IT 4541
30 april 2024
Uitspraak

Belang verzoeker bij verwijdering BKR registratie weegt zwaarder

 
IT 4540
30 april 2024
Uitspraak

Eiser en gedaagde moeten beiden onnodig grievende uitlatingen verwijderen

 
IT 4539
29 april 2024
Uitspraak

Conclusie A-G: Facebook mag openbare gegevens over seksuele geaardheid niet gebruiken voor persoonlijke advertenties

 
IT 2616

HvJ EU: Foto in werkstuk met bronvermelding op schoolwebsite is een mededeling aan het publiek

HvJ EU 7 aug 2018, IT 2616; ECLI:EU:C:2018:634 (Land Nordrhein-Westfalen tegen Renckhoff; Cordoba), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-foto-in-werkstuk-met-bronvermelding-op-schoolwebsite-is-een-mededeling-aan-het-publiek

HvJ EU 7 augustus 2018, IEF 17800; IEFbe 2687; IT 2616; ECLI:EU:C:2018:634; C-161/17 (Land Nordrhein-Westfalen tegen Renckhoff; Cordoba) Uit het persbericht: Voor het plaatsen op een website van een foto die met toestemming van de auteur vrij toegankelijk was op een andere website is een nieuwe toestemming van de auteur vereist. Dit geldt zelfs voor foto’s met bronvermelding in een schoolpresentatie die door de school online wordt gezet. Dat heeft het EU-Hof geantwoord op vragen van een Duitse rechter. HvJ EU:

Het begrip „mededeling aan het publiek” in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG (...) moet aldus worden uitgelegd dat dit het plaatsen op een website omvat van een foto die eerder zonder beperkingen om het downloaden ervan te beletten en met de toestemming van de houder van het auteursrecht op een andere website is gepubliceerd.

IT 2615

Conclusie AG: Stel vragen aan HvJ EU: Is er sprake van mededeling aan het publiek door exploitant van platform voor Usenetdiensten?

Hoge Raad 13 jul 2018, IT 2615; ECLI:NL:PHR:2018:789 (Stichting Brein tegen News-Service Europe), https://www.itenrecht.nl/artikelen/conclusie-ag-stel-vragen-aan-hvj-eu-is-er-sprake-van-mededeling-aan-het-publiek-door-exploitant-van

Conclusie AG HR 13 juli 2018, IEF 17899; IEFbe 2686; IT 2615; ECLI:NL:PHR:2018:789 (Stichting Brein tegen News-Service Europe) Auteursrecht. Tussenpersoon (Usenet-provider). Hof in haar tussenarrest in 2014: Geen filter voor usenet mits efficiënte NTD-procedure Hof Amsterdam 19 augustus 2014 [IEF 14126]. Verhouding tussen de Auteursrechtrichtlijn en de Richtlijn elektronische handel. Reikwijdte aansprakelijkheidsvrijstelling art. 6:196c BW. Mededeling aan het publiek. Conclusie tot stellen van prejudiciële vragen aan het HvJ EU:

Is sprake van een mededeling aan het publiek in de zin van art. 3 lid 1 van richtlijn 2001/29 door de exploitant van een platform voor Usenetdiensten, indien op de server van deze exploitant beschermde werken ter beschikking worden gesteld voor gebruikers van het Usenet (te weten abonnees van resellers van de exploitant en de gebruikers die bij andere Usenetproviders zijn aangesloten) die daar door gebruikers van het Usenet op zijn geplaatst?

Deze zaak gaat over de verhouding tussen de Auteursrechtrichtlijn en de Richtlijn elektronische handel (ook wel e-Commercerichtlijn genoemd), in het bijzonder over de in de Auteursrechtrichtlijn geregelde “mededeling aan het publiek” en de mogelijkheid van het geven van een bevel aan een tussenpersoon aan de ene kant en de aansprakelijkheidsvrijstelling van tussenpersonen uit de e-Commercerichtlijn anderzijds. Kan NSE profiteren van deze vrijstelling van aansprakelijkheid uit art. 6:196c BW, de Nederlandse implementatie van de art. 12-15 van de Richtlijn elektronische handel, en pleegt zij zelf auteursrechtinbreuk door het aanbieden van Usenet-diensten die onder meer worden gebruikt om beschermde werken te delen? Dat levert de nodige puzzels op.

