DOSSIERS
Alle dossiers

Telecomrecht  

IT 3287

Geen beroep mogelijk op artikel 5.8 lid 2 Tw (oud)

Hof 12 mei 2020, IT 3287; ECLI:NL:GHDHA:2020:1926 (Stichting Maasdelta Groep tegen KPN), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-beroep-mogelijk-op-artikel-5-8-lid-2-tw-oud

Hof Den Haag 12 mei 2020, IT 3287; ECLI:NL:GHDHA:2020:1926 (Stichting Maasdelta Groep tegen KPN) Telecomrecht. Maasdelta en de gemeente Maassluis hebben een mantelovereenkomst gesloten waarin is bepaald dat Maasdelta een nieuwe school zou realiseren. Op de grond waarop de school moest worden gerealiseerd stond een verdeelkast van KPN. Tussen KPN en Maasdelta kwam een overeenkomst tot stand op grond waarvan KPN de verdeelkast zou verplaatsen. Maasdelta weigert de factuur van KPN te betalen en beroept zich daarbij op artikel 5.8 lid 2 Tw (oud). In eerste aanleg is Maasdelta veroordeeld tot betaling van de facturen. In het midden kan blijven of artikel 5.8 lid 2 Tw (oud) alleen van toepassing is bij woningbouw (en niet bij de oprichting van een schoolgebouw). Maasdelta komt om twee redenen geen beroep toe op dit artikel. Ten eerste was Maasdelta op het moment van het sluiten van de overeenkomst niet jegens de gemeente ‘gehouden’ om de grond te leveren als bedoeld in artikel 5.8 lid 2 Tw (oud). Daarnaast was de oprichting van het schoolgebouw niet ‘voldoende bepaalbaar’ als bedoeld in deze bepaling. De overeenkomst is derhalve niet tot stand gekomen onder een onjuiste voorstelling van zaken. Het beroep op dwaling faalt. Het bestreden vonnis wordt bekrachtigd.

IT 3285

Gemeente had aanleg glasvezelnetwerk beter moeten onderzoeken

Rechtbank 21 okt 2020, IT 3285; ECLI:NL:RBROT:2020:9443 (Primevest/T-Mobile tegen gemeente Den Haag), https://www.itenrecht.nl/artikelen/gemeente-had-aanleg-glasvezelnetwerk-beter-moeten-onderzoeken

Vzr. Rechtbank Rotterdam 21 oktober 2020, IT 3285; ECLI:NL:RBROT:2020:9443 (Primevest/T-Mobile tegen gemeente Den Haag) De voorzieningenrechter heeft uitspraak gedaan in een procedure tussen Primevest/T-Mobile (verzoeksters) en het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag (verweerder) over het besluit van verweerder om instemming te verlenen aan Netwerk Exploitatiemaatschappij (NEM) om voor KPN een glasvezelnetwerk uit te rollen in het Regentessenkwartier in Den Haag. De voorzieningenrechter komt tot het voorlopig oordeel dat verweerder weliswaar verplicht is de aanleg van een nieuw openbaar glasvezelnetwerk te gedogen, maar dat hij beter had moeten onderzoeken welke gevolgen de aanleg van een glasvezelnetwerk door NEM (bovenop het eerder door Primevest aangelegde glasvezelnetwerk) heeft voor de ondergrondse ordening. Verweerder had verzoeksters ook vooraf gelegenheid moeten geven op dit punt hun zienswijze te geven.

IT 3275

Uitspraak ingezonden door Reindert van der Zaal, Kennedy Van der Laan.

