Conclusie P-G in de zaak ITT tegen Karl Dungs
HR Conclusie P-G 25 juni 2021, IEF 20048; ECLI:NL:PHR:2021:644 (ITT tegen Karl Dungs) Karl Dungs is merkhouder van het Uniewoordwerk Dungs. ITT is de domeinnaamhouder van www.dungs.nl. Karl Dungs is van mening dat het gebruik van deze domeinnaam een inbreuk van haar merknaam is. ITT brengt daar tegenin dat overdracht van de domeinnaam onevenredig is, omdat het gebruik van de merknaam op de website zelf gestaakt kan worden, zonder dat zij tot overdracht wordt verplicht. De P-G concludeert dat het hof zich niet hoefde te buigen over de vraag of het aanpassen van de website voldoende zou zijn om de inbreuk teniet te doen of over de vraag of een overdracht onevenredig zou zijn. Waar het om gaat is of door het gebruik van het teken DUNGS door ITT Controls de indruk kan worden gewekt dat er een commerciële band bestaat tussen ITT Controls en de merkhouder. De klachten van ITT zijn gericht tegen een verkeerde lezing van de uitspraak van het hof en ze heeft geen vindplaatsen vermeld waartegen deze klacht is gericht. De P-G concludeert aldus dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden.
HR verwerpt principaal beroep in Dutch Filmworks tegen Ziggo

HR 25 juni 2021, IEF 20047, IT 3564 ; ECLI:NL:HR:2021:985 (Dutch Filmworks tegen Ziggo) Deze zaak draait om de vraag of internet service provider Ziggo kan worden verplicht om aan de rechthebbende op intellectuele eigendomsrechten de NAW-gegevens te verstrekken die horen bij IP-adressen van waaruit een film illegaal volgens die rechthebbende is gedownload. Het grondrecht op bescherming van intellectuele eigendom staat tegenover het grondrecht op bescherming van persoonsgegevens en privacy van de internetgebruikers. De Hoge Raad verwerpt het principale beroep. Eerder oordeelden de voorzieningenrechter [IEF 18224] en het hof [IEF 18806] dat het aanpakken van ‘illegale downloaders’ onder voorwaarden rechtmatig is, maar dat in dit geval de rechthebbende te weinig rekening heeft gehouden met de belangen van de betrokken internetgebruikers. Die beslissing achtte A-G Drijber te billijken, zijn conclusie strekte tot verwerping van het principale cassatieberoep [IEF 19788].
Prejudiciële vragen over satellietboeket-aanbieder

Oberster Gerichtshof in Oostenrijk 15 juni 2021, IEF 20046, IEFbe 3239, IT 3563; C-290/21 -1 (AKM) Verzoek om een prejudiciële beslissing. Via MinBuza: Verzoekster is een Oostenrijkse maatschappij voor collectieve belangenbehartiging die de uitzendrechten in Oostenrijk in beheer heeft. Verweerster, gevestigd te Luxemburg, biedt tegen betaling gecodeerde programma’s van talrijke Oostenrijkse omroeporganisaties aan. Het aanbod is gebundeld in verschillende pakketten (satellietboeketten) en wordt doorgegeven via satelliet. De verwijzende rechter wenst te vernemen hoe een satellietboeket-aanbieder in rechte moet worden gekwalificeerd. De vraag is met name of op een dergelijke aanbieder in het geval van een grensoverschrijdende uitzending per satelliet met signaalversleuteling het uplink-staatbeginsel van toepassing is, dat wil zeggen of hij op dezelfde wijze moet worden behandeld als de omroeporganisatie.
HvJ EU: registratiesysteem verkeersovertredingen in strijd met AVG
HvJ EU 22 juni 2021, IT 3562, IEFbe 3238; ECLI:EU:C:2021:504 (B tegen Republiek Letland) Het Hof geeft in deze uitspraak een antwoord op een aantal door het Letse grondwettelijk hof gestelde prejudiciële vragen. De persoonsgegevens van natuurlijk persoon B staan bij de Letse directie verkeersveiligheid geregistreerd, omdat hij een aantal verkeersovertredingen heeft begaan. Op basis van deze overtredingen zijn er zogenaamde strafpunten aan B toegekend. Vervolgens is het door middel van deze regeling ook voor een ieder mogelijk om zonder belang inzage te krijgen in dit soort gegevens. B betwist dat deze regeling in overeenstemming is met de AVG, omdat de regeling het recht op eerbiediging van het privéleven zou schenden. In de eerste plaats merkt het Hof op dat de informatie over strafpunten kwalificeert als persoonsgegevens, die binnen de werkingssfeer van de AVG valt. Verder oordeelt het Hof dat deze regeling niet proportioneel is in verhouding tot het doel, namelijk het verbeteren van de verkeersveiligheid. Het feit dat het om een min of meer openbaar register gaat, doordat iedereen zonder direct belang persoonsgegevens van anderen kan inzien, leidt bovendien tot onverenigbaarheid met de AVG.
Vacature: juridisch medewerker/advocaat data en AI, IT- en privacyrecht bij BG.legal

BG.legal zoekt een juridisch medewerker/advocaat data en AI, IT- en privacyrecht.
BG.legal is een full service advocatenkantoor met 22 advocaten en juristen. Technologie is één van de sectoren waar wij ons op richten. Niet alleen omdat wij de mogelijkheden van nieuwe technologie boeiend vinden, maar ook omdat wij werken voor cliënten die software ontwikkelen en verkopen. En voor cliënten die met data/Artificial Intelligence/blockchain aan de slag zijn of juist aan de slag willen. Aan ons dan de vraag om de juridische aspecten daarvan te begeleiden. Niet door drempels en belemmeringen te zien, maar juist om kansen te zien en het mogelijk te maken die kansen te grijpen.
Lees verder.
VMC studiemiddag op 25 juni

