Vordering tot verwijdering persoonsgegevens uit externe frauderegistratiesystemen toegewezen
Rb. Overijssel 2 april 2025, IT 4833; ECLI:NL:RBOVE:2025:2068 (Partij A tegen ASR). De dochter van Partij A is in 2010 betrokken geraakt bij een ongeval. In de daaropvolgende letselschadeprocedure is geoordeeld dat ASR als WAM-verzekeraar aansprakelijk is voor de schade die de dochter door dat ongeval heeft geleden. ASR heeft op enig moment naar aanleiding van een in haar opdracht uitgevoerd observatieonderzoek geconcludeerd dat de dochter haar beperkingen als gevolg van het ongeval heeft overdreven. Omdat Partij A volgens haar daarbij een grote rol heeft gespeeld, heeft ASR hun persoonsgegevens geregistreerd in de externe en interne frauderegistratiesystemen. Partij A vorderen in conventie de ongedaanmaking van die registraties. ASR meent dat deze vorderingen moeten worden afgewezen en betoogt dat Partij A met hun handelen zowel individueel als in groepsverband onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld. ASR vordert in reconventie betaling van de schade die zij stelt daardoor te hebben geleden.
Vordering tot rectificatie van uitspraak over schaatsmessen deels toegewezen
Rb. Noord-Holland 19 februari 2025, IT 4832; ECLI:NL:RBNHO:2025:3395 (Eiser tegen gedaagde). In opdracht van gedaagde, een schaatsproducent, sleep eiser schaatsmessen. De samenwerking tussen eiser en gedaagde is inmiddels geëindigd, maar twee facturen van eiser zijn niet betaald. In deze zaak stelt eiser dat gedaagde zijn goede naam heeft misbruikt door op haar website te vermelden dat al haar schaatsen zijn voorzien van door eiser geslepen schaatsen, terwijl dat in werkelijkheid niet het geval was. Hij vordert onder meer schadevergoeding en rectificatie van deze uitlatingen op de website. Deze vordering wordt toegewezen. De rechtbank oordeelt dat gedaagde onrechtmatig handelde door op haar website te vermelden dat de messen afkomstig waren van eiser, terwijl dat niet altijd zo was. Dit kwalificeert als misleiding in de zin van art. 6:194 BW. Dit geldt overigens alleen voor de ‘Superior’-schaat. Voor de ‘Synergy’-schaats is niet bewezen dat het staal van eiser nooit is gebruikt. De rectificatie wordt dus gedeeltelijk toegewezen.
Gerecht verwerpt beroep van Nederlandse telecombedrijven tegen verspreidingsverbod Russische media
GvEU 26 maart 2025, IEF 22642, IT 4831; ECLI:EU:T:2025:331 (A2B Connect e.a. tegen Raad van de EU). De verzoeksters in deze zaak bij het Gerecht zijn drie Nederlandse telecombedrijven. Zij stellen beroep in op grond van artikel 263 VWEU en vragen om nietigverklaring van bepaalde handelingen van de Raad van de Europese Unie die beperkende maatregelen vaststellen tegen Rusland naar aanleiding van de situatie in Oekraïne. De bestreden handelingen maken deel uit van het sanctieregime van de EU tegen Rusland vanwege diens destabiliserende acties in Oekraïne. Hieronder valt het verspreidingsverbod: een maatregel waarbij exploitanten zoals internetproviders wordt verboden bepaalde inhoud van gesanctioneerde Russische media te verspreiden of de verspreiding daarvan mogelijk te maken. Hoewel verzoeksters niet zelf op de sanctielijsten staan, zijn zij als internetproviders onderworpen aan de uitvoering van het verspreidingsverbod dat door de Raad is opgelegd. Tegen deze maatregel stellen zij beroep in bij het Gerecht van de EU, stellende dat de maatregelen onrechtmatig op hen van toepassing zijn.
