DOSSIERS
Alle dossiers

Contracten  

IT 4556

Contact met derden leidt niet zonder meer tot schending geheimhoudingsovereenkomst

Rechtbank 2 mei 2024, IT 4556; ECLI:NL:RBDHA:2024:6716 (Eisende partij tegen Thematic), https://www.itenrecht.nl/artikelen/contact-met-derden-leidt-niet-zonder-meer-tot-schending-geheimhoudingsovereenkomst

Rb. Den Haag 2 mei 2024, IT 4556; ECLI:NL:RBDHA:2024:6716 (Eisende partij tegen Thematic). Eiser verzorgt en vervaardigt promotie- en bedrijfsfilms. Thematic is een onderneming die documentaires maakt om, naar eigen zeggen, het publiek te behoeden voor desinformatie in het nieuws en de media. Thematic heeft eisende partij benaderd om als cameraman opdrachten uit te voeren. In artikel 1 van deze overeenkomst is bepaald dat eiser de hiervoor bedoelde vertrouwelijke informatie niet openbaar zal maken. In de overeenkomst is een dagtarief overeegenkomen “exclusief mogelijk extra kosten zoals, een kilometervergoeding van en naar Schiphol en v.v., de post verwerking van de AV opnames.”. Eiser vordert betaling van €10.964 voor het (onder meer) onbetaald laten blijven van meerwerk (montagewerkzaamheden). Bovendien zou eiser schade hebben geleden doordat Thematic kort voor de geplande opnameperiode de opdracht heeft geannuleerd. De factuur hiervan is ook onbetaald gebleven. Voorts stelt eiser dat misbruik is gemaakt van de geheimhoudingsovereenkomst. Thematic voert in reconventie aan dat eiser de geheimhoudingsovereenkomst heeft geschonden door over zijn werkzaamheden te hebben gesproken met de journaliste E. Munnik.

IT 4750

Hof bekrachtigt aansprakelijkheid bestuurder voor borgstelling

Gerechtshof Amsterdam 5 mrt 2024, IT 4750; ECLI:NL:GHAMS:2024:499 (appellant tegen geïntimeerde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hof-bekrachtigt-aansprakelijkheid-bestuurder-voor-borgstelling

Hof Amsterdam 5 maart 2024, IT 4750; ECLI:NL:GHAMS:2024:499 (appellant tegen geïntimeerde) Geïntimeerde heeft een geldlening verstrekt aan Zesto Groep, waarvoor appellant zich persoonlijk borg heeft gesteld. Zesto Groep heeft de lening niet terugbetaald, waarna geïntimeerde appellant als borg heeft aangesproken voor de openstaande schuld. Appellant betwist de geldigheid van de borgtochtovereenkomst en stelt dat hij onder druk van derden handelde en dat er sprake was van identiteitsfraude. Hij voert aan dat hij geen toegang had tot de zakelijke rekening en dat derden misbruik hebben gemaakt van zijn gegevens. geïntimeerde vordert betaling van de openstaande schuld. Het hof oordeelt dat appellant aansprakelijk is voor de terugbetaling van de lening aan geïntimeerde. Het hof stelt vast dat appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat hij onder druk van derden handelde en dat er sprake was van identiteitsfraude. De borgtochtovereenkomst is volgens het hof rechtsgeldig tot stand gekomen, mede omdat appellant als bestuurder en enig aandeelhouder van Zesto Groep handelde in de uitoefening van zijn bedrijf. Het hof verwerpt de grieven van appellant en bekrachtigt de eerdere vonnissen, waarbij appellant is veroordeeld tot betaling van de openstaande schuld.

IT 4551

BKR wint geschil van Odido over doorbelasting kosten inzageverzoeken

Rechtbank 1 mei 2024, IT 4551; ECLI:NL:RBGEL:2024:2708 (BKR tegen Odido), https://www.itenrecht.nl/artikelen/bkr-wint-geschil-van-odido-over-doorbelasting-kosten-inzageverzoeken