Digitale Services Act: wie bepaalt wat er gezegd en verhandeld mag worden? Deze vragen (en meer) worden behandeld tijdens de VMC online webinar op vrijdagmiddag 25 juni van 15.00 tot 17.00 uur.
In 2000 nam de Europese Unie de e-commerce richtlijn aan. Daarin staat onder welke voorwaarden internetaanbieders en aanbieders van hostingdiensten gevrijwaard van aansprakelijkheid zijn voor de informatie zij namens hun klanten doorgeven of hosten. Er zijn de afgelopen 20 jaar allerlei nieuwe platformdiensten ontstaan. Denk aan Bol.com, Amazon, Marktplaats, Werkspot, Uber en natuurlijk sociale media zoals Instagram, YouTube en TikTok.
Artikel ingezonden door Alfredo dos Santos Gil, NPO. Op persoonlijke titel geschreven.
Dos Santos Gil: Poppetje gezien, kastje dicht!

Recent deed Dirk Visser een oproep aan zowel erfgoedinstellingen als aan commerciële filmproducenten voor het aangaan van een interessante wedloop [IEF 19982]. De inzet is het online kunnen zetten van out-of-commerce (hierna: o-o-c) filmwerken en televisieprogramma’s door bijvoorbeeld een audio-visueel archief. De erfgoedinstellingen worden door Visser aangespoord de o-o-c-werken in hun collecties met dat oogmerk aan te melden bij de (inmiddels ingerichte) “Out-of-Commerce Works Portal” in Alicante. Tegelijkertijd worden de commerciële producenten opgeroepen gebruik te maken van de opt out-mogelijkheid, als zij hun werken juist niet online willen zien verschijnen op de websites van de archieven.
Lees verder.
Deurwaarder schendt privacy door werkgever te benaderen
Hof Amsterdam 18 mei 2021, IT 3559; ECLI:NL:GHAMS:2021:1368 (Klaagster tegen gerechtsdeurwaarder) Er is onterecht beslag gelegd op het inkomen van klaagster, omdat het een vordering op haar echtgenoot betrof en zij onder huwelijkse voorwaarden zijn getrouwd. De deurwaarder heeft ook de werkgever van klaagster benaderd, nu hij in de veronderstelling was dat de vordering ook op het vermogen van klaagster verhaald zou kunnen worden. Klaagster is van mening dat hiermee haar privacy is geschonden. Het hof oordeelt dat de deurwaarder inderdaad minder ver had kunnen gaan met betrekking tot het inwinnen van informatie.
Uitspraak ingezonden door Peter Teunissen, Radboud Universiteit.
HvJ EU over de aansprakelijkheid van (video)deelplatformen
HvJ EU 22 juni 2021, IEF 20039, IT 3558; IEFbe 3237; ECLI:EU:C:2021:503 (Frank Peterson tegen YouTube en Elsevier tegen Cyando) Beantwoording van prejudiciële vragen. Het betreft hier twee gevoegde zaken. In 2008 zijn op YouTube een aantal werken van muziekproducent Frank Peterson zonder diens toestemming verschenen. In 2013 zijn een aantal werken van uitgeverij Elsevier op het platform van Cyando verschenen. De hoogste Duitse rechter heeft vervolgens een aantal prejudiciële vragen gesteld over de aansprakelijkheid van platformexploitanten met betrekking tot auteursrechtelijk beschermde werken. Allereerst komt de vraag aan de orde of er sprake is van een 'mededeling aan het publiek' in de zin van richtlijn 2001/29. Hierover zegt het Hof dat dit alleen het geval is wanneer het platform er toe bijdraagt dat het publiek toegang tot die content wordt gegeven, wetende dat het om beschermde werken gaat en deze content niet prompt verwijdert of de toegang ertoe niet prompt blokkeert. Om te worden uitgesloten van vrijstelling van aansprakelijkheid moet een platform volgens het Hof kennis hebben van de concrete, onwettige handelingen van gebruikers ten aanzien van de geüploade werken. Zie ook [IEF 18242].
Conclusie P-G: gegevensverwerking was in strijd met privacyregels
HR Conclusie P-G 17 juni 2021, IT 3557; ECLI:NL:PHR:2021:618 (X tegen Staatssecretaris van Financiën) Deze zaak gaat over een zogenaamde fraudelijst van de Belastingdienst. Bij een vermoeden van fraude zijn belastingplichtigen geselecteerd en zonder hun medeweten op deze lijst geplaatst. De vraag is of deze selectie rechtmatig is geweest. Ook de eiser in cassatie is op deze lijst geplaatst, nadat zij meer gemaakte kosten dan inkomsten heeft opgegeven. Eiser stelt daarentegen dat zij slachtoffer is van etnisch profileren. De P-G concludeert dat ten aanzien van de situatie van eiser de normale gang van zaken is gevolgd en er dus geen sprake is van etnisch profileren. Een andere belangrijke algemene conclusie van de P-G is, dat belastingplichtigen ontvankelijk zijn voor bezwaar en beroep, ondanks dat de termijn is verstreken, omdat zij destijds geen weet hadden van hun plaatsing op de fraudelijst. Ook concludeert de P-G dat het verwerken van persoonsgegevens in het kader van dit project in strijd is met privacywetgeving, omdat de Awr niet voorziet in specifieke voorschriften voor deze verwerking.