Verzoek advies HvJ EU 30 juni 2017, IT 2344; IEFbe 2333; E-6/17 (Fjarskipti tegen Síminn) Via Minbuza: Partijen zijn telecombedrijven die in IJsland algemene telecomdiensten aanbieden, inclusief mobiele telefoondiensten. Verzoeker levert diensten onder het merk Vodafone. Al decennia hebben ze een monopolie gehad op het bezitten en exploiteren van algemene telecommunicatienetwerken in IJsland. Dit staatsmonopolie werd op 01.01.1998 bij wet afgeschaft. De verweerder begon zijn telecomoperatie in 1994. Fjarskipti is nu de moeder-maatschappij van verzoeker. De voorgangers van verzoeker, Tal en Íslandssími, klaagden bij de mededingingsautoriteiten over het gedrag van verweerder op de mobiele telefoonmarkt. De mededingingsautoriteit kwam in zijn beslissing tot de conclusie dat verweerder zijn machtspositie heeft misbruikt door een 'grote gebruikerskorting' op de mobiele telefoonmarkt te geven. In zijn arrest van 08.11.2011 verwierp het Hooggerechtshof de eis van verzoeker om deze beschikking nietig te verklaren. De mededingingsautoriteit heeft in zijn beslissing verklaard dat de prijsverlagingen door de tegenpartij een mededingingsmaatregel vormen in reactie op de invoering van Tal op de mobiele telefoonmarkt. In zijn beslissing kwam de mededingingsautoriteit tot de conclusie dat verweerder de artikelen 11 en 19 van de mededingingswet en artikel 54 EER schendt. Deze schendingen door verweerder werden gezien als het bestaan van een onrechtmatige ‘margin squeeze’ tegen de concurrenten, met inbegrip van verzoeker, van 2001 tot eind 2007, bij de vaststelling van de termijnen.