Hof bekrachtigt aansprakelijkheid bestuurder voor borgstelling

Hof Amsterdam 5 maart 2024, IT 4750; ECLI:NL:GHAMS:2024:499 (appellant tegen geïntimeerde) Geïntimeerde heeft een geldlening verstrekt aan Zesto Groep, waarvoor appellant zich persoonlijk borg heeft gesteld. Zesto Groep heeft de lening niet terugbetaald, waarna geïntimeerde appellant als borg heeft aangesproken voor de openstaande schuld. Appellant betwist de geldigheid van de borgtochtovereenkomst en stelt dat hij onder druk van derden handelde en dat er sprake was van identiteitsfraude. Hij voert aan dat hij geen toegang had tot de zakelijke rekening en dat derden misbruik hebben gemaakt van zijn gegevens. geïntimeerde vordert betaling van de openstaande schuld. Het hof oordeelt dat appellant aansprakelijk is voor de terugbetaling van de lening aan geïntimeerde. Het hof stelt vast dat appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat hij onder druk van derden handelde en dat er sprake was van identiteitsfraude. De borgtochtovereenkomst is volgens het hof rechtsgeldig tot stand gekomen, mede omdat appellant als bestuurder en enig aandeelhouder van Zesto Groep handelde in de uitoefening van zijn bedrijf. Het hof verwerpt de grieven van appellant en bekrachtigt de eerdere vonnissen, waarbij appellant is veroordeeld tot betaling van de openstaande schuld.