IT 4827
6 mei 2025
Artikel

Actualiteiten Privacyrecht | donderdag 22 mei 2025

 
IT 4852
6 mei 2025
Uitspraak

Review gebaseerd op ervaringen met opstellen algemene voorwaarden is niet onrechtmatig

 
IT 4850
5 mei 2025
Uitspraak

Recht op inzage omvat ook persoonsgegevens in interne notities en e-mails

 
IT 4783

Oordeel kwaliteitswensvraag aanbesteding ICT-personeel niet evident onjuist

Rechtbank Den Haag 10 feb 2025, IT 4783; ECLI:NL:RBDHA:2025:1895 (StaffingNow tegen de Staat ), https://www.itenrecht.nl/artikelen/oordeel-kwaliteitswensvraag-aanbesteding-ict-personeel-niet-evident-onjuist

Rb. Den Haag 10 februari 2025, IT 4783; ECLI:NL:RBDHA:2025:1895 (StaffingNow tegen de Staat) Het Inkoop Uitvoering Centrum EZ (IUC-EZ), onderdeel van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken, heeft een Europese openbare aanbesteding georganiseerd voor de opdracht Tijdelijk inhuur van ICT-Professionals volgens het Detavast model. Tien partijen, waaronder StaffingNow, hebben ingeschreven op de aanbesteding. IUC-EZ heeft StaffingNow geïnformeerd over haar voornemen om met vier opdrachtnemers een raamovereenkomst te sluiten. StaffingNow is bericht dat de totaalscore voor haar antwoorden op de kwaliteitswensvragen lager ligt dan de vereiste punten, zodat de inschrijving van StaffingNow niet meer formeel is beoordeeld op het prijscriterium. StaffingNow heeft IUC-EZ geïnformeerd dat zij bezwaar maakt tegen de gunningsbeslissing in de aanbesteding. StaffingNow vordert de Staat te verbieden de raamovereenkomst aan de geselecteerde partijen te gunnen. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van StaffingNow af. De voorzieningenrechter oordeelt dat de kritiekpunten van de beoordelingscommissie grotendeels begrijpelijk zijn. De toegekende score van de inschrijving van StaffingNow is een samenstel van de aspecten compleet, relevant, concreet, effectief en toetsbaar, en deze loopt langs de lijn van een logische redenering. Het geheel is door de beoordelingscommissie gewogen en als 'slecht' beoordeeld, wat de voorzieningenrechter niet evident onjuist voorkomt. De voorzieningenrechter ziet geen reden voor heraanbesteding of herbeoordeling door een nieuwe commissie.

IT 4782

Geslaagd beroep op dwaling bij overeenkomst internetdiensten

Rechtbank Amsterdam 5 feb 2025, IT 4782; ECLI:NL:RBAMS:2025:687 (MKB Clickservice tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geslaagd-beroep-op-dwaling-bij-overeenkomst-internetdiensten

Rb. Amsterdam 5 februari 2025, IT 4782; ECLI:NL:RBAMS:2025:687 (MKB Clickservice tegen gedaagde) Gedaagde had tot 31 mei 2023 een onderneming in kledingreparatie- en stomerij. MKB Clickservice heeft gedaagde telefonisch benaderd. Gedaagde heeft vervolgens in zijn winkel een overeenkomst met MKB Clickservice getekend voor internetdiensten met een looptijd van 24 maanden. Gedaagde gaf de dag erna telefonisch aan dat hij het maandelijkse bedrag te hoog vond, waarna MKB Clickservice heeft medegedeeld dat de overeenkomst niet tussentijds kan worden opgezegd. Gedaagde heeft op 16 mei 2023 telefonisch aan MKB Clickservice medegedeeld dat hij de overeenkomst, vanwege de beëindiging van zijn onderneming, wilde opzeggen. Partijen zijn naar aanleiding daarvan overeengekomen dat gedaagde in verband met de tussentijdse beëindiging een opzegvergoeding ter hoogte van 40% van de toekomstige termijnen diende te betalen. Dat heeft gedaagde niet gedaan. MKB Clickservice vordert dat gedaagde veroordeeld wordt tot betaling van een hoofdsom van € 1.424,41. Gedaagde beroept zich op dwaling. 