CvB RCC: commercial Vodafone niet misleidend

Overige instanties 13 okt 2020, IT 3275; (Vodafone), https://www.itenrecht.nl/artikelen/cvb-rcc-commercial-vodafone-niet-misleidend

CvB RCC 13 oktober 2020, IEF 19497, RB 3447, IT 3275; Dossiernr: 2020/00267 (Vodafone) Televisiecommercial. Reclame-uiting. De klacht is gericht tegen de televisiecommercial van Vodafone, waarin door de voice-over wordt gezegd dat Vodafone 5G gebruikt, terwijl Vodafone in feite 4G gebruikt met een hogere snelheid. De frequenties die bestemd zijn voor 5G worden pas aan het eind van het jaar geveild. Naar het oordeel van de Commissie is de commercial misleidend, nu essentiële informatie ontbreekt die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te kunnen nemen. De grieven van Vodafone komen in de kern erop neer dat de Commissie ten onrechte heeft geoordeeld dat het als 5G aangeprezen netwerk van Vodafone (nog) niet de innovatieve mogelijkheden van 5G aanbiedt en Vodafone dus geen volwaardige 5G aanbiedt. Het College concludeert dat Vodafone volwaardige 5G aanbiedt over de 1800 MHz band en geen ‘opgewaardeerde 4G’. Dit leidt tot de conclusie dat er geen noodzaak bestaat in de commercial het voorbehoud op te nemen dat de getoonde toepassingen pas mogelijk zijn als de ‘5G frequenties’ zijn geveild. De beslissing van de Commissie wordt vernietigd en de klacht wordt alsnog afgewezen.

IT 3270

Artikel ingezonden door Raoul Grifoni Waterman, Bird & Bird.

Grifoni Waterman: eerste uitspraak HvJ EU over netneutraliteit en zero-rating

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft op 15 september 2020 zijn eerste arrest over netneutraliteit en zero-rating gepubliceerd [IT 3249]. De zaak die aan het HvJ EU is voorgelegd, heeft betrekking op twee mobiele telefoonabonnementen van Telenor in Hongarije. Beide abonnementen hadden een datalimiet maar het gebruik van bepaalde applicaties telde niet mee voor het dataverbruik. Dit soort abonnementen worden “zero-rated” abonnementen genoemd. Bovendien hebben beide abonnementen de snelheid van het dataverkeer sterk vertraagd zodra de datalimiet werd bereikt, met uitzondering van de ‘zero rated-applicaties’. Het HvJ EU oordeelde dat dit soort zero-rated abonnementen in strijd is met de Europese regels omtrent netneutraliteit.
Lees verder.

IT 3266

Vordering porteren nummers naar andere provider afgewezen

Rechtbank 2 sep 2020, IT 3266; ECLI:NL:RBAMS:2020:4348 (Eiseres tegen Message To The Moon), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vordering-porteren-nummers-naar-andere-provider-afgewezen

Vzr. Rechtbank Amsterdam 2 september 2020, IT 3266; ECLI:NL:RBAMS:2020:4348 (Eiseres tegen Message To The Moon) Telecomrecht. Uitleg overeenkomst. Eiseres is een bv actief op het gebied van de levering van medische hulpmiddelen. Message To The Moon (hierna: MTTM) biedt telecommunicatiediensten aan. In dat kader houdt zij zich onder meer bezig met het doorschakelen van 0800 en 0900-servicenummers naar de telefooncentrale van haar klanten. Na een zakelijke relatie van vijftien jaar zegt eiseres haar overeenkomst met MTTM op. Vervolgens ontstaat een geschil over de rechtsgeldigheid van de opzegging. Eiseres vordert MTTM te veroordelen om mee te werken aan het porteren van haar servicenummers naar een andere serviceprovider. Eiseres heeft de overeenkomst niet rechtsgeldig opgezegd. De vordering van eiseres wordt afgewezen. In reconventie wordt eiseres verboden haar servicenummers bij MTTM te (laten) porteren naar een andere provider, zolang de afkoopsom voor voortijdige beëindiging van de overeenkomst niet is voldaan of de overeenkomst niet alsnog rechtsgeldig is geëindigd.

