DOSSIERS
Alle dossiers

Telecomrecht  

IT 2475

Onduidelijke mail Belcentrale stelt gedaagde niet op genoegzame wijze op de hoogte van wijziging overeenkomst

Rechtbank 27 dec 2017, IT 2475; ECLI:NL:RBMNE:2017:6255 (Belcentrale tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/onduidelijke-mail-belcentrale-stelt-gedaagde-niet-op-genoegzame-wijze-op-de-hoogte-van-wijziging-ove

Ktr. Rechtbank Midden-Nederland 27 december 2017, IT 2475; ECLI:NL:RBMNE:2017:6255 (Belcentrale tegen gedaagde) Telecomrecht. Belcentrale heeft enige jaren telefoniediensten geleverd aan gedaagde. In 2016 heeft gedaagde Belcentrale bericht dat zij het contract wilde beïndigen. Belcentrale vordert een afkoopsom van gedaagde, omdat Belcentrale het contract in 2015 eenzijdig gewijzigd had naar een contract voor twee jaar zonder mogelijkheid voor tussentijdse opzegging. Belcentrale beweert dat art. 7.2 Telecommunicatiewet haar de bevoegdheid verleent om de overenkomst eenzijdig te wijzigen. De kantonrechter oordeelt dat niet aan de eisen van dit artikel is voldaan, omdat het de onduidelijke mail van Belcentrale niet als een genoegzaam beschouwt. De afkoopsom wordt afgewezen. Abonnementskosten en vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.

IT 2422

ACM publiceert beleidsregel over het kenbaar maken van internetsnelheden

Autoriteit Consument & Markt, Beleidsregel Kenbaarheid van Internetsnelheden, Staatscourant 2017, 68591. Via ACM: Volgens de netneutraliteitsverordening moeten internetaanbieders precies omschrijven welke internetsnelheden consumenten mogen verwachten van de internetdienst die ze afnemen. Zo moet bijvoorbeeld duidelijk zijn welke maximumsnelheid een aanbieder kan leveren en welke snelheid een consument normaal gesproken kan verwachten.  De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft een beleidsregel gemaakt waarin de verschillende internetsnelheden die worden genoemd in de netneutraliteitsverordening nader worden ingevuld. Op die manier wordt duidelijk welke verschillende snelheden internetaanbieders kenbaar moeten maken. De beleidsregel treedt in werking per 1 januari 2018 voor nieuwe contracten en per 1 maart 2018 voor bestaande contracten van zowel consumenten als zakelijke eindgebruikers.

IT 2418

Het ligt voor de hand dat met verzoek tot portering tevens de opzegging van de overeenkomst wordt bedoeld

Rechtbank 6 nov 2017, IT 2418; ECLI:NL:RBAMS:2017:8567 (Eisers tegen Zakelijke Telefonie), https://www.itenrecht.nl/artikelen/het-ligt-voor-de-hand-dat-met-verzoek-tot-portering-tevens-de-opzegging-van-de-overeenkomst-wordt-be

Rechtbank Amsterdam 6 november 2017, IT&R 2418; ECLI:NL:RBAMS:2017:8567 (Eisers tegen Zakelijke Telefonie). Telecom. Eisers hebben (gezamenlijk) meerdere zakelijke telefoonaansluitingen bij Zakelijke Telefonie.nl. In 2016 heeft zij een verzoek ingediend om de aansluiting met nummerbehoud naar een telecombedrijf over te laten gaan. Dit verzoek is afgewezen omdat er geen rechtsgeldige opzegging van de overeenkomst zou zijn. Het ligt echter voor de hand dat een afnemer die – direct of via de opvolgende provider – verzoekt om portering ook bedoelt om de overeenkomst per datum portering op te zeggen. Bij twijfel over deze vraag ligt het op de weg van de provider om nadere inlichtingen te vragen. Een boete en betaling van de facturen sinds de portering zijn onverschuldigd gedaan en dienen terugbetaald te worden.