IT 2614

Deskundigenonderzoek gelast voor datalek van energiegegevens van kleinverbruikers

Rechtbank 4 jul 2018, IT 2614; ECLI:NL:RBROT:2018:6452 (Kleinverbruik Energie der Nederlanden tegen gedaagen en Eregio), https://www.itenrecht.nl/artikelen/deskundigenonderzoek-gelast-voor-datalek-van-energiegegevens-van-kleinverbruikers

Rechtbank Rotterdam 4 juli 2018, IT 2614; ECLI:NL:RBROT:2018:6452 (Kleinverbruik Energie der Nederlanden tegen gedaagen en Eregio) Geschil over de aansprakelijkheid van een tussenpersoon van een energieleverancier in verband met een datalek van energiegegevens van kleinverbruikers. Uit de getuigenverklaring van Snel blijkt dat op 1 september 2016 - toen het datalek aan het licht kwam - het door gedaagde opgegeven (kantoor-)IP-adres van Eregio uit het systeem van EABO was verwijderd en er twee nieuwe IP-adressen waren ingesteld. Volgens gedaagden zijn er alternatieve scenario’s denkbaar voor het datalek, waarbij zij verwijzen naar rapporten. De rechtbank zal een deskundigenonderzoek gelasten.

 

IT 2613

Uitspraak ingezonden door Benjamin Niemeijer en Nathalie van der Zande, La Gro Advocaten

MTTM veroordeelt tot betaling van € 5.696,13 wegens onterecht geïnde contractkosten

Rechtbank 27 jul 2018, IT 2613; ECLI:NL:RBAMS:2018:5438 (Club Mediterranee Holland tegen MTTM), https://www.itenrecht.nl/artikelen/mttm-veroordeelt-tot-betaling-van-5-696-13-wegens-onterecht-ge-nde-contractkosten

Rechtbank Amsterdam 27 juli 2018, IT 2613; ECLI:NL:RBAMS:2018:5438 (Club Mediterranee Holland tegen MTTM) MTTM is een bedrijf voor zakelijke telefonie- en internetoplossingen. Club Med en MTTM hebben een overeenkomst waarin is bepaald dat MTTM telefoondiensten verleend. In de overeenkomst is een opzeggingsbeding opgenomen. Club Med heeft de overeenkomst per 31 januari 2017 opgezegd. MTTM heeft na de opzegging een aantal slotnota's van een bedrag van € 5.696,13 gestuurd. Club Med vordert dat MTTM het bedrag moet terug betalen. Club Med mocht de overeenkomst dan ook met inachtneming van één maand opzegtermijn opzeggen. Of de overeenkomst voor bepaalde of onbepaalde duur is aangegaan kan in het midden blijven, want in beide gevallen was Club Med op grond van artikel 7.2a TCW gerechtigd om de overeenkomst kosteloos tegen 31 januari 2017 op te zeggen. MTTM is niet gerechtigd om de slotnota's te incasseren. De vordering wordt toegewezen.

IT 2612

Uitspraak ingezonden door Ron Lamme, Boekx.

Overleggen rapporten over misstanden Reclassering Nederland (mag beperkt geanonimiseerd)

Rechtbank 27 jul 2018, IT 2612; ECLI:NL:RBMNE:2018:3991 (X, Y, Z tegen Reclassering Nederland), https://www.itenrecht.nl/artikelen/overleggen-rapporten-over-misstanden-reclassering-nederland-mag-beperkt-geanonimiseerd

Rechtbank Midden-Nederland 27 juli 2018, IEF 17880; IT 2612; ECLI:NL:RBMNE:2018:3991 (X, Y, Z tegen Reclassering Nederland) Procesrecht. Opvraging stukken. Privacy. Eisers waren werkzaam bij Reclassering Nederland en hebben misstanden aangekaart bij de projectplaats "Koperwerf" - een werkplaats waar taakgestraften onder begeleiding straf uitvoeren door meubels te maken voor derden. Intern onderzoek heeft geen misstanden naar boven gebracht. Extern bureau Tinguely Xperts heeft een ernstig geëscaleerde verhouding geconcludeerd. In opdracht van gedaagde heeft Bureau Hoffmann geen misstanden kunnen vaststellen. Het AD heeft een artikel gepubliceerd naar aanleiding van verborgen camera-onderzoek. Daarna zijn er nog twee opdrachten geweest om vermeende misstanden te onderzoeken. Eisers vorderen met succes de afschriften van de rapporten ex 843a Rv; de namen, adresgegevens en telefoonnummers mag Reclassering Nederland weglakken.

