IT 4538
25 april 2024
Artikel

Seminar Uitingsvrijheid op donderdag 16 mei 2024

 
IT 4536
25 april 2024
Uitspraak

Publicaties in krant over politicus zijn niet onrechtmatig

 
IT 4535
23 april 2024
Uitspraak

Aanhouding journalist bij Extinction Rebellion leidt tot schending 10 EVRM

 
IT 2682

Grieven falen, geen beroep op dwaling ICT-overeenkomst door ontbreken harde afspraken op schrift

Hof 13 nov 2018, IT 2682; ECLI:NL:GHSHE:2018:467 (ICT-overeenkomst), https://www.itenrecht.nl/artikelen/grieven-falen-geen-beroep-op-dwaling-ict-overeenkomst-door-ontbreken-harde-afspraken-op-schrift

Hof 's-Hertogenbosch 13 november 2018, IT 2682; ECLI:NL:GHSHE:2018:467 (ICT-overeenkomst) Contractrecht. Appellante is een accountacy- en adviesbureau en geïntimeerde een onderneming die diensten verricht op het gebied van IT. Partijen zijn overeengekomen dat appellante het computernetwerk van geïntimeerde gaat onderhouden en dat het netwerk overgezet wordt naar een online werkomgeving. Appellante heeft een door geïntimeerde uitgebrachte offerte voor akkoord ondertekend, evenals een offerte met nadere gepreciseerde prijsafspraken voor een contractsduur van drie jaar. Bestuurster van appellante heeft het voorgestelde systeem getest en heeft akkoord gegeven op het omzetten van haar netwerk naar een online werkomgeving. Vanaf het begin van de werkzaamheden door geïntimeerde zijn er klachten geweest van appellante over verschillende computerproblemen. In eerste aanleg heeft de rechtbank de vordering van appellante tot vernietiging van de overeenkomst op grond van dwaling afgewezen, maar haar vordering toegewezen dat zij voor recht verklaard dat de overeenkomst door buitengerechtelijke ontbinding tot een einde is gekomen. Appellante is veroordeeld aan geïntimeerde te betalen het bedrag uit hoofde van de betalingsverplichtingen voortvloeiend uit de overeenkosmt tot het moment dat deze overeenkomst buitengerechtelijk is ontbonden. Vonnis bekrachtigd, geen beroep op dwaling door ontbreken harde afspraken op schrift. 

IT 2681

Vorderingen afgewezen, boek ondergeschikte rol in debat over sektarisme BTSW

Rechtbank 21 nov 2018, IT 2681; ECLI:NL:RBAMS:2018:8347 (Ik was gek van geluk), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vorderingen-afgewezen-boek-ondergeschikte-rol-in-debat-over-sektarisme-btsw

Rechtbank Amsterdam 21 november 2018, IEF 18120; IT 2681; ECLI:NL:RBAMS:2018:8347 (Ik was gek van geluk) Mediarecht. Privacy. BTSW is een coaching/trainingsbureau dat zich bezighoudt met psychologische en zakelijke dienstverlening, met name gericht op topsport en entertainmentwereld. Gedaagde sub 1 heeft het boek "ik was gek van geluk. Verhalen van sektarische bewegingen" geschreven, uitgegeven door gedaagde sub 2. Geschreven is over ervaringen van personen met (vermeend) sekatarische organisaties, die zij heeft geïnterviewd. Het werd uit de handel gehaald, maar in beheer van gedaagde sub 1 in gewijzigde vorm op haar website gepubliceerd. Telegraaf publiceerde een artikel over de commerciële relatie tussen toenmalig technisch directeur van de KNVB (naam 2) en BTSW. Gedaagde sub 1 schreef hierna een tweet, inhoudende: "Al in Ik was gek van geluk beschreef ik hoe naam 2 gehersenspoeld werd door een sekte…." Er volgden diverse landelijke negatieve media-uitingen over sektarisme van BTSW, bij KNVB. Naar oordeel van de rechtbank heeft gedaagde sub 1 door de tweet derden in staat gebracht een verband te leggen tussen de berichtgeving over BTSW en de in het boek beschreven organisatie BSV. Dat ze in haar tweet BTSW of BSV niet heeft genoemd, doet daar niet aan af: uit haar tweet was voldoende af te leiden dat de in het boek beschreven organisatie BSV in werkelijkheid ziet op BTSW. Hierdoor is de gewaarborgde anonimiteit opgeheven. BTSW heeft echter onvoldoende gesteld dat de door haar gestelde schade is veroorzaakt door het handelen van gedaagden. Het boek heeft een ondergeschikte rol gehad in het debat over BTSW. Vorderingen afgewezen.