Rb Gelderland 1 mei 2024, IT 4551; ECLI:NL:RBGEL:2024:2708 (BKR tegen Odido). In onderhavige zaak tussen BKR en Odido draait het om de betaling van facturen voor inzageverzoeken in het register van Bureau Krediet Registratie (BKR). Odido meent dat BKR alleen de daadwerkelijke kosten mag doorberekenen en eist daarom volledige financiële verantwoording en inzage in de kostenstructuur. BKR stelt echter dat zij gerechtigd is om het tarief voor inzageverzoeken vast te stellen en dat de doorbelasting niet beperkt is tot de daadwerkelijke kosten. De rechtbank oordeelt dat de overeenkomst tussen BKR en Odido geen verplichting voor BKR bevat om alleen de werkelijke kosten door te belasten. Zij baseert dit oordeel op de tekst van de overeenkomst, het Algemeen Reglement CKI en de Algemene Handleiding CKI, evenals op de achtergrond van de overeenkomst en de feitelijke omstandigheden. De rechtbank concludeert dat het niet de bedoeling is geweest om alleen de daadwerkelijke kosten in rekening te brengen of achteraf te verrekenen op basis van de werkelijke kosten. Daarom wijst de rechtbank de vorderingen van Odido af en die van BKR toe. Odido mag de betaling van de facturen van BKR niet opschorten en wordt veroordeeld tot betaling van de openstaande facturen. Odido kan zich niet beroepen op de aanvullende werking van redelijkheid en billijkheid omdat er geen leemte is in de overeenkomst wat betreft financiële verantwoording. Anders dan Odido stelt, rust op BKR ook geen dergelijke transparantieverplichting. De rechtbank komt in een soortgelijke zaak tegen KPN tot een soortgelijk oordeel. 

IT 4743

Onterechte ontbinding serviceovereenkomsten en onrechtmatige beslaglegging

Rechtbank Overijssel 8 mei 2024, IT 4743; ECLI:NL:RBOVE:2024:2468 (Insulcon c.s. tegen Limis), https://www.itenrecht.nl/artikelen/onterechte-ontbinding-serviceovereenkomsten-en-onrechtmatige-beslaglegging

Rb. Overijssel 15 mei 2024; ECLI:NL:RBOVE:2024:2468 (Insulcon c.s. tegen Limis) Insulcon c.s. hebben twee serviceovereenkomsten gesloten met Limis voor de implementatie en het gebruik van de planningssoftware Limis Planner. Insulcon c.s. stelden dat Limis toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van deze overeenkomsten, omdat de software niet voldeed aan de basisdoelstellingen en functionaliteiten zoals vermeld in de offertes. Ondanks meerdere meldingen van problemen via het ticketsysteem en diverse e-mails, bleef de software volgens Insulcon c.s. gebreken vertonen, wat leidde tot inefficiënties in hun bedrijfsprocessen. Op 26 mei 2023 hebben Insulcon c.s. de serviceovereenkomsten buitengerechtelijk ontbonden en een beroep gedaan op dwaling, stellende dat Limis de gedane betalingen moest terugbetalen en dat Limis onrechtmatig had gehandeld. Zij vorderen onder meer terugbetaling van de betaalde bedragen en schadevergoeding. Limis betwist deze vorderingen en stelt dat Insulcon c.s. niet hebben voldaan aan de klachtplicht ex artikel 6:89 BW, omdat zij niet tijdig hebben geklaagd over de vermeende gebreken. Limis vordert in reconventie betaling van de openstaande facturen en stelt dat de door Insulcon c.s. gelegde conservatoire beslagen onrechtmatig zijn.

IT 4550

Gedaagde moet overgaan tot betaling van facturen voor softwareontwikkeling

Rechtbank 1 mei 2024, IT 4550; ECLI:NL:RBOVE:2024:2386 (Eiseres tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/gedaagde-moet-overgaan-tot-betaling-van-facturen-voor-softwareontwikkeling

Rb. Overijssel 1 mei 2024, IT 4550; ECLI:NL:RBOVE:2024:2386 (Eiseres tegen gedaagde). Eiseres, een advies- en ondersteuningsbedrijf in de informatietechnologie en gedaagde, een groothandel in computers, randapparatuur en software, sloten een 'Framework Agreement for Collaboration' en een 'Work order'. Op basis van deze overeenkomsten heeft eiseres software ontwikkeld en geleverd aan gedaagde, waarvoor eiseres in totaal vijf facturen heeft verstuurd. Deze heeft gedaagde onbetaald gelaten. Eiseres vordert veroordeling van gedaagde tot betaling van €53.530,40. De rechtbank oordeelt dat het verweer van gedaagde tegen de vijf facturen van eiseres onvoldoende is onderbouwd. Gedaagde heeft gesteld dat de facturen afwijken van wat in de werkorder is overeengekomen, maar heeft niet toegelicht wat er precies niet klopt aan de facturen in vergelijking met de werkorder. Ook heeft gedaagde onvoldoende onderbouwd waarom zij van mening is dat eiseres te veel uren heeft gefactureerd voor het werk. Bovendien blijkt uit de correspondentie tussen beide partijen niet dat gedaagde het niet eens is met de facturen, maar dat er geen geld is om ze te betalen. Daarom wordt de vordering van eiseres toegewezen.

