Onverifieerbare digitale handtekening maakt ophouding onrechtmatig
Rb. Den Haag 8 april 2024, IT 4771; ECLI:NL:RBDHA:2024:13893 (Eiser tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid). De rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat een digitale handtekening op een proces-verbaal (M105-D) niet rechtsgeldig was, omdat deze niet kon worden geverifieerd. Een vreemdeling die was opgehouden en hiertegen in beroep ging, betoogde dat de M105-D geen natte handtekening bevatte en dat verificatie van de elektronische handtekening onmogelijk was. Verweerder, oftewel de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, erkende ter zitting dat de verificatie niet mogelijk was, omdat het document een gescand bestand was en geen digitaal ondertekende PDF. De rechtbank stelde verweerder in de gelegenheid om alsnog een verifieerbaar document in te dienen, maar het later geüploade bestand bleek wederom niet digitaal verifieerbaar. Omdat de authenticiteit van de ondertekening niet kon worden vastgesteld, oordeelde de rechtbank dat er geen geldig ambtsedig proces-verbaal was opgemaakt. Dit maakte de ophouding van de vreemdeling onrechtmatig.