youfone cedeert haar vorderingen aan Direct Pay. Gedaagde erkent de eerste overeenkomst met Youfone, maar betwist de tweede. Gedaagde wordt veroordeeld om het openstaand saldo van de eerste overeenkomst (€111,18) aan Direct Pay te betalen. De tweede overeenkomst is niet tot stand gekomen, daar er sprake was van een misverstand en gedaagde direct aan de bel heeft getrokken. 

IT 2486

Besluit op bezwaar handhavingsverzoek Bits of Freedom

ACM 29 januari 2018, IT 2486 (Bits of Freedom) Via ACM: T-Mobile heeft in oktober 2016 de dienst ‘Datavrije Muziek’ in de markt gezet. Bij deze dienst gaat muziekstreaming niet ten koste van de databundel. Dit heet zero-rating. Belangenorganisatie Bits of Freedom had de ACM gevraagd het aanbod van T-Mobile te verbieden op grond van de Europese regels. Dat verzoek heeft de ACM afgewezen. De ACM oordeelde dat de dienst van T-Mobile niet in strijd is met de Europese netneutraliteitsregels. Tegen de afwijzing heeft Bits of Freedom bezwaar gemaakt. In dit besluit op bezwaar heeft de ACM de bezwaren ongegrond verklaard en het eerdere afwijzingsbesluit gehandhaafd. De ACM komt tot deze beslissing, omdat de dienst Datavrije Muziek van T-Mobile non-discriminatoir wordt aangeboden en geen eindgebruikersrechten worden geschaad.

IT 2481

T-Mobile heeft ruimschoots aan door Hoge Raad gestelde telefoonabonnement-eisen voldaan

Rechtbank 26 jan 2018, IT 2481; ECLI:NL:RBROT:2018:657 (Direct Pay tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/t-mobile-heeft-ruimschoots-aan-door-hoge-raad-gestelde-telefoonabonnement-eisen-voldaan

Ktr. Rechtbank Rotterdam 26 januari 2018, IT 2481; ECLI:NLRBROT:2018:657 (Direct pay tegen gedaagde) Telecomrecht. Gedaagde heeft in 2015 met T-Mobile een tweetal overeenkomsten gesloten voor de duur van 24 maanden. T-Mobile heeft de vorderingen gecedeerd aan Direct Pay. Gedaagde is, ondanks sommaties, in gebreke gebleven met betaling van de op grond van de tussen hem en T-Mobile gesloten overeenkomst door hem verschuldigde facturen. T-Mobile heeft de overeenkomst ontbonden, maar heeft hierbij schade geleden. Het verweer van gedaagde dat de overeenkomsten niet door hem in privé zijn afgesloten, maar in hoedanigheid van directeur/eigenaar van een B.V., wordt verworpen. Ook heeft een wilsgebrek het tot stand komen van de overeenkomst niet in de weg gestaan. Aan de eisen die de Hoge Raad in zijn arrest van 12 februari 2016 (ECLI:NL:HR:2016:236) aan telefoonabonnementen stelt is in deze zaak ruimschoots voldaan. De vordering van Direct Pay wordt toegewezen.