IT 4781

Verzoek verwijderen van de registratie bij het BKR en schadevergoeding afgewezen

Rechtbank Amsterdam 17 jan 2025, IT 4781; ECLI:NL:RBAMS:2025:882 (Eiser tegen Hoist), https://www.itenrecht.nl/artikelen/verzoek-verwijderen-van-de-registratie-bij-het-bkr-en-schadevergoeding-afgewezen

Rb. Amsterdam 17 januari 2025, IT 4781; ECLI:NL:RBAMS:2025:882 (Eiser tegen Hoist). In juli 2008 sloot eiser een doorlopend krediet van € 28.000 af bij DNV (later Hoist), maar vanaf januari 2010 ontstonden betalingsproblemen, wat leidde tot een achterstand. DNV registreerde in december 2014 een achterstandscode A in het BKR en in april 2015 een bijzonderheidscode 2, wat duidt op een opeisbare vordering. In januari 2016 diende eiser een klacht in bij het Kifid over het krediet, maar deze werd in augustus 2016 afgewezen. In maart 2021 trad eiser toe tot de WSNP, wat in maart 2024 succesvol werd afgerond, waarna Hoist de vordering grotendeels afschreef en een bijzonderheidscode 3 registreerde, die tot maart 2029 zichtbaar blijft. Op 17 april 2024 verzocht eiser Hoist om de registratie te verwijderen, maar dit verzoek werd afgewezen. Eiser vordert in deze procedure de doorhaling van de registratie bij het BKR te Tiel, alsmede een schadevergoeding ter hoogte van € 10.500 inclusief de wettelijke rente over het gevorderde bedrag vanaf 5 juli 2024 en veroordeling van Hoist in de proceskosten en nakosten.

IT 4780

Rechtbank schakelt deskundige in bij datalekgeschil

Rechtbank Rotterdam 29 jan 2025, IT 4780; ECLI:NL:RBROT:2025:1497 (Blauw tegen Nebu), https://www.itenrecht.nl/artikelen/rechtbank-schakelt-deskundige-in-bij-datalekgeschil

Rb. Rotterdam 29 januari 2025, IT 4780; ECLI:NL:RBROT:2025:1497 (Blauw tegen Nebu) Blauw is een marktonderzoeksbureau. Nebu is een softwareontwikkelingsbedrijf gericht op het faciliteren van het doen van marktonderzoeken en data collection. Blauw maakt sinds 2013 gebruik van de diensten van Nebu. In 2018 hebben partijen een door Blauw opgestelde Data Processing Agreement ondertekend. In de periode van vrijdag 10 tot en met zaterdag 11 maart 2023 heeft zich bij Nebu een veiligheidsincident voorgedaan. Bij dat incident zijn mogelijk data van Blauw betrokken geraakt die zij bij Nebu had opgeslagen. Blauw stelt dat Nebu tekortgeschoten is in het treffen van voldoende beveiligingsmaatregelen, zoals Multi-Factor Authenticatie (MFA) en datascheiding, en dat Nebu na het incident niet adequaat heeft gecommuniceerd. Blauw vordert onder andere een verklaring voor recht dat Nebu aansprakelijk is voor de geleden schade en een schadevergoeding van € 505.803,15. Daarnaast vordert Blauw dat de overeenkomst met Nebu rechtsgeldig is ontbonden wegens wanprestatie. Nebu betwist de vorderingen en stelt dat zij adequaat heeft gehandeld en dat de beveiligingsmaatregelen ten tijde van het incident conform de gangbare normen waren.

IT 4779

Inbreuk op privacy door cameratoezicht in appartementencomplex

Rechtbank Midden-Nederland 31 dec 2024, IT 4779; ECLI:NL:RBMNE:2024:7445 (eisende sub 1, eisende sub 2 tegen gedaagde sub 1 gedaagde sub 2), https://www.itenrecht.nl/artikelen/inbreuk-op-privacy-door-cameratoezicht-in-appartementencomplex

Rb. Midden-Nederland, 31 december 2024, IT 4779; ECLI:NL:RBMNE:2024:7445 (eisers c.s tegen gedaagden c.s). In deze zaak hebben eisers gevorderd dat gedaagden hun camera’s verwijderen, omdat deze inbreuk maken op hun privacy. De rechtbank heeft eisers in het gelijk gesteld en geoordeeld dat de camera’s een onrechtmatige inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer vormen. Gedaagden zijn veroordeeld om de camera’s te verwijderen en verwijderd te houden. De camera’s van gedaagden zijn gericht op het privé-terras van gedaagden en de gemeenschappelijke tuin behorend bij het appartementencomplex, evenals de parkeerplaatsen behorend bij het appartementencomplex. De camera’s hebben geen zicht op het privé-woongedeelte van eisers, maar enkel op dat van gedaagden zelf en op de gemeenschappelijke tuin en de parkeerplaatsen. Toch is hier sprake van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, omdat het recht op privacy zich volgens vaste rechtspraak ook uitstrekt tot dit soort, (semi)publieke ruimtes. De camera’s registreren 24 uur per dag beelden, wat volgens de rechtbank een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van eisers oplevert. Dit blijft het geval, zelfs als de beelden na zeven dagen automatisch gewist worden, aangezien de claim van gedaagden hierover niet voldoende is onderbouwd.

