DOSSIERS
Alle dossiers

Internet  

IT 4895

Negatieve online reviews over energiebemiddelaar niet onrechtmatig

Rechtbank Den Haag 28 mei 2025, IT 4895; ECLI:NL:RBDHA:2025:9458 (Fluent Energy tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/negatieve-online-reviews-over-energiebemiddelaar-niet-onrechtmatig

Rb. Den Haag 28 mei 2025, IEF 22765, IT 4895; ECLI:NL:RBDHA:2025:9458 (Fluent Energy tegen gedaagde). Fluent Energy bemiddelt bij de totstandkoming van energieleveringscontracten. Zij sluit namens haar klanten energiecontracten af met energieleveranciers, waaronder de energieleverancier Gulf Gas and Power B.V. (hierna: Gulf). Gedaagde sloot in 2023 via bemiddeling van Fluent Energy een energiecontract af met Gulf. Kort daarna zegde hij dit contract op, waarna zowel Gulf als Fluent Energy hem aanspraken op betaling van een opzegvergoeding. Naar aanleiding hiervan heeft gedaagde tussen 2023 en 2024 meerdere reviews geplaatst op Trustpilot over beide bedrijven. In mei 2023 werd hij door Fluent Energy gesommeerd om de online-reviews te verwijderen, waaraan hij gehoor gaf. In oktober 2024 nam gedaagde deel aan een uitzending van Radar waarin de dienstverlening van Fluent Energy aan de orde kwam. In februari 2005 wees de kantonrechter in Den Haag in een aparte procedure de vordering van Gulf tot betaling van de opzegvergoeding af. De rechtbank stelt voorop dat consumenten op grond van de vrijheid van meningsuiting hun ervaringen met bedrijven, positief of negatief, publiek mogen delen, bijvoorbeeld in online reviews. Daarbij is enige overdrijving of stevige bewoording geoorloofd, met name bij kritiek op zakelijk handelen. De uitlatingen van gedaagde op Trustpilot, waaronder termen als ‘oplichters’, ‘boeven’ en ‘WURGCONTRACT’, worden geplaatst binnen de context van zijn negatieve ervaring met Fluent Energy. Gedaagde heeft zijn bezwaren toegelicht: hij is het niet eens met de handelswijze waarbij namens hem een contract van vijf jaar werd afgesloten met een hoge opzegvergoeding. Omdat deze ervaring feitelijk is onderbouwd, acht de rechtbank de uitlatingen niet onrechtmatig.

IT 4888

Rechtbank bevestigt misbruik machtspositie door Apple en rechtmatigheid dwangsom ACM

Rechtbank Rotterdam 16 jun 2025, IT 4888; ECLI:NL:RBROT:2025:6961 (Apple tegen ACM), https://www.itenrecht.nl/artikelen/rechtbank-bevestigt-misbruik-machtspositie-door-apple-en-rechtmatigheid-dwangsom-acm

Rechtbank Rotterdam 16 juni 2025, IT 4888; ECLI:NL:RBROT:2025:6961 (Apple tegen ACM). Op 24 augustus 2021 heeft de ACM aan Apple een last onder dwangsom opgelegd wegens misbruik van haar machtspositie op de iOS-appstoremarkt voor datingappaanbieders. Apple moest binnen twee maanden aan de last voldoen, op straffe van €10 miljoen per week (tot maximaal €100 miljoen). Nadat de voorzieningenrechter een gedeelte van de last had geschorst, heeft de ACM in 2022 beslist dat Apple de opgelegde last niet tijdig en volledig had nageleefd en dat zij daarom een dwangsom van €50 miljoen had verbeurd. Apple’s bezwaren werden in 2023 ongegrond verklaard en de ACM besloot tot (gedeeltelijke) publicatie van de besluiten. Apple stelde daarop beroep in. Volgens de ACM bestaat het misbruik uit drie verplichtingen: het verplichte gebruik van Apple’s eigen betaalsysteem (de IAP-verplichting), de commissie van 15 à 30 procent over in-app aankopen (de commissieverplichting) en het verbod op verwijzingen naar externe betaalopties (de anti-steering bepaling). Deze voorwaarden beperken de vrijheid van datingappaanbieders en verstoren hun klantrelatie, aldus de ACM.

