DOSSIERS
Alle dossiers

Contracten  

IT 2495

Ziekenhuis informatie management systeem niet in gebruik genomen, maar overeenkomst moet toch worden nagekomen

Hof 13 feb 2018, IT 2495; ECLI:NL:GHSHE:2018:570 (Ziekenhuis softwarelicentie), https://www.itenrecht.nl/artikelen/ziekenhuis-informatie-management-systeem-niet-in-gebruik-genomen-maar-overeenkomst-moet-toch-worden

Hof 's-Hertogenbosch 13 februari 2018, IT 2495; ECLI:NL:GHSHE:2018:570 (Ziekenhuis softwarelicentie) Contracten. Software. Appellante is met een ziekenhuis overeengekomen dat zij een ziekenhuis informatie management systeem zal bouwen. Voor een onderdeel van dit systeem had appellante de door geïntimeerde ontwikkelde software nodig. Appellante heeft een overeenkomst met geïntimeerde gesloten inzake de koop van softwarelicenties. Het ziekenhuis heeft geen goedkeuring gegeven voor het doorvoeren van het systeem van appellante en heeft het niet in gebruik genomen. De rechtbank heeft appellante veroordeeld tot betaling van de facturen aan geïntimeerde, omdat zij verplicht was om de overeenkomst na te komen. De grieven van appellante worden verworpen en het eindvonnis van de rechtbank [niet gepubliceerd uitspraak] wordt bekrachtigd. 

IT 2493

Geschilbesluit JWM Putten vs. Liander over de aansluitplicht

Overige instanties 26 jan 2018, IT 2493; Zaaknummer: 17.0637.12 (JWM tegen Liander), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geschilbesluit-jwm-putten-vs-liander-over-de-aansluitplicht

ACM 26 januari 2018, IT 2493; Zaaknummer: 17.0637.12 (JWM tegen Liander) Via ACM: JWM Putten B.V. (hierna: JWM) heeft Liander N.V. (hierna: Liander) verzocht om een elektriciteitsaansluiting te realiseren voor een bedrijfsverzamelgebouw. JWM beheert dit gebouw (inclusief elektrische infrastructuur) en verhuurt verschillende bedrijfseenheden. Liander was van mening dat in het bedrijfsverzamelgebouw een elektriciteitsnet ligt waarvoor een ontheffing moet worden aangevraagd of een netbeheerder moet worden aangewezen. Zonder ontheffing, zouden de huurders van de bedrijfseenheden volgens Liander op het openbare net moeten worden aangesloten. Liander heeft de aansluiting aangelegd onder voorwaarde dat JWM een geschil bij de ACM aanhangig maakt over de juridische kwalificatie van de elektrische infrastructuur (wel of geen net).

IT 2492

Algemene voorwaarden voldoen niet aan eisen consumentenbescherming

Rechtbank 17 jan 2018, IT 2492; ECLI:NL:RBLIM:2018:310 (Direct Pay tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/algemene-voorwaarden-voldoen-niet-aan-eisen-consumentenbescherming

Ktr. Rechtbank Limburg 17 januari 2018, RB 3100; IT 2492; ECLI:NL:RBLIM:2018:310 (Direct Pay tegen gedaagde) Bralex heeft een overeenkomst met gedaagde gesloten op grond waarvan zij aan gedaagde een product heeft geleverd. Bralex heeft €99,91 aan gedaagde gefactureerd. Gedaagde heeft het producten buiten de in de algemene voorwaarden gestelde bedenktertijd van 14 dagen teruggestuurd. De vordering is gecedeerd aan Direct Pay, die dat bedrag vermeerder met rente en kosten vordert. Omdat de algemene voorwaarden geen enkele productinformatie bevatten, wordt niet aan de eisen van artikel 6:230m lid 1 sub a BW voldaan. Nu gedaagde op grond van artikel 6:230i BW consumentenbescherming geniet en van deze dwingendrechtelijke bepalingen niet ten nadele van hem als consument kan worden afgeweken, wordt de vordering van Direct Pay afgewezen.