IT 2610

Verzoek om facturen naar e-mailadres van een medewerker te sturen, moet de e-mail ook gelezen worden

Rechtbank 18 jul 2018, IT 2610; ECLI:NL:RBLIM:2018:6889 (Nederland ICT tegen Senor tech), https://www.itenrecht.nl/artikelen/verzoek-om-facturen-naar-e-mailadres-van-een-medewerker-te-sturen-moet-de-e-mail-ook-gelezen-worden

Rechtbank Limburg 18 juli 2018, IT 2610 (ICT Nederland tegen Senor Tech) Nederland ICT stelt daartoe – zakelijk weergegeven – dat Senor Tech sinds 1 januari 2009 lid is van Nederland ICT en jaarlijks de contributie heeft betaald. Vanaf 1 januari 2016 betaalt Senor Tech de contributie niet meer. Nederland ICT stelt dat Senor Tech de contributie over de jaren 2016 en 2017 verschuldigd is. Volgens Senor Tech heeft zij pas in maart 2017 voor het eerst een betalingsherinnering ontvangen met betrekking tot betaling van de contributie over 2016. Na onderzoek bleek dat Nederland ICT slechts per e-mail correspondeerde en ook per e-mail de facturen had verstuurd. De correspondentie geschiedde echter naar een e-mailadres van een medewerker van Nederland ICT die reeds langere tijd uit dienst was. Nederland ICT vordert veroordeling van Senor Tech tot betaling van  €1.573,00 aan hoofdsom. Als de ondernemer verzoekt om facturen naar het e-mailadres van een medewerker te sturen, dient de ondernemer er zorg voor te dragen dat de e-mail ook gelezen wordt. De vordering wordt toegewezen.

IT 2611

Vragen aan HvJ EU: Kunnen beperkende regels voor vastgoedmakelaar tegen Airbnb worden ingeroepen

HvJ EU 7 jun 2018, IT 2611; Zaak C-390/18 (Airbnb Ireland), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-kunnen-beperkende-regels-voor-vastgoedmakelaar-tegen-airbnb-worden-ingeroepen

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 7 juni 2018, IEFbe 2673; IT 2611; Zaak C-390/18 (AirBNB Ireland) Via Minbuza: De in Ierland gevestigde onderneming Airbnb Ireland biedt een online platform dat tot doel heeft verhuurders (zowel verhuurbedrijven als particulieren) die over accommodatie beschikken en potentiële huurders in een groot aantal landen met elkaar in contact te brengen. Franse internetgebruikers sluiten een contract af met Airbnb Ireland voor het gebruik van de website (plaatsing van advertenties, reserveringen) en met Airbnb Payments UK Ltd voor betalingen via de website. Op 24.01.2017 heeft de vereniging voor professionele accommodatie en toerisme (hierna: Ahtop) een klacht ingediend bij de rechter in eerste aanleg vanwege het verrichten van werkzaamheden van bemiddeling in en beheer van onroerend goed en winkelpanden zonder beroepskaart uit hoofde van de wet-Hoguet en andere strafbare feiten. In deze wet-Hoguet zijn verschillende regels vastgelegd waaraan vastgoedmakelaars dienen te voldoen (bijhouden van een register, afgifte van een beroepskaart e.d.), aangezien het om een gereglementeerd beroep gaat, op straffe van strafrechtelijke sancties. Ahtop verwijt Airbnb zich aan deze regels te onttrekken, terwijl het bedrijf volgens de vereniging het beroep van vastgoedmakelaar uitoefent via een online platform. Naar aanleiding van deze klacht heeft het parket van Parijs op 16.03.2017 een vordering tot het instellen van een gerechtelijk onderzoek ingediend vanwege het beheer van financiële middelen voor werkzaamheden van bemiddeling in en beheer van onroerend goed en winkelpanden door een persoon zonder beroepskaart (wet-Hoguet) en andere strafbare feiten. Airbnb betwist werkzaamheden als vastgoedmakelaar te verrichten en betoogt dat de wet-Hoguet niet op haar van toepassing is omdat deze strijdig is met de bepalingen van richtlijn 2000/31.

IT 2609

Vulling van webshop - betaling verschuldigd, want er is geen sprake van verzuim

Hof 3 jul 2018, IT 2609; ECLI:NL:GHARL:2018:6117 (DB Aanhangwagens tegen Visualmedia), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vulling-van-webshop-betaling-verschuldigd-want-er-is-geen-sprake-van-verzuim