IT 4886

Geen spoedeisend belang bij verwijdering navigatieknop Holland Casino

Rechtbank Den Haag 20 dec 2021, IT 4886; ECLI:NL:RBDHA:2021:17335 (Holland Casino tegen de Kansspelautoriteit), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-spoedeisend-belang-bij-verwijdering-navigatieknop-holland-casino

Vzr. Rb. Den Haag 20 december 2021, RB 3908, IT 4886; ECLI:NL:RBDHA:2021:17335 (Holland Casino tegen de Kansspelautoriteit). Holland Casino heeft een vergunning voor het aanbieden van kansspelen in casino’s en het aanbieden van online kansspelen. De Kansspelautoriteit heeft een last onder dwangsom opgelegd omdat op de website voor online kansspelen staat die doorverwijst naar de vestigingen van Holland Casino. Volgens de toezichthouder is dit in strijd met de Wet op de kansspelen (Wok), specifiek op het verbod op reclame voor andere diensten op een kansspelpagina. Holland Casino stelt een spoedeisend belang te hebben omdat het verwijderen van de navigatieknop zou leiden tot onevenredig en onomkeerbaar nadeel. Zij stelt dat de navigatieknop internetgebruikers zo snel mogelijk naar informatie over de vestigingen leidt, zonder dat zij worden blootgesteld aan hoog risico spellen. De voorzieningenrechter volgt dit niet: de informatie is eenvoudig op andere wijze te vinden en de gevolgen zijn technisch niet onomkeerbaar. Omdat geen spoedeisend belang is aangetoond, kan alleen worden ingegrepen als het besluit evident onrechtmatig is. Daarvan is volgens de voorzieningenrechter geen sprake: de navigatieknop vestigt extra aandacht op de fysieke vestigingen. Van een evident onrechtmatig besluit is daarom geen sprake. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.

IT 4884

Prejudiciële vragen over Italiaans reclameverbod voor kansspelen

HvJ EU 7 mrt 2025, IT 4884; C-194/25 (Leovegas Gaming tegen Autorità per le Garanzie nelle Comunicazioni), https://www.itenrecht.nl/artikelen/prejudiciele-vragen-over-italiaans-reclameverbod-voor-kansspelen

HvJEU 7 maart 2025, RB 3907, IT 4884; C-194/25 (Leovegas Gaming tegen Autorità per le Garanzie nelle Comunicazioni). Leovegas Gaming is een in Malta gevestigde aanbieder van online kansspelen. Sinds 2017 is zij in Italië actief op basis van een concessie verleend door de agentschap douane en monopolie (de ADM). Op 17 oktober 2019 heeft de Italiaanse communicatieautoriteit een geldboete opgelegd aan Leovegas wegens schending van het verbod op (in)directe reclame voor kansspelen, vastgelegd in artikel 9 van dl.l. nr. 87/2018. De TAR Latium wijst het beroep van Leovegas af, waarop zij hoger beroep instelt bij de Consiglio di Stato, de verwijzende rechter. Leovegas betoogt dat het Italiaanse reclameverbod voor kansspelen in strijd is met het EU-recht. Zij stelt dat haar activiteiten onder het begrip “diensten van de informatiemaatschappij” vallen in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van richtlijn 2015/1535, waardoor het verbod als technisch voorschrift vooraf aan de Europese Commissie had moeten worden gemeld volgens artikel 5, lid 1 van de richtlijn. Omdat dit niet is gebeurd, zou de rechter het verbod buiten toepassing moeten laten en het bestreden besluit nietig moeten verklaren. Daarnaast voert Leovegas aan dat reclameverbod een beperking vormt van de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten binnen de Unie (artikel 49 en 56 VWEU), en vanuit dat oogpunt in strijd is met de beginselen van noodzakelijkheid, evenredigheid (artikel 5, lid 4 VEU) en het beginsel van loyale samenwerking (artikel 4, lid 3 VEU). Bovendien stelt Leovegas dat het verbod in strijd is met het non-discriminatiebeginsel, omdat geen onderscheid wordt gemaakt tussen illegale en legale marktdeelnemers. Tot slot beroept Leovegas zich op het rechtszekerheidsbeginsel en het beginsel van gewettigd vertrouwen, nu zij sinds 2017 met een geldige concessie actief is en daarop investeringen heeft gebaseerd.