IT 2494

Geen aanwijzingen dat software-systemen niet voldeden aan overeengekomen Acceptance Criteria

Hof 30 jan 2018, IT 2494; ECLI:NL:GHDHA:2018:186 (PVB tegen DST), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-aanwijzingen-dat-software-systemen-niet-voldeden-aan-overeengekomen-acceptance-criteria

Hof Den Haag 30 januari 2018, IT 2494; ECLI:NL:GHDHA:2018:186 (PVB tegen DST) Verwijzing na vernietiging HR. Contractenrecht. Softwaresystemen. Partijen hebben een overeenkomst gesloten waarbij het DST te doen was om door PVB softwareprogramma's te laten ontwikkelen. Na een aantal tests van de software heeft DST hiervan afgezien, omdat volgens haar de software niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen. Op basis van het Definitief Deskundigenbrecith oordeelt het Hof dat er geen aanwijzinging zijn dat de software-systemen niet voldeden aan de overeengekomen Acceptance Criteria. Het vonnis van de rechtbank wordt vernietigd en DST wordt veroordeeld tot betaling van USD 4.000.000,- aan PVB.

IT 2483

Uitspraak ingezonden door Bram Woltering, AKD.

Divergent Mail kan contractsoverneming niet bewijzen

Rechtbank 31 jan 2018, IT 2483; (Divergent Mail tegen Online Activity), https://www.itenrecht.nl/artikelen/divergent-mail-kan-contractsoverneming-niet-bewijzen

Ktr. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 31 januari 2018, IT 2483 (Divergent Mail tegen Online Activity) Contractenrecht. Online Activity heeft met ingang van 2014 samengewerkt met publisher SPM. In oktober 2015 is er brand ontstaan in het pand waar SPM gevestigd was. Vanaf het moment van de brand heeft SPM de werkzaamheden gestaakt. Op 30 maart 2016 is Divergent Mail B.V. opgericht. Vanaf mei 2016 heeft X, in dienst van Divergent Mail, werkzaamheden uitgevoerd voor Online Activity. Divergent Mail stelt dat Online Activity haar moet betalen voor de uitgevoerde werkzaamheden. Online Activity stelt dat zij enkel een overeenkomst heeft met SPM en niet met Divergent Mail. Nu Divergent Mail niet genoeg bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat er sprake is van contractsoverneming, stelt de kantonrechter haar in de gelegenheid om deze stelling te bewijzen. Divergent Mail slaagt niet in de bewijsopdracht. De vorderingen worden afgewezen.

IT 2476

Stelling dat overeenkomst tot mining van cryptovalute mocht worden opgeschort onvoldoende onderbouwd

Rechtbank 7 dec 2017, IT 2476; ECLI:NL:RBMNE:2017:6646 (Mining cryptovaluta), https://www.itenrecht.nl/artikelen/stelling-dat-overeenkomst-tot-mining-van-cryptovalute-mocht-worden-opgeschort-onvoldoende-onderbouwd

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 7 december 2017, IT 2476; ECLI:NL:RBMNE:2017:6646 (Mining cryptovaluta) Cryptovaluta. Eiser exploiteert een onderneming die zich bezighoudt met het produceren (minen) van cryptovaluta. Eiser heeft twintig mining-computers in het datacentrum van gedaagde gekocht. Partijen zijn mondeling overeengekomen dat gedaagde een commissie ontvangt van 10% van de door de computers van eiser geminede Ethers. De Ethers komen in eerste instantie in de wallet van gedaagde, die ze wekelijks na aftrek van de commissie naar eiser overmaakt. Na 22 september 2017 heeft gedaagde geen Ethers meer overgemaakt. Gedaagde laat weten dat in de periode hierna nog 39,6821 Ethers zijn gemined. Op 4 oktober 2017 sluit gedaagde alle computers van eiser af van haar netwerk. Gedaagde stelt dat  per abuis te veel Ethers aan eiser zijn uitgekeerd en zij daarom een beroep doet op verrekening en opschorting. Gedaagde kan haar stelling niet onderbouwen en de vordering van eiser tot afgifte van de mining-computers wordt toegewezen.

IT 2452

Stiefvader lijkt online bestelling te hebben gedaan met gegevens van gedaagde

Rechtbank 28 nov 2017, IT 2452; ECLI:NL:RBDHA:2017:13975 (Van Dijk tegen stiefdochter), https://www.itenrecht.nl/artikelen/stiefvader-lijkt-online-bestelling-te-hebben-gedaan-met-gegevens-van-gedaagde

Ktr. Rechtbank Den Haag 28 november 2017, IT 2452; ECLI:NL:RBDHA:2017:13975 (Van Dijk tegen stiefdochter). Internet. Verbintenissenrecht. Van Dijk heeft in opdracht van gedaagde leermiddelen geleverd. Gedaagde heeft hier niet voor betaald en is in verzuim. Van Dijk vordert nakoming. Gedaagde stelt dat niet zij, maar haar stiefvader de overeenkomst is aangegaan. Van Dijk, op wie de bewijslast rust, voert aan dat een online bestelling is gedaan waarbij de gegevens van gedaagde zijn ingevuld. De kantonrechter oordeelt dat dit feit de stelling dat gedaagde partij is bij de overeenkomst niet kan dragen en wijst de vordering af. 