IT 4778

Verbeurde dwangsom LinkedIn

Rechtbank Amsterdam 5 feb 2025, IT 4778; ECLI:NL:RBAMS:2025:700 (LinkedIn c.s. tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/verbeurde-dwangsom-linkedin

Rb. Amsterdam 2 februari 2025, IT 4778; ECLI:NL:RBAMS:2025:700 (LinkedIn c.s. tegen gedaagde) Bij vonnis van 7 juni 2024 heeft de voorzieningenrechter LinkedIn c.s. het plaatsen dan wel uitlezen, op de apparaten van gedaagde, van tracking cookies te staken. Gedaagde heeft aan elk van eiseressen de verbeurte van € 25.000,00 aangezegd wegens het overtreden van het door de voorzieningenrechter uitgesproken gebod, vervolgens heeft gedaagde executoriaal beslag gelegd. LinkedIn c.s. vorderen gedaagde te bevelen de beslagen op te heffen. In reconventie vordert gedaagde het bedrag van de verbeurde dwangsommen vast te stellen op € 100.000,00, waarbij elk van eiseressen € 25.000,00 heeft verbeurd.

IT 4777

Staat mocht onderzoek naar voormalig Kamervoorzitter uitvoeren na meldingen ongewenst gedrag

Rechtbank Den Haag 5 feb 2025, IT 4777; ECLI:NL:RBDHA:2025:1113 (eiseres tegen de Staat), https://www.itenrecht.nl/artikelen/staat-mocht-onderzoek-naar-voormalig-kamervoorzitter-uitvoeren-na-meldingen-ongewenst-gedrag

Rb. Den Haag 2 februari 2025, IT 4777; ECLI:NL:RBDHA:2025:1113 (eiseres tegen de Staat) Het Presidium van de Tweede Kamer heeft samen met de Griffier opdracht gegeven aan Hoffmann Bedrijfsrecherche om een extern feitenonderzoek uit te voeren naar aanleiding van twee anonieme brieven. Deze brieven beschuldigden een voormalig Kamervoorzitter van ongewenst gedrag jegens ambtenaren. De opdracht en de reden voor het onderzoek lekten uit naar de pers voordat de voormalig Kamervoorzitter op de hoogte was gesteld, wat leidde tot politieke onrust en media-aandacht. De voormalig Kamervoorzitter, eiseres in deze zaak, vordert schadevergoeding en vernietiging van haar persoonsgegevens, stellende dat het onderzoek onrechtmatig was en dat de samenvatting van de onderzoeksresultaten niet gepubliceerd had mogen worden. Zij betoogt dat het Presidium en de Griffier niet bevoegd waren om de opdracht te geven en dat het onderzoek onzorgvuldig was vormgegeven en uitgevoerd.

IT 4776

Uitspraak ingezonden door Lotte Oranje en Siebe​​​​ van Cassel, Kennedy Van der Laan.

NRC mocht concluderen dat eiser gevaarlijke stoffen in rivier loost, artikelen niet onrechtmatig

Rechtbank Amsterdam 29 jan 2025, IT 4776; ECLI:NL:RBAMS:2025:554 (Eisers tegen NRC), https://www.itenrecht.nl/artikelen/nrc-mocht-concluderen-dat-eiser-gevaarlijke-stoffen-in-rivier-loost-artikelen-niet-onrechtmatig

