IT 4538
25 april 2024
Artikel

Seminar Uitingsvrijheid op donderdag 16 mei 2024

 
IT 4536
25 april 2024
Uitspraak

Publicaties in krant over politicus zijn niet onrechtmatig

 
IT 4535
23 april 2024
Uitspraak

Aanhouding journalist bij Extinction Rebellion leidt tot schending 10 EVRM

 
IT 2525

Prejudicieel gestelde vragen over verkoop tweedehands e-books

Rechtbank 28 mrt 2018, IT 2525; ECLI:NL:RBDHA:2018:3455 (NUV tegen Tom Kabinet), https://www.itenrecht.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-over-verkoop-tweedehands-e-books

Rechtbank Den Haag 28 maart 2018, IEF 17593; IT 2525; ECLI:NL:RBDHA:2018:3455 (NUV tegen Tom Kabinet) Auteursrecht. Verhandeling tweedehands e-books. Partijen mochten zich nog uitlaten over eerder geformuleerde vragen [IEF 16941] Definitieve prejudiciële vragen aan het HvJEU over uitleg artikel 2, artikel 4 lid 1 en 2 en artikel 5 Auteursrechtrichtlijn [MinbuZa]. Uitleg distributie. Distributierecht uitgeput.

1. Dient artikel 4 lid 1 van de Auteursrechtrichtlijn aldus te worden uitgelegd dat onder “elke vorm van distributie onder het publiek van het origineel van hun werken of kopieën daarvan door verkoop of anderszins” als daar bedoeld mede is te verstaan het op afstand door middel van downloaden voor gebruik voor onbeperkte tijd ter beschikking stellen van e-books (zijnde digitale kopieën van auteursrechtelijk beschermde boeken) tegen een prijs waarmee de houder van het auteursrecht een vergoeding verkrijgt die overeenstemt met de economische waarde van de kopie van het hem toebehorende werk?

IT 2524

Afschrift van medisch dossier aan derde met onzichtbaar gemaakte passages

Rechtbank 2 mrt 2018, IT 2524; ECLI:NL:RBGEL:2018:1156 (X tegen Stichting Sint Maartenskliniek), https://www.itenrecht.nl/artikelen/afschrift-van-medisch-dossier-aan-derde-met-onzichtbaar-gemaakte-passages

Rechtbank Gelderland 2 maart 2018, IT 2524; LS&R 1588; ECLI:NL:RBGEL:2018:1156 (X tegen Stichting Sint Maartenskliniek) Kort geding. Eindvonnis na tussenvonnis. Afgifte medisch dossier overleden patiënt. Artikel 7:457 BW. Passages uit het dossier mogen onzichtbaar worden gemaakt bij verstrekking van het medisch dossier aan derden. De voorzieningenrechter veroordeelt de Sint Maartenskliniek binnen één week na de datum van dit vonnis aan [eiser] afschrift van het bij haar aanwezige medisch dossier van (naam), waarin de door haar gemarkeerde passages onzichtbaar zijn gemaakt, aan de derde te verstrekken.

IT 2522

Grootschalige internetoplichting met behulp van nep webshops

22 dec 2017, IT 2522; ECLI:NL:RBDHA:2017:15272; ECLI:NL:RBDHA:2017:15274 ; ECLI:NL:RBDHA:2017:15275 (Cybercrime), https://www.itenrecht.nl/artikelen/grootschalige-internetoplichting-met-behulp-van-nep-webshops

Rechtbank Den Haag 22 december 2017, IT 2522; ECLI:NL:RBDHA:2017:15272; ECLI:NL:RBDHA:2017:15274; ECLI:NL:RBDHA:2017:15275 Strafrecht. Cybercrime. Grootschalige internetoplichting met behulp van nep webshops door middel van phishing, hacking en computervredebreuk. Geen sprake van dadergroep. Naar haar oordeel blijkt uit het dossier niet van het bestaan van een dadergroep in de zin van personen die nauw samenwerkten aan dezelfde strafbare feiten, maar ging het om een groep jongeren die onafhankelijk van elkaar met hetzelfde soort strafbare feiten bezig waren en elkaar daarbij soms hielpen. Voor elke ten laste gelegd oplichtingsfeit zal dan ook telkens moeten worden vastgesteld of er naast verdachte een of meer anderen bij betrokken zijn geweest, waaruit die betrokkenheid dan bestaat en of die betrokkenheid is te duiden als medeplegen.

IT 2521

Beschikking ingezonden door Lisa Molenaars en Huub de Jong, Louwers IP|Technology advocaten.