IT 2680

Vorderingen afgewezen, online melding van doorhaling GZ-psycholoog BIG-register niet onrechtmatig

Rechtbank 24 okt 2018, IT 2680; ECLI:NL:RBMNE:2018:5152 (Doorhaling GZ-psycholoog BIG-register), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vorderingen-afgewezen-online-melding-van-doorhaling-gz-psycholoog-big-register-niet-onrechtmatig

Ktr. Rechtbank Midden-Nederland 24 oktober 2018, IT 2680; LS&R 1671; ECLI:NL:RBMNE:2018:5152 (Doorhaling GZ-psycholoog BIG-register) Privacy. Gezondheidszorg. De inschrijving van eiser als GZ-psycholoog is in het BIG-register doorgehaald, vanwege het onderhouden van een relatie met een cliënte. Het is hem niet meer toegestaan als GZ-psycholoog te afficheren of daaraan verbonden werkzaamheden te verrichten. Gedaagde heeft een door haar genoemde Zwarte Lijst gepubliceerd waarop namen van artsen en andere functionarissen uit de gezondheidszorg worden vermeld die volgens gedaagde kort gezegd hun wettelijke zorgplicht schenden, waaronder van artsen die uit het CTG en/of BIG-register zijn geschrapt. In navolging hiervan heeft zij eiser vermeld op haar website, inclusief de AGB-code van de praktijk en zorgverlener, en het KvK-nummer. Haar uitingen zijn van feitelijke aard en niet feitelijk onjuist. Dat de tijdelijke arbeidsovereenkomst van eiser niet is verlengd, brengt geen onaanvaardbare schending van de persoonlijke levenssfeer van hem mee. De doorhaling is te wijten aan zijn eigen gedrag en vermelding ervan is openbaar, en doorhaling heeft alleen gevolg voor zijn functie als GZ-psycholoog. Vorderingen afgewezen.

IT 2679

Nationaal Reclamerechtcongres

Wat bracht 2018 en wat brengt 2019 ons op het gebied van het Reclamerecht? Wat waren the greatest hits in vergelijkende en misleidende reclame? Welke privacyregels gelden bij behavioral targeting? Hoe denken Stichting Varkens in Nood, Albert Heijn en Unilever over het thema duurzaamheid in reclame? En: welke acties kunt u verwachten van de Autoriteit Consument en Markt, - en van de sector zelf -, waar het gaat om de positie van on- en offline consumenten?

Dit zijn enkele van de onderwerpen die aan de orde komen tijdens het Nationaal Reclamerechtcongres van deLex op donderdag 13 december 2018. Tijdens deze dag praten vooraanstaande juristen uit advocatuur en bedrijfsleven u bij over actualiteiten in het (inter)nationale reclamerecht. Met in de middag een paneldiscussie over duurzaamheid en reclame, en ter afronding de visie van ondernemer Jip Samhoud op het gebruik van reclame in virtual reality.

De sprekers zijn: Ebba Hoogenraad, Anne-Jel Hoelen, Miranda Top-Sarneel, Soraya Belghazi, Willem Leppink en Jip Samhoud. Aan het panel nemen deel: Anne-Jel Hoelen (ACM), Hans Baaij (Stichting Varkens in Nood), Simone Pelkmans (Unilever), Karen Werger (Albert Heijn)

Het programma is samengesteld door Willem Leppink en Ebba Hoogenraad. Meer informatie over het programma en inschrijven vindt u hier

IT 2678

Verzoek vader toegewezen, vlogs met zijn minderjarigen niet toegestaan door onbestreden risico's