IT 2401

Sterke schijn dat mobiel abonnement met identiteit van ander is afgesloten

Rechtbank 8 nov 2017, IT 2401; ECLI:NL:RBLIM:2017:10844 (Direct Pay Services tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/sterke-schijn-dat-mobiel-abonnement-met-identiteit-van-ander-is-afgesloten

Rechtbank Limburg 8 november 2017, IT&R 2401; ECLI:NL:RBLIM:2017:10844 (Direct Pay Services tegen gedaagde). Contract. In 2015 zijn in een T-Mobile winkel een toestelcontract en een telefoonabonnement afgesloten. De contractuele handelingen zijn volgens een identiteitskaart en bankpas op naam van gedaagde gesloten. Er is een sterke schijn dat iemand zich de identiteit van gedaagde toegeëigend heeft met het doel zonder eigen financiële verantwoordelijkheid een kostbaar mobiel toestel te verwerven en op kosten van een ander te bellen. Hiertoe zijn onder andere een ander e-mailadres, een andere handtekening en een nieuw geopende betaalrekening redengevend toe. Het is denkbaar dat er sprake is van samenspanning tussen gedaagde en de onbekende persoon, maar uit het bewijs valt niet af te leiden dat gedaagde zelf in de winkel van T-Mobile de overeenkomsten is aangegaan.

IT 2397

Vermeende opzegging telefonie-abonnement blijkt niet uit aangevoerd bewijs

Hof 31 okt 2017, IT 2397; ECLI:NL:GHARL:2017:9475 (Eiser tegen Direct Pay Services), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vermeende-opzegging-telefonie-abonnement-blijkt-niet-uit-aangevoerd-bewijs

Hof Arnhem-Leeuwarden 31 oktober 2017, IT&R 2397; ECLI:NL:GHARL:2017:9475 (Eiser tegen Direct Pay Services). Contractenrecht. Appellante heeft in 2012 twee overeenkomsten gesloten met Euphony op het gebied van mobiele telefonie en internet/televisie/vaste telefonie. Vlak na de sluiting van de overeenkomsten heeft appellante problemen gemeld met betrekking tot internet/telefonie. De facturen die Euphony heeft verzonden aan appellante zijn onvoldaan gebleven. Euphony heeft in 2014 een naamswijziging ondergaan en de vordering op eiser gecedeerd aan Direct Pay Services. Appellante stelt dat zij vanwege klachten over de dienstverlening de overeenkomsten eind 2012 heeft opgezegd. Direct Pay betwist de ontvangst van die mail. Het is aan appellante om te bewijzen dat het formulier (toenmalig) Euphony heeft bereikt. Appellante weet dit bewijs onvoldoende aan te dragen. Zo blijkt bijvoorbeeld dat er sprake is geweest van telefoon- en internetgebruik na de gestelde opzegging. Tevens stelt appellante dat zij na de vermeende opzegging over is gestapt naar Tele2 en UPC, waaruit de opzegging zou moeten blijken, maar zij voert geen facturen of contracten aan ter staving van haar argument. Nu er geen voldoende concreet en specifiek bewijsaanbod is gedaan, toegespitst op de opzegging van de overeenkomst, wordt de vordering afgewezen.

IT 2382

T-Mobile mag dienst Datavrije Muziek in de lucht houden

Overige instanties 26 sep 2017, IT 2382; zaaknummer: 17.0475.53 (Bits of Freedom tegen T-Mobile), https://www.itenrecht.nl/artikelen/t-mobile-mag-dienst-datavrije-muziek-in-de-lucht-houden

ACM 26 september 2017, zaaknummer: 17.0475.53 (Bits of Freedom tegen T-Mobile) Telecom. De ACM wijst het handhavingsverzoek van belangenorganisatie Bits of Freedom af. Bits of Freedom had de ACM verzocht op te treden tegen de dienst Datavrije Muziek van T-Mobile. De ACM oordeelde dat de dienst van T-Mobile niet in strijd is met de Europese netneutraliteitsregels: De dienst is beschikbaar voor alle muziekstreamingdiensten en beperkt de keuzemogelijkheden van consumenten niet (volgens de taal van de Europese netneutraliteitsverordening: de dienst garandeert een non-discriminatoir aanbod en schaadt de rechten van eindgebruikers niet).