IT 4875

Beoordeling normaal gebruik van het merk AIRBNB, gedeeltelijke vernietiging EUIPO-beslissing door het Hof

HvJ EU 21 mei 2025, IT 4875; ECLI:EU:T:2025:529 (Airbnb tegen EUIPO, Airtasker), https://www.itenrecht.nl/artikelen/beoordeling-normaal-gebruik-van-het-merk-airbnb-gedeeltelijke-vernietiging-euipo-beslissing-door-het-hof

Hof van Justitie van de Europese Unie 21 mei 2025, IEF 22733; IT 4875; Zaak T-94/24 (Airbnb tegen EUIPO, Airtasker). Airbnb vordert gedeeltelijke vernietiging van de beslissing van de Tweede Kamer van Beroep van het EUIPO van 18 december 2023. De zaak betreft het woordmerk AIRBNB, dat sinds ingeschreven is voor verschillende dienstclassificaties. In 2020 heeft Airtasker een vordering ingediend tot vervallenverklaring wegens vermeend gebrek aan normaal gebruik. De nietigheidsafdeling heeft deze vordering in 2022 gedeeltelijk toegewezen. Airbnb en Airtasker hebben beide beroep ingesteld: Airbnb tegen de toewijzing, Airtasker tegen de afwijzing van de andere klassen. De Kamer van Beroep oordeelde dat Airbnb onvoldoende bewijs had leverd van normaal gebruik voor verschillende diensten in klassen 35, 36, 38, 39, 41 en 43. Het Hof herhaalt eerst dat volgens artikel 58 van de Europese Merkenverordening een merk vervallen wordt verklaard als het gedurende vijf jaar niet normaal is gebruikt binnen de EU voor de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven en er geen geldige reden is voor het niet-gebruik. Dit gebruik moet openbaar en aantoonbaar zijn, en niet slechts symbolisch zijn of berusten op vermoedens of aannames.

IT 4858

Voorzieningenrechter fluit Booking terug na voortijdige beëindiging samenwerking met Zwitserse verhuurder SHA

Rechtbank Amsterdam 18 apr 2025, IT 4858; ECLI:NL:RBAMS:2025:3035 (SHA tegen Booking), https://www.itenrecht.nl/artikelen/voorzieningenrechter-fluit-booking-terug-na-voortijdige-beeindiging-samenwerking-met-zwitserse-verhuurder-sha

Rb. Amsterdam 18 april 2025, IT 4858; ECLI:NL:RBAMS:2025:3035 (SHA tegen Booking). SHA exploiteert meer dan 70 appartementen in Zwitserland via het platform van Booking. In de samenwerkingsovereenkomst is opgenomen dat Booking bevoegd is de overeenkomst te beëindigen en de accommodaties van het platform te halen bij verdenking van fraude, met een opzegtermijn van 30 dagen. In maart 2025 heeft Booking de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd wegens schending van deze overeenkomst. SHA heeft geprobeerd opheldering te krijgen maar Booking heeft slechts een algemene toelichting per mail gegeven. Booking heeft de reserveringen voor appartementen van SHA geannuleerd en SHA de toegang ontzegd tot het Extranet, het online betaalsysteem waarin haar partners onder meer informatie over de accommodaties en reserveringen kunnen invoeren. In dit kort geding vordert SHA Booking onder meer nakoming van de overeenkomst, inzage in de informatie waarop de opzegging is gebaseerd, herstel van de geannuleerde reserveringen en hernieuwde toegang tot het Extranet. SHA onderbouwt haar vorderingen met de stelling dat er geen grond is voor beëindiging van de relatie.