Rechtbank 1 okt 2018, IT 2678; ECLI:NL:RBDHA:2018:13105 (Privacy kinderen vlogs), https://www.itenrecht.nl/artikelen/verzoek-vader-toegewezen-vlogs-met-zijn-minderjarigen-niet-toegestaan-door-onbestreden-risico-s

Rechtbank Den Haag 1 oktober 2018, IEF 18115; IT 2678; ECLI:NL:RBDHA:2018:13105 (Privacy kinderen vlogs) Mediarecht. Privacy. Partijen zijn gehuwd geweest en ouders van twee minderjarige kinderen. Vader verzoekt in verband met recht op privacy van zijn kinderen alle videologboeken ("vlogs") waarin de kinderen (deels) te zien of te horen zijn en welke door de moeder op Youtube en/of Instagram zjin geplaatst, te verwijderen en verwijderd te houden. Vader wil zijn kinderen beschermen tegen het mogelijk worden van object van pedofilie of pestgedrag. Moeder wil, als buitenlandse moeder die in Nederland woonachtig is, laten zien aan haar volgers hoe de Nederlandse cultuur is, en met name de Nederlandse opvoeding. In het begin kreeg ze immers zijn toestemming. Ze stelt dat de kinderen opgroeien in een wereld met social media, waarin de moeder probeert bij te dragen. Of foto's of filmpjes op internet geplaatst worden, is een kwestie waarover de ouders samen dienen te beslissen.  Onvoldoende is bestreden dat het door vader gevreesde risico op pestgedrag en nadelige gevolgen voor het later functioneren in het sociaal maatschappelijk verkeer, en in mindere mate objectivering voor pedofielen, zich voor zal doen. Dit is een risico verre van denkbeeldig. Gelet op de leeftijd van de kinderen, 4 en 2, gaat de rechtbank ervan uit dat hun begripsvermogen en leefomgeving nog niet zodanig zijn dat zij al bewust blootgesteld hebben kunnen worden aan vlogs te herleiden pestgedrag, al zou dit in de toekomst wel kunnen. Vorderingen toegewezen.

IT 2677

Zoekresultaten Google plagiaat bekend schrijver niet onrechtmatig: belang mogelijke werkgevers prevaleert

Rechtbank 14 nov 2018, IT 2677; ECLI:NL:RBMNE:2018:5594 (Verzoeker tegen Google), https://www.itenrecht.nl/artikelen/zoekresultaten-google-plagiaat-bekend-schrijver-niet-onrechtmatig-belang-mogelijke-werkgevers-preval

Rechtbank Midden-Nederland 14 november 2018, IT 2677; ECLI:NL:RBMNE:2018:5594 (Verzoeker tegen Google) Privacy. Bij het opgeven van de naam van verzoeker, bekend schrijver, als zoekterm in Google Search worden verschillende zoekresultaten weergegeven. Advocaat van verzoeker heeft Google verzocht een tiental URL's te verwijderen. Dit verzoek heeft Google afgewezen. Verzoeker voert aan dat hij achtervolgd wordt door een conflict dat hij vanaf 1996 met A heeft: A heeft verzoeker in een van zijn boeken beschuldigd van vervalsen van academische titels. Verzoeker stelt dat hij door negatieve uitlatingen geen baan vinden in zijn branche, de gegevensverwerking op Google langer duurt dan noodzakelijk is, en dat zijn reputatiebelang prevaleert boven het recht van Google. Google stelt dat de zoekresultaten niet onjuist, irrelevant of bovenmatig zijn voor het doeleind van Google: het aanbieden van een zoekmachine. De inhoud van de bronpagina's hebben geen betrekking op de het privéleven van verzoeker, maar op zijn professionele optreden. In een civiele procedure is voldoende aannemelijk geacht dat verzoeker de academische titels niet toekwam. Verzoeker wil als docent aan de slag en het publiek heeft er belang bij om berichtgeving te kunnen vinden over het plagiaat, om een eigen afweging te kunnen maken. De afwijzende reacties op de sollicitaties illustreren ook het belang van (mogelijke) werk- en opdrachtgevers in de branche. Het belang van Google en van internetgebruikers prevaleert boven het belang van verzoeker. 