KPN mag abonnement blijven aanprijzen als ‘onbeperkt’, ondanks 20GB-daggrens
CvB RCC 19 maart 2025, RB 3892, IT 4829; 2024/00312 (Klager tegen KPN). In een uitgebreide procedure boog het College van Beroep zich over een klacht tegen KPN’s reclame voor een ‘Unlimited50’ sim-only abonnement. De uiting beloofde “onbeperkt data” met 50 Mbit/s snelheid, maar bleek in de praktijk een daglimiet van 20 GB te kennen. Daarna moest de gebruiker handmatig via sms of MijnKPN telkens 2 GB extra data activeren. Klager vond dat dit onvoldoende duidelijk werd gemaakt en dat er dus sprake was van misleiding. De Reclame Code Commissie oordeelde eerder dat deze constructie niet in strijd is met de regels, omdat gebruikers zonder extra kosten kunnen blijven internetten. De benodigde handeling werd niet als relevante beperking gezien. De voorzitter had de klacht eerst nog toegewezen, maar die beslissing werd vernietigd.
Rechtbank Noord-Holland vernietigt tweede informatiebeschikking Belastingdienst over bitcoinbezit: onvoldoende nieuwe grondslag
Rb. Noord-Nederland 10 december 2024, IT 4830; ECLI:NL:RBNHO:2024:14016 (Eiser tegen de inspecteur van de Belastingdienst). De rechtbank Noord-Holland heeft geoordeeld dat de Belastingdienst ten onrechte een tweede informatiebeschikking heeft afgegeven aan een belastingplichtige met betrekking tot diens vermeende bitcoinbezit. De rechtbank concludeert dat de tweede informatiebeschikking grotendeels zag op dezelfde informatieverzoeken als de eerste beschikking, die eerder al was vernietigd na bezwaar van de belastingplichtige. Daarmee ontbrak een toereikende grondslag voor een tweede beschikking. De zaak draaide om de vraag of de inspecteur bevoegd was om een tweede informatiebeschikking af te geven met betrekking tot dezelfde belastingjaren (2016–2018) en hetzelfde onderwerp: de verwerving, het bezit en de verkoop van bitcoins. Volgens de inspecteur zag de tweede beschikking op aanvullende, niet eerder verzochte gegevens, waaronder ontbrekende pagina’s van een walletoverzicht. De rechtbank ging daar niet in mee. De tweede informatiebeschikking betrof in wezen een nadere concretisering van eerdere vragen over dezelfde materie. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is de inspecteur in dat geval niet opnieuw bevoegd tot het afgeven van een informatiebeschikking.
Kantonrechter oordeelt dat een van de vijf camera’s moet worden verwijderd of verplaatst wegens privacy
Rb. Zeeland-West-Brabant 19 maart 2025, IT 4828; ECLI:NL:RBZWB:2025:1653 (Eiser tegen gedaagde). Partijen zijn buren. Gedaagde heeft op zijn percelen vijf beveiligingscamera’s geplaatst, een perceel opgehoogd, airco-installaties aangebracht en een gat geboord in een muur waarvan eiser stelt dat deze mandelig is. Ook zou gedaagde regelmatig de oprit van eiser blokkeren. Eiser vordert onder meer verwijdering of aanpassing van de camera’s, een betere waterkering, verplaatsing van de airco-afvoer, herstel van de muur, en een verbod op het blokkeren van de oprit, op straffe van een dwangsom. De kantonrechter oordeelt dat voor een deel sprake is van onrechtmatige hinder of inbreuk op de privacy. Camera 1 moet worden verwijderd of verplaatst, omdat deze zicht biedt op de woning van eiser. Dat de camera alleen aangaat bij aanbellen en geen beelden opslaat, neemt de privacy-inbreuk niet weg. Camera’s 2 en 3 moeten worden gedraaid zodat er geen zicht meer bestaat op de oprit of woning van eiser. Camera’s 4 en 5 mogen blijven; zij filmen enkel het eigen perceel van gedaagde. Bij niet-nakoming geldt een dwangsom van € 200 per dag.
DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

Wil jij je als student verdiepen in de laatste ontwikkelingen binnen de vakgebieden Intellectuele Eigendom, ICT-recht en Privacy?
Kom dan vanaf juli 2025 (precieze datum in overleg) stagelopen bij deLex! DeLex is een juridische uitgeverij gericht op juridische professionals in deze vakgebieden. Zo beheren wij de online databases IE-forum.nl en ITenrecht.nl, geven we een aantal vakbladen uit en verzorgen we congressen en andere opleidingen.
