Elektronische handtekening niet voldoende betrouwbaar

Ktr. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 7 oktober 2020, IT 3312; ECLI:NL:RBZWB:2020:4817 (Eiser tegen Swishfund) Contractenrecht. Verzet. Eiser komt in verzet tegen een verstekvonnis van 3 juli 2019. Swishfund grondt haar vordering op de overeenkomst van borgstelling die als bijlage aan de overeenkomst van geldlening is gehecht. Vaststaat dat de overeenkomst digitaal is ondertekend, maar eiser betwist dat hij dat heeft gedaan. Ingevolge artikel 3:15a BW heeft een gekwalificeerde elektronische handtekening als bedoeld in artikel 3, onderdeel 12, van verordening (EU) nr. 910/2014 (hierna: eidas-verordening) dezelfde rechtsgevolgen als een handgeschreven handtekening. Er is niet gesteld of gebleken dat het gebruikte programma een gekwalificeerde handtekening is in de zin van de eidas-verordening. Derhalve moet op grond van artikel 3:15a BW gekeken worden of de methode voor ondertekening voldoende betrouwbaar is. Gelet op het doel en de overige omstandigheden van het geval kan de ‘gewone’ elektronisch handtekening niet als voldoende betrouwbaar worden aangemerkt. De overeenkomst van borgtocht is niet voldoende komen vast te staan. Het vonnis wordt vernietigd en de vorderingen van Swishfund worden alsnog afgewezen.