IT 2674

Rectificatie uitlatingen mede-organisator spookhuisevent The Wall Utrecht onnodig, te lang geleden

Rechtbank 30 okt 2018, IT 2674; ECLI:NL:RBGEL:2018:4627 https://www.itenrecht.nl/artikelen/rectificatie-uitlatingen-mede-organisator-spookhuisevent-the-wall-utrecht-onnodig-te-lang-geleden

Rechtbank Gelderland 30 oktober 2018, IEF 18105; IT 2674; ECLI:NL:RBGEL:2018:4627 (Spookhuisevent The Wall) Mediarecht. Privacy. Gedaagde sub 1 is via A in contact gekomen met eiser sub 1 en sub 2 over het organiseren van een spookhuisevent in winkelcentrum The Wall Utrecht. Na het event is een geschil ontstaan over financiële afwikkeling. Advocaat van eisers heeft bij sommatiebrief aan gedaagde sub 1 en sub 2 geschreven om lasterlijke en beledigende uitingen die zij hebben gedaan, te verwijderen. Zij hebben daar geen gehoor aan gegeven. Gedaagde sub 1 en gedaagde sub 2 zijn live in de radio-uitzending van het programma Zwarte Prietpraat op NPO Radio 1 geweest en hebben zich negatief uitgelaten over eisers. In het AD en de Gelderlander is te lezen dat het spookhuisevent van gedaagde sub 1 is en dat het een zakelijk succes is geweest. De samenwerking duidt niet aan dat het een juridische vorm heeft aangenomen. Zou dat het wel, dan vinden de betitelingen als oplichters geen grond op de feiten. Niet kan worden gezegd of door de publicaties in de kranten dat de eer of goede naam van eiser sub 1 en sub 2 schaden. Een rectificatie van de andere publiekelijke uitlatingen die wel onrechtmatig zijn bevonden is niet nodig en passend. De radio-uitzending was al een tijd geleden en zal waarschijnlijk niet bekend zijn bij het publiek. Gedaagde sub 1 en 2 wordt verboden in de toekomst soortgelijke beschuldigingen te doen. Partijen worden over en weer in het ongelijk gesteld, proceskosten worden gecompenseerd.

IT 2676

Beroep pari delicto-regel KPN faalt: schending ene norm geeft nog steeds optie optreding schending andere norm

Hof 6 nov 2018, IT 2676; ECLI:NL:GHDHA:2018:2885 (KPN en Telfort tegen Belcentrale.nl), https://www.itenrecht.nl/artikelen/beroep-pari-delicto-regel-kpn-faalt-schending-ene-norm-geeft-nog-steeds-optie-optreding-schending-an

Hof Den Haag 6 november 2018, IT 2676; ECLI:NL:GHDHA:2018:2885 (KPN en Telfort tegen Belcentrale.nl) Telecomrecht. Door opmerkelijke  marktmacht van KPN is zij verplicht tot "Wholesale Line Rental": zij moet concurrenten op haar netwerk toelaten zodat afnemers voor vaste telefonie kunnen overstappen naar een alternatieve aanbieder. ACM heeft het proces van zelfregulering geleid en een definitief voorstel geformuleerd onder de naam "Totaalpakket maatregelen ter verbetering van WLR-proces". KPN en Telfort houden zich op vrijwillige basis aan deze regels. Belcentrale was door de voorzieningenrechter geboden om met onmiddellijke ingang uitsluitend klanten over te zetten indien klanten hun instemming hebben gegeven. Het gerechtshof heeft het vonnis vernietigd maar Belcentrale geboden maatregelen te nemen om te waarborgen dat zij niet onrechtmatig jegens KPN c.s. handelt bij een telefonische poging tot overname van een klant. KPN heeft per brief meegedeeld aan Belcentrale een neutrale afscheidsbrief te sturen naar klanten die op basis van WLR overstappen naar Belcentrale voordat de overstap heeft plaatsgevonden. KPN handelt in strijd met het Totaalpakket door de afscheidsbrief vóór de handover naar een andere provider te sturen. De door KPN aangevoerde pari delicto-regel geldt niet, omdat daaruit niet volgt dat schending van de ene norm uit een pakket van maatregelen meebrengt dat tegen schending van een andere norm niet kan worden opgetreden. KPN heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de omvang van de schending op dit moment nog dusdanig is dat die een voldoende rechtvaardiging vormt voor schending van de regels door KPN c.s. met betrekking tot alle eindgebruikers voor wie Belcentrale de omschakeling zorgt. Bestreden vonnis bekrachtigd.