Hof Arnhem-Leeuwarden 3 juli 2018, IT 2609; ECLI:NL:GHARL:2018:6117 (DB Aanhangwagens tegen Visualmedia) Ontbinding. Opschorting. Visualmedia houdt zich bezig met het ontwerpen en ontwikkelen van webshops. DB Aanhangwagens is een bedrijf dat onder meer aanhangwagens en de onderdelen ervan verkoopt, zowel vanuit haar showroom als via internet. Visualmedia heeft opdracht gekregen om een webshop te bouwen voor de verkoop via internet van onderdelen van de aanhangwagens. Partijen hebben daartoe in oktober 2013 mondeling een overeenkomst gesloten, die door Visualmedia in een e-mail van 28 oktober 2013 is bevestigd. DB was niet tevreden over Visualmedia en wil de overeenkomst ontbinden. Visualmedia heeft in de oorspronkelijke conventie veroordeling van DB gevorderd tot betaling aan haar van € 10.090,17, vermeerderd met rente en kosten. Deze vordering strekt tot betaling van de tweede termijn van de overeenkomst. DB weigert te betalen omdat de overeenkomst is ontbonden en vordert terugbetaling. De kantonrechter wijst de vordering van Visualmedia toe. DB heeft niet geprotesteerd of aangegeven dat de webshop niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen. Partijen bleven nadien wel in overleg over de vulling ervan met artikelen, maar zelfs na ontvangst van de tweede factuur in september 2014 klaagde DB daarover niet. Er is dan ook volgens Visualmedia geen sprake van verzuim. Om die reden is geen plaats voor ontbinding of een daarop gebaseerde opschorting van de betalingsverplichting van DB. Het vonnis van de kantonrecher wordt bekrachtigd.

IT 2608

Zoekresultaten niet verwijderen: groot publiek belang bij informatie over misstanden bij faillissementen

Rechtbank 8 mei 2018, IT 2608; ECLI:NL:RBMNE:2018:2196 (Verzoeker tegen Google), https://www.itenrecht.nl/artikelen/zoekresultaten-niet-verwijderen-groot-publiek-belang-bij-informatie-over-misstanden-bij-faillissemen

Rechtbank Midden-Nederland 8 mei 2018, IT 2608; ECLI:NL:RBMNE:2018:2196 (Verzoeker tegen Google) Geen verwijdering zoekresultaten. Verzoeker heeft in verschillende functies bij een aantal financiële instellingen gewerkt en is voormalig financieel adviseur van (noodlijdende) bedrijven. Over hem zijn verschillende artikelen geschreven waar de zoekresultaten naar verwijzen. De zoekresultaten zijn juist, relevant en niet bovenmatig. De artikelen zijn gepubliceerd door media die een journalistieke rol vervullen en door de curator. Bovendien zijn de zoekresultaten actueel aangezien de publicaties waar zij naar verwijzen van 2015 en 2016 dateren. Voorts volgt een belangenafweging om te bekijken of er sprake is van een bijzonder geval waardoor het belang van Google of het publiek dient te prevaleren. Doordat Verzoeker in faillissementszaken strafrechtelijk en civielrechtelijk is veroordeeld, heeft de media aandacht aan zijn zakelijke activiteiten besteed. Misstanden bij faillissementen en in de zakelijke sector zijn bovendien actuele maatschappelijke thema’s waarvoor grote publieke belangstelling bestaat. Het publiek heeft dan ook groot belang bij de toegang tot de informatie achter de onderhavige zoekresulaten. Het verzoek wordt afgewezen.

IT 2607

Geen recht op schadevergoeding op grond van de ongerechtvaardigde ontbindingsverklaringen (na wederzijdse opgeschorting)

Hof 19 jun 2018, IT 2607; ECLI:NL:GHAMS:2018:2044 (CGI tegen Staalbankiers), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-recht-op-schadevergoeding-op-grond-van-de-ongerechtvaardigde-ontbindingsverklaringen-na-wederzi

Hof Amsterdam 19 juni 2018, IT ; ECLI:NL:GHAMS:2018:2044 (CGI tegen Staalbankiers) Overeenkomstenrecht. Afwikkeling mislukt ICT-project. Uitvoering werkzaamheden is met wederzijds goedvinden in afwachting van de uitkomst van nader overleg gestaakt. Ruim een jaar later volgt ingebrekestelling en ontbinding door opdrachtgever. Heeft ontbinding de daarmee beoogde werking gehad? Leidt ongerechtvaardigde ontbindingsverklaring door opdrachtgever in de gegeven omstandigheden tot verzuim? Artikel 6:83 BW. Is schade geleden als gevolg van ongerechtvaardigde ontbindingsverklaring? Als zij schade heeft geleden, dan is deze veeleer het gevolg van de wederzijdse opschorting waarmee zij zelf heeft ingestemd. CGI heeft derhalve geen recht op schadevergoeding op grond van de ongerechtvaardigde ontbindingsverklaringen. Het Hof wijst de vorderingen van CGI af en bekrachtigt het vonnis waarvan beroep [IT 2219].