Geen beroep op gevolgschade als dat in eigen voorwaarden ook is uitgesloten
Rechtbank Gelderland 30 oktober 2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:6411 (NMA office equipment tegen De Wal ICT)
Overeenkomst tot levering en implementatie van software (e-Synergy en Exact Globe); vraag of deugdelijk is nagekomen; vraag of ontbinding gerechtvaardigd is; nadien aan het licht gekomen gebrek; verwijzing naar de rol voor akte uitlating te benoemen deskundige. Door meermalig dezelfde of nagenoeg dezelfde algemene voorwaarden in haar overeenkomsten te gebruiken waarin is opgenomen dat gevolgschade is uitgesloten, kan er ook geen beroep worden gedaan op 6:233 BW, zo bepaalt artikel 6:235 lid 3 BW.
3.2. [NMA] heeft voor De Wal consultancy werkzaamheden verricht in verband met de implementatie van Exact Synergy en Globe. Deze consultancy werkzaamheden heeft zij, zoals afgesproken, op uurtarief uitgevoerd en tot september 2011 gefactureerd. Daarvoor heeft zij De Wal diverse facturen gestuurd voor een totaalbedrag van € 25.287,50.
De Wal vordert ontbinding van de overeenkomst, terugbetaling van reeds betaalde facturen en een verklaring voor recht dat NMA toerekenbaar tekor is gekomen in de nakoming van haar verplichtingen die uit de overeenkomst voortvloeiden en aansprakelijkheid voor de gelede schade (€59.522,00). Gebaseerd op een buitengerechtelijke ontbinding.
4.3. De rechtbank oordeelt als volgt. Uit de stukken en hetgeen partijen over en weer hebben gesteld blijkt dat er vanaf de aanvang van de implementatie van Exact Synergy en Globe problemen waren met het systeem. De oorspronkelijke deadline van 1 april 2011 is niet gehaald, waarna partijen in overleg zijn getreden en de deadline steeds is verschoven. Uit de email van 10 mei 2011 van NMA aan Exact (rov. 2.6) blijkt ook dat NMA zich terdege bewust was van de ernst van de klachten van De Wal. Ondanks inspanningen over en weer blijven er echter problemen bestaan met het systeem. De problemen bestaan, zoals De Wal onweersproken heeft aangevoerd, onder andere met de facturatie, de planning en het inlezen van bankafschriften. Op 10 januari 2012 (rov. 2.9) heeft De Wal een email naar NMA gestuurd waaruit volgt dat haar balans compleet verkeerde getallen weergeeft. Al deze problemen hebben uiteindelijk geresulteerd in een bijeenkomst in augustus 2012 van niet alleen NMA en De Wal, maar ook afgevaardigden van Exact en van Business Experts met als doel te komen tot een uiteindelijke oplossing op een redelijke termijn. De toen gemaakte afspraken zijn neergelegd in de brief van 24 augustus 2012 (zie rov. 2.11). Onder meer staat daarin wat op 14 september 2012 moest worden opgeleverd. Volgens De Wal heeft NMA op 14 september 2012 niet gepresteerd wat zij op 15 augustus 2012 met De Wal was overeengekomen. Daarom heeft zij de overeenkomst bij brief van 27 september 2012 buitengerechtelijk ontbonden.
4.10. Veronderstellenderwijs aangenomen dat wordt geoordeeld dat terecht is ontbonden ligt, gelet op artikel 6:271 BW in verbinding met 6:272 BW de vraag voor naar de waarde van de door NMA geleverde prestaties. Ook daarover heeft de rechtbank behoefte aan voorlichting.
4.11. De rechtbank stelt partijen in de gelegenheid zich uit te laten over de persoon van de te benoemen deskundige en over de aan de deskundige voor te leggen vragen.
De rechtbank is voornemens de navolgende vragen aan de deskundige te stellen:
Wat is als oorzaak aan te merken van de problemen met de uitwisseling tussen Microsoft Exchange en Exact Synergy en Exact Globe en de niet werkende Exact Integrator? Ligt deze oorzaak bij de installatie van het systeem of bij de inrichting van het systeem?
Wat is de waarde van de (consultancy) prestaties van NMA voor De Wal?
Heeft u nog overige opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang kunnen zijn?