Tijdens de stage maak je kennis met de werkzaamheden binnen een juridische uitgeverij. Je werkt drie maanden nauw samen met de uitgever en andere (web)redacteuren die je de kneepjes van het vak snel bijbrengen. Daarnaast bieden de congressen je de kans om te netwerken en de IE-community te leren kennen. Veel van onze stagiaires werken inmiddels bij bekende advocatenkantoren, instanties en bedrijven.
Maat- en meerwerk-problematiek: Geïntimeerde moet toch de schade van appellante vergoeden
Hof 's-Hertogenbosch 17 december 2024, IT 4826; ECLI:NL:GHSHE:2024:4059 (Appellante tegen geïntimeerde). In deze zaak draait het om een geschil tussen appellante, een producent en handelaar in zonwerings- en aanverwante producten, en geïntimeerde, een leverancier van ERP-software en maatwerkoplossingen. Appellante verwijt geïntimeerde ervan dat de implementatie van een automatiseringsproject waarvoor geïntimeerde was aangenomen dermate slecht verliep dat appellante veel tijd en kosten heeft moeten maken om het automatiseringssysteem te doen werken. Geïntimeerde stelt dat zij wel een degelijk systeem heeft geleverd, maar dat deze levering langer heeft geduurd dan in de offerte was gepland. In eerste aanleg oordeelde de rechter dat er geen schending van de zorgplicht was [zie IT 4318]. Appellante heeft twaalf grieven aangevoerd en vordert vernietiging van dit vonnis, voor zover daarbij haar vorderingen zijn afgewezen. Zij vordert alsnog toewijzing van haar oorspronkelijke vorderingen.
Sint Maarten handelde in strijd met transparantiebeginsel door verhoging budget tijdens aanbesteding ICT systeem
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, 13 september 2024, IT 4825; ECLI:NL:OGEAM:2024:104 (BearingPoint tegen het Land). In 2017 schreef de belastingdienst van Sint Maarten (hierna: het Land) een aanbesteding uit voor een geïntegreerd ICT-systeem. BearingPoint deed hieraan mee, maar hun vordering tot nakoming van een vermeende overeenkomst werd in kort geding in 2021 afgewezen. In 2023 volgde een nieuwe aanbestedingsprocedure, waarbij BearingPoint als tweede eindigde en DataTorque als winnaar werd geselecteerd. BearingPoint vordert in deze zaak primair dat het Land Sint Maarten wordt verboden de aanbesteding definitief te gunnen aan DataTorque of een andere partij dan BearingPoint, en dat het Land verplicht wordt de voorlopige gunning in te trekken en de opdracht definitief aan BearingPoint te gunnen. BearingPoint stelt dat het Land in strijd heeft gehandeld met de Comptabiliteitsverordening en met de redelijkheid en billijkheid. Dit onder andere omdat het Land pas ná de inschrijving bekend heeft gemaakt dat het prijscriterium beoordeeld zou worden aan de hand van een specifieke staffelmethode. Dit is volgens BearingPoint in strijd met het transparantiebeginsel. Het Land stelt dat de evaluatie door een onafhankelijke commissie plaatsvond op basis van vooraf kenbare criteria.
Twitter heeft geen belang bij schorsing executie dwangsommen, ook geen opheffing, matiging of verhoging

Vzr. Rb. Amsterdam 26 maart 2025, IT 4824; ECLI:NL:RBAMS:2025:1943 (Twitter tegen gedaagde). Het Twitter-account van gedaagde is opgeschort nadat hij een tweet plaatste waarin het woord kinderporno stond. Dit bericht ging over de Europese plannen tegen kinderporno en linkte naar een artikel van de NOS. Om erachter te komen waarom deze beperking was opgelegd heeft gedaagde een inzageverzoek in de zin van artikel 15 AVG ingediend. Nadat Twitter hier niet op reageerde heeft de rechter bepaald dat zij dit alsnog moet doen [zie IT 4602]. Twitter vordert in kort geding opschorting of beperking van de executie van een eerdere rechterlijke beschikking waarin dwangsommen zijn opgelegd. Twitter stelt onder meer dat de executie onrechtmatig is of moet worden gestaakt, of in afwachting van hoger beroep moet worden opgeschort. Gedaagde vordert in reconventie vaststelling dat Twitter dwangsommen heeft verbeurd en verzoekt de eerder opgelegde dwangsom te handhaven of te verhogen.