IT 2365

Geslaagd beroep KPN op exoneratiebeding voor TV via kopernetwerk

Rechtbank 27 sep 2017, IT 2365; ECLI:NL:RBROT:2017:7372 (Vodafone tegen KPN), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geslaagd-beroep-kpn-op-exoneratiebeding-voor-tv-via-kopernetwerk

Rechtbank Rotterdam 27 september 2017, IT 2365; ECLI:NL:RBROT:2017:7372 (Vodafone tegen KPN) Telecomrecht. Volgens Vodafone heeft KPN niet de toegezegde dienstverlening geleverd die nodig is voor het door Vodafone op de markt brengen van TV via het kopernetwerk. Geen sprake van een machtspositie van KPN. Geen onrechtmatig handelen onafhankelijk van de gesloten overeenkomsten. Uit de beschikbare feiten en de uitgebreide correspondentie rijst het beeld op van een groot en cutting edge IT-project dat slechts moeizaam vorderde. Succesvol beroep op het exoneratiebeding. De vordering wordt afgewezen.

IT 2355

ACM gaat telecomaanbieders streng controleren op stilzwijgende contractswijzigingen

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) gaat telecomaanbieders streng controleren op contractswijzigingen in zakelijke contracten waarmee abonnees niet expliciet hebben ingestemd. De ACM houdt zelf actief toezicht, maar is ook geïnteresseerd in signalen over stilzwijgende wijzigingen in zakelijke telecomcontracten. Is uw zakelijk telecomcontract bijvoorbeeld stilzwijgend verlengd? Meld uw signaal dan bij het bedrijvenloket van de ACM.
Lees verder

IT 2344

Verzoek advies aan EFTA over dominante machtpositie Telecomprovider en schuld aan onrechtmatige 'margin squeeze'

HvJ EU 30 jun 2017, IT 2344; (Fjarskipti v Síminn), https://www.itenrecht.nl/artikelen/verzoek-advies-aan-efta-over-dominante-machtpositie-telecomprovider-en-schuld-aan-onrechtmatige-marg

Verzoek advies HvJ EU 30 juni 2017, IT 2344; IEFbe 2333; E-6/17 (Fjarskipti tegen Síminn) Via Minbuza: Partijen zijn telecombedrijven die in IJsland algemene telecomdiensten aanbieden, inclusief mobiele telefoondiensten. Verzoeker levert diensten onder het merk Vodafone. Al decennia hebben ze een monopolie gehad op het bezitten en exploiteren van algemene telecommunicatienetwerken in IJsland. Dit staatsmonopolie werd op 01.01.1998 bij wet afgeschaft. De verweerder begon zijn telecomoperatie in 1994. Fjarskipti is nu de moeder-maatschappij van verzoeker. De voorgangers van verzoeker, Tal en Íslandssími, klaagden bij de mededingingsautoriteiten over het gedrag van verweerder op de mobiele telefoonmarkt. De mededingingsautoriteit kwam in zijn beslissing tot de conclusie dat verweerder zijn machtspositie heeft misbruikt door een 'grote gebruikerskorting' op de mobiele telefoonmarkt te geven. In zijn arrest van 08.11.2011 verwierp het Hooggerechtshof de eis van verzoeker om deze beschikking nietig te verklaren. De mededingingsautoriteit heeft in zijn beslissing verklaard dat de prijsverlagingen door de tegenpartij een mededingingsmaatregel vormen in reactie op de invoering van Tal op de mobiele telefoonmarkt. In zijn beslissing kwam de mededingingsautoriteit tot de conclusie dat verweerder de artikelen 11 en 19 van de mededingingswet en artikel 54 EER schendt. Deze schendingen door verweerder werden gezien als het bestaan van een onrechtmatige ‘margin squeeze’ tegen de concurrenten, met inbegrip van verzoeker, van 2001 tot eind 2007, bij de vaststelling van de termijnen.