Rb. Amsterdam 29 januari 2025, IEF ; ECLI:NL:RBAMS:2025:554 (Eisers tegen NRC). Deze zaak betreft een geschil tussen [eiser 1] B.V. en MEDIAHUIS NRC B.V. (hierna: NRC), over publicaties in de NRC die beschuldigingen bevatten over het lozen van gevaarlijke stoffen, zoals benzeen, en slechte arbeidsomstandigheden bij [eiser 1]. NRC berichtte dat [eiser 1] B.V. wekelijks tientallen liters kankerverwekkend benzeen ongezuiverd in een nabijgelegen rivier loost. Dit werd ondersteund door verklaringen van oud-medewerkers en documenten die NRC had ingezien. Daarnaast zouden volgens de NRC medewerkers van [eiser 1] B.V. zonder adequate bescherming en opleiding werken met gevaarlijke stoffen zoals benzeen, formaldehyde, fenol en naftaleen. Dit leidde tot meerdere ernstige bedrijfsongevallen, waarvan de meeste niet bij de Arbeidsinspectie zijn gemeld. [eiser 1] B.V. stelt dat de publicaties van NRC onrechtmatig zijn omdat ze onjuiste en ongefundeerde beschuldigingen bevatten over het lozen van gevaarlijke stoffen en slechte arbeidsomstandigheden. Er zou hiervoor onvoldoende feitelijke onderbouwing zijn, en NRC zou niet de nodige journalistieke zorgvuldigheid in acht hebben genomen door geen hoor en wederhoor te hebben toegepast. [Eiser 1] B.V. vordert rectificatie van onjuiste en schadelijke publicaties, een schadevergoeding voor reputatieschade en financiële verliezen, en een verbod op verdere schadelijke publicaties door NRC.

IT 4775

Uitspraak ingezonden door Femmetje de Wind, ABC Legal.

Gedaagde moet misleidende posts over voicemailbericht van social media verwijderen

Rechtbank Oost-Brabant 31 jan 2025, IT 4775; (Eiser tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/gedaagde-moet-misleidende-posts-over-voicemailbericht-van-social-media-verwijderen

Rb. Den Bosch 31 januari 2025, IEF 22525, IT 4775 (Eiser tegen gedaagde). Gedaagde is samen met persoon 1 bestuurder van Taxeco, een juridisch (belasting-)adviesbureau. Eiser is directeur van een onderneming die een groothandel exploiteert en machines en werktuigen verhuurt. De partijen kwamen met elkaar in contact nadat gedaagde de juridische belangen van een vriend van eiser had behartigd. Eiser heeft destijds het verschuldigde bedrag voor de diensten voorgeschoten. Daarna raakte hij verder betrokken door leningen te verstrekken aan cliënten van gedaagde. Nadat er niets in de zaken gebeurde en in de media veel negatieve berichten verschenen over Taxeco, probeerde eiser contact te zoeken. Dit lukte niet. Hij schreef e-mails en liet ook een voicemail achter, die door gedaagde als bedreigend werd ervaren. Gedaagde heeft hierop delen van dit voicemailbericht op zijn socialmediakanalen, waaronder LinkedIn en X, geplaatst. Gedaagde heeft een bereik van meer dan 35.000 volgers en roept deze uitdrukkelijk op zijn berichten te delen en hierop te reageren. Dit leidde tot haatdragende reacties. In dit kort geding vordert eiser onder andere verwijdering van de posts, plaatsing van een rectificatie op de socialmediakanalen en veroordeling van gedaagde in de proceskosten. Deze vorderingen zijn gebaseerd op een onrechtmatige daad.

IT 4774

Conclusie A-G over aansprakelijkheid en AVG-verplichtingen van online marktplaatsen

HvJ EU 6 feb 2025, IT 4774; ECLI:EU:C:2025:68 (Russmedia), https://www.itenrecht.nl/artikelen/conclusie-a-g-over-aansprakelijkheid-en-avg-verplichtingen-van-online-marktplaatsen

Conclusie A-G 6 februari 2025, IT 4774; ECLI:EU:C:2025:68 (Russmedia) Een vrouw eiste schadevergoeding van Russmedia en Inform Media. De vrouw stelt dat er zonder haar toestemming een advertentie op een online marktplaats is gepubliceerd waarin zij seksuele diensten aanbiedt, wat inbreuk maakt op haar rechten. De prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie zijn gericht op de vraag of de exploitant van de online marktplaats, Russmedia, zich kan beroepen op de vrijstelling van aansprakelijkheid zoals bedoeld in Richtlijn 2000/31, en of Russmedia haar verplichtingen krachtens de AVG heeft nageleefd. De vragen omvatten ook de vraag of Russmedia verplicht was om voorafgaand aan de publicatie van een advertentie te controleren of de adverteerder de eigenaar is van de persoonsgegevens en of de inhoud van de advertentie onwettig is. Daarnaast wordt gevraagd of Russmedia passende beveiligingsmaatregelen had moeten treffen om te voorkomen dat de inhoud van de advertenties gekopieerd en herverspreid zou worden.