Software: Speur- en ontwikkelingswerk?
College van Beroep voor het bedrijfsleven 1 februari 1996, LJN ZG0749 (Atlas Software B.V. tegen Minister van Economische Zaken) - 20 mei 2011 gepubliceerd
Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk. Reductie op belasting vanwege speur- en ontwikkelingswerk. Beroep tegen beslissing Minister van EZ. Software-ontwikkeling los van technisch nieuw product is geen belastingvermindering in de zin van de WBSO. Beroep afgewezen.
Bedoelde werkzaamheden zijn in het aanvraagformulier aangeduid als produkt gericht project met de titel Postscript en als volgt omschreven: "Onderzoek van structuren binnen postscriptformaten. Analyseren van herhaalstructuren, die daaruit gedistilleerd worden. Het bouwen van prototypes, om mogelijke efficientiepaden te traceren. Overleg en feedback vanuit technisch management en intern betrokkenen. Literatuuronderzoek en literatuurtoepassingen.
3. (...) Overeenkomstig artikel 1, van de Afbakeningsregeling speur- en ontwikkelingswerk, alsmede de toelichting op die regeling (beide gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant van 4 mei 1994, nr. 86) wordt onderzoek naar en ontwikkeling van programmatuur niet tot S&O gerekend. Dit project betreft de ontwikkeling van programmatuur.
6.2 Blijkens de wetsgeschiedenis van de WBSO is beoogd, voor zover hier van belang, software-ontwikkeling los van een technisch nieuw (fysiek) produkt niet in aanmerking te doen komen voor de faciliteit van belastingvermindering. Ingevolge de Afbakeningsregeling wordt de ontwikkeling van programmatuur slechts tot speur- en ontwikkelingswerk gerekend indien, onder meer, die programmatuur is gericht op een technisch nieuwe werking van een produktieproces. Blijkens de toelichting bij de Afbakeningsregeling ziet de desbetreffende bepaling van haar artikel 1, onder a., onderdeel 4°, op de situatie dat door middel van programmatuur een fysiek produkt tot een technisch nieuw produkt wordt. Het primaire belang van de technische eenheid brengt mee dat, aldus die toelichting, de ontwikkeling van toepassingsprogrammatuur, zijnde programma's om een specifieke gebruikersfunctie te vervullen, niet als speur- en ontwikkelingswerk wordt beschouwd.
Artikel Toxbot-zaak
Op 22 februari 2011 heeft de Hoge Raad een opmerkelijk arrest gewezen in de Toxbot-zaak. De meest opvallende aspecten uit het arrest is de gelijkstelling van het besmetten van computers met malware aan het delict computervredebreuk en de extensieve interpretatie van het delict computersabotage. Samen met Bert-Jaap Koops heb ik hier artikel voor het Nederlands Juristenblad over geschreven. Het is artikel hier te downloaden. Eerder heb ik al een blogbericht over deze zaak geschreven.
J.J. Oerlemans & E.J. Koops, ‘De Hoge Raad bewijst een slechte dienst in high-tech-crimezaak over botnets’, Nederlands Juristenblad 2010, vol. 86, nr. 18, pp. 1181-1185
Boekaankondiging. Games: recht en business
Met toestemming van Olivier Oosterbaan en Boom Juridische uitgevers: Inhoudsopgave en hoofdstuk 3.
Zo nu en dan verschijnen er boeken om de markt te voorzien in een bepaalde behoefte. Zo heeft Olivier Oosterbaan (Create Law) samen met Dutch Game Garden ook een behoefte gevonden voor een jonge industrie die het in Nederland goed doet: Computerspellen, online, console, handheld, mobile en smart phone, etc.
Het boek 'Games: recht en business' zet de business rondom games op een voor juristen heldere wijze uiteen. Maar ook voor niet-juristen worden de juridische aspecten helder en begrijpelijk uitgelegd. Bij de behandeling van Intellectuele Eigendomsrechten, de kern van het boek, wordt steeds de relevantie van de verschillende beschermingsregimes voor de praktijk uiteengezet. Wat betekent de overdracht van intellectuele eigendomsrechten voor een games studio, hoe voorzie je in een levensvatbaar bedrijfsmodel (royalties), hoe maak je afspraken over het leveren van een broncode, hoe zet je derde partijen in?
Met talloze voorbeelden uit de gameswereld rondom juridische concepten ('een idee is niet beschermd', 'character protection' van Super Mario, modelrecht van de game controller van de Nintendo Wii, 'octrooieerbaarheid van games is altijd lastig') is het voor de start-up games studio een handzaam boek.
Oosterbaan gaat ook in op wat in de gamebusiness gebruikelijk is en geeft aan waarop gelet moet worden bij samenwerking met andere (markt)partijen. Daarbij komen kwesties aan de orde als licentiëring, ontwikkelingstrajecten (milestones), soorten royalty-vergoedingen, formulering van een opdracht en van voorwaarden in contracten met uitgevers of opdrachtgevers.