Geen belang tot verwijdering waardering op ZorgkaartNederland meer

Rechtbank 13 mrt 2018, IT 2521; (X tegen Patiëntenfederatie Nederland), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-belang-tot-verwijdering-waardering-op-zorgkaartnederland-meer

Rechtbank Overijssel 13 maart 2018, IT 2521 (X tegen Patiëntenfederatie Nederland) Privacy. X verzocht Patiëntenfederatie aan hem een afschrifte te sturen van alle gegevens over hem geregistreerd en vervolgens al deze gegevens voorgoed uit haar systemen te wissen. De redactie van ZorgkaartNederland geeft aan gerechtvaardigd belang te hebben bij de publicatie van persoonsgegevens van zorgaanbieders. De rechtbank stelt vast dat de geuite grieven van X zich met name richten tegen de waarderingen op de website van ZorgkaartNederland waarbij zijn naam als privépersoon is vermeld. Patiëntenfederatie heeft de waardering van 15 mei 2017 verwijderd onder de voorwaarde dat de verwijdering verwijderd blijft zolang niet aannemelijk is geworden dat deze waardering afkomstig is van een (oud)-patiënt en niet van een oud-medewerker van X. Ter zitting is evenmin nader gebleken van reactie, de desbetreffende indiener heeft thans geen recht van spreken meer en de verwijdering definitief is geworden. Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat X zijn belang bij onderhavig verzoek tot verwijdering heeft verloren, omdat daaraan thans is voldaan.

IT 2520

Artikel 36 en 46 Wbp is niet bedoeld om onwelgevallig, maar niet onrechtmatige artikelen via verwijderingsverzoek aan Google aan het publiek te onttrekken

Rechtbank 20 mrt 2018, IT 2520; ECLI:NL:RBLIM:2018:2751 (Verzoeker tegen Google), https://www.itenrecht.nl/artikelen/artikel-36-en-46-wbp-is-niet-bedoeld-om-onwelgevallig-maar-niet-onrechtmatige-artikelen-via-verwijde

Rechtbank Limburg 20 maart 2018, IEF 17582; IT 2520; ECLI:NL:RBLIM:2018:2751 (Verzoeker tegen Google) Mediarecht. Bescherming persoonsgegevens. Verwijdering uit zoekmachine Google Search: het recht om vergeten te worden, belangenafweging. Een verzoek op grond van artikel 36 jo. 46 Wbp is echter niet bedoeld om die procedure te omzeilen en kan evenmin worden aangewend om onwelgevallige, maar niet onrechtmatige artikelen via de omweg van een verwijderingsverzoek aan een zoekmachine-exploitant aan het zicht van het publiek te onttrekken.

IT 2519

HR: Het hof heeft een ontbindingsgrond in raamovereenkomst gelezen, zonder het verweer dat het een opzeggingsmogelijkheid was, te beoordelen

Hoge Raad 23 mrt 2018, IT 2519; ECLI:NL:HR:2018:426 (Alert Life Sciences tegen Stichting Jeroen Bosch Ziekenhuis), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hr-het-hof-heeft-een-ontbindingsgrond-in-raamovereenkomst-gelezen-zonder-het-verweer-dat-het-een-opz

HR 23 maart 2018, IT ; ECLI:NL:HR:2018:426 (Alert Life Sciences tegen Stichting Jeroen Bosch Ziekenhuis) Contractenrecht. Opdracht m.b.t. digitaliseringsproject zorgprocessen ziekenhuis. Ontbindingsbeding.  Project ondervindt vertraging. Aanpassing overeenkomst. Het Hof ontbond de raamovereenkomst [IT 2111]. Fatale termijn gehandhaafd voor het geval de nieuwe deadline niet gehaald wordt? Beroep op beperkende werking redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 2 BW) onderzocht? Ontbinding of opzegging raamovereenkomst; grond voor schadevergoeding?

Uit de conclusie AG: Deze zaak betreft in hoofdzaak de vraag of JBZ terecht de tussen haar en Alert c.s. gesloten overeenkomsten heeft ontbonden. In cassatie komt achtereenvolgens aan de orde of en in hoeverre partijen met een latere overeenkomst hebben bedoeld van de oorspronkelijke overeenkomst af te wijken (onderdeel 1), of tussen partijen een fatale termijn is overeengekomen (onderdeel 2), of het hof een beroep van Alert c.s. op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid over het hoofd heeft gezien (onderdeel 3) en of er voor JBZ een ontbindingsbevoegdheid bestond en Alert c.s. schadevergoeding verschuldigd zijn (onderdeel 4). De conclusie strekt tot vernietiging en verwijzing; de Hoge Raad volgt.  Het hof heeft kennelijk geoordeeld dat art. 23.8 van de raamovereenkomst een ontbindingsgrond behelst, zonder het essentiële verweer van Alert c.s. te beoordelen, dat slechts sprake was van een mogelijkheid tot opzegging.