IT 4857

Merkinbreuk door gebruik van "ICE" voor cryptovaluta door Ice Labs

Rechtbank Den Haag 6 mei 2025, IT 4857; ECLI:NL:RBDHA:2025:7975 (IEH tegen Ice Labs), https://www.itenrecht.nl/artikelen/merkinbreuk-door-gebruik-van-ice-voor-cryptovaluta-door-ice-labs

Vrz. Rb. Den Haag 6 mei 2025, IEF 22693; IT 4857; ECLI:NL:RBDHA:2025:7975 (IEH tegen Ice Labs). Intercontinental Exchange Holdings (hierna: IEH), een in de VS gevestigd internationaal dienstverlener in de financiële sector en houder van het Uniewoordmerk ‘ICE’ voor cryptovaluta en aanverwante diensten, stelt dat Ice Labs merkinbreuk maakt op haar merkrechten. Ice Labs biedt onder de naam “Ice Open Network” een gedecentraliseerd blockchain-netwerk aan. Daarnaast gebruikt ze het teken “ICE” onder meer als naam van een cryptomunt, en ook in aanduidingen als “Ice Labs” en “ice blockchain”. Op 26 januari 2024 sommeerde IEH Ice Labs het gebruik van deze tekens te staken en de domeinnaam over te dragen. Ice Labs betwist de merkinbreuk, maar heeft wel enkele aanpassingen doorgevoerd, waaronder het opnemen van een disclaimer op haar website en het vermelden dat zij onderdeel is van de “LeftClick Group”. In reactie op de procedure zegde Ice Labs toe de naam “ICE-Wallet” te veranderen naar “ION-Wallet” en de ticker van de munt aan te passen van “ICE” naar “ION”, uiterlijk per 31 juli 2025. IEH baseert de vordering op artikel 9 lid 2 sub a en/of b UMVo wegens het zonder toestemming gebruiken van de tekens “ICE” voor soortgelijke waren en diensten. De voorzieningenrechter acht zich bevoegd, nu IEH via haar dochteronderneming ICE Clear NL daadwerkelijk bedrijfsactiviteiten verricht in Nederland, namelijk het aanbieden van clearingdiensten voor Europese aandelenderivatenproducten. De stelling van Ice Labs dat deze entiteit geen vestiging van IEH zou zijn vanwege het ontbreken van een eigen website of telefonische bereikbaarheid, overtuigt de voorzieningenrechter niet.

IT 4851

Negatieve reviews grotendeels onrechtmatig: onvoldoende onderbouwing voor beschuldigingen van oplichting

Rechtbank Rotterdam 16 apr 2025, IT 4851; ECLI:NL:RBROT:2025:4056 (Eiseressen tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/negatieve-reviews-grotendeels-onrechtmatig-onvoldoende-onderbouwing-voor-beschuldigingen-van-oplichting

Vzr. Rb. Rotterdam 16 april 2025, IEF 22678, IT 4851; ECLI:NL:RBROT:2025:4056 (Eiseressen tegen gedaagde). Eiseres 1 verkoopt en repareert auto’s; eiseres 2 biedt financieringen aan voor deze voertuigen. Gedaagde werkt als zelfstandig ondernemer en kocht drie keer een bedrijfsauto bij eiseres 1. De eerste auto is niet geleverd vanwege technische gebreken en de tweede auto vertoont na levering storingen. Daarom zijn eiseres 1 en gedaagde overeengekomen dat ter vervanging een geheel nieuwe bedrijfsauto zou worden geleverd. Deze blijkt echter vóór de aflevering al schade te hebben opgelopen die niet is medegedeeld. Uit onvrede heeft gedaagde vervolgens meerdere éénsterrenreviews geplaatst op Google en Trustpilot: twee over eiseres 1 en drie over eiseres 2. Hierin noemt hij hen oplichters, roept hij op aankopen bij eiseressen te controleren en spoort hij klanten aan om samen naar de rechter te stappen. Eiseressen vorderen het verwijderen van de reviews en een verbod op soortgelijke uitlatingen in de toekomst. Eiseres 1 stelt ook niets van de schade te hebben geweten. Gedaagde heeft inmiddels kosten gemaakt voor belettering en accessoires, en stelt dat de auto niet voldoet aan de afgesproken “full options” zoals bijvoorbeeld stoelverwarming. Hoewel hij dit niet heeft onderbouwd en er vooraf niet over heeft geklaagd, staat wel vast dat hij ondanks herhaalde verzoeken nooit een offerte of optielijst heeft ontvangen.