Tot slot beschrijft Oosterbaan algemeen geldende elementen van gamecontracten en zaken die zijdelings gerelateerd zijn aan de gamesindustrie, zoals financiering, kansspelen, marketing, leeftijdsgrenzen, privacy. Oosterbaan slaagt erin om in de behoefte van (jonge) studio’s te voorzien met een begrijpelijke uiteenzetting van de juridische elementen van de games industrie en juristen te voorzien in basiskennis over de games industrie.
Met toestemming van Olivier Oosterbaan en Boom Juridische uitgevers: Inhoudsopgave en hoofdstuk 3 en meer op gamesrechtenbusiness.nl
[van de redactie] O.D. Oosterbaan, Games: recht en business, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2011.
Email back-up auteursrecht inzetten
Hof Arnhem 3 mei 2011, LJN BQ5240 ([Appelante] B.V. tegen [geïntimeerde])
Auteursrecht. Emailverzameling. Arbeidsrechtelijke verhouding. Geheimhoudingsverplichting. Ex-werknemer / directeur. heeft een back-up van e-mailbestand. Afgifte/revindicatie beroep op art. 7 Auteurswet. Kopie wordt niet door art. 1 jo. 10 Aw bestreken, omdat geschrift niet bestemd is voor openbaarmaking.
5.13 Het beroep op de IE-rechten heeft [appellante] slechts onderbouwd door te verwijzen naar artikel 7 Auteurswet (Aw). In dit kort geding kan evenwel niet worden vastgesteld dat [appellante] aan de Auteurswet een rechtsgrond tot afgifte van de dvd als hiervoor bedoeld kan ontlenen. Dat [geïntimeerde] in strijd met (artikel 1 in verbinding met artikel 7 van) de Aw heeft gehandeld is niet voldoende komen vast te staan. Van openbaarmaking van de e-mails/documenten is geen sprake, [appellante] heeft dit ook niet gesteld, terwijl [geïntimeerde] heeft aangevoerd deze e-mails te bewaren voor het geval hij mogelijk in een arbeidsrechtelijk geschil over zijn functioneren als directeur verzeild zal raken.
Hij heeft voorts gesteld dat hij zich houdt aan zijn geheimhoudingsverplichting, hetwelk door [appellante] niet is weersproken en waarvan het hof dus uitgaat. Dat de enkele verveelvoudiging door middel van de back-up bestreken zou worden door het verbod van artikel 1 Aw is onvoldoende komen vast te staan. Immers, de auteursrechtelijke bescherming van digitale documenten als een ander geschrift in de zin van artikel 10 Aw is beperkt tot de situatie dat het geschrift is (bestemd om) openbaar gemaakt (te worden). Daarvan is gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen sprake. Of het aan [geïntimeerde] verboden is in de toekomst eventueel gebruik te maken van de e-mails en documenten ingeval sprake zou zijn van een arbeidsrechtelijk conflict, ligt hier niet voor en behoeft dus ook geen bespreking. Het hof roept voorts in herinnering dat de vraag of [geïntimeerde] [appellante] door en met zijn kennis beconcurreert, dan wel [X B.V.] zich als zijn nieuwe werkgever daarvan gebruik maakt, in dit geding niet voorligt.
Consultatie over Cloud computing
Om de behoeften, barrières, gebruik en kansen van de cloud te indexeren, houdt de Europese commissie een publieke consultatie over cloud computing. Het is als onderdeel van de door Eurocommissaris Kroes gepresenteerde Digitale Agenda van belang hier meer over te weten.
Er kan tot 31 augustus worden deelgenomen aan de enquete, link.
Contractmanagement en Arbit
Reeds eerder in Computable verschenen artikel van Robert Grandia (Van Harmelen Beijneveld Van Houten) en Gert-Jan Vlasveld (CM Partners) inzake contractmanagement en ARBIT.
De Algemene Rijksvoorwaarden bij IT-Overeenkomsten (ARBIT) onderschrijven het belang van zorgvuldig contractmanagement. Het is echter de vraag of de ARBIT zorgvuldig contractmanagement ook mogelijk maken.
Lees het artikel hier (link) of hier (pdf).
Personalia
Bieneke Braat is per mei 2011 is partner geworden bij Legaltree. Naast haar werkzaamheden als ICT-specialist zal Braat samen met Legaltree partner Marjolein Driessen de intellectuele eigendomsrechtpraktijk van Legaltree verder uitbouwen.
Voor haar komst naar Legaltree was Braat sinds 2001 verbonden aan NautaDutilh en een middelgroot Amsterdams advocatenkantoor en heeft zij interim opdrachten vervuld voor (multi)media bedrijven. Zij heeft gekozen voor Legaltree omdat zij haar praktijk daar op een hoog kwalitatief niveau tegen aantrekkelijke tarieven kan voortzetten en haar cliënten tegelijkertijd de diensten van een full-service kantoor kan bieden.