IT 3265

Geen schadevergoeding wegens opzegging telefoonabonnement

Rechtbank 30 sep 2020, IT 3265; ECLI:NL:RBROT:2020:8525 (Tele2 tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-schadevergoeding-wegens-opzegging-telefoonabonnement

Ktr. Rechtbank Rotterdam 30 september 2020, IT 3265; ECLI:NL:RBROT:2020:8525 (Tele2 tegen gedaagde) Contractenrecht. Telecomrecht. Tele2 maakt kort gezegd aanspraak op betaling van abonnementsgelden en op een schadevergoeding voor misgelopen abonnementsgelden. In geschil is op welk moment de overeenkomst tussen partijen is beëindigd. Tele2 voert aan dat de overeenkomst is opgezegd op 27 september 2018. Gedaagde voert aan dat hij de overeenkomst al eerder per e-mail heeft opgezegd, namelijk in augustus 2018. Tele2 betwist de ontvangst van deze e-mail. Gedaagde heeft daarop aangegeven dat hij geen toegang meer heeft tot de mailbox van waaruit hij de opzeggingsmail heeft verzonden. De vordering tot betaling van de facturen en incassokosten wordt toegewezen. Verder maakt Tele2 aanspraak op een schadevergoeding, omdat partijen in mei 2018 een nieuw jaarcontract zouden hebben gesloten die door de opzegging van gedaagde voortijdig is beëindigd. De verlenging van de overeenkomst is niet komen vast te staan, waardoor de schadevergoeding wordt afgewezen.

IT 3259

KPN mocht tarieven niet met terugwerkende kracht verhogen

Hof 1 sep 2020, IT 3259; ECLI:NL:GHDHA:2020:1733 (T-Mobile tegen KPN), https://www.itenrecht.nl/artikelen/kpn-mocht-tarieven-niet-met-terugwerkende-kracht-verhogen

Hof Den Haag 1 september 2020, IT 3259; ECLI:NL:GHDHA:2020:1733 (T-Mobile tegen KPN) Telecommunicatierecht. Uitleg vaststellingsovereenkomst. T-Mobile, voorheen Tele2, maakt gebruik van het netwerk van KPN. Partijen hebben een vaststellingsovereenkomst gesloten voor de periode 2009-2011. Pas later heeft de ACM hogere tariefplafonds bepaald voor deze periode. De vraag staat centraal of partijen in de vaststellingsovereenkomst zijn overeengekomen dat KPN met terugwerkende kracht de tarieven mocht verhogen, in overeenstemming met de door de ACM vastgestelde tariefplafonds. In eerste aanleg beantwoordt de rechtbank die vraag bevestigend. T-Mobile verzoekt het hof de vorderingen van KPN alsnog af te wijzen.

IT 3254

HvJ EU: Italiaanse wet in strijd met vrijheid van vestiging

HvJ EU 3 sep 2020, IT 3254; ECLI:EU:C:2020:627 (Vivendi tegen Mediaset), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-italiaanse-wet-in-strijd-met-vrijheid-van-vestiging

HvJ EU 3 september 2020, IEF 19438, IT 3254, IEFbe 3124; ECLI:EU:C:2020:627 (Vivendi tegen Mediaset) Telecommunicatierecht. Mededingingsrecht. Prejudiciële beslissing. Zie eerder [IT 3047]. Het Franse Mediabedrijf Vivendi is de moedermaatschappij van een groep die actief is in de mediasector. In 2016 is Vivendi een vijandige overname van aandelen van Mediaset gestart. Volgens Mediaset handelt Vivendi in strijd met het Italiaanse recht. De Italiaanse wet bepaalt dat het voor een onderneming verboden is om een omzet te behalen die meer bedraagt dan 10% van de totale in het geïntegreerd communicatiesysteem gerealiseerde omzet, wanneer die onderneming een aandeel van meer dan 40% van de totale in die sector gerealiseerde omzet heeft. De bepaling is in strijd met de vrijheid van vestiging, omdat de beperking niet geschikt is om de doelstelling – de bescherming van het pluralisme op informatiegebied en in de media – te verwezenlijken. Bovendien maakt de betreffende bepaling, anders dan het EU-recht, geen onderscheid tussen de productie en de overbrenging van inhoud. Dat de drempel van 10% door Vivendi wordt bereikt is niet noodzakelijkerwijs een aanwijzing dat er een gevaar bestaat voor het pluralisme in de media, omdat die drempel niks zegt over of en in welke mate Vivendi in een positie is om de inhoud van de media te beïnvloeden. De Italiaanse bepaling is in strijd met de vrijheid van vestiging ex art. 49 VWEU.