IT 2675

Stichting Museumkaart moet gegevens museumkaarthouder verstrekken i.v.m. algemeen belang correcte belastingheffing

Rechtbank 15 nov 2018, IT 2675; ECLI:NL:RBAMS:2018:8138 (Staat tegen Stichting Museumkaart), https://www.itenrecht.nl/artikelen/stichting-museumkaart-moet-gegevens-museumkaarthouder-verstrekken-i-v-m-algemeen-belang-correcte-bel

Rechtbank Amsterdam 15 november 2018, IT 2675; ECLI:NL:RBAMS:2018:8138 (Staat tegen Stichting Museumkaart) Privacy. Aan de museumkaart is een account gekoppeld waarop persoonsgegevens over de houder worden geregistreerd en waarop bezoekgegevens worden bijgehouden. Uit hoofde van haar bedrijfsactiviteiten beschikt de Stichting hierover. De Staat heeft gegevens gevraagd in het kader van woonplaatsonderzoek o.g.v. art. 4 AWR. De Stichting heeft de gegevens niet verstrekt. De Belastingdienst heeft terecht gesteld dat het bepaalde in art. 6 AVG voldoende grond biedt voor het opvragen en verwerken van de gevraagde informatie. Het belang van betrokkene bij het privé houden van gegevens omtrent zijn/haar museumbezoek dient te wijken voor het algemeen belang van correcte belastingheffing. Vorderingen toegewezen.

IT 2673

Facebookbericht oplichterij liefdadigheidsbingo voor crowdfundingsactie rolstoelbus onrechtmatig verklaard, veroordeling in proceskosten

Rechtbank 17 okt 2018, IT 2673; ECLI:NL:RBZWB:2018:6321 (Crowdfundingsactie rolstoelbus), https://www.itenrecht.nl/artikelen/facebookbericht-oplichterij-liefdadigheidsbingo-voor-crowdfundingsactie-rolstoelbus-onrechtmatig-ver

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 17 oktober 2018, IEF 18101; IT 2673; ECLI:NL:RBZWB:2018:6321 (Crowdfundingsactie rolstoelbus) Mediarecht. Privacy. Gedaagde is op Facebook een crowdfundingsactie gestart voor de aanschaf van een rolstoelbus voor zijn gehandicapte zoon X. De vrouw van eiser heeft hem via Facebook aangeboden een liefdadigheidsbingo te organiseren, maar deze heeft niet plaatsgevonden. Gedaagde heeft vervolgens op 5 juli 2017 op zijn Facebookpagina een bericht met foto van eiser en zijn vrouw geplaatst waarin hij vermeldt dat ze oplichters zijn. Hij heeft het bericht verwijderd. De voorzieningenrechter oordeelde dat er minstens 30 dagen een rectificatie op zijn Facebookpagina moest staan. Op 6 september 2017 heeft gedaagde nog een bericht geplaatst waarin hij vermeldt dat er ten ronde gaat dat zijn familie oplichters zijn en dit niet zo is. Over dit geschil is ook een televisie-uitzending geweest van SBS "Stegeman op de Bres". Omdat het bericht van 5 juli 2017 niet steunt op de feiten, heeft gedaagde onrechtmatig gehandeld. Omdat in het bericht van 6 september 2017 de naam van eiser niet is genoemd en het bericht van 5 juli 2017 al twee maanden was verwijderd en mensen het bericht waarschijnlijk niet koppelen aan eiser, is het bericht niet onrechtmatig. De televisie-uitzending was eveneens niet onrechtmatig, eiser, zijn vrouw en zijn woning zijn niet in beeld verschenen. Vordering gedeeltelijk toegewezen.