4.12. De kosten van de deskundige komen op grond van artikel 195 Rv. vooralsnog voor rekening van De Wal. In een later stadium zal, afhankelijk van de uitkomst van de procedure, definitief worden beslist wie deze kosten moet dragen.
4.15. Artikel 6:235 lid 3 BW bepaalt dat een wederpartij geen beroep kan doen op artikel 6:233 BW (zowel onder a als onder b) als die partij zelf meermalen dezelfde of nagenoeg dezelfde algemene voorwaarden in haar overeenkomsten gebruikt. Desgevraagd heeft De Wal ter comparitie verklaard dat zij soortgelijke voorwaarden hanteert en zij heeft het beroep op art 6:235 lid 3 BW overigens niet bestreden. Hieruit volgt dat De Wal daarom, ingevolge artikel 6:235 lid 3 BW geen beroep toekomt op de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden. De door NMA gehanteerde algemene voorwaarden zijn dan ook van toepassing op de tussen NMA en De Wal gesloten overeenkomst, zodat aansprakelijkheid voor gevolgschade is uitgesloten.
In deze uitgave leest u o.a. een interview met de Rotterdamse wethouder Richard Moti over digitalisering en decentralisaties, een artikel over de voordelen bij het gebruik van de Basisregistratie Grootschalige Topografie en wat de ingebruikname van de Berichtenbox de gemeente Eindhoven oplevert.
Uit de mededeling: Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft geadviseerd over het wetsvoorstel Langdurige intensieve zorg (LIZ). Dit voorstel maakt onderdeel uit van een groot wetgevingscomplex, waarvan de kern de decentralisatie van taken naar gemeenten is. Het CBP heeft bezwaar tegen het wetsvoorstel en adviseert het niet in de huidige vorm in te dienen.
Bijdrage ingezonden door Peter Ras,
Huurovereenkomst Muziekcomputer. Niet voldaan aan verplichting artikel 21 Rv. Onvoldoende onderbouwing van ondertekening onderhandse akte.
Onderneming gevestigd in een lidstaat die per satelliet radio- en televisieprogrammapakketten aanbiedt en diensten verleent ten behoeve van in andere lidstaten van de Unie wonende klanten – Nationale regeling van de lidstaat van de ontvangers van de dienst op grond waarvan slechts op zijn grondgebied gevestigde ondernemingen deze diensten mogen verrichten – Bevoegdheid van de nationale regelgevende instanties van de lidstaat van de ontvangers van de dienst.
Kort geding. Online drugshandel. Uitlevering VS. Geen dwingende redenen of nieuwe informatie. De autoriteiten van de VS hebben om de uitlevering van eiser verzocht. Zij willen eiser vervolgen voor het deelnemen aan een criminele organisatie die zich bezighoudt met de internationale verkoop via internet van verdovende middelen en het witwassen van de opbrengsten daarvan. Als onderdeel van het opsporingsonderzoek dat voorafging aan het uitleveringsverzoek, zijn door de Verenigde Staten via internet pseudokopen gedaan. De uitlevering is toelaatbaar verklaard door de rechtbank. De Minister heeft besloten de uitlevering toe te staan.
Krediettransactie in de zin van de Wet op het consumentenkrediet (Wck). Kredietovereenkomst in de zin van het BW. Misleidende reclame. Op de website van eiseres is tussen partijen een overeenkomst gesloten. Die overeenkomst houdt in dat eiseres aan gedaagden in bruikleen verstrekt een zogenaamde Payogo Prepaid Maestro Debet Card met een op te waarderen tegoed van maximaal € 750,00 voor de duur van 30 dagen. Het verkregen tegoed, vermeerderd met een membershipfee, dient binnen 21 dagen na opwaardering te zijn terugbetaald aan eiseres.
Enerzijds, nietigverklaring van het besluit van het Europees Geneesmiddelenbureau van 31 januari 2012 in het kader van aanbestedingsprocedure EMA/2011/17/ICT voor externe dienstverleners voor softwaretoepassingen om de inschrijving van verzoeksters als tweede te plaatsen voor de gunning van de overeenkomst voor perceel 1 volgens het cascadesysteem en, anderzijds, een vordering tot schadevergoeding. Het beroep wordt verworpen.