IT 3249

Uitspraak ingezonden door Jorn Torenbosch, Universiteit Utrecht en Klos c.s. Advocaten.

HvJ EU beantwoordt prejudiciële vragen over ‘netneutraliteit’

HvJ EU 15 sep 2020, IT 3249; ECLI:EU:C:2020:708 (Telenor), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-beantwoordt-prejudici-le-vragen-over-netneutraliteit

HvJ EU 15 september 2020, IT 3249, IEFbe 3123; ECLI:EU:C:2020:708 (Telenor) Telecommunicatierecht. Zie eerder [IT 2728]. Telenor is een aanbieder van internettoegangsdiensten. Telenor biedt aan haar klanten twee soorten pakketten aan, die – afhankelijk van welke versie je kiest – een bepaalde hoeveelheid data bieden en daarnaast onbeperkt gebruik van bepaalde apps bieden. Het Hof legt voor het eerst de verordening 2015/2120 uit waarin de ‘neutraliteit van het internet’ is verankerd. Artikel 3 verordening 2015/2120 moet aldus worden uitgelegd dat dergelijke pakketten onverenigbaar zijn met lid 2, gelezen in samenhang met lid 1 van dit artikel, voor zover deze pakketten de uitoefening van de rechten van eindgebruikers beperken, en onverenigbaar zijn met lid 3 van dat artikel, voor zoveel de blokkerings- of vertragingsmaatregelen berusten op commerciële overwegingen.

IT 3247

Applicatie is geen misleidende of ongeoorloofde vergelijkende reclame

Hof 12 mei 2020, IT 3247; ECLI:NL:GHDHA:2020:1623 (Cosanta tegen Caesar en Chemrade), https://www.itenrecht.nl/artikelen/applicatie-is-geen-misleidende-of-ongeoorloofde-vergelijkende-reclame

Hof Den Haag 12 mei 2020, IEF 19428, RB 3437, IT 3247; ECLI:NL:GHDHA:2020:1623 (Cosanta tegen Caesar en Chemrade) Misleidende reclame. Zie eerder [IEF 17613]. Cosanta levert een softwareapplicatie onder de naam STOFFENMANAGER, waarin informatie wordt gegeven op het gebied van gevaarlijke stoffen. Cosanta meent dat sprake is van misleidende en ongeoorloofde vergelijkende reclame door Caesar en Chemrade. In eerste aanleg zijn de vorderingen van Cosanta afgewezen. Cosanta vordert alsnog toewijzing van de door haar ingestelde vorderingen. Het relevante publiek zal het teken ‘stoffenmanager’ niet opvatten als aanduiding voor de door Cosanta afkomstige applicatie, omdat het teken ‘stoffenmanager’ beschrijvend is. Van inburgering is evenmin sprake. Daarnaast legt Cosanta aan de misleiding ten grondslag dat Chemrade onterecht de indruk zou wekken dat haar applicatie over dezelfde functionaliteiten beschikt als die van Cosanta, omdat zij gebruik zou maken van een verouderde versie van het algoritme. Niet kan worden aangenomen dat er meerdere versies van het algoritme bestaan. De uitingen van Chemrade zijn voldoende duidelijk, adequaat en niet misleidend. Er is geen sprake is van misleiding of ongeoorloofde vergelijkende reclame. De vorderingen van Cosanta worden afgewezen en het vonnis wordt bekrachtigd.