Artikel 29 werkgroep: ook locatiegegevens zijn persoonsgegevens
van de SOLV-blog door: Milica Antic. VolgensThe Wall Street Journal zal de Artikel 29 Werkgroep deze maand nog met een rapport komen waarin het standpunt wordt ingenomen dat ook locatiegegevens persoonsgegevens zijn.
De Artikel 29 Werkgroep is een Europees adviesorgaan dat bestaat uit de privacy toezichthouders van de verschillende Europese lidstaten. Voor Nederland is dat het College Bescherming Persoonsgegevens (‘CBP’). Omdat de Werkgroep daarmee wordt gevormd door de instanties die op nationaal niveau de privacy wetten moeten handhaven, is het een gezaghebbende organisatie.
Lees meer hier (link)
disneyland.nl = DISNEYLAND
WIPO Arbitration and Mediation Center. geschillenbeslechter 14 aprrl 2011, Zaaknr. DNL2011-0009 (Disney Enterprises Incorporated tegen Stichting Domain City, inzake disneyland.nl) met dank aan Maarten Haak en Daniël Haije, Hoogenraad & Haak.
Merkenrecht. Domeinnaamrecht. WIPO Geschillenbeslechting (Gregor Vos). Identitieke tekens DISNEYLAND tegen disneyland.nl tegen; beoordelen zonder .nl-toplevel domain. Merken zijn niet doorgehaald, verweerder heeft geen recht noch legitiem belang. voldoende aannemelijk dat verweerder ten tijde van registratie op de hoogte was van merken.
6.A. Hoewel het voor een volledige onderbouwing van een eis op de weg van de eiser ligt om bewijs van gebruik van de relevante merken in te dienen (ook indien die merken wereldwijd bekend zouden zijn), impliceert het feit dat dergelijk bewijs niet is ingediend nog niet dat er – zoals blijkbaar in casu door Verweerder betoogd – geen sprake zou zijn van geldigheid van de ingeroepen merkregistraties. Artikel 2.1 sub a onder I van de Regeling vereist dat een eiser gemotiveerd stelt dat de betreffende domeinnaam identiek is aan of verwarringwekkend overeenstemt met een “naar Nederlands recht beschermd merk”.
Met betrekking tot de vraag of de Domeinnaam identiek is aan of mogelijk verwarringwekkend overeenstemt met de Merken overweegt de Geschillenbeslechter als volgt. Op grond van vaste rechtspraak onder de Regeling dient het top level domein “.nl” bij de beoordeling van overeenstemming tussen merk en domeinnaam buiten beschouwing te worden gelaten (zie Roompot Recreatie Beheer B.V. v. Edoco LTD, WIPO Zaaknr. DNL2008-0008). De Geschillenbeslechter is zodoende van oordeel dat de Domeinnaam <disneyland.nl> identiek is aan de DISNEYLAND Merken van Eiser.
6.C. (...) het is (mede gezien de stellingen van Verweerder over het “Disney concern”) voor de Geschillenbeslechter voldoende aannemelijk dat Verweerder ten tijde van de registratie op de hoogte was van Eiser en van de Merken van Eiser.
Ex Parte tegen ISP
Vzr. Rechtbank Amsterdam 12 mei 2011 13.524 (ex parte Eredivisieclubs tegen Internet Dienstverlening B.V.)
met dank aan Arnout Groen, Sven Klos & Laura van Gijn, Klos Morel Vos & Schaap.
Auteursrecht. Live streaming online. Embedding. Ex partebevel tegen Internet Service Provider (ISP). Eredivisieclubs verzoeken de voorzieningenrechter om ex partebevel te geven tegen de ISP die websites welke live streams van live streams van voetbaluitzendingen ondersteund, met succes. Uit het verzoekschrift volgt:
22. Het handelen van de lllegale websites is zonder enige twijfel een (dreigende) inbreuk op de auteursrechten van de Verzoekers ten aanzien van de TV-registraties van de Eredivisie wedstrijden. De Illegale Websites maken immers illegale streams met TV-registraties van de Eredivisievoetbalwedstrijden openbaar in de zin van art. 1 jo. 12 lid 1 sub a Auteurswet zonder toestemming van de rechthebbenden (althans zij dreigen dat te gaan doen).
(…) 24. Ook voor zover de streams niet van de illegale Websites zijn, geldt dat deze via een embedded link aan het publiek beschikbaar worden gesteld, hetgeen met zich meebrengt dat er volgens vaste jurisprudentie sprake is van een openbaarmaking in auteursrechtelijke zin.
25. Er bestaat derhalve geen twijfel of de Illegale Websites TV-registraties van Eredivisievoetbalwedstrijden openbaar maken in de zin van art. 12 Auteurswet. Nu deze openbaarmaking gebeurt zonder toestemming van verzoeksters, is sprake van een auteursrechtelijke inbreuk
26. De Illegale Websites bevinden zich fysiek op de servers van de gerekwestreerden. Zij zijn ten aanzien van de Illegale Websites (en de (dreigende) auteursrechtinbreuken die op die websites plaatsvinden) tussenpersonen in de zin van art. 26d Auteurswet.
Lees de beschikking hier (pdf)