IT 2518

Geen tekortkoming inrichting digitale 3D-leeromgeving gebaseerd op OpenSims

Rechtbank 10 jan 2018, IT 2518; ECLI:NL:RBOVE:2018:881 (Stichting Ouders van Waarde tegen Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-tekortkoming-inrichting-digitale-3d-leeromgeving-gebaseerd-op-opensims

Rechtbank Overijssel 10 januari 2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:881 (Stichting Ouders van Waarde tegen Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim) Overeenkomsten inzake inrichting digitale leeromgeving en ontwikkeling bewerking leesondersteuningsmethode. Ouders van Waarde noemt verder een aantal bezwaren met betrekking tot de bewegingen van de karakters (Avatars) in de 3D-omgeving, namelijk dat zij bovenop elkaar kunnen gaan zitten en in beeldschermen kunnen ‘verdwijnen’. Kwalificatie overeenkomst van opdracht. Geen tekortkoming in de nakoming. Geen ontbinding.

IT 2517

Brinkhof breidt IT/sourcing praktijk verder uit

Per 1 maart 2018 is Joost van Eymeren als medewerker gestart in de IT/sourcing praktijk van Brinkhof. Joost heeft ruim vier jaar ervaring als advocaat en zal zich bij Brinkhof bezighouden met commerciële contracten met een focus op software en IT (sourcing, licenties, SaaS, distributie, etc.), alsmede met privacy compliance. Vóór zijn komst naar Brinkhof was Joost bij Stibbe op deze rechtsgebieden werkzaam.

IT 2515

Nationaal IT-rechtcongres (29 maart 2018) - ochtendprogramma

Het programma van het Nationaal IT-rechtcongres is samengesteld door mr. Peter van Schelven (Bij Peter – wet & recht) en mr. Hendrik Struik (CMS). Het uitgewerkte ochtendprogramma:

10.05 uur Software contracten - de updated evergreens: opschorting, verzuim, doormodderen en agile– Hendrik Struik (CMS)
Contracten over IT (-projecten) geven regelmatig aanleiding tot procedures. Veelal worden die beslist, niet (alleen) op basis van beoordeling van de technische prestaties maar op basis van hoe partijen hun contractuele verhouding hadden ingericht en de wijze waarop zij (al of niet correct) hebben gebruik gemaakt van hun contractuele rechten. Hendrik Struik bespreekt enkele veel voorkomende issues aan de hand van recente rechtspraak. Daarnaast ook aandacht voor contracten over Agile softwareontwikkeling: (hoe) past die in de gebruikelijke contractuele kaders?
IT 2516

Vordering tot betaling in bitcoin dient in faillissement te worden meegenomen in de verificatie

Rechtbank 14 feb 2018, IT 2516; ECLI:NL:RBAMS:2018:869 (Faillietverklaring Koinz trading), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vordering-tot-betaling-in-bitcoin-dient-in-faillissement-te-worden-meegenomen-in-de-verificatie

Rechtbank Amsterdam 14 februari 2018, IT 2516; ECLI:NL:RBAMS:2018:869 (Faillietverklaring Koinz trading) Artikel 1 FW is een verplichting tot betaling in Bitcoin een vordering als bedoeld in artikel 1 FW? Verifieerbare vordering? Begrip "betalen', verwijzing naar HR 3 juni 1921, NJ 1921, p.968. Schuldeiser in de zin van art. 1 Fw is iedereen die een vordering heeft op de schuldenaar, die bij niet-voldoening leidt tot verhaal op de boedel en die voortvloeit uit een reeds ten tijde van de faillietverklaring bestaande rechtsverhouding (HR 19 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY6108 – [partijen] q.q.). De vordering dient derhalve een verifieerbare vordering te zijn. Aangezien de in het vonnis opgenomen dwangsommen in gevolge het bepaalde in art. 611 onder e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet tot verhaal op de boedel kunnen leiden, kan de rechtsvordering tot betaling van dwangsommen derhalve het verzoek niet dragen. Het verzoek zal dus slechts kunnen worden toegewezen als de vordering tot uitbetaling van bitcoin is aan te merken als een te verifiëren vordering.