IT 2451

Geen website, geen maandelijks bedrag voor zoekmachineoptimalisatie

Rechtbank 20 dec 2017, IT 2451; ECLI:NL:RBLIM:2017:12407 (Sales WIzard tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-website-geen-maandelijks-bedrag-voor-zoekmachineoptimalisatie

Ktr. Rechtbank Limburg 20 december 2017, IT 2451; ECLI:NL:RBLIM:2017:12407 (Sales Wizard tegen gedaagde) SEO. Sales Wizard en gedaagde zijn een overeenkomst tot zoekmachine optimalisatie aangegaan. Eisende partij ontwikkelt een nieuwe website, zal gedaagde partij beter vindbaar maken op Google en zal tevens de sociale media onderhouden. Gedaagde partij is in verzuim omdat de facturen niet betaald zijn. Van het bedrag van € 2.541,00 is slechts een termijn van € 508,20 voldaan, zodat een bedrag van € 2.032,80 kan worden toegewezen. Er is in het geheel geen website tot stand gekomen, zodat het gevorderde bedrag van €121,00 per maand zodra de website met één of meerdere zoekwoorden op de eerste pagina van Google terecht komt, wordt afgewezen.

 

IT 2443

HvJ EU: Lidstaten kunnen voorwaarden vaststellen voor taxibemiddelingsdienst Uber

HvJ EU 20 dec 2017, IT 2443; ECLI:EU:C:2017:981 (Asociación Profesional Elite Taxi contre Uber Systems Spain), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-lidstaten-kunnen-voorwaarden-vaststellen-voor-taxibemiddelingsdienst-uber

HvJ EU 20 december 2017, IEFbe 2439; IT 2443; ECLI:EU:C:2017:981; C-434/15 (Asociación Profesional Elite Taxi contre Uber Systems Spain) Zie eerder Conclusie A-G [IEFbe 2170]. Uit het persbericht: De door Uber geleverde dienst om met particuliere bestuurders in contact te treden valt onder „diensten op het gebied van het vervoer”. De lidstaten kunnen dus de voorwaarden vaststellen waaronder deze bemiddelingsdienst kan worden geleverd.

(vrij vertaald) Artikel 56, 58 VWEU, en e-Commercerichtlijn moeten worden uitgelegd dat de bemiddelingsdienst waarmee met behulp van een smartphone, tegen vergoeding niet-professionele chauffeurs met hun eigen voertuig personen vervoeren, moet worden beschouwd als een vervoersdienst in de zin van artikel 58 VWEU. Zo'n dienst wordt niet beheerst door 56 VWEU, en de richtlijnen 2006/123 en 2000/31.

IT 2430

HvJ EU: Leverancier van luxeproducten mag zijn erkende wederverkopers verbieden, de producten op een internetplatform van derden te verkopen

HvJ EU 6 dec 2017, IT 2430; ECLI:EU:C:2017:941 (Coty Germany tegen Parfümerie Akzente), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-leverancier-van-luxeproducten-mag-zijn-erkende-wederverkopers-verbieden-de-producten-op-een-i

HvJ EU 6 december 2017, IEF 17329; IEFbe 2430; IT 2419; ECLI:EU:C:2017:941; C-230/16 (Coty Germany tegen Parfümerie Akzente) Merkenrecht. Uit het persbericht: Een leverancier van luxeproducten mag zijn erkende wederverkopers verbieden, de producten op een internetplatform van derden zoals Amazon te verkopen. Een dergelijk verbod is geschikt en gaat niet verder dan voor het in stand houden van het luxeimago van de producten noodzakelijk is. HvJ EU:

1)      Artikel 101, lid 1, VWEU moet aldus worden uitgelegd dat een stelsel van selectieve distributie voor luxeproducten dat primair tot doel heeft, het luxe-imago van die producten in stand te houden, verenigbaar is met die bepaling, mits de wederverkopers worden gekozen op grond van objectieve criteria van kwalitatieve aard die uniform worden vastgesteld voor alle potentiële wederverkopers en zonder discriminatie worden toegepast, en de vastgestelde criteria niet verder gaan dan noodzakelijk is.