IT 4852

Review gebaseerd op ervaringen met opstellen algemene voorwaarden is niet onrechtmatig

Rechtbank Rotterdam 10 apr 2025, IT 4852; ECLI:NL:RBROT:2025:4473 (Debtt tegen Trading Company Zeeland), https://www.itenrecht.nl/artikelen/review-gebaseerd-op-ervaringen-met-opstellen-algemene-voorwaarden-is-niet-onrechtmatig

Rb. Rotterdam 10 april 2025, IT 4852; ECLI:NL:RBROT:2025:4473 (Debtt tegen Trading Company Zeeland).  Partijen hebben een overeenkomst gesloten en dit serviceabonnement houdt onder meer juridisch advies met betrekking tot het opstellen van algemene voorwaarden en het incasseren van vorderingen door Debtt voor Trading Company in. Debtt heeft Trading Company een factuur gestuurd, maar deze is niet betaald. Debtt eist betaling van het factuurbedrag en het verwijderen van een negatieve review en dat Trading Company zich niet meer negatief uitlaat over Debtt. Trading Company eist op haar beurt dat Debtt alsnog correcte algemene voorwaarden opstelt en dat de factuur over 2024 wordt gecrediteerd. Daarbij doet ze een beroep op opschorting, zolang Debtt geen correcte algemene voorwaarden voor haar opstelt, hoeft zij niet te betalen. De kantonrechter oordeelt dat Trading Company de factuur over 2024 moet betalen inclusief rente en kosten. Verder worden alle vorderingen van beide partijen afgewezen. Debtt heeft de algemene voorwaarden opgesteld en naar Trading Company opgestuurd. Hierbij geeft Debtt aan dat ze er teveel tijd voor hebben genomen, maar ze hebben uiteindelijk wel geleverd. De gevorderde hoofdsom in conventie wordt toegewezen en de in reconventie gevorderde creditering van de factuur wordt afgewezen.

IT 4841

Uitspraak ingezonden door Thomas Kriense, Guldemond Advocaten.

Hof bevestigt dat verzameling van productgegevens door Tracpartz geen databank vormt

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 22 apr 2025, IT 4841; ECLI:NL:GHARL:2025:2565 (Tracpartz tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hof-bevestigt-dat-verzameling-van-productgegevens-door-tracpartz-geen-databank-vormt

Hof Arnhem-Leeuwarden 22 april 2025, IEF 22663, IT 4841; ECLI:NL:GHARL:2025:2565 (Tracpartz tegen Snel Parts). Beide partijen zijn actief op de onderdelen markt voor mini-tractoren en verkopen hun goederen online via een webwinkel. Tracpartz trachtte het haar concurrent ervan te weerhouden zogenaamde technische compatibiliteitsinformatie over onderdelen van minitractoren te gebruiken. Tracpartz stelde dat zij exclusieve rechten had op deze gegevens, omdat ze naar eigen zeggen aanzienlijke investeringen had gedaan om ze te verzamelen. Ze noemde deze gegevens haar "bijzondere productinformatie" en was van mening dat dit databankrechtelijke bescherming geniet. Volgens Snel Parts draaide het hier niet om een beschermde databank, maar simpelweg om informatie die vrij beschikbaar is en waar elke concurrent gebruik van mag maken om klanten beter te bedienen. Het hof gaf Snel Parts gelijk. Belangrijk is de constatering dat databankbescherming alleen geldt als de investering specifiek gericht is op het creëren van een databank—dus op de opslag, controle en verwerking van gegevens—en niet op commerciële activiteiten zoals het verzamelen van productkennis voor verkoopdoeleinden. Het feit dat Tracpartz veel tijd en moeite besteedde aan het verkrijgen van technische informatie betekende nog niet dat zij een juridisch beschermde databank had. Daarnaast benadrukte het hof dat het overnemen van vrij beschikbare, feitelijke informatie door concurrenten in beginsel geoorloofd is, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden zoals het omzeilen van technische beveiligingen, iets wat hier niet aan de orde was. De rechtbank had dit in eerste aanleg al helder vastgesteld en het hof bevestigde deze uitspraak [zie IEF 21882].