IT 4548

Uitspraak ingezonden door Daan Breuking en Luuk Jonker, Holla legal & tax.

Geen sprake van tekortkoming in de nakoming ICT-overeenkomst

Rechtbank Amsterdam 1 mei 2024, IT 4548; (GAC tegen Medz), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-sprake-van-tekortkoming-in-de-nakoming-ict-overeenkomst

Rb. Amsterdam 1 mei 2024, IT 4549; C/13/736768 / HA ZA 23-656 (GAC tegen Med) GAC is een ICT-dienstverlener. Zij houdt zich bezig met advisering en ondersteuning op het gebied van bedrijfssoftware zoals Microsoft Dynamics. Medz is een groothandel voor medische producten. Medz en Broad Horizon doen sinds circa 2015 zaken met elkaar, Broad Horiron is later (deels) overgenomen door GAC. Er ontstaat een financieel geschil naar aanleiding van de implementatie van nieuwe software in opdracht van Medz. GAC verlangt betaling voor door haar verrichte werkzaamheden. Medz meent dat GAC geen vordering kan instellen. Voor zover GAC dat wel kan, betoogt Medz dat zij al meer heeft betaald dan waarop GAC recht heeft. Medz stelt ook dat het systeem niet naar behoren werkte en vordert van GAC vergoeding van door haar gestelde geleden schade. Ten aanzien van de werkzaamheden, oordeelt de rechtbank dat partijen redelijkerwijs hebben mogen begrijpen dat GAC haar werkzaamheden zou verrichten op basis van nacalculatie. Daarbij brengt een redelijke uitleg van de overeenkomst mee dat voor het verhelpen van issues die met betrekking tot de software rijzen, GAC voor daarmee verband houdende werkzaamheden kosten aan Medz in rekening mag brengen. Medz is gehouden om de gefactureerde bedragen voor de werkzaamheden te voldoen. Ten aanzien van het onderhoud, oordeelt de rechtbank dat Medz op basis van de ICT-overeenkomst is gehouden om ook het bedrag voor het derde jaar van het onderhoudscontract te voldoen.

IT 4740

Onvoldoende betrouwbare digitale handtekening

Rechtbank Amsterdam 19 apr 2024, IT 4740; ECLI:NL:RBAMS:2024:2252 (eisers tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/onvoldoende-betrouwbare-digitale-handtekening

Rb. Amsterdam 19 april 2024, IT 4740; ECLI:NL:RBAMS:2024:2252 (eisers tegen gedaagde) Eisers hebben gedaagde benaderd voor diverse ICT-diensten, waaronder het verbeteren van de wifi-ontvangst en het voorbereiden van een netwerk op glasvezel. Gedaagde beweert dat er een digitale overeenkomst is gesloten via SignRequest, maar eisers betwisten de geldigheid van deze handtekening. Zij stellen dat de overeengekomen diensten niet zijn uitgevoerd en dat gedaagde zonder hun toestemming wijzigingen heeft aangebracht, zoals het omzetten van abonnementen en het registreren van een domeinnaam op zijn naam. Eisers vorderen terugbetaling van € 5.392,52 aan onverschuldigd betaalde bedragen, vermeerderd met rente en kosten. Daarnaast eisen zij dat gedaagde de ongewenste wijzigingen ongedaan maakt en de gemaakte kosten vergoedt. De kantonrechter oordeelt dat de door gedaagde gebruikte digitale handtekening via SignRequest niet voldoet aan de vereisten voor een geavanceerde of gekwalificeerde elektronische handtekening. Hierdoor heeft de handtekening niet dezelfde bewijskracht als een handgeschreven handtekening. De kantonrechter stelt vast dat gedaagde essentiële informatie heeft achtergehouden, waardoor eisers geen geïnformeerde beslissing konden nemen. Daarnaast concludeert de kantonrechter dat de overeengekomen diensten niet zijn uitgevoerd en dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld door zonder toestemming wijzigingen aan te brengen. Gedaagde wordt veroordeeld tot terugbetaling van € 5.392,52, het ongedaan maken van de ongewenste wijzigingen, en het vergoeden van de gemaakte kosten.

IT 4542

Zorgplan kan ondanks onrechtmatige verkrijging als bewijsmiddel dienen

Rechtbank 1 nov 2023, IT 4542; ECLI:NL:RBMNE:2023:7659 (Eiseres tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/zorgplan-kan-ondanks-onrechtmatige-verkrijging-als-bewijsmiddel-dienen

Rb. Midden-Nederland 1 november 2023, IT 4542; ECLI:NL:RBMNE:2023:7659 (Eiseres tegen gedaagde). Eiseres heeft met onderbewindgestelde een zorgovereenkomst afgesloten omtrent de zorg en verpleging van onderbewindgestelde. Op 29 juni 2022 heeft gedaagde namens onderbewindgestelde een betalingsregeling afgesproken. Betalingen blijven echter achterwege. Eiseres vordert hoofdelijke veroordeling van onderbewindgestelde en gedaagde tot betaling. De bewindvoerder en gedaagde vorderen in reconventie bevel tot verwijdering van het zorgplan, zodat het geen deel uitmaakt van de processtukken. Ook vorderen zij vernietiging van het zorgplan. De kantonrechter oordeelt als volgt.

IT 4531

Conflict tussen partijen over overeenkomst van opdracht betreffende printerreparatie

Rechtbank 10 apr 2024, IT 4531; ECLI:NL:RBOVE:2024:2003 (IndAut tegen Dupatech), https://www.itenrecht.nl/artikelen/conflict-tussen-partijen-over-overeenkomst-van-opdracht-betreffende-printerreparatie

Rb. Overijssel 10 april 2024, IT 4531; ECLI:NL:RBOVE:2024:2003 (IndAut tegen Dupatech). IndAut ontwikkelt en implementeert software voor industriële toepassing, Dupatech verkoopt en levert machines. Na meerdere storingen aan de printer heeft Dupatech IndAut verzocht om met een duurzame oplossing te komen. De partijen zijn een overeenkomst van opdracht aangegaan op grond waarvan IndAut werkzaamheden heeft verricht aan de software van de printer. IndAut vordert betaling van het laatste deel van een tussen partijen gesloten betalingsregeling en betaling van een openstaande factuur. Dupatech betwist dat zij moet betalen. Volgens haar zijn er problemen met de printer en heeft er geen oplevering plaatsgevonden. Indaut vordert in conventie veroordeling van Dupatech tot betaling van het resterende bedrag. Dupatech voert aan dat de facturen niet opeisbaar zijn, omdat er geen deugdelijke oplevering heeft plaatsgevonden. Zij vordert in reconventie schadevergoeding wegens tekortkoming in de nakoming. De rechtbank oordeelt dat uit de overeenkomst niet volgt dat Dupatech de voorwaarde van een werkende printer heeft gesteld voor de betaling. Anders dan Dupatech stelt, is er ook geen resultaatsverbintenis overeengekomen. Dupatech is akkoord gegaan met de betalingsregeling. Zij dient deze na te komen en tot betaling van € 18.954,41 over te gaan. Haar schadevergoedingsvordering in reconventie wordt afgewezen. 

IT 4528

Vordering die strekt tot uitvoering van samenwerkingsovereenkomst afgewezen

Rechtbank 26 feb 2024, IT 4528; ECLI:NL:RBMNE:2024:1923 (Eiseres tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vordering-die-strekt-tot-uitvoering-van-samenwerkingsovereenkomst-afgewezen

Rb. Midden-Nederland 26 februari 2024, IT 4528; ECLI:NL:RBMNE:2024:1923 (Eiseres tegen gedaagde). Eiseres en gedaagde bieden softwareproducten aan voor de GGZ-markt. Partijen zijn een samenwerkingsovereenkomst aangegaan die eruit bestaat dat gedaagde overeenkomsten sluit met revalidatiecentra en binnen het softwarepakket dat zij aanbiedt, naast haar eigen softwareproducten, de specifiek op de revalidatiemarkt gerichte software van eiseres laat leveren en implementeren. Op 11 oktober 2023 heeft gedaagde de samenwerking met eiseres beëindigd. Volgens eiseres op onterechte gronden. Zij vordert daarom in dit kort geding primair nakoming van de overeenkomst en dat zij in staat gesteld wordt om haar